Oud en Nieuwjaar
Bewaar de zachtheid van Uw huid
Zaterdag 30 December 1939 No. 103
De Echo van het Zuiden
Tweede blad
•van'VALK FMBUR
DR A IS
Op eiken dag van het jaar komt de
mensch nader tot den dood en via
dezen tot zijn eindbestemming. Maar op
geen enkelen anderen dag zijn we hel
ons zóó bewust, dat het leven „voort
schrijden" is op den weg naar het
hiernamaals, als op Oude Jaar. Oude
jaar beteekent een mijlpaal, we kij
ken achter en vóór ons uit, vaststel
lende, dat het stuk, dat achter ons ligt,
grooter is geworden en geteekend door
onze levensverrichtingen, en het
stuk vóór ons korter en korter is ge
worden.
Oude Jaar stemt tot veel weemoed
en weinig trots. Het is meest verlies,
waarop we terugblikken. Verlies van
een stuk eigen leven, verlies van het
leven van meerderen, die ons dierbaar
waren, verlies van gelegenheden om
het goede te doen en het verkeerde te
laten.
Wat achter ons ligt, teekent zich
met zwarte rouw en met duistere uit
vloeiselen van onzen wil.
Maar eindelijk slaat de klok twaalf,
een laatste blik werpen we terug,
even nog doordeescmen we den geest
met een gevoel van spijt, een oogen-
blik zien we elkaar tot verzoening in
de oogen en dan kijken we nog slechts
vóór ons uit. Al kunnen wc vaststellen
dat het doel van den weg nader is ge
komen, toch is het onmogelijk om te
bepalen, hoe ver we nog kunnen en
zullen moeten gaan. De weg, die vóór
ons ligt, is blank en onbetreden. Hij
is vol moeilijkheden, maar die zijn er
om overwonnen te worden, opdat we
door kracht en deugd mijlpaal tot mijl
paal bereiken.
Hoe dikwijls we ook vielen op het
afgelegde deel van den weg, hoezeer
we dat stuk ook merkten met de vlek
ken onzer schande, opnieuw her
kregen wc de gelegenheid tot herstel.
Als we het doel hebben benaderd, zal
het er niet meer op aan komen hoe
we zijn gestart, maar in welke conditie
we de levensfinis wisten te bereiken.
Hel Oude Jaar zal ons niet ontmoe
digen wanneer de herinnering aan wat
was, in en buiten ons, dient tot ver
sterking van geest en karakter. Wan
neer we door onze fouten hebben ge
leerd en door onze beproevingen zijn
gestaald, dan verbeiden we op Oude
Jaar met hoop en verlangen het Nieu
we Jaar, waarin, naar we ons va^t
voornemen, met Gods Genade alles
zooveel beter zal zijn.
Beter?
Misschien wekt deze*voorspelling bij
sommigen twijfel. Zal het komende
jaar beter kunnen zijn, terwijl de we
reld, waarop we leven, schokt van
oorlogsellende en vol is van dreigin
gen?
Ja, ondanks dat alles kan het ons
in het komende jaar beter gaan. Of we
het slecht of goed of beter kunnen, is
niet eén zaak van uiterlijke omstan
digheden, maar een kwestie van wat
in ons is. De rijke kan arm zijn van
geest, omdat hij ontevreden is; de ar
me kan rijk zijn door innerlijk geluk,
omdat hij zoo goed beseft wat hij
heeft. In kouden winter maakt een
warm hart gelukkiger, dan een koud
hart in zomerschen zonneschijn.
Ieder zal voor zich van het komen
de jaar hebben te maken, wat er van
te maken is. Geen mensch en geen om
standigheid kan deugd en levensblij
heid overweldigen, wanneer die van
binnen uit opwellen. Het leven is een
groot goed, een goddelijke genade en
tot voor de laatste seconde er van zul
len we dankbaar wezen, wanneer we
ze goed gebruiken.
Echter, al kan niemand ons beletten
om gelukkig te zijn, velen, ja iedereen,
kan ons daartoe helpen. Dc omstan
digheden behoeven niet te zwaar te
worden voor het leven, maar onze
geest kan zich ten aanzien van de om
standigheden te zwak betoonen. Laten
we daarom elkaar steunen tot ons ge
zamenlijk geluk, althans tot geluk van
ieder onzer individueel.
