Toegewijd aan Handel,
en Gemeentebelangen.
De Algemeene Toestand
„NOORD-
BRABAND"
1843
GRIEP 1
Mijn hard
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD
Croquetten
en tfitterbollen
AütOinaliekPÜLLES-HtESBLLh
NUMMER 5.
WOENSDAG 17 JANUARI 1940.
63c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
iz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijsper 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
^-ijk 1.40.
UITGAVE i
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
GIRO-No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag ef
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uul
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Ons grondgebied in gevaar?
Ons volk en zijn Zuiderburen ver-
keeren weer in angstige spanning. Bij
ons werd het besluit genomen om voor-
loopig geen gewone periodieke verlo
ven meer te geven in verband met „min
gunstige symptomen in de internationa
le situatie en in België ging men tege
lijkertijd over tot „lase-D" der mobili
satie, wat de oproeping van nieuwe re
serves beteekende en de instelling van
een Algemeen Hoofdkwartier; berich
ten over een evacuatie der Belgische
burgerbevolking uit het oostelijk grens
gebied werden tegengesproken, al
thans werd geconstateerd, dat slechts
een 200-tal uit een bepaalde zone wer
den overgebracht naar het binnenland.
Volgens latere berichten echter gaan de
evacuatie-maatregelen voort.
Het spreekt vanzelf, dat deze maat
regelen onrust hebben gewekt en dat
sommigen in een paniekstemming ge
raakten waarbij ze eiken kijk op de juis
te situatie verloren. Een voorbeeld daar
van is een op Zondagmiddag in sommi
ge Engelsche bladen opgenomen be
richt, volgens hetwelk op den ochtend
van dien dag de Duitschers België bin
nengerukt zijn! Van de zijde der Belgi
sche overheid is dadelijk alles gedaan
om dergelijke „enormiteiten" aldus
de woordelijke kwalificatie tegen te
spreken.
Ook officieele Britsche instanties
hebben trouwens onmiddellijk te ken
nen gegeven, dat ze niet aan de waar
schijnlijkheid van een Duitschen inval
in Nederland of (en} België geloofden,
maar de getroffen maatregelen ver
klaarden uit den vastbesloten wil der
beide volkeren om tegenover elke ver
scherping van de situatie de daarbij
aanpassende maatregelen van paraat
heid te treffen. Dat men in Brussel en
Nederland tegelijkertijd handelde, ver
klaarde men te Londen met een verwij
zing naar recente verklaringen in de
Belgische Kamer, welke uiting gaven
aan de zienswijze, dat een Duitsche in
val in Nederland, België niet onver
schillig zou kunnen blijven.
Wat er werkelijk aan de hand is?
Natuurlijk is het ons onbekend, of de
regeeringen te 's-Gravenhage en Brus
sel over bijzondere inlichtingen be
schikken, welke tot het nemen van bij
zondere maatregelen hebben geleid.
Van publieke bekendheid is slechts, dat
een onaangename sfeer drukt op de
oogenblikkelijke betrekkingen tusschen
Duitschland eenerzijds en België en
Nederland anderzijds. Deze sfeer is op
verschillende wijzen aangevoeld kun
nen worden. In Brussel b.v. heeft men
zich sterk verbaasd over herhaalde
vluchten gedurende de laatste dagen
van Duitsche vliegtuigen over het ver-
dedigingsgebied van Luik—Namen.
Om deze vliegtuigen te verdrijven zijn
meermalen Belgische jachtvliegtuigen
moeten opstijgen en is het afweerge
schut in actie gekomen. In de buurt van
Mechelen in België moest een Duitsch
militair toestel een noodlanding maken
en toen is uit een onderzoek gebleken,
dat vanuit dat toestel foto's waren ge
nomen van Belgische forten in de
Maaslinie.
Zeer merkwaardig was voorts de
opname in een officieel legercommun -
qué van de beschuldiging, dat op 13
Januari j.l. een Nederlandsch vliegtuig
boven Nordhorn zou hebben gevlogen
en daarmee het Duitsche grondgebied
zou hebben geschonden. Een dergelijke
beschuldiging doet onwillekeurig de
gedachte reizen: zoekt men ons? We
denken aan de Russen, die zich be
dreigd gevoelden door de Finnen...
