DE OORLOG IN EUROPA. DE GEHEIME INGANG GEMENGD NIEUWS. ABONNEERT U OP DIT BLAD. FEUILLETON. r- DOOR MARTIN BROEK. Een ander onderwerp waarover het krantenlezend publiek weinig weet zijn de mijnen, de groote ronde kogels met hun gevaarlijke ladingdie tot ontploffing komen wanneer „iets" de voelhorens van dit moord tuig raakt. Zelfs groote schepen zijn dan reddeloos verloren. Een nachtmerrie voor alle zeelui vor- men de mijnen, verschrikkelijke ver- woestings-werktuigen met een gruwe lijke kracht, die in een oogwenk epn groot zeeschip tot zinken hebben ge bracht. Aan het feit, dat de doorsnee mensph er zoo weinig van weet te vertellen, zou men zeker niet zeggen, dat de mjjn reeds een wapen is van vrij hoogpn ouderdom. In het begin van deze eeijw in den Russisch-Japanschen oorlog zjjn deze werktuigen veelvuldig met afwis selend succes gebruikt, doch ook thans doen zij hun vernielend werk nog uit stekend". De mijnen kunnen we onderscheiden in land- en zeemijnen, welke laatste soort weer is onderverdeeld in bewaak te en onbewaakte mijnen. De idee van de bewaakte is de oud ste en werd reeds geruimen tijd geleden gebruikt om den toegang tot een havpn te versperren. Volgens dit systeem werkt men als volgt: Voor den ingang van een haven, cjie men verdedigen wil, legt men een heele reeks mijnen naast elkaar. Al deze mij nen zijn onderling door een stroom draad verbonden en liggen zoover on der den zeespiegel, dat eigen vaartyi- gen er overheen kunnen varen. Wanneer de vijand echter een inval wil doen, draait de wachtpost, die er gens op den wal verdekt is opgesteld, op het oogenblik, dat het vijandelijk schip boven de mijnenreeks is, een knopje om op het schakelbord, waar door een bepaalde mijn, die het dichtst in de nabijheid van het schip is explp- deert en het vaartuig vernietigt. De vijand heeft dan zijn vaartuig èn vaak ook zijn bemanning opgeofferd, zonder dat hij zijn doel heeft bereikt, want van de geheele reeks is er slechts één geeëplodeert, zoodat er nog vol doende materiaal overblijft om volgen de aanvallen af te slaan. Daar komt nog bij, dat over het al gemeen, eenigen afstand terug wepr zoo'n reeks ligt, voor het geval dat de vijand er door zou zijn gekomen. Hoewel men op het eerste gezicht geneigd is deze methode nagenoeg op- feibaar te noemen, kleven er toch tal van fouten aan, waardoor men deze bewaakte mijnen grootendeels heeft vervangen door onbewaakte. Zooals men weet, zitten deze laatste juist even onder den zeespiegel en komen tot ont ploffing wanneer een schip de voel hoorns raakt. De inrichting der mijnen. Beide hierboven genoemde mijnsoor- ten, zijn, wat inrichting betreft onge veer hetzelfde. Voor ongeveer de helft van den in houd zijn zij gevuld met een bepaalde soort springstof, die explodeert, wan neer er een schok komt tegen de voel horens. Deze voelhorens, zijn looden buisjes, die een koolstaafje, een zinkstaafje en een dun glazen buisje met chroomzugr- oplossing bavatten. Wanneer er nu iets tegen de looden buis (voelhoren) stoot, buigt deze om, waardoor het glazen buisje breekt. De oplossing komt dan in verbinding met het kool- en het zink staafje. Hierdoor ontstaat electriciteit. Via gewone geleidingen wordt deze 1 stroom overgebracht naar een bougie die vonkt en daardoor de voorlading tot ontbranding brengt, vanzelf explo deert dan de eigenlijke springlading. Men dient hier in het oog te houden, dat deze werking onnoemelijk veel snel ler gaat, dan hier is beschreven. De tijd tusschen de aanvaring en de ont ploffing beloopt slechts een fractie van een seconde. Het mijnenvegen. De ramp met de „Willem van Ewijck" en de „Jan van Gelder" heeft duidelijk bewezen, wat voor een ge vaarlijke bezigheid het z.g. mijnenvegen is. Dit mijnenvegen geschiedt over het algemeen door twee kleine trawlers, die naast elkaar varen op grooten afstapd en dan een kabel door de zee slepen met een scherpe rand met haken. De mijnen, die via een kabel vastzitten aan een zwaar blok, dat op den bodem ligt, v/orden zoo losgemaakt en wanneer ze dan aan de oppervlakte verschijnen, worden