Plaatselijke Berichten*
De Geheime Ingang
FEUILLETON
voorraden maken het mogelijk, de ben
zinedistributie ook dan slechts te zien
als een maatregel om een zoo billijk
mogelijke verdeeling van de brandstof
mogelijk te maken, zonder dat men voor
zijn behoefte te weinig krijgt.
Van benzinedistributie is voorloopig
geen sprake, wij kunnen dan ook niet
beter doen, dan u adviseeren, maar niet
te veel over die benzinedistributie te
denken. En als gij uwe gedachten toch
eens wilt laten gaan over deze bevoor
rading, denkt dan liever eens aan den
moed en de volharding van onze zee
lieden, die tienduizenden mijlen afleg
gen op de verraderlijke woelige water
vlakte. door onzen beroemden Hugo de
Groot als de ,,mare liberum de vrije
zee gekwalificeerd. H. J. P.
(Autokampioen)
NEDERLAND EN HET FINSCH-
RUSSISCHE CONFLICT.
Wetsontwerp waarbij voorgesteld
100.C00 aan het Finsche Roode
Kruis te schenken, in voorbereiding.
Op schriftelijke vragen van het lid
der Eerste Kamer, den heer van Einb-
den, betreffende het verleenen van
steun aan Finland, heeft de minister
van staat, minister van algemeene za
ken, a.i., voorzitter van den raad van
ministers, minister de Geer, geant
woord, dat een wetsontwerp, waarbij
wordt voorgesteld een bedrag van
100.000 uit 's lands kas door bemid
deling van het Nederlandsche Roode
Kruis ter beschikking te stellen van
het Finsche Roode Kruis, in voorbe
reiding is.
HET VERLEENEN VAN VERLOF
AAN NEDERLANDSCHE VRIJ
WILLIGERS VOOR FINLAND
THANS ONGEWENSCHT.
Op een schriftelijke vraag van het
lid der Tweede Kamer, den heer Van
der Goes van Naters, betreffende het
verleenen van verlof aan Nederland
sche vrijwilligers, zich in Finschen
krijgsdienst te begeven, heeft de mi
nister van algemeene zaken, a.i., voor