Nordhorn ligt op slechts luttele kilo
meters van onze in.U.-grens en gesteld
nu eens, dat daarheen een iMeder-
landsch vliegtuig was verdwaald, was
dat dan een reden om kwade trouw
aan te nemen? Hoe dikwijls zijn niet
Duitsche vliegtuigen boven ons gebied
„verdwaald Onze regeering, die aan
stonds een uitgebreid onderzoek had
laten instellen en j.l. Zondagochtend in
een speciale zitting bijeen was geko
men, kon als resultaat van dat onder
zoek aanstonds openbaar maken, dat
de onjuistheid onomstootelijk was ko
men vast te staan. De lichtvaardigheid
waarmee van Duitsche zijde de be
schuldiging is geuit, geeft te denken.
Men had mogen verwachten, dat de
Duitsche regeering zich eerst om in
lichtingen tot Den Haag had gewend.
De aard van „goede betrekkingen" tus
schen volkeren eischt dat. Dat zou het
misverstand aan geen van beide zijden
sporen hebben achtergelaten.
De Duitsche pers heeft daarenboven
het officieele Nederlandsche communi
qué straal genegeerd.
Bij al het vorenstaande komt nog,
dat de toon der Duitsche pers tegen
de neutralen in het algemeen den laat-
sten tijd weer van dag tot dag aan
scherpte „wint".
En dan is er nog de militaire situatie
aan den oostkant van de Nederland
sche grens! In Duitschland heerscht de
publieke opvatting, dat er straks, als
het barre van den winter is geweken,
iets te gebeuren staat, zonder dat het
volk echter weet, wat dit zal zijn. Met
ingang van 15 Januari a.s. wordt het
burgerlijk verkeer op de Duitsche
spoorwegen zoo sterk mogelijk inge
krompen, alle gunstige bepalingen
en goedkoope tarieven zijn met ingang
van dien datum vervallen; de toeslag
op de D-treinen wordt verdubbeld.
Men rekent op een intensief vervoer
van militairen. Waarvoor, waarheen?
In vele berichten wordt het een feit
geheeten, dat de dichtheid van Duit
sche troepen langs de Nederlandsche
grens, welke ophield bij Coesfeld in
Noordelijke richting is toegenomen,
zoodat ook reeds Gronau in Westfalen
méér soldaten tusschen haar muren
ziet. Opvallend is voorts, dat het grens-
spoorwegstation Gronau voor door
gaand verkeer slechts langs Oldenzaal
Bentheim kan geschieden. Evenals
in den wereldoorlog schijnt deze over
gang de eenigste brug te worden tus
schen Duitschland en Nederland.
Thans houdt de maatregel verband
met de militaire activiteit bezuiden de
lijn GronauMunster.
Men voelt in Duitschland, dat er iets
komende is en ook... dat er iets gebeu
ren moet om de gunstige beslissing,
waarin een groot deel van het Duitsche
volk vast blijft gelooven, te forceeren.
Deze noodzaak is het volk te duidelij
ker geworden naarmate de laatste we
ken de kou te intensiever was en het
tekort aan brandstof nijpender werd
gevoeld.
Alles wat we hiervoren aanvoerden
is voldoende om te verklaren, dat de
sfeer, waarin het Nederlandsche en
Belgische volk op het oogenblik ade
men, min of meer benauwend is. Dat de
regeeringen de mate van paraatheid
der nationale verdediging deden aan
passen aan de bijzondere omstandighe
den behoort eerder een deel van onze
onrust weg te nemen, dan dat ze aan
leiding mag worden tot angst.
Zeker is dat het Nederlandsche volk
de berichten kalm heeft onder oogen
gezien, steunende op de regeering, die
tijdig maatregelen neemt en beslist neu
traal blijft naar alle zijden.
En voorts hoort men te bedenken,
dat voor dat wat we vreezen, eigenlijk
zoo weinig objectieve grondslag aan
wezig is. Bij eenig nadenken kan men
niet anders dan tot de conclusie komen,
dat de Duitschers bij ons niets te zoe
ken hebben, zeker geen voordeel of-
heil voor zich zelf. De oorlogsmentali
teit der Duitschers is een typische. De
Duitschers voelen zich ze zeggen 't
zelf half of drie kwart „omsingeld"
en „bedreigd" van vele kanten. In zul
ke omstandigheden komt ook het indi
vidu er vaak toe om naar allen kant te
grommen, onzeker als het zich voelt in
de onderscheiding van vriend en vij
and.
Duitschland heeft aan dezen oorlog
de handen vol, maar toch grauwt het
de heele wereld aan: Scandinavië, Roe
menië, Hongarijë, (in Berlijn schijnt
men op het oogenblik een stuk Hon-
gaarsch gebied te eischen, dat vroeger
tot Oostenrijk behoorde), België, Ne
derland en zelfs Italië (ophouden van
Italiaansche wapenzendingen naar Fin
land)
Duitschland wil zijn kracht demon-
streeren en van zijn verzekerdheid der
overwinning laten blijken, doot te
doen, alsof het er op een oorlog met
nog een paar volkeren erbij, niet aan
komt. Dat is tactiek. Als puntje bij
paaltje komt, zal men in Berlijn heusch
niet lichtvaardig besluiten om zonder
dat daar nut tegenover staat, de moei
lijkheden van den strijd te vergrooten.
