Toegewijd aan Handel, en Gemeentebelangen. PERZIS£^ BINNENLAND. De Algemeene Toestand „NOORD- BRABAND" 1843 Croquetten en Bitterbollen Automatiek PULLES-HEESBEEN JONKERS7 Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD Schuim den aanslag weg met Ivorol NUMMER 6. ZATERDAG 20 JANUARI 1940. 63c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven. Ingezonden stukken, gelden. \z. franco te zenden aan den Uitgever abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. Franco per post door 't gcheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. GIRO-No. 50798. Advertentiën moeten Woensdag ej Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uut in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. „IN RUIL"! Het Nederlandsche m.s. „Arends- kerk" is in de Golf van Biscaye wetens en willens getorpedeerd door een Duit sche duikboot. Het schip was op weg van Antwerpen naar Zuid-Afrika. De kapitein van de duikboot deed een on derzoek aan boord instellen en liet daarop het schip in den grond boren. Wij weten niet met welke goederen de „Arendskerk" was geladen, maar ze werden in elk geval naar Zuid-Afrika gebracht en zullen dus wel niet dien stig geweest kunnen zijn bij de oor logvoering in onze contreien. Wat bet meest trof uit de bijzonder heden over deze gebeurtenis gepubli ceerd, was bet feit, dat de „Arends kerk" in 1938 in Duitschland is ge bouwd en dat wij toen „in ruil" voor dien bouw, dus als betaling, goederen hebben geleverd uit Ned.-Indië. Dus de Duitschers kochten van ons goederen en betaalden die zoo kan men 't óók zeggen met 'n schip. En thans hebben de Duitschers dat schip naar den bodem der zee gestuurd. Deze laatste daad is misschien wel „in ruil" gedaan voor onze welwillend heid, in zoovele opzichten betoond. De torpedeering van de „Arends kerk" zal niet in staat zijn om de be trekkingen tot onze Oosterburen har telijker te maken, nu dezen ons op zoo krasse wijze herinnerden aan de waar heid van het spreekwoord: als er twee ruilen, moet er £én huilen. LUCHTBESCHERMINGS OEFENINGEN. Wij ziin het met Chamberlain eens, t.w. in dit opzicht, dat we niet mogen verflauwen bij de verzekering van de veiligheid der burgerbevolking. „Ik zou willen aldus de Britsche staatsman dat ik de meening kon ziin toege daan, dat we te ver gegaan zijn in de richting van beveiliging, maar het ri sico van luchtaanvallen is geenszins voorbij. Wij moeten niet denken, dat de oorlog, omdat hij (nog) niet den vorm van 1914 heeft aangenomen, min der ernstig is". Ook in Frankrijk wordt voortdurend gewaarschuwd tegen de bedenkelijke mentaliteit van „het wordt zoo erg niet". In Nederland hoort men dergelijke meening eveneens wel verbreiden. Neen, we moeten paraat blijven en oefenen tegen het gevaar. Luchtbeschermings-oefeningen zijn en blijven, helaas, broodnoodig. Wij vragen ons slechts af, of er op dit gebied niet wat meer coördinatie tot stand kan komen. Zoo goed als eiken dag hooren wij door de radio berichten over verduisterings proeven in alle mogelijke en onmoge lijke plaatsen en plaatsjes. Waarbij dan wordt gedecreteerd, dat automo bilisten slechts met afgeschermde lichten mogen passeeren. Dat is een hinderlijke geschiedenis. Wij hooren soms plaatsen noemen welke wij op geen stukken na weten te liggen. nooit van gehoord. Op deze wijze maakt men de lucht bescherming onpopulair en ontwricht het verkeer. Waarom kunnen die oefe ningen niet telkens samenvallen op één bepaalden dag en het heele land of een groep van provinciën betreffen? De automobilisten, die zoo'n dag niet thuis kunnen blijven, zouden zich voor zoo'n keer met afschermingsmateriaal kunnen wapenen. Als er geen ordening komt in de or ganisatie der luchtbeschermingsoefe ningen kan het geneesmiddel erger worden dan de