Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. PERZISF3^ DAM PO „NOORD- BRABAND" 1843 JONKERS' De Algemeene Toestand Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD SLAAP UW VERKOUDHEID WEG Croquetten en Bitterbollen Automatiek PULLES-HEESBEEN ^SK!^njichting NUMMER 4. ZATERDAG 13 JANUARI 1940. 63c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden. iz. franco te zenden aan den Uitgever abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.' GIRO-No. 50798. Advertentiën moeten Woensdag en V rijdag des morgens om uiterlijk 9 uut in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. DE WERKELOOSHEID EN DE OORLOG. Op het allereerste gezicht zou men geneigd zijn te veronderstellen dat in verband met den Europeeschen oorlog de werkloosheid, zoowel in de oorlog voerende als in de neutrale landen, sterk zou zijn verminderd. De honderdduizenden die gemobili seerd zijn moeten toch worden vervan gen en het overgebleven gedeelte werkt met koortsachtigen ijver aan de ver vaardiging van oorlogstuig, defensie werken enz. Het liet zich dus aanvan kelijk aanzien, als zou de oorlog een van de ergste sociale kwalen, n.l. de werkloosheid aanmerkelijk verzachten, zoo niet voorloopig geheel opheffen. Helaas, zelfs dit lichtpunt heeft de oorlog de wereld niet gebracht. Ook de ervaring leert ons dat de ware gang van zaken anders is dan we hierboven schreven. Reeds in 1914 bleek dat de wereldoorlog, in plaats van een vermindering van de werkloos heid te brengen, een vrij aanmerkelijke stijging van het werkloosheidspercen tage bracht, niet alleen bij de oorlog voerenden. maar ook bij de neutrale landen. 25 Jaren later was het van het zelfde laken een pak. Met het uitbreken van den oorlog nam de werkloosheid toe. Weliswaar niet in dezelfde mate dan in 1914, doch de ongunstige gevolgen waren op de arbeidsmarkt zeer goed te volgen. Het drie-maandelijksch overzicht van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève geeft ons hierover de volgende gegevens: In Engeland was het aantal werk- loozen begin October bijna 200.000 grooter dan einde Augustus. In Frankrijk heeft de oorlog een min der groote invloed op de werkloos heid gehad, doch het aantal werkloozen is toch 14000 grooter dan in de laatste vredesmaand. In België bedroeg de stijging van 't aantal werkloozen in September zelfs 45.000. Deze vermeerdering is later echter voor een goed deel ongedaan ge maakt door een daling van het werk- loozencijfer met 29000 in October. In Denemarken is het percentage der leden der Deensche vakvereenigingen, die werkloos waren, van 9]/2 pet. einde Augustus gestegen tot 16 pet. einde Oc tober en 21]/£ pet. einde November. In Noorwegen is dit percentage van 18 pet. einde Augustus aangegroeid tot 30 pet. in November. In Griekenland hebben verscheidene duizenden personen hun arbeidsgele genheid verloren door de beperking van het handelsverkeer. De invloed van den oorlog op de werkloosheid is nog het minst ongun stig geweest in Nederland, waar de werkloosheid slechts in bescheiden mo te is vermeerderd, en in Zwitserland, waar zelfs een kleine verbetering van de arbeidsmarkt is ingetreden. Ook in Duitschland schijnt althans het aantal geheel werkloozen weinig veranderd te zijn en laag te zijn gebleven. Doch het aantal gedeeltelijk werkloozen schijnt tegenwoordig in Duitschland aan het stijgen. In de Vereenigde Staten van Ameri ka en Canada, is de werkloosheid in verband met de toenemende bedrijvig heid in de wapenfabrieken verminderd. Wanneer we nu gaan zoeken naar de oorzaken welke deze grootere werk loosheid teweeg brengen, merken we allereerst als de factor op: dat tallooze kleine bedrijven en bedrijfjes door de mobilisatie van den eigenaar voor on- bepaalden tijd werden gesloten. Hier door verloren vele niet gemobiliseer- den hun betrekking. Een andere