Zeker, te verwachten valt zooals
we dat nog in ons vorig overzicht om
schreven, dat Duitschland, wanneer
de financiëelen en economische ruïne
dreigt, door wanhopige militaire acties
een beslissing van den oorlog zal na-
LEVENSVERZEKERING
WAALWIJK
streven, maar ook dan zal het toch blij
ven uitzien naar methoden, die tot het
doel kunnen leiden. En de weg naar
een Duitsche overwinning kan onmoge
lijk over Nederland en België leiden.
Zelfs als de Duitsche legers dien weg
succesvol zouden zijn gegaan, hebben
ze het doel geen stap dichter genaderd.
Een Duitsche aanval op Nederland
en België brengt voorts ook een nieu
we en betere krijgskans voor de gealli
eerden, die in zoo n geval automatisch
onze bondgenooten zouden worden en
via Belgisch en Nederlandsch gebied
de gelegenheid zouden bekomen om
Duitschland aan een zijner zwakste
kanten aan te grijpen.
We zijn geen profeten en we kennen
geenszins alle drijfveeren, door welke
de Duitsche staatslieden en krijgshee-
ren zich zouden kunnen laten leiden,
maar voorshands gelooven we niet aan
de invalsoogmerken van Berlijn, welke
thans het Nederlandsche en Belgische
volk verontrusten.
Laat ook dit ons tot troost zijn en
bemoedigend voor onze kansen: de
dreiging, welke wij gevoelen, is niet
minuer integendeel! voor meer
dere andere vomeren. Zelfs in het zoo
karakteristiek-rustige Zwitserland be
nauwd men zich over de algemeene
situatie, wat tot uiting kwam in een
olricieele verklaring van den Zwitser-
schen Generale btar, welke een tegen
spraak inhield van zekere harclneKKige
geruchten over Duitsche troepencon
centraties langs de Zwitsersche grens.
Maar vooral in het Donaubekken
houden de volkeren geducht rekening
met de mogelijkheid, dat zij binnenkort
in den ooriog zullen worden betrokken.
In dat verband worden in de interna
tionale pers tal van geruchten en be
richten vermeld, waarvan we er enkele
zullen noemen, maar onder nadrukke
lijk voorbehouud. Waarheid en ver
dichting zijn moeilijk te onderkennen in
dit geval
Er groeit een tastbare spanning Ro
me— berlijn, welke b.v. tot uitdrukking
kwam in het ophouden van de uitge
breide Italiaansche wapenzendingen
naar Finland. Dit transport geschiedde
via Duitschland, maar op Russisch
verzoek werd de zending opgehouuden.
Wat? vroeg Rome. De Russen zeggen
immers niet met Finland in oorlog te
zijn! Enfin, na veel gepraat is het trans
port alsnog vrij gegeven; als motief
voor het ophouden voerde Berlijn het
gebrek aan materiaal op de Duitsche
spoorwegen aan.
Een ander opmerkelijk, maar op
waarheid niet te controleeren bericht,
handelt over de voorbereiding eener
nieuwe Italiaansch-Vaticaansch-Spaan-
sche vredesbemiddeling, welke gericht
zou zijn op het beleggen van een inter
nationale conferentie, welke de fouten
van Versailles zou moeten corrigeeren,
maar tevens Europa zou moeten veilig
stellen voor het bolsjewisme.
Onmiskenbaar is, eerstens de groei
ende anti-bolsjewistische en anti-Rus
sische tendenz van de Italiaansche po
litiek en daartegenover de zucht van
Berjijn om uit de in Augustus j.l. geslo
ten overeenkomst met Moskou ten
minste een ietsje te halen van de poli
tieke voordeelen, welke men er zich
van had voorgesteld.
DE OORLOG IN FINLAND.
Niet minder dan 400 Russische
vliegtuigen hebben het binnenland van
Finland op verschillende punten ge
bombardeerd. De Finnen melden, dat
ongeveer 20 burgers werden gedood
en verscheidene tientallen werden ge
wond. Bij Salie hebben de Russen,
nadat ze geweldige versterkingen had
den ontvangen, een offensief ingezet,
dat reeds enkele dagen duurt. Ze heb
ben 40.000 man in den strijd gewor
pen. De Finnen zeggen stand te hou
den en den vijand groote verliezen toe
te brengen. Het Zweedsche vrijwil
ligerscorps heeft zijn stellingen in Fin
land ingenomen en zich ter beschikking
gesteld van maarschalk Mannerheim.