kwaal. In Engeland heeft men al berekend, dat 't aan het front veiliger is dan op den verduis terden weg. In Engeland zijn volgens de officieele cijfers in de maand De cember 1155 personen bij verkeers ongelukken omgekomen, van wie 895 tijdens de verduistering. In December van het vorige jaar kwamen 683 per sonen door verkeersongelukken om. De verduistering blijkt deze cijfers dus aanzienlijk te hebben verhoogd. De verkeersongelukken in de eerste vier maanden van den oorlog zijn bijna dubbel zoo groot, als de verliezen dooi de oorlogsvoering. Het aantal dooden sinds het uitbreken van den oorlog, door ongelukken op den weg, bedroeg 4130, terwijl volgens niet-officieele cij fers, bij leger, vloot en luchtmacht tot dusverre 2250 menschen vielen. Ontspanning in onze contreien. Het meest kenmerkende en voor ons volk verheugende in de oogenblikke- lijke Europeesche situatie, is de ont spanning, welke zich ten aanzien van het oorlogsgevaar in de gevoelens van het Belgische en Nederlandsche volk heeft afgeteekend. Van alle kanten ver zekeren de oorlogvoerenden ons, dat ze niets kwaads in den zin hebben en in het bijzonder Berlijn doet zijn best om het geloof te vestigen, dat het ge wekte alarm een manoeuvre was van de tegenstanders van Duitschland, in het bijzonder van Frankrijk. Maar de argumenten, welke Berlijn voor deze beschuldiging aanvoert, zijn niet erg steekhoudend. Eerst berichtte 't Duitsche Nieuwsbureau, dat aan de Belgische en Nederlandsche regeering door de vertegenwoordigers der geal lieerde mogendheden informaties wa ren ingefluisterd, om het Nederland sche volk en de Belgen te provoceeren tot 'n vijandige houding tegen Duitsch land. Den Haag en Brussel hebben de ze voorstelling van zaken aanstonds nadrukkelijk geloochenstraft. De Ne derlandsche regeering - zoo liet men in Den Haag door het A.N.P. zeggen- pleegt haar inzicht in de internatio nale situatie te vormen op grond van berichten, waarvan herkomst en be trouwbaarheid door haarzelve gecon troleerd kunnen worden." Na deze tegenspraak zijn de Duit schers met een nieuw verhaal gekomen. De Nederlandsche gezant te Parijs zou Zaterdag bij minister-president Da- ladier zijn geweest en die had hem van Duitsche invalsplannen verteld. Onze regeeringspersdienst merkte daartegen over aanstonds met grooten nadruk op, dat ook dit onjuist was, omdat onze ge zant dien dag den Franschen minister president in het geheel niet had be zocht, maar wel bij den president der republiek was geweest, met wien hij enkel en alleen had gesproken over het gratie-verzoek van een in Frankrijk wegens spionnage ter dood veroordeel den Nederlander. Berlijn blijkt er dus hardnekkig op uit te zijn om de geallieerden verant woordelijk te stellen voor de onrust, welke in Nederland en België was ge wekt. Van meer belcing is de nadrukkelijke verzekering van de Duitsche pers, dat Duitschland geen enkel belang bij een inval in de kleine westelijke nabuursta- ten heeft. De Franschen en Engelschen aldus verklaart de Duitsche pers na der zien geen kans om den Westwal te forceeren en zouden wij ze dan de gelegenheid bieden om ons via België en Nederland te bestoken? In deze re deneering zit inderdaad veel aanneme lijks, we hebben ze zelf reeds eenige malen in deze rubriek op dezelfde wij ze naar voren gebracht. Maar kunnen de Duitschers voor een inval geen oogmerken hebben, wel ke wij en ook hun tegenstanders voor het oogenblik nog niet kennen? Feit is, dat men zich vooral te Brussel op Zon dag j.l. in het geheel niet gerust heeft gevoeld over de Duitsche bedoelingen en dat die onrust nóg niet geweken is, althans niet geheel en al, na de verze keringen van Duitsche zijde, dat men van geen enkele booze bedoeling was bezield. In den nacht van Maandag op LEVENSVERZEKERING