Deze plicht rust in het bijzonder
onderling op hen, die tot een be
paalde gemeenschap behooren: de ge
meenschap van gezin, familie of ken
nissen, niet te vergeten den groole-
ren, maar toch weer beperkten kring
van medemenschen in een plaatselijk,
gewestelijk, landelijk centrum.
Waar de plaatselijke krant een der
voorname banden is, welke in zoo'n
centrum tal van menschen, met ten
deele gelijke belangen, verbindt, zou
den we ter gelegenheid van Oud- en
Nieuw voor allen de belofte willen
doen, dat we eikaars geluk zullen na
streven door meeleven, meedeelen,
meedragen, meesteunen in elke om
standigheid, welke het komende jaar
aan moeite en zorg zal kenmerken.
Daarbij zal „de krant" naar beste
vermogen vóórgaan.
Wanneer we ons allen van den goe
den geest bezield betoonen, dan be
sluiten we het Oude Jaar met den op
rechten wensch, de een aan den ander
en wij doen dat, aan al onze lezers
tesamen van een
Gelukkig Nieuwjaar.
echter geen sprake.
Ook hier dringt de tijdgeest door en
verdwijnen van lieverlede de ceremo
niën, die met de Nieuwjaarsdag-viering
gepaard gingen.
wanneer het weer koud en guur is met de huidvoedende en huidverfraaiende Puro!. Dcos 30 et.
De Nieuwjaasdag, een feestdag van
ouden datum.
Dc Nieuwjaarsdag behoort ongetwij
feld tot een van de oudste der feest
dagen en werd bij de Romeinen met de
grootste uitgelatenheid en uitbundig
heid gevierd.
Bij gelegenheid van dit feest, moes
ten den Romeinschen keizer zooveel
geschenken worden aangeboden, dat ze
een extra-belasting vormden voor de
onderdanen. Tevens gaf men elkaar
cadeautjes.
De uitspattingen, waartoe dit feest
oversloeg, waren oorzaak dat de kerk
reeds in 567 het Nieuwjaarsfeest door
een driedaagsch vasten verving, en
werd deze dag de dag van het feest der
Besnijdenis of der Naamgeving. Zoo
bleef het de Middeleeuwen door.
Langzamerhand kreeg deze dag in
gewest en land zijn eigen beteekenis.
Op dien dag bleven verschillende fol
kloristische gebruiken gehandhaafd.
Zeer ver ligt in het grijze verleden,
achter ons de tijd. dat de klepperman
zijn zegewenschdoor de nachtelijke
straten riep:
Ik wensch U al te gaar
Een Zalig Nieuwejaar;
In voorspoed en verdriet,
Vergeet den Schepper niet!
Het Nieuwjaar-zingen kwam vroe
ger algemeen in ons land voor en is
nog niet geheel uitgestorven. Vooral
in België, met name in Vlaanderen,
bleef het tot op den huidigen dag ge
handhaafd. Hier zijn het dc kinderen
Uie langs de huizen trekken met de
stille hoop op een appel, een noot, enz.
Ook het familiebezoek op Nieuw
jaarsdag is zoo goed als verdwenen en
alleen ten plattelande vinden we daar
nog de schamele resten van over.
Het geven van geschenken op Nieuw
jaarsdag is geheel in onbruik geraakt.
Hoe menig gevangene ontving dien
dag gratie! Vele armen werden dien
dag door de kloosters bedacht! Hoe
veel open tafels te Brussel, door schit
terende lichten versierd en zwaar be
laden met spijzen, noodigden de be-
hoeftigen toe te tasten! In Limburg
wordt voor de kinderen, na hun vroo-
lijk gezang snoepgoed gestrooid, ter
wijl in Overijsel nog het gebruik
heerscht om op Nieuwjaarsdag, bij be
zoek, nieuwjaarskoek op tafel te bren
gen.
Werd oorspronkelijk in de kerk op
Nieuwjaarsdag gesproken in de mor-
genprcek op plastische wijze over de
Besnijdenis en in de middagpreek over
de Naamgeving van Christus, weldra
werd het gewoonte ook over de boos
heid en kortstondigheid van het men-
schelijk leven te handelen, terwijl de
plaatselijke overheid en de elite op
Nieuwjaarsmorgen ter kerke kwamen
om de pastorale zegewenschen te ont
vangen.