ze door beschieting vernield. Dit „mijnenvegen" is een betrekke lijk eenvoudig, ma^ zeer gevaarlijk werk en talloos zijn dan ook de mijnen vegers, die in den wereldoorlog werden vernield en hoevele zyllen er nu nqg ten offer vallen aan dit gevaarlijke oor logswerktuig. Aanrijding met doodelijken afloop Gistermiddag omstreeks drie uur is de 61 jarige bode van gemeente werken V Jamin te Maastricht, die aan den Volksbondweg aldaar woonde en die over de Wilhelmina- brug fietste, door een hem achterop komenden zwaren vrachtauto aan gereden. Hij is met ernstige inwen dige kneuzingen naar 't ziekenhuis Calvariënberg overgebracht, waar hij een half uur na aankomst is overleden. De vrachtauto is in beslag ge nomen. Inbraak te Oss Gisternacht hebben onbekend gebleven personen zich door in sluipingtoegang weten te verschaffen tot het café van den heer Ver— bruggen in de Bagijnestraat te Oss. Het geld, dat zich in 't café bevond, wordt vermist. De gemeentepolitie stelt een onderzoek invan de daders ontbreekt tot dusver elk spoor. Kind door'auto overreden Gistermiddag is het vijfjarig dochtertje van den slager v. Herpen te Heesch bij het spelen op den rijk-weg door een militaire per. sonenauto overreden. Het kind was op slag dood. Bus stortte van hoogen dijk Op den dijk tusschen Vlaardingen en Maassluis, onder de gemeente Maasland is een autobus van den dienst Vlaardingen - Maassluis- Maasland van den weg geraakt en van den ongeveer zes meter hoogen dijk naar beneden gestort. De ge volgen van dit ongeval bleven tot een minimum beperkt. Van de 14 passagiers, die zich in de bus be vonden, moest er slechts één naar het ziekenhuis te Vlaardingen wor. den overgebracht. De overige kon den, hoewel zij allen lichte ver wondingen opliepen, naar huis worden vervoerd Brandweerauto gekanteld. Tien gewonden van wie vijf ernstig. Bij een oefentocht van de Hilyer sumsche bandweer is Donderdag omstreeks 2 uur een zeer ernstig ongeluk gebeurd, waarbij tien per sonen gewond werden. Een zware motorspuitwagen met volledige bemanning reed met vrij groote snelheid den hellenden Vaart- weg af, toen van den Schuttersweg een vrachtauto verscheen, die door- Tusschen Willemsdorp en Dordrecht is de Parijsche trein op een vrachtauto, geladen met aardappelen, gereden. De vrachtauto werd geheel vernield, de locomotief ontspoorde en vernielde over een afstand van 200 M. de rails. De chauffeur werd zoo zwaar gewond, dat hij kort na het ongeval is overleden De» ontspoorde locomotief en op den voorgrond de resten van wat eens een vrachtauto was. reed naar de Hondenbrug, zonder voorang te verleenen. Een botsing was onvermijdelijk. De brandweer auto werd in de flaok gegrepen en kwam kantelend in een tuin terecht waardoor de wagen ernstig bescJia. digd werd. Vijf brandweerlieden werdenzwaar en vijf licht gewond. De G.G.D. rukte met een ziekenauto uit en de politie met overvalwagen en bran card. Voorts stelde de militaire auto. riteiten eenige wagens beschikbaar Nadat dokter Planten,de directeur van den geneeskundigen dienst, ter plaatse de eerste hulp had verleend zijn alle tien gewonden naar een ziekenhuis vervoerd. ZWAAR WEER OP DEN OCEAAN. Hr. Ms. Van Kinsbergen heeft, naar de Regeeringspersdienst meedeelt, ge- meld. dat deze bodem en Hr. Ms. O. 15 en O. 20 sedert het op 8 October ver schenen bericht van den Regeerings persdienst, opnieuw met zeer slecht weer te kampen hebben gehad, zoodat het wederom gedurende eenigen tijd niet mogelijk was voor deze schepen om bijeen te blijven. Gedurende dit bij zondere zware weer is de matroos derde klasse W. Termorshuizen van Hr. Ms. O. 20 door een hooge zee over boord geslagen en in weerwil van de ondernomen reddingspogingen ver dronken. De schepen zetten thans met gunstig weer de reis opnieuw gezamenlijk voort. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch door JOHN FINNEMORE. Nadruk Verboden. 