WAALWIJK Dinsdag hebben de voornaamste Bel gische ministers nog met elkaar gecon fereerd en den daarop voegenden dag zijn de besprekingen voortgezet in te genwoordigheid van den koning, die mèt de faze-D der mobilisatie, het op perbevelhebberschap over de Belgische defensie in handen heeft gekregen. Hoe ernstig men te Brussel Zater dagnacht de situatie inzag, wordt ge- illustreerd door het bericht van een der Brusselsche avondbladen, dat stafoffi cieren toen hun vrouwen en kinderen uit Brussel wegstuurden, omdat zij ieder oogenblik een luchtaanval ver wachtten. Hoewel men in België nog vele on rustbarende elementen aanwezig acht, hoopt men met eenigen grond, dat bin nen enkele dagen een werkelijke ont spanning zal intreden. Minister Spaak heeft uitvoerige consultaties gehad met de ambassadeurs van Frankrijk, Enge land en Duitschland. De Finnen maken een steeds zwaar der en moeilijker wordende strijd door, bij een als-maar verder dalende tempe ratuur. Ze hebben tot nog toe prachti ge successen behaald en de wereld vervuld van bewondering voor de ma te van weerstand, welke een volk van 3J/£ millioen zielen blijkt te kunnen ontwikkelen tegen een overmacht van 180 millioen. We hebben het echter reeds méér gezegd: niets is fataler voor de Finnen dan dat hun vrienden uit hun prestaties zouden concludeeren, dat ze het ook verder wel met de Russen zullen klaarspelen. Zeker, onze wereld van het Techt is bereid om te helpen: met geld en zelfs met oorlogsmateriaal, met ambulances en met vliegtuigen. Maar het vechten blijft voor de Finnen. Als dat inderdaad het geval moet wezen, dan is Finland ten ondergang gedoemd, want ééns zal hun weer standsvermogen moeten ineenzakken tegenover vijandelijke scharen, welke steeds opnieuw kunnen worden vervan gen of aangevuld. Reeds verscheidene dagen wordt thans hevig gevochten in de buurt van Sala, waarheen de Russen zeer groote versterkingen, hun élite troepen hebben gedirigeerd. En nóg weten de Finnen de Russen tot wijken te brengen, maar de beslissing wordt van dag tot dag moeizamer. Uit latere berichten blijkt dat de Finnen ook bij Sala weer geslaagd zijn. RUSSEN LIJDEN NIEUW ECHEC BIJ HET LADOGAMEER. De felle koude, die thans in Finland heerscht, en het kwik tot veertig gra den onder het nulpunt heeft gebracht, heeft slechts tot een korte .pauze in de operaties geleid. In weerwil van de vorst zijn in verschillende sectoren de gevechten hervat, vooral bij Sala en ten Noorden van het Ladogameer. Aan den Noordelijken oever van dit meer hebben de Russen Woensdag we derom een échec geleden. Zij moesten hun stellingen bij Kitela opgeven en trekken thans strijdend terug. De ge vechten speelden zich voornamelijk af voor het voornaamste punt van de Fin- sche verdedigingslinie in dit gebied, die langs de Jaenisjoki tusschen het Lado gameer en het Jaenismeer loopt. De strijd eindigde met een algemeenen te rugtocht van de Sovjet-Russische troe pen, die naar Havas verneemt, aan zienlijke verliezen leden. De Finnen hebben 29 tanks en een groot aantal kanonnen buitgemaakt, terwijl de Rus sen ook hun voedselvoorraden in den steek moesten laten, zoodat zij thans een groot gebrek aan levensmiddelen hebben. Beweerd wordt, dat de solda ten hun paarden hebben doodgescho ten om aan vleesch te komen. Het schijnt, dat het Sovjet-Russische échec ook ditmaal weer te wijten is ge weest aan het gebrek aan goede ver bindingen met de Russische achter hoede, zoodat de troepen niet voldoen de van de benoodigde materieelen voor zien werden. De Russen hadden nog maar de beschikking over één goeden weg, die, welke tusschen Salmi en Im- pilahti loopt. Welnu deze weg werd in den laatsten tijd voortdurend door de Finsche kustbatterijen beschoten, die op het eiland Mantissaari zijn opgesteld. Dit