De Fransche Revolutie maakte ra
dicaal een einde aan de viering van
den Nieuwjaarsdag. Eerst in 1816 werd
deze weer hersteld door den dag ker
kelijk te vieren, zooals de Oudejaars
avond.
Wij vieren den Nieuwjaarsdag op 1
Januari.
In de 18c eeuw gold als eerste dag
des jaars 25 Maart, terwijl de Perzen
daarvoor 21 Maart als datum aanmerk
ten. In Amerika werd na afloop van
den kerkdienst op Nieuwjaarsdag een
officicele receptie gehouden, dat door
buiten- en binnenlandsche hoogwaar-
digheidsbekleeders werd bezocht.
Ook inzake de weersvoorspelling
speelt de Nieuwjaarsdag een belang
rijke rol. Het stille weer en de heldere
lucht voorspellen een gelukkig Nieuw
jaar. Een winderige Nieuwjaarsdag
met Noordenwind brengt een vrucht
baar jaar, met Zuidenwind zullen ziek
ten woeden onder de menschen en on
der den veestapel bij Oostenwind.
Hoe schooner weer op Nieuwjaarsdag,
hoe rijker de vangst voor den visscher
wezen zal.
Bij de Joden wordt eerst na de 70-
jarfige ballingschap de Nieuwjaarsdag
gevierd. Dit volk beschouwde daarvoor
den eersten dag van de zevende maand,
omdat op dien dag de openbare eere-
dienst werd hersteld.
Nergens duurde het Nieuwjaarsfeest
langer dan in China, waar het een
tijdsbestek van acht dagen omvatte,
terwijl het gewone leven eerst na twee
weken weer op gang geraakte.
Van uitbundige feestvreugde was
NIEUWJAARSWENSCH DOOR
THOMASVAER EN PIETERNEL
VOOR DE LEZERS VAN
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
IN WAALWIJK EN OMGEVING.
Pieternel:
O, Thom mijn grijze man
die dikwijls zit te treuren
En peinst al weken lang
over 't groot wereldgebeuren.
Hebt gij nog lust Uw gedachtcngang
Wereldkundig nu te maken,
of zijt gij Censuurbang
Wilt u het schrijven staken?
Thomasvaer:
O beste Pieternel
U kent mij wonderwel
Mijn gedachtcngang is goed
't Ontbreekt mij niet aan moed
Ze de wereld te openbaren.
Doch ik ben levensmoe
Waar moet het toch paar toe.
Kunt gij het mij verklaren:
Dat menschen met gezond verstand
Gesteld voor 't welzijn van het land
De Vrede en rust verstoren.
En wij de wereld zien in brand
Zoo erg als nooit te voren.
Pieternel:
O, Thom wat hebben wij het goed
Al hebben we geen overvloed
Dat wij in vrede leven.
Zet dus de zorgen aan de kant
En fluks voor de Waalwyksche Courant
Uw wenschen neergeschreven.
Thomasvaer:
Reclame voor „de Echo" maak ik niet
Dat is heusch overbodig
Want elk Waa'wijks Huisgezin
Heeft nu .de Echo noodig,
De distributie is zoo goed
Aan ons bekend te maken
Welke bon men hebben moet
Voor levensmiddelen zaken.
..De Echo" is het aangewezen blad
Voor de omgeving en de stad
Waarin wij die berichten vinden
Die in elk gezin steeds wolkom zijn
En als 't ware nu verslinden.
Pieternel:
Ta beste Thom dat zeg ie wel
Die berichten mag ik wel
Want naast die distributiestand
Vindt men toch in e'ke Courant
Wat Waalwiik kan prestoeren
Het doet ie als Gemeentenaar
Speeds goed, want bet is zonneklaar
Dat tro's dc vreemde tiiden
Waalwijks bestuur houdt dunner stand
Restuurt de stad met vaste hand
En dapper weet te strijden
Thomasvaer:
Strijden al weer dat vreeslijk woord
^rede wordt niet meer gehoord
Men spreekt van strijden en van moord
't Seiiiint wel of het is zooals 't behoort.
T)r liefde is verdwenen.
En toch eeof ik U volop gelijk
Die in WaaRviik woont die noem ik rijk
Daar doet men niet aan weenen.