5) Dus je verborg je kalm in Loy- den, terwijl je vaders hart brak ovyr het verschrikkelijke lot, dat hij meep- de dat jou getroffen had, kon Mar garet niet nalaten op te merken. Ja, dat deed ik, bevestigde haar echtgenoot en ik hield inderdaad re kening met zijn gevoelens. Het leek me toe, dat het beter was dat ik hem in den waan liet dat ik dood was dan dat hij de schande moest beleven dat ik gearresteerd werd. En je bent nog steeds bang ge pakt te worden? Er zit iemand achter me aan, dat weet ik uit een goede bron, maar of het een man van Scotland Yard of een particulier detective is, kan ik niet zeggen. Ik vermoed het laatste. Maar als ze mijn spoor vinden, zal ik er gauw geiioeg bij zijn. Hoe kwamen ze op het vermoe den dat je nog in leven bent? Ik heb er geen flauw idee van. Ik had hoop dat niemand mij in mijn tegenwoordigen staat zou herkennen. Maar mijn vertrouwen daarin is ver dwenen nadat jij me vanavond direct herkende. Margaret keek hem strak aan. Levinge was inderdaad wel heel sterk veranderd. Hij had de eenvou digste en tegelijk meest afdoende ma nier van vermomming gebruikt: het laten groeien van een zwaren, zwak ten baard, die hem vele jaren ouder deed schijnen en zoo'n verandering in zijn uiterlijk teweeg bracht, dat hot niet te verwonderen was dat hij er ten volle op had vertrouwd. Ik kwam er goed tusschen uit een ontmoeting, die ik vanmiddag had, vertelde Levinge verder. Ik keek wat rond in de buurt van Three Oqk Copse en wie komt den hoek om? Niemand anders als Dick VilliersHij geen tien passen van mij af; ik bleef stilstaan en keek hem recht in zijn ge zicht. Ik wist dat hij mij niet zou ver raden als hij mij herkende, maar I>U nam mij van het hoofd tot de voeten op, en schonk geen verdere aandacht aan mij. Het was duidelijk dat hij iqij voor een gewonen landlooper hield. Margaret nam haar sleutels, maak te een casette open en haalde een por- temonnaie eruit. Ze keerde die op de toillettafel om en schoof hem den ip- houd toe. Levinge griste onmiddellijk het geld weg. Twee biljetten van vijf en twaalf gouden ponden, telde hij, toen hij met bevende vingers het papier en de muntstukken opnam. Twee en twin tig pond Is dat alles? Alles wat ik op het oogenblik hier heb, antwoordde Margaret droog. Wanneer kun je mij meer ge ven? vroeg Levinge. Wanneer heb je meer noodig? luidde de wedervraag. Ik zou nu wel graag een flink bedrag hebben, verklaarde Levinge, dat ik mij rustig kan schuilhouden a)s het gevaarlijk mocht worden je weer op te zoeken. Ik zou je geld kunnen sturen, opperde ze. Dat is veel te gevaarlijk, weerde hij af. Je kunt een adres er nog zoo onschuldig laten uitzien, er is altijd 'een kans dat het voor iemand, die op je loert, een aanwijzing vormt. Hoeveel wil je hebben? klonk het kortaf. Graag een paar honderd. Wan neer zou ik die kunnen krijgen? Mor gen? Neen. Overiporgen wel. Dat is goed. Breng het mij dan om ongeveer drie uur 's middags. Ik logeer in „Het Vliegende Hert" in* Rustbrook Bottom. Ik zal je ontmoe ten bij het lage gedeelte van het den nenbosch in Rustbrook Chase. Plotseling was er een geluid van den knop van de deur alsof iemand binnenkwam. Met een scherp rinke len van de goudstukken, kneep Le vinge zijn hand stevig om het geld, rende toen de kamer door en ver school zich achter de gordijnen van het groote bed. Met een schok van ontzetting keer de Margaret zich naar de deur. Die was voor zoover ze kon zien, dicht en bleef in dien toestand. Ze bleef er naar staren, maar niemand verscheen en geen geluid was hoorbaar. Een zachte klik trof haar oor en ze wist dat Levinge het paneel had dichtge maakt. Toen haalde ze diep adem en liep naar de deur. Tot haar verbazing was deze niet heelemaal gesloten. Juist toen ze haar hand op de kruk wilde leggen, duwn de de luchtdruk van de tochtige ga-, lerij daarbuiten de deur weer een paar centimeter open. Onmiddellijk viel zij weer (licht, waarbij opnieuw het ge-, luid ontstond, dat hen zooeven hadi doen opschrikken en het onderhoud afbreken. Kon dat de verklaring zijn van het geluid en niet dat iemand op net punt was geweest pinnen te ko-. men Zij stak haar hoofd buiten de deur en keek de galerij naar beide kanten af. De gang lag verlaten. Uit niets viel op