eiland ligt dicht bij Salmi (in het Noorden van het Ladogameer, dicht bij de Russische grens); de Finnen heb ben dit eiland nog steeds in hun bezit kunnen houden, in weerwil van het feit, dat het meer hier met een dikke ijskorst bedekt is. DE RUSSEN TREKKEN TERUG BIJ SALA. Berichten van het front bij Sala be vestigen, dat de Russische troepen te rugtrekken. Alles schijnt erop te wijzen, dat het Russische commando heeft besloten de operaties op te schorten en wel om twee redenen, n.l. uit vrees voor om singeling en wegens de felle koude. Twee compagnieën van het roode leger, die opdracht hadden gekregen in een belangrijke sector de achterwaart- sche verbindingen te herstellen, zijn vernietigd. De temperatuur bij Sala en Wiborg was gisteren gedaald tot 51 graden vorst en vandaag vriest het 48 graden. Het staken van de operaties bij Sala heeft aan Finsche zijde groote voldoe ning gewekt. De successen van de Finnen worden thans officieel door het legerbericht be vestigd, want het verklaart, „dat de Finsche troepen in dezen sector in de laatste dagen 45 K.M. voorwaarts zijn getrokken. De Sovjet-troepen hebben Jontsijarvi moeten ontruimen en zijn tot KOMT EVEN SMULLEN uitsluitend van Ie kwa liteit kalfsvieesch. Markajarvi (40 K.M. ten Westen van Sala) teruggeslagen, waar de gevech ten nog worden voortgezet. De bevelvoerende Russische gene raal, Stern, zou ingezien hebben, dat het onmogelijk is de stellingen nog langer te houden en het bevel tot den terug tocht hebben gegeven. Aan dit front stonden ongeveer 40.000 man Russi sche troepen. TWEE NOORSCHE SCHEPEN GETORPEDEERD. Veertien man omgekomen. Na het Nederlandsche s.s. „Arends kerk zijn opnieuw twee schepen van een neutrale koopvaardijvloot getorpe deerd. Het Noorsche s.s. „Fagerheim" trof dit lot eveneens in de Golf van Biscaye. De „Unita" van dezelfde na tionaliteit werd aan de Noordoostkust van Engeland getorpedeerd. De over levende leden dël bemanning van de „Fagerheim" zijn door het Grieksche s.s. „Iris" te Vigo aan land gezet. Men gelooft dat. veertien opvarenden omge komen zijn. Het schip, dat lf>90 ton groot is, kwam van Afrika en was on derweg naar een Engelsche haven. v^9.nJngi,nRichting GRIEKSCH SCHIP OP EEN MIJN. Vermoedelijk 14 dooden. Het Grieksche s.s. „Asteria", groot 3313 ton. is Woensdagavond, naar Reuter meldt, op de Noordzee op een mijn geloopen en gezonken. Elf over levenden en het lijk van een lid der bemanning, die uit 24 koppen bestond, zijn Donderdag in een haven aan de Britsche Oostkust aangekomen. De overlevenden hadden 15 uur in een kleine boot rondgedobberd. Men vreest dat de 12 andere opvarenden en een Engelsche loods als verloren be schouwd moeten worden. HET TORPEDEEREN VAN DE ARENDSKERK. De bemanning té Lissabon aangekomen. De kapitein van de Arendskerk heeft Woensdagavond uit Lissabon met de Vereenigde Nederlandsche Scheep vaart Maatschappij getelefoneerd en medegedeeld, dat de geheele beman ning daar ter plaatse is aangekomen. Allen bevinden zich in goeden wel stand. De Europeesche leden van de bemanning zullen zoo spoedig mogelijk per trein naar Nederland terugkeeren. De kapitein heeft, blijkens een tele gram uit Lissabon, het volgende aan Reuter verklaard: Wij waren op weg naar Kaapstad en Durban met een lading stukgoederen. Wij waren juist Quessant gepasseerd, toen wij ver voor ons uit een kleine stip aan den horizon zagen. Aanvankelijk dachten wij met .een mijnenveger te doen te hebben, maar plotseling viel er een regen van kogels rond het schip. Waaiwubsche en Lugslrutsrhe et Zuiden, zoodat het mooi* witte glazuur Uwer randen weer te voorschijn komt. Tube f0, -10 en 25 ct. IN SAMENWERKING MET AMSTERDAM lil Mi'iflTfiTlHrm "in **Stu. muf.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 1