FINLAND SLAAKT NOODKREET.
Een woordvoerder van het Finsche
gezantschap te Londen heeft er tegen
over Reuter op gewezen, dat Finland,
als het den oorlog wil overleven, meer
buitenlandsche hulp noodig heeft. Het
zou, zeide hij, tragisch zijn, als de we
reld zou denken, dat Finland's groote
successen te land beteekenden, dat Fin
land bezig was, den oorlog zonder veel
moeite te winnen. Dit is niet zoo. De
Finnen zelf zijn er zich zeer wel van
bewust, dat de successen zooals te Suo-
musalmi plaatselijke successen waren.
Groote massa's Russische troepen wor
den nog steeds in den strijd geworpen
en, wat nog belangrijker is, de Russen
zijn met hun bommenwerpers meester
in het luchtruim. Het is niet teveel ge
zegd, dat het lot van Finland afhangt
van de mogelijkheid, meer hulp in de
lucht te krijgen, en Finland doet een
beroep op de geheele wereld, het te
helpen, zoodat het zich met de Russi
sche luchtmacht kan meten.
TERECHTSTELLINGEN
RUSLAND.
IN
De correspondent van de „Messa-
gero te 1 aliinn meldt, dat volgens
daar ontvangen inlichtingen de Russi
sche volkscommissaris voor de lucht
vaartindustrie, Kaganowitsj en een aan
tal militaire leiders, die voor den Rus-
sischen tegenspoed in Finland verant
woordelijk geacht werden, na een kort
proces terechtgesteld zijn.
De „Messagero noemt in het bij
zonder Zdanor, vroeger militair gou
verneur van Leningrad en een der
voornaamste voorstanders van den
veidtocnt tegen Finland; generaal Me-
resKOx, commandant van net garnizoen
van Leningrad, wien men verweet de
campagne niet te heboen vooroereid
en ueineviansKi, oud-gezant te rielsin-
ki, die Moskou zeer siecnt zou heboen
ingelicht over de Finsche verdedi-
gingsmogelijkheden en de doeltrenend-
neid van de Mannerheim-linie.
Het blad meldt voons, aat Stalin
dagelijks met de generaals aan het
front telefoneert en zoo de operaties
leidt. Er is een aanzienlijk aantal offi
cieren en commissarissen naar t front
gezonden.
ITALIAANSCHE WAPENS VOOR
FINLAND VRIJGEGEVEN.
Een telegram uit Berlijn aan „Afton-
bladet" te Stocckholm meldt, dat
Duitschland het embargo op de voor
Finland bestemde Italiaansche wapenen
heeft vrijgegeven. In Duitschland
wordt thans deze verklaring gegeven,
dat het doorvoerverbod geschiedde om
technische redenen, zooals de moeilijk
heden met het spoorwegverkeer en niet
om politieke redenen.
DOODEN IN ENGELAND.
In verduisterd Engeland vielen ruim
4000 dooden in vier oorlogsmaanden,
tweemaal zooveel als aan het front.
NOORSCH EN ZWEEDSCH
ANTWOORD AAN RUSLAND.
De Zweedsche minister van buiten
landsche zaken, Munters, heeft op het
protest, dat door de gezante van de
Sovjet-Unie, mevrouw Kolontai is
overhandigd op 10 Januari, geant
woord, dat het werven van vrijwilli
gers geschiedt op particulier initiatief
en de cijfers komen niet overeen met de
door de sovjet-unie genoemde, terwijl
officieren en minderen van het Zweed
sche leger niet als vrijwilligers deelne
men aan den oorlog in Finland. Zij
hoopt eventueele verschillen vreed
zaam op te lossen.
Op 6 Januari heeft de Noorsche mi
nister Voht den gezant van de Sovjet-
Unie in Noorwegen Plotnikof het ant
woord van de Noorsche regeering
overhandigd.
Indien personen individueel vrijwil
lig naar Finland gaan om aan den oor
log deel te nemen, dan is dit in de
oogen van de Noorsche regeering geen
net Zuiden,
Waaiwijkschc en Langstraatsclie Courant
KOM I EVtzN SMULLEN.
uitfluitend van Ie kwa
liteit kaïfsvieesch
Twee stuks 10 ct. - Twaall stuks 50 cl.
I. WNUVW'