voorname oorzaak der toeneming der werkloosheid moet ech ter in den invloed der vrouwen op de arbeidsmarkt gezocht worden. Zooals ook in 1914 het geval was, zijn tallooze vrouwen tengevolge van de mobilisatie van haar man en de hieruit voortvloei ende vermindering der verdiensten ge noodzaakt te worden zelf arbeid te gaan zoeken. Zij hebben zich bij de gemeen telijke arbeidsbureaux aangemeld en' zijn als werkloozen geregistreerd. Een groot aantal andere vrouwen moet bovendien onder de werkloozen gerekend worden, omdat zij ten gevolge van den oorlog en de daaruit voort spruitende noodzakelijkheid van finan- cieele bezuinigingen haar arbeidsplaats als dienstboden of voor andere huise lijke diensten verloren hebben. Een soortgelijk lot heeft ook menige vrouw getroffen, die als privé-secretaresse werkzaam was of andere soortgelijke persoonlijke arbeidsdiensten verrichtte. Een derde oorzaak der stijgende werkloosheid is het feit, dat verschil lende bedrijven wegens den oorlogs toestand veel minder te doen hebben. Dit is het geval met het bouwbedrijf, verschillende voor den uitvoerhandel werkende industrieën en verschillende fabrieken, waar ingevoerde grondstof fen werden verwerkt. En eindelijk vergete men niet, dat de laatste maanden van het jaar steeds een stijging der werkloosheid als regelma tig terugkeerend seizoenverschijnsel plegen met zich te brengen. Opgemerkt dient te worden, dat ge lijktijdig met de uitbreiding der werk loosheid een toenemende vraag naar bepaalde geschoolde arbeidskrachten kwam. DE SALARISSEN VAN HET RESERVE-PERSONEEL VAN HET NED. LEGER. Er is heel wat te doen geweest en nog over 't bedrag van 1.7 millioen, wat de mobilisatie dagelijks aan ons land kost. Daarbij werd ook al hier en daar ge schreven en beweerd dat zulks voor een groot deel z'n oorzaak vond in de te hooge salarissen der reserve-officie ren. In ,,de Telegraafkomt een hunner op tegen dit sprookje en om geen drei gende legende hieromtrent te doen ont staan, geeft hij een schema dier sala rissen. Een kapitein heeft als minimum 3164 ongehuwd en 4446 gehuwd met een mobilisatie-toeslag van 1.25 ongehuwd, 3 gehuwd, een levens middelen-toeslag van 0.50 en inkwar- tierings-vergoeding van 1. Ie Luitenant resp. 2223, 3762, 1.25, 3.-, 0.50, 1.-. 2e Luitenant resp. 1710, 1967, 1.25, 3.-, 0.50, 1.-. Vaandrig (Adjudant) 1170, ƒ2052, 0.75, 1.50, 0.50, 1.-. Serg. maj. 1080, 1967. 0.40, 1.-, 0.50." Sergeant 800, 1710, 0.40, ƒ1.-. Hij voegt er aan toe: Is het werkelijk zoo, dat dit 1.7 mil lioen gulden, die de mobilisatie ons land per dag kost, voor zoo'n belang rijk deel wordt verslonden door de bui ten verhouding staande tractementen en toelagen van het kader? Talloozen, die het in hun onschuld meenen. Vraagt men hun evenwel op den man af: Wat denk je nu wel, dat b.v. een kapitein of een sergeant-majoor administrateur met twaalf dienstjaren ongeveer verdient, dan blijkt de schatting in de meeste ge vallen ver bezijden de werkelijkheid. Tot juist begrip van zaken publicee- ren we hierboven een salarisschaal van subalterne officieren en onder-officie ren. Voor de officieren is het absolute maximum voor hun rang genomen, voor de onder-officieren het bedrag, dat zij na veertien dienstjaren kunnen berei ken. (Dienstplichtige onder-officieren met meer dan veertien dienstjaren zijn op het oogenblik slechts in uitzonde ringsgevallen onder de wapenen). Aldus bedoelde reserve-officier. In Zwitserland kost de mobilisatie 2 mijlioen per dag en dat zonder marine voegen wij er bij. LEVENSVERZEKERING WAALWIJK DRIE KLASSEN. De openbare vervoermiddelen wor den meer en meer gedemocratiseerd door afschaffing der klassen. Vroeger in de Amsterdamsche paardentram scheidden de rijke bokken zich nog def tig van de arme schapen, maar sinds lang kent het geëlectrificeerde bedrijf nog slechts: één