De Geheime Ingang
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON
Ruwe
schrale
huid
PUROLf
Ook het opperbevel der Duitsche oor
logsmarine maakt in denzelfden geest
melding van den zelfmoord en zegt,
,,dat hij gehandeld heeft in den geest
der opvoeding van het officierencorps".
De Engelsche pers meent dat de ka
pitein niet anders kon handelen, na de
oneervolle taak, die hem door Hitier
was opgedragen, n.l. nu hij niet met
zijn schip mocht uitvaren en strijden.
TWEE RUSSISCHE DIVISIES
VERNIETIGD.
Te Helsinki is bericht ontvangen, dat
de Finsche troepen bij Suomusalmi, in
de „wespentaille' van Finland, twee
sovjet-Russische divisies feitelijk heb
ben vernietigd.
Naar gezegd wordt, zouden bijna
20.000 Russen zijn gedood.
Het Finsche legerbericht meldt:
Op de Karelische landengte hebben
de Russen gisteren den geheelen dag
verwoede aanvallen ondernomen.
Na een krachtige langdurige artille
rie-voorbereiding is de sovjet-infanterie
gesteund door honderden tanks van
verschillende types, tot den aanval
overgegaan.
De voornaamste aanval voltrok zich,
evenals den dag tevoren, tusschen
Kaukjaervi en Muelaajaervi. Sterke
troepen hebben ook op andere punten
aangevallen. Alle aanvallen zijn afge
slagen.
Des avonds hielden de Finnen nog
stand. De Russische verliezen aan tanks
zijn aanzienlijk. Twintig sovjet-tanks,
die tot onze stellingen oprukten, wer
den buitgemaakt. Vele andere werden
voor onze linies vernield. De Russische
verliezen aan manschappen zijn even
eens aanzienlijk.
Aan het oostelijk front trekken on
ze troepen op in de richting van Salla.
Wij hebben groote hoeveelheden ma
teriaal buit gemaakt, o.a. drie tanks, een
kanon eenige machinegeweren, dertig
vrachtauto's en veel amunitie.
Aan het front van Petsamo zijn onze
troepen op Kornettijaervi teruggetrok
ken.
In de lucht was de slag van gisteren
(Dinsdag) de actiefste dag sedert het
begin van den oorlog. De Finsche
luchtmacht heeft verscheidene zware
luchtgevechten geleverd, gedurende den
geheelen dag en voornamelijk boven de
Karelische landengte. Zeker is, dat de
Finsche vliegtuigen veertien vijandelij
ke vliegtuigen hebben neergeschoten,
voornamelijk bommenwerpers, en dat 6
vliegtuigen van den grond af zijn neer
geschoten.
Naar schatting hebben ongeveer 200
vijandelijke vliegtuigen over het Fin
sche grondgebied gevlogen.
Abo, Sortevala, bij Helsinki, Hango
en de eilanden van de Finsche archipel
zijn gebombardeerd.
MOERMANSK-SPOORLIJN AAN
GEVALLEN DOOR FINSCHE
LUCHTMACHT.
De Finsche luchtmacht heeft den
Moermansk-spoorweg gebombardeerd.
Deze aanval zou naar verluidt gisteren
verricht zijn door Italiaansche en
Spaansche vrijwilligers.
De spoorweg Leningrad—Moer—
mansk is voor de Russen van groot be
lang, omdat hierlangs de aanvoer van
troepen en materieel geschiedt.Een an
dere treinverbinding tusschen het front
en het achterland is er niet.
Het Noorsche blad „Aftenposten"
weet nog te melden, aldus een Reuter-
ielegram uit Oslo, dat de Finsche aan
val met zeven Sovjet-vliegtuigen van
het modernste type geschiedde, welke
indertijd door Russische piloten over de
Finsche linie waren gebracht.
Gisteren is opnieuw een zestal Russi
sche toestellen in handen van de Finnen
gevallen. Ook de bemanning van deze
vliegtuigen zou gedeserteerd zijn en
zich met de toestellen aan de Finnen
hebben overgegeven. Volgens een an
dere lezing hadden zij hun eskader tus
schen Salla en Kemijarvi verlaten en
werden toen gedwongen te dalen.