te merken dat iemand in de buurt van de kamer was geweest. Was het mogelijk, dat haar meisje de deur niet behoorlijk, achter zich had dicht gedaan? Ja, dat inroest het wel zijn. Niets wees er op, dat er iemand was binnengekomen. Eu toch Zij sidderde bij de gedachte aan de ongelukkige complicaties waarin dit onverwachte en onwelkome verschij nen van haar echtgenoot haar had ge-, stort. Gesteld dat ten slotte tóch ie mand iets gehoord of gezien had, wat voor verklaring zou ze moeten gevend Het is net iets voor hem, flitste het door haar geest, om op die ma nier terug te komen. Ze sloot de-deur af, ging naar den haard, en stond een oogenblik in het vuur te kijken. Toen stapte ze Vlug naar het paneel en onderzocht de veer, om zich te vergewissen dat het vastzat. Daarop nam ze een zwaren stoel en drukte dien schuin, met den bovenkant van den rug, onder de om lijsting van het paneel, dat naar bui ten opensprong, zoodat het niet meer geopend kon worden. Zij liep terug naar den haard en zette zich in een rieten stoel naast het vuur. Steeds weer dwaalde haar blik naar het paneel, alsof ze vreesde dat haar man opnieuw bij haar zou bin nendringen, maar er gebeurde niets; Levinge kwam niet terug. Uur na uur verliep in diep ramp zalig gepeins. Margaret wist niet wat ze beginnen moest. Van het eerste mo ment had het bij haar vast gestaan dat ze zijn vader niet zou vertellen dat Arthur Levinge nog leefde. Zij had den ouden, gebroken man, voor wien zij zoo'n groote liefde gevoelde, zien verzinken in een toestand van ver doofde apathie, niet alleen ten opzich te van den dood van zijn zoon, maar na bitterder tranen ook, over diens wangedrag. Moest zij zijn berusting wreed verstoren, al de oude wonden opnieuw openrijten, door hem te ver tellen dat zijn zoon nog in het land der levenden was? Neen en duizend maal neen Maar ook als zij tegen over kolonel Blount of Lady Anne het stilzwijgen niet bewaarde, zou het nieuws Tom Levinge's ooren spoedig bereiken. En wat heeft het voor nut het ze te vertellen? overlegde ze bij zichzelf. Helpen kunnen ze mij niet. Het zou hun alleen maar groot verdriet doen. Hij is Lady Anne's petekind en hij heeft hen bestolen. Ik zal iederen cent terugbetalen als ik het beheer over mijn geld krijg, maar de heele situa tie is meer dan afschuwelijk. Ik zie geen andere oplosing dan mijn mond te houden; in ieder geval voor het moment. Misschien zal hij, als ik hem geld geef, weggaan en zich goed schuilhouden. Alleen één ding zou er ger zijn dan de toestand van nu dat hij gearresteerd werd en de heele beschamende historie aan de open baarheid zou worden prijsgegeven... V. Den volgenden morgen na het ont bijt vertroken een tiental gasten. Voor de lunch zocht Margaret Lady Anne op. Mag ik van kamer veranderen? vroeg zij. Ik zou graag de kleine, blau we kamer hebben waar miss Hay ge logeerd heeft. Juist, knikte Lady Anne. Je heht liever iets gezelligers hé, dan je oude kwartier. Ja, het is een .holle, kale ka mer, dat moet ik toegeven. Als we een familiegeest bezaten, zou die daar moeten rondspoken, maar dien heb ben we nu eenmaal niet, of liever geen speciale schim, want er gaan verha len over minstens een half dozijn hier in huis. Natuurlijk, kind, kun je een kamer, die je beter aanstaat, krijgen en als je nieuw verblijf je op stuk van zaken niet bevalt, probeer dan een andere totdat je heelemaal naar je zin geslaagd bent. Het gesprek had plaats in de kleine huiskamer. Op een gegeven moment werd er geklopt en Richard Villiers kwam binnen. Waar heb jij vanmorgen geze ten? vroeg zijn tante. Ik heb je den heelen morgen nog niet gezien. Ik was kort na het aanbreken vand en dag al op het pad, antwoord de de zee-officier. Ik heb langs aller lei welbekende plekjes gezworven. Toen ik binnenkwam om te ontbijten waren er nog maar twee menschen beneden en ik was al gauw weer bui ten. Wat een onmenschelijke uren hou jij er op na om te gaan wandelen, lachte Lady Anne. Maar mijn man was net zoo toen hij pas. uit Indië te rugkwam. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 8