prijs en één kwaliteif van vervoer. Het gaat best. Op de Spoorwegen loopen tegen woordig vaak treinen met slechts twee klassen. Het gaat best. Scheepvaartmaatschappijen richten de laatste jaren groote booten in voor het vervoer van toeristen met één klas se en gelijke behandeling voor allen. De accommodatie aan boord van deze schepen is uitmuntend en steekt gunstig af bij die van de 2e klasse op booten met 3 of meer klassen. De passageprij- zen zijn zeer redelijk en de bezetting is meestal zeer voldoende. Zóó gaat het in de kapitalistische maatschappij. Maar de vorige week hebben de Rus sische sovjetautoriteiten een voor haar rekening in Rotterdam gebouwd passa giersschip overgenomen, dat verbindin gen krijgt te onderhouden in de eigen Oost-Aziatische wateren. Als er ergens een streven naar maatschappelijke ge lijkheid dient te bestaan, dan toch wel in een communistischen staat! Maar de „Jozef Stalinaldus heet het bedoelde schip, heeft drie klassen; de hutten eer ste- en tweede klasse hebben een luxu- euse inrichting: rijke waschtafels, een schrijfbureau, lederen fauteuils en an dere gemakken. In de slaapzalen der derde klasse is niet eens een waschge- legenheid. De menschen die niet an ders dan derde klasse kunnen reizen, moeten zich maar gaan verfrisschen onder de kraan, die zich in de W.C.- ruimte bevindt! De practijk van het kapitalisme voert nader tot de gelijkheid dan die van het in theorie zoozeer tot gelijkheid ge stemde communisme. DISTRIBUTIE VAN BOONEN. De volgende week begint de distri butie van boonen, bruine-, witte boo- nen, grauwe erwten en capucijners. Wij dachten zelfs, dat grauwe erwten en capucijners twee namen voor een en hetzelfde artikel waren. Hoe dat zij, wij houden niet van boonen, maar zullen ze nu binnenkort wel moeten gaan eten, want er zijn maar weinig vrouwen, die uit zorg voor wat de toekomst nog brengen kan zich artikelen laten ontgaan, welke slechts op bon verkrijgbaar zijn. Aldus hebben wij onlangs ook erw tensoep moeten eten en huiveren wij heden nog bij de gedachte, dat er nog een portie groene- of spliterwten in de kast voorradig is. Het is van geen enkel belang, hoe onze persoonlijke smaak is, maar wél is het van belang, dat vele duizenden on zen smaak deelen. En de meesten dezer hebben thans tóch groene erwten in hun huishouding betrokken en koopen straks bruine boonen. Ten nadeele van hen, die boonen een kostelijk eten vin den wat het ook inderdaad is en zich deze spijze graag laten smaken. Dat de distributie van groene erw ten een vergissing was, heeft de minis ter thans ingezien en ze is dan ook in getrokken. Zal het met de distributie van boo nen straks óók zoo gaan? Het lijks ons niet onwaarschijnlijk. Men overwege nog om meerdere ar tikelen, welker voorraden beperkt zijn en welker afname zich regelt naar den KOMI" EVEN SMULLEN. uitsluitend van le kwa liteit kalfsvleesch. smaak of de verteringscapaciteiten van de magen der consumenten, gezamen lijk in een distributieregeling te betrek ken, zoodat men op een zeker bonnum mer zal kunnen bekomen: óf een pond van dit, óf een pond van dat, óf een kilo van nog iets anders. Anders gaan er voorraden noode- loos verloren. Van de gedistribueerde groene- en spliterwten blijkt slechts 60 pet. te zijn opgenomen, maar wij kun nen ons niet voorstellen, dat 60 pet. van onze bevolking regelmatig deze erwtensoort pleegt te gebruiken en ze ker niet in de hoeveelheid, welke ieder werd toegewezen. 