DE MOEILIJKHEDEN VAN DE
RUSSISCHE RAVITAILLEERING.
De Sowjetbladen beperken zich,
voorzoover zij te Moskou verschijnen,
tot de publicatie van de korte commu
niqués van den generalen staf van het
district Leningrad. In de te Leningrad
en in Karelië verschijnende dagbladen
worden echter nog wat bijzonderheden
gegeven.
De Poljarnaja Prawda roemt het ge
drag van de soldaten, die voor de ver
bindingen en de ravitailleering van de
in Finland vechtende soldaten moeten
zorgen en wier werk bijzonder moei
lijk is vanwege de lange afstanden, de
sneeuw, de koude, het gebrek aan we
gen en de voortdurende infiltratie van
„wit-gardisten" achter de linies. Le
vensmiddelen en munitie worden ver
voerd op den rug der manschappen of
van kleine Siberische ponnies en ook
wel met rendiersleden. Zoo mogelijk
worden auto's of zeswielige vrachtwa
gens gebruikt. Als voorbeeld van een
moe.lijk transport wordt vermeld, dat
een karavaan van 21 met levensmidde
len beladen paarden, begeleid door der
tig soldaten, dertig uur noodig had om
een afstand van 30 km. af te leggen.
HET ZINKEN VAN
„DE COLUMBUS".
De Amerikaansche kruiser „Tusca
loosa" is Woensdagmiddag met de 576
overlevenden van het Duitsche passa
giersschip „Columbus", dat door de be
manning zelve tot zinken werd ge
bracht, te New-York aangekomen. De
Duitschers zijn op het Eilis-eiland aan
land gezet en ter beschikking gesteld
van de autoriteiten van het immigratie
bureau, die hen onder toezicht zullen
houden.
De eerste, die aan wal ging, was de
kapitein van de „Columbus", gezag
voerder Wilhelm Dahne. Hij werd
weldra door eenige journalisten om
ringd, aan wie hij, aldus United Press,
de volgende beschrijving gaf van het
geen de „Columbus" op haar laatste
tocht heeft meegemaakt:
„Ik heb bevel gegeven de „Colum
bus" tot zinken te brengen", zoo zei
de kapitein, „toen de Britsche torpedo
jager in de nabijheid kwam en twee
schoten voor den boeg loste. Mijn man
nen openden onmiddellijk de kleppen
om het schip onder water te zetten. Te
gelijkertijd staken zij het schip in brand
en daarna gingen allen in de sloepen.
De mannen van de „Tuscaloosa heb
ben al het mogelijke gedaan om ons te
helpen. Het valt ons moeilijk, onze
dankbaarheid te beschrijven. De krui
ser had reeds 600 man aan boord en
toch heeft men alles gedaan om het ons
zoo gemakkelijk mogelijk te maken.'
Op de vraag, waarom de „Colum
bus" tot zinken werd gebracht, zei de
kapitein: „Indien men een bevel krijgt,
dan behoort men dit uit te voeren".
ZWEEDSCH VRIJWILLIGERS
CORPS VOOR FINLAND.
Regeering staat de actie toe.
In Zweden zal een vrijwilligerscorps
voor Finland worden gevormd, dat vol
ledig zal worden uitgerust en onder
commando zal staan van een Finschen
generaal. De regeering staat de vor
ming van zulk een korps niet in den
weg. Vooral in het Noorden van Zwe
den is de belangstelling groot.
WEER EEN SCHIP VERGAAN.
In aansluiting op een krantenbericht
dat men te Terschelling gistermiddag
op zee een ontploffing heeft gehoord en
nabij een schip, waarvan de omtrek
slechts vaag was te zien, een waterzuil
had waargenomen, zoodat het vermoe
den bestond, dat een schip op een mijn
was geloopen, kan worden gemeld, dat
op 6 mijl afstand van Terschelling in
derdaad een schip is vergaan, n.l. het
Zweedsche s.s. Adolf Bratt. Bij deze
ramp hebben vijf man het leven verlo
ren.