Pieternel:
Tn Waalwijk is men het leven waard
De menschen zijn daar gul van aard
En doen veel goede zaken
Aan groot en klein schenkt men vaak
feest
Men is vervuld met goeden geest
Voor sport en voor vermaken.
Thomasvaer:
En houden zij de ware weg
Wordt het niet overdreven
Dan is het waar wat U mij zegt
Dan ziin ze waard te leven
Want levensvreugde en plezier
Vermaak en leut, pret en vertier
Weet men aan ons te geven.
Pieternel:
•\'s 't is gepaste levensvreugd
Niet strijdend tegen eer en deugd
Dan is het wel te prijzen
Tooncel en sport, muziek en zang
Geordend door „Waalwijks B"!nng"
Doet Waalwijks roem steeds rijzen.
Thomasvaer:
Waalwijks roem dat is de kunst
Iets goeds te fabriceeren
Dat het de heele wereld door
Goedkoop kan presenteeren.
D:e fabrikatie is beroemd
En wordt alom geprezen
En Waalwijk wordt met trots genoemd
Dat geeft de pers te lezen.
Pieternel:
De Vakschool heeft het feest gevierd
Dat ze vijf en twintig jaren
Goed en vakkundig is bestierd
En grondig kan verklaren
De finesses in het vak
En flink hen kon bekwamen
Die in die branche leeren wil
En doen een goed examen.
Thomasvaer:
En iedereen die is content
Voor het onderwijs daar genoten
En kan met ijver en talent
De welvaart steeds vergrooten.
Dat Waalwijks Roem
Steeds groei en bloei
De omzetten steeds vermecren
En flink steeds wordt verdiend
Door knechten en door heeren.
Pieternel:
Vergeet toch ook de meisjes niet
Die vroolijk en tevreden
Eiken werkdag opgewekt
De fabriek weer binnentreden
En vol van ijver, lust en vlijt
Een schoentje modelleeren
En 's avonds van hun bezigheid
Weer lustig huiswaarts keeren
O moge een voldoend bestaan
Hun arbeidslust beloonen
En ze van fabriek in 't huisgezin
Hun dagtaak zien bekronen.
Thomasvaer:
Die vrouwenarbeid is een taak
Waar niet mee valt te dwepen
Ze doen 't lang niet voor vermaak;
En wordt het goed begrepen
Door Haar die dien arbeid verricht
Dan zal zij zorg dragen
Dat ze na daaglijks gewin
Ook arbeidt in het huisgezin
En zoo voor 't Huwlijkslevcn
Wordt kunstig en bedreven.
Pieternel:
In Waalwijk is gelegenheid
Zich ook hierin te bekwamen
Ja Waalwijk staat wel aan de spits
Dat zal men wel beamen.
Waalwijk draagt zorg voor groot en kein
En edel is het pogen
Om door goede leergelegenheid
De ontwikkeing te verhoogen.
Thomasvaer:
Die een prul blijft in het vak
Heeft dit zich zelf te wijten
Die zich voor huisvrouw niet bekwaamt
Die zal het later spijten.
Want manliefs Hart gaat door de maag;
Zoet zien en lieflijk praten
Is mooi; maar beter is een goede kok
Houdt dat steeds in de gaten.
Bind manlief steeds aan huis en haard
Door netheid en manieren
Om door gepaste gezelligheid
Uw woning op te sieren.
Blijf meesteres steeds in Uw huis
Blijf op de kleintjes letten
Doch zorg dat manlief zich op tijd
Kan verpoozen en verzetten.
Een goede huisvrouw verstaat de kunst
De man aan huis te binden
En 't vrouwtje valt heusch in de gunst
Als manlief haar thuis kan vinden.
Pieternel:
Die lofspreuk op het huisgezin
streelt wis mijn hart en ooren:
Dan kan het Koninklijk Huisgezin
Ook wel Uw geest bekoren.
As men daar over hoort en leest
Of photo's ziet, 't is prachtig
Daar heerscht ook liefde in 't Huisgezin
Leeft men vroolijk en eendrachtig.
Thomasvaer:
Vroolijk zal het niet altijd zijn
Ook daar zijn zware zorgen
De wereldtoestand is ook daar
Zeer duister en verborgen
Doch door hen; als menschen vol van
plicht
Wordt heel veel leed gelenigd
Zoo blijve door de teed're band
Ons dierbaar, heerlijk Vaderland
Met het Vorstenhuis vereenigd.
Pieternel:
De toekomst ziet men donker in
En 't ziin wel sombere dagen
Doch door eendracht, liefde en min
Valt het toch ligt te dragen
Vaderlandsliefde wordt geknecht
Tn deze sombere tijden
Na duisternis volst licht
Na lijden komt verblijden.
Thomasvaer:
't Is mij altijd vreemd te moe
As men soms komt te hooren
Dat door onvaderlandsch gedoe
Men tracht de orde te verstoren.
Blijf trouw aan stads- en staatsbestuni
Tot aan ons laatste stervensuur
T.iever armoe en ontbering
Dan rijk door spionneering
Wees man, wees vropw, door Uwe trouw
SWeds aan ons land te schenken
En steek de handen uit de mouw
Als men die grond wil krenken.
Pieternel:
Dc pers brengt vaak de geest op hol
En weet veel te overdrijven
Doch ..dc Fcho" lijdt niet aan die kwaal
R'iift nuchter in haar schrijven.
Riiiff kalm en zoekt haar lezerskring
Niet het hoofd op hol te jagen
Dat is voorwaar een heel goed ding
Tn deze sombere dagen.
Thomasvaer:
Zij geeft de zaken duidelijk weer
S'rijdt voor stads- en staatsbelangen
Twee maal per week, voor luttel geld
Wat kan men meer verlangen.
Strijdt voor het behang der middenstand
Leeft met het stadsbestuur eendrachtig
Revordcrt ook het plaatsefjk schoon
Want Waalwiik doet het prachtig
Want waar men komt of waar men gaat
Dnar is het goed te wonen
Wijl huizenbouw of nieuwe straat
Waalwijks schoon steeds komt bekronen
Pieternel:
'a Waalwijk wordt steeds meer geroemd
Van buiten als van binnen
Soiditeit en degelijkheid
^ict men in Waalwijk winnen
Elk Waalwijks burger doet zijn best
Aan Waalwi,jk roem te geven
Oppassendheid en noeste vlijt
Brengt welvaart in het leven.
Thomasvaer:
Dc snreuk in Waalwijks Gemeentehuis
Die houdt men steeds in eere
En schooner wordt die mooie spreuk
Als men ze gaat vermeeren.
..Draagt elkanders lasten" o hoe schoon
Doch schooner is te weten
Dat „dient elkander in de liefde"
Hier ook niet wordt vergeten.
Pieternel:
Mochten allen die stad of staat regeeren
Beseffen dat Regeeren dienen is
En niet slechts het bezit vermeeren
Wijl dat zuiver egoïsme is
Dat alle stads- en staatsdienaren
In deze bekrompen en b«domnen tijd
Aa staatsburgers en Gemeentenaren
G"ven steeds vriende'iik bescheid
„De Nieuwe Gemeenschap is gediend -
7>en wij in iedereen een vriend.
Een vriendelijk woord van heer tot
knecht
Kost niets en maakt het leven licht
En geeft aan menig medemensch
Weer liefde tot zijn plicht.
Thomasvaer:
Want liefde is het hoogst gebod
De mensch op aard gegeven
Liefde voor elu menschenkind
Staat in ons hart geschreven
Liefde is edel dat is gewis
A's het geen bakvisch liefde is
Geflirt is niemand mee gebaat
SMcht meestentijds veel kwaad
En daarom doet het ons zoo goed
Als wij Waalwijk hooren noemen
Waar men de liefde tot elkaar
Steeds prijzen kan en roemen
Vol eendrachtszin en menschcnmin
Ziet men de burgers leven;
En waar gebrek en armoe is
Durft men nog flink te geven.
Pieternel:
O moge Waalwijks burgerij
Tot in lengte van tijden
Vol opgewekte burgerzin
Elkander vreugd bereiden
Door eerbied voor Christus kerk
en Christus Kruis
En opgewekt van leven
Trouw aan Vaderland en Vorstenhuis
Een schitterend voorbeeld geven.