1940 - EEN HISTORISCH JAAR? Toen de huidige oorlog was uitge broken, heeft de Britsche regeering zich gehaast om te verklaren, dat ze orders had uitgegeven en maatregelen getroffen, welke rekening hielden met een oorlogsduur van vier jaar. Berlijn berichtte daarop onmiddellijk, dat van Duitschen kant de oorlog was georga niseerd op grondslag van een duur van vijf jaar en zoo mogelijk, nog langer. Alle partijen zijn er op uit om te doen gelooven, dat ze den strijd onbeperkten tijd kunnen volhouden, maargeen enkele partij meent, wat ze zegt. Uit de redevoeringen, welke in de laatste weken ter gelegenheid van de jaarwisseling werden gehouden, heeft men over en weer kenbaar gemaakt, dat men in afzienbaren tijd een beslis sing verwacht. Allereerst heeft Berlijn deze verwachting gewekt. De regee ring heeft het Duitsche volk aange maand om zich een uiterste inspanning en de grootst mogelijke offers te ge troosten, daar deze benoodigd zijn om binnenkort de beslissing te forceeren. En thans heeft Chamberlain in een ra diorede eveneens „de voortgang en de vooruitzichten van den oorlog" bezien, waarbij hij tot dezelfde conclusie kwam als de regeering te Berlijn. Chamberlain heeft duidelijk te kennen gegeven, dat hij nog in dit jaar de beslissende phase van den strijd verwacht wat nog niet de volstrekte beëindiging van den oor log behoeft te beteekenen en hij voorspelde deswege, dat 1940 een his torisch jaar zal zijn. Maar ook een jaar van vreeselijke teistering en onschatba re offers. Blijkbaar beseffen de Duitschers, dat het er in 1940 om gaat: nu of nóóit! En omdat men ook in Londen beseft en aanvaardt, dat de Duitschers den oor log niet langer dan een jaar meer kun nen volhouden, rekent men daar op den inzet van niets-ontziende methoden van strijdvoering van Duitschen kant, om een gunstigen afloop te forceeren. Ter zee en in de lucht, zoo neemt men aan, zullen de Duitschers binnen kort op onbarmhartige wijze ten aan val trekken, de scherpe repressailles van de tegenpartij trotseerende. Natuurlijk kunnen daarop de Britten tegenover de Duitsche tegenpartij het zelfde kunstje uithalen en ze zullen dat ongetwijfeld, bij wijze van repressaille, ook doen. Feit is, dat men in Duitsch land èn in Engeland het volk op der gelijke wijze van voortzetting van den oorlog voorbereidt en dat is voor heel de wereld een ellendig vooruitzicht. Maar wellicht zal ze aan de verwerke lijking daarvan niet kunnen ontkomen, want voor beide partijen gaat het om zijn of niet-zijn in dezen strijd, t.w. als wereldmacht. Een militaire beslissing lijkt onmogelijk, het gaat dus om de uitputting van den tegenstander. Vóór deze er is, zullen degenen, wie verlies dreigt, geen middel meer schuwen om het noodlot te ontgaan. Zeiden we hiervoren, dat een mili taire beslissing onwaarschijnlijk moet worden geacht, toch zal men ook deze natuurlijk blijven nastreven en daarbij elke nieuwe mogelijkheid aangrijpen, welke zich onverwachts mocht voor doen. Het gaat er meer en meer naar uitzien, dat de geallieerden het Finsch- Russische conflict als zulke mogelijk heid beschouwen. Met name de Engel- schen hebben zich tot voor kort ten aanzien van dit conflict zooveel moge lijk op de vlakte gehouden, maar thans schijnt men te Londen niet meer te aar zelen om vóór Finland partij te kiezen. Wel was de Britsche sympathie voor de Finnen steeds heel sterk, maar men vreesde Rusland te betrekken in den grooten oorlog en daardoor Duitsch- lands kansen te verhoogen. Nu echter Rusland tegenover de Finnen militair zoo zwak blijkt te zijn, is deze vrees verdwijnende en vraagt men zich af, of het Russische gebied niet een geschikt opmarschterrein is voor een aanval op Duitschland over een breed en weinig versterkt front, bewoond door volke ren (Polen, Tsjechen en Slowaken), welke door Duitschland zijn overwel digd en naar het herstel van hun vrij volksbestaan hunkeren. De Britten aar zelen op het oogenblik dan ook niet langer om den Finnen zoo groot moge- Waalwyksclie en Laigsfraatsrke Courant* Wrijf rug en boril in mei Dampo. Dan benl U den volgenden morgen beier I Pol 50 cl. Tube 40 cl. Doos 30 et I IN SAMENWERKING MET AMSTERDAM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 1