Vannacht is het s.s. Auseklis, thuis
behoorende in Letland, den Waterweg
binnengekomen met aan boord een aan
tal geredden van de bemanning van 't
Zweedsche schip, dat is vergaan als
gevolg van het stooten op een mijn.
Uit de nadere mededeelingen van den
kapitein van het Letlandsche stoom
schip en van de geredden aan boord,
werd bekend, dat de Adolf Bratt om
streeks drie uur gistermiddag nabij Ter
schelling is vergaan. De bemanning be
stond uit twintig koppen en voorts was
een loods, een Duitscher, aan boord.
Vier man, onder wie deze loods, zijn bij
de ramp dadelijk omgekomen. De ze
ventien anderen, die zich in een red
dingsboot van de Adolf Bratt hadden
begeven, werden door de Auseklis op
gepikt. Een van hen was zeer zwaar
gewond en stierf kort nadat hij op het
Letlandsche schip was gekomen. Bij
aankomst te Rotterdam moesten vijf
man in het ziekenhuis worden opgeno
men, twee van hen waren er ernstig
aan toe. De elf overige geredden, die
ongedeerd waren, zijn naar hotel Elim
gebracht.
ITALIAANSCH SCHIP OP EEN
MIJN GELOOPEN.
Donderdagavond ca. kwart over zes
is het Italiaansche s.s. Comitas ter
hoogte van Nieuwersluis in de Wielin
gen op een mijn geloopen. Een hevige
ontploffing volgde. De ketels sprongen,
doch het schip bleef drijvende. Onmid
dellijk werden S.O.S.-seinen uitgezon
den, en van alle kanten kwam hulp op
dagen. Uit Vlissingen vertrok de sleep
boot Seine en de Maas, en de reddings
boot van het Nederlandsch loodswezen.
Ook uit Cadzand is een reddingsboot
uitgevaren. Bovendien voeren marine
schepen naar de plaats des onheils.
Van de 28 opvarenden werden twee
stokers licht gewond.
Om negen uur is de geheele beman
ning te Vlissingen aan land gebracht.
De gewonden zijn naar het St. Jozef
ziekenhuis vervoerd en de overigen zijn
door de Italiaansche vice-consul in Zee
land, de heer Hoegen van Hoogenlan-
de, in twee hotels ondergebracht.
Nader vernemen wij dat de Comitas
bij het fort Rammekens op een zand
plaat is gezet.
VELE HOUTSCHEPEN VRIJ
GEGEVEN.
Niet minder dan vijf Ncderlandsche
schepen, bestemd voor Rotterdam,
zijn uoor de Duitsche autoriteiten vrij
gegeven om naar Nederland op te
stoomen. Daarover verheugt zich
uiteraard de houthandel. De schepen
zullen ongeveer vier duizend stan
daard hout dezer dagen aanvoeren.
Nog wel niet veel, wanneer men weet,
dat zonder de vertraging de hoeveel
heid veertig duizend zou zijn geweest.
Ongeveer vijf' en twintig houtbooten,
voor het grootste gedeelte Scandina
vische, wachten thans nog in de Duit
sche havens. Er is ailc hoop, dat ook
deze schepen hun lading, bestemd
voor Nederland en België, zullen aan
voeren.
HET REIZEN MET DE FEESTDAGEN
Wat zal hel zijn met Kerstmis,
ijs en (of) sneeuw? De vooruitzichten
zijnvorst. Maar hoe het weer ook
zal wezen, er zal worden gereisd.
Voor de geïnteresseerden laten we
daarom nog enkele wenken volgen.
Op tweeden Kerstdag 1938 werden
81.ÜÜ0 zitplaatsen in beslag genomen,
zoodat dit jaar op een belangrijk te
kort gerekend moet worden. Tweeden
Kerstciagavond en Nieuwjaarsavond
zullen bU.OÜl) militaire verlofgangers
naar hun legeronderdeelen terugkee-
ren.
Het publiek wordt aangeraden op
dien datum vóór 19 uur te reizen.
Zondag 24 December, voormiddags,
gaan 6U.U00 militairen met verlof, zou-
dat de vervoerscapaciteit voor bur
gers dan ook beperkt is.
Vrijdag 22 December en Zaterdag
23 December zal in den voormiddag
geen militair vervoer worden georga
niseerd, zoodat deze uren normaal
kunnen worden gebruikt.
Ter geruststelling diene overigens
nog de mededecling, dat de Spoorwe
gen maatregelen hebben getroffen om
busdiensten in te leggen, als de trei
nen het vervoer niet meer aan kun
nen, zoodat men gerust op reis kan
en thuis zal komen, al kan dit wel
wat later worden.
i. V üiKiEEK üN
in vveiKc ïuaie Neuenanci rooKi
jjiijivi Vvcj uil ue cijiers oencueiiue ue
nt/cvcciiiciu uunuciones, WeiAe ui i\0-
Veiiiuer iaou Versneivt ziju voor ue
uuiiucroiieei'ing van sigaren, sigarei-
teii en laoaK.
wai ue sigaren beLreit weruen in
iNOveinoer j.i. uanuerones aigegeven
voor lou minioen siuks. du is even-
\eei ais in uciooer iyo9 en 26 1111111-
oen meer uan nel gemiuueiue van ue
eersie aciit maanden van 1939. in de
maand ixoveinuer van nel vorige jaar
weruen voor 1 minioen minuer ban-
ueroiies uigegeven dan tlians.
Voor sigareiien spreken de cijiers
ook. in November i939 werden nan-
uerolles algegeven voor 43/ millioen
siuks. Dit was i/ minioen meer uan
net gemiduelde van de acnl vooroor-
logscne maanden van dit jaar, doch
ïzy millioen minder dan October 1969.
October 1939 liad verreweg het hoog
ste cijfer van dit jaar (September
1939: 499 millioen). De omzet in No
vember van het vorige jaar bedroeg
377 millioen stuks. De omzet in de
goedkoopste prijsklasse, de ct. si
garet (ló cent per 20 stuks), beliep
in November van dit jaar 230 millioen
stuks ol 04'% van den totalen omzet.
Dit percentage is gelijk aan dat in
October. In September 1939 bedroeg
het 51
De omzet van rooktabak is sedert
de maand September van dit jaar,
waarin ongeveer het dubbele van den
gemiddelden omzet in de eerste acht
maanden van dit jaar was geconsta
teerd, weer ongeveer tot het normale
peil teruggezakt. Terwijl de omzet in
September 1939 1.754.000 kg. was, be
droeg deze in October 1939 1.396.000
kilogram en in Nov. 1939 831.000 kg.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch door
JOHN FINNEMORE.
Nadruk Verboden.
25)
I
Ik logeer in ,,De Druiventros"
voor herstel van gezondheid, hijgde
inspecteur Withers. Er is mij voorge
schreven zooveel mogelijk in de open
lucht te zijn, maar vandaag heb ik het
overdreven.
Zoo zoo, teemde de boerenvrouw,
er komen een heeleboel menschen
naar Block voor verandering van
lucht. Het is hier een gezonde streek.
Gaat u zitten en rust wat uit, meneer.
Dan zult u wel gouw weer opknap
pen.
Dank u, zei inspecteur Withers.
Wilt u zoo vriendelijk zijn om mij een
pint bier te tappen?
De vrouw deed wat haar gevraagd
werd en plaatste de kan en het glas
op een klein tafeltje bij zijn elleboog.
Hij schonk zichzelf wat in en begon
het langzaam te drinken. De brem
snijders bleven geen vijf minuten. Zij
dronken hun bier staande en vertrok
ken daarna. De waardin ging in een
achterkamer en inspecteur Withers
richtte de oogen op den man, voor
wien hij gekomen was. Deze had zijn
rug gedeeltelijk naar den detective ge
wend en staarde in het vuur.
Een prachtige dag, hè? merkte
mr. Withers op.
Het weer is mooi genoeg, ant
woordde de man op on vriendelij ken
toon, alsof hij te kennen wilde geven
dat hij geen lust had tot het aanknoo-
pen van een gesprek.
Inspecteur Withers dronk nog een
paar teugen bier en verdiepte zich in
overpeinzingen. Hij had niet bereikt
wat hij gehoopt had. Hij had een heel
anderen toon en een heel ander ac
cent verwacht. De man sprak net zoo
plat als de waardin en met precies
hetzelfde sleepende boerenaccent als
zij. Withers wist niet en kon ook niet
weten, dat Levinge zich, om zoo te zeg
gen, op geboortegrond bevond en het
dialect daarvan nog altijd kon spre
ken als de eerste de beste boerenman.
Ook was de foto, die de inspecteur
bezat, van weinig nut. Die was vijf
jaar oud en Levinge was ontzettend
veranderd. Hij leek absoluut niet meer
op den jongen kranigen officier van
het portret.
Withers maakte nog enkele opmer
kingen en kreeg antwoorden, die iede-
ren argeloozen toehoorder rotsvast
overtuigd zouden hebben, met een
buitenman te doen te hebben. De de
tective echter was in het geheel niet
overtuigd, maar ging voorzichtig te
werk en de voorzichtigheid van in
specteur Withers was spreekwoorde
lijk in Scotland Yard.
Hij overlegde bij zichzelf waarom
voorzichtigheid in dit geval in het bij
zonder geboden was.
Het lijkt me vrijwel zeker, dat
dit de man is dien ik hebben moet,
redeneerde hij. Maar er mag aan die
zekerheid niets, absoluut niets, ont
breken. Ten eerste, als ik de hand
op een verkeerde leg, gaat het nieuws
natuurlijk als een loopend vuurtje
door de omgeving. De man in kwestie
zou dan gewaarschuwd zijn om zich
uit de voeten te maken. In de tweede
plaats heb ik geen bevel tot inhechte
nisneming. Ik geloof dat ik hem nog
maar een paar uurtjes vrijheid moet
gunnen. Hij zal vanmiddag heusch
niet ver gaan, niet te ver voor mij om
hem weer te pakken te krijgen, zelfs
als hij direct op stap zou gaan en er
is geen enkele reden, waarom hij dat
zou doen.
Er was inderdaad geen enkel mo
tief, waarom Levinge verontrust zou
zijn, door de verschijning van een
hem onbekend heer van middelbare
jaren, in zijn schuilplaats, die zijn
aanwezigheid daar op de meest na
tuurlijke en onschuldige wijze had
verklaard en aan wien, voor iemand
die geen idee had van zijn identiteit,
niets detective-achtigs was.
Toen mr. Withers zijn bier had be
taald, en de terugweg aanvaard had,
zat Levinge, of liever Rayner, zooals
hij zich hier noemde, weer in het vuur
te staren en zijn gedachten waren
dan ook allerminst bij den bezoeker
van zooeven. Zij hielden zich bezig
met de vraag hoe hij Margaret ont
moeten kon en het geld krijgen.
De waardin was inmiddels een eind-
weegs met mr. Withers meegegaan,
ten einde hem de kortste route naar
het dorp te wijzen.
Een minder ervaren detective dan
de oude rot, die Withers was, zou ge
probeerd hebben iets uit de vrouw te
krijgen, maar hij sprak geen woord
over den gast van „Het Vliegende
Hert" en verliet haar geheel onder
den indruk, dat zij bezoek had gehad
van een vriendelijk en welgemanierd
heer, wiens gezondheid te wenschen
overliet. Wat Levinge betreft, de boe
renvrouw had zonder een zweem van
argwaan geaccepteerd een werkzoe
kenden zwerver een paar dagen on
der haar bescheiden dak te laten uit
rusten, vóór hij zijn omdolingen voort
zette.
XXI.
Inspecteur Withers vervolgde lang
zaam zijn weg, tot een plooi in de hei
de hem verborg voor de omgeving van
Rushbrook Bottom. Daarop zette hij
zich op den stomp van een boom en
kreeg een spoorboekje uit zijn bin
nenzak Hij bladerde tot hij de tabel
vond, die liet station Springmeads
vermeldde en ging nauwkeurig de
verbindingen met Londen na. Daarna
haalde hij zijn horloge te voorschijn
en legde het op het geopende spoor
boekje.
Laat eens kijken, peinsde mr.
Withers. Kirby is om half negen ver
trokken. Het is nu net tien uur. Hij
komt in Londefi aan om 11.05. Dan
gaat hij direct naar de Yard, en zoo
dra hij daar is, kan ik hem telegra
fisch bereiken. Om 2.05 vertrekt een
sneltrein. Wacht eens evendie stopt
niet in Springmeads. Waar is de
dichtstbijzijnde stopplaats? Aha, daar
hebben we het Basford, zes kilo
meter van Springmeads, in de rich
ting van Londen. Komt daar om 3.55
aan. Dat is welbeschouwd nog veel
geschikter. Het is volstrekt niet noo
dig, dat de lui in Springmeads nit
staan aan te gapen, als dit een ver
keerd spoor mocht blijken. Nu, ik zal
zorgen dat ik dien kerel en het bevel
tot inhechtenisneming om 3.55 in
Basford krijg en me zekerheid ver
schaffen omtrent het heerschap dat
ik heb achtergelaten.
Na snel dit plan gevormd te heb
ben, zette inspecteur Withers zich
weer in beweging. Oppassend zooveel
mogelijk aan den lagen kant van de
heide te blijven, verplaatste hij zich
met een verwonderlijke vlugheid door
het terrein, tot hij in een omgeving
kwam, waar men hem zou kunnen
opmerken.
Toen hij het dorp binnenkwam,
richtte hij zijn schreden direct naar
het postkantoor, waar hij een telegram
verzond, dat den postmeester volko
men van zijn stuk bracht. Deze digni
taris had altijd groote belangstelling
voor den inhoud van alle telegram
men, maar aan de verbazingwekken
de collectie zinnen, die mr. Withers
ter overseining aanbood, kon hij tot
zijn diepe teleurstelling geen touw
vastknoopen.
Maar dat nam niet weg dat ze door
den geadresseerde volkomen werden
verstaan en na veertig minuten van
geduldig wachten ontving mr. Wi
thers een uit twee woorden bestaande
depeche: „In orde."
Met een zucht van verlichting ver
liet de detective het postkantoor, wan
delde naar „De Druiventros" waar hij
tot de lunch de krant las en na den
maaltijd ging hij naar de gelagkamer
en zocht den waard op.
Heeft u een pony en een karre
tje, dat ik voor een paar uur kan hu
ren? vroeg hij.
Zeker meneer, gaf Block ten ant
woord. De pony is in de wei. Ik~ kan
wel even een jongen sturen om hem
te vangen.
Goed, hernam Withers. Wilt u
er voor zorgen dat de pony om drie
uur klaar staat? Ik zou de streek wel
een beetje verder willen zien dan dat
te voet mogelijk is.
Zonder mankeeren meneer, be
loofde Block. Wilt u den jongen mee
hebben?
Neen, weerde Withers het aan
bod af. Ik geef er de voorkeur aan
alleen te gaan. En ik vind het prettig
om zelf te rijden.
Zoo vertrok hij om drie uur van de
„De Druiventros" en sloeg den weg
naar Basford in. Hij arriveerde tijdig
aan het landelijke stationnetje, dat
zijn beteekenis ontleende aan het feit,
dat hier een zijlijn met een hoofdlijn
samenkwam, hetgeen de reden was
dat de sneltreinen daar stopten.
Withers gaf een jongen een paar
stuivers om op de pony te passen en
begaf zich naar het perron.
Toen de expres puffend en rem-
knarsend stilhield en de passagiers
voor den wachtenden lokaaltrein er
uit stroomden, ontdekte de detective
zijn man dadelijk. Een neger zou niet
meer afgestoken hebben tegen de blo
zende buitenlui dan de magere, blee-
ke Londenaar met zijn sluwe oogen
het deed.
.v
van handen en gelaat,
schrale lippen, gesprongen
handen genezen snel met
Doos30-60ct. Bij Apoth.en Drogisten
lUUliiLilon X iXJ.