Thomasvaer:
Moge 't Koninklijk woord
Zoo pas in 't Oude jaar gehoord
Ons steunen in dit streven
Het vervullen van levensdoel en plicht
Is moeilijk soms in 't leven
Toch zal ook elke levenstaak
Ons steeds voldoening geven.
Pieternel:
O moge „de Echo" in dit iaar
Het beste nieuws verbreiden
De „Wereldvrede" is weer daar
En nu voor alle tijden
Goddank doet menigeen zijn best
Den vrede te bewerken
En best gedaan, genoeg gedaan
't Kan onze hoop versterken.
Thomasvaer:
Doch hoe het zij, of wat er komt
Ga vol moed door het leven
De toekomst blijft toch in Gods hand
Dus angst en zorg verdreven
Vol goeden moed. 't hoofd omhoog
En nooit den moed verloren
Want eens zal na decz duistere tijd
Het Znnnelicht weer gaan gloren.
Pieternel:
Gezondheid, levenslust en vree
En voorspoed op Uw wegen
Wenscht „de Echo" elke abonné
En Godes beste zegen.
Thomasvaer:
Moge dit jaar dat binnentreedt
Steeds zijn naar Uw behagen
Vergeten doen veel smart en leed
En schenken vreugdedagen.
Pieternel en Thomasvaer:
Wenschen allen een voorspoedig jaar.
o""ZACHT VAN SMAAK - PRIJS 70 d>
ILUI9ÜI
MOORD OP JONGE VROUW.
Dader gearresteerd.
Woensdagmorgen is een liefdestra
gedie in de Vijzelstraat te Amsterdam
geëindigd met den moord op een 28-
jarige vrouw.
Deze vrouw was als dienstmeisje in
betrekking in een zaak in de Vijzel
straat. Reeds langen tijd had zij omgang
met een 36-jarigen expediteur; deze om
gang schijnt evenwel niet naar wensch
te zijn gegaan, want er ontstond ruzie
tusschen man en vrouw, welke er mee
eindigde, dat de vrouw d enman niet
langer wenschte te ontmoeten. De ex
pediteur stelde daarna nog herhaalde
lijk pogingen in het werk haar te spre
ken. Daarbij rijpte bij hem het plan de
vrouw van het leven te berooven.
Vrijdag voor Kerstmis kocht hij op
Hen Zeedijk een dolkmes en hij dreigde
de vrouw overhoop te steken, wanneer
zij niet spoedig bij hem terugkeerde.
Zijn wensch werd evenwel niet opge
volgd en ten einde zijn plan te volvoe
ren, postte hij, als het ware voor de
zaak in de Vijzelstraat. Zij was natuur
lijk bang zich niet alleen op straat te
begeven en meestal ging zij dan ook
uit met de familie bij welke zij werk
zaam was. Deze familie was op de
hooqte van den geheelen toestand.
Woensdagmorgen vroeg bracht de
vrouw de vuilnisemmer naar beneden.
Zij gin gdaarna door de winkeldeur
naar binnen om achter den winkel
eveneens een vuilnisemmer te halen,
ten einde deze op straat te zetten. Zij
vergat de deur achter zich te sluiten
en van deze gelegenheid heeft de ex
pediteur, die ook nu weer voor het huis
de wacht hield, gebruik gemaakt om
achter haar naar binnen te sluipen. Ter
wijl zij voorover gebogen stond om den
emmer op te nemen, stak hij haar met
het dolkmes in de linkerzijde van haar
hals, waardoor waarschijnlijk een slag
ader is geraakt. Hevig bloedend liep
zij naar buiten. Vóór het perceel zakte
zij levenloos in elkaar.
Rechercheur Bon van het bureau
Singel reed toevalligerwijze juist op dat
moment in de tram in de Vijzelstraat.
Hij sprong onmiddellijk van de tram af.
Toen hij bij het slachtoffer kwam, bleek
dat de dader bij de vrouw was blijven
staan. Het dolkmes had hij op den vuil
nisemmer neergelegd. Zijn eerste woor
den waren: ,,Ik heb het gedaan".
Mr. de Blécourt heeft ter plaatse een
onderzoek ingesteld.
Het stoffelijk overschot werd naar 't
Binnengasthuis overgebracht en is door
de politie in beslag genomen.
De dader werd na verhoor, waarbij
hij volledige bekentenis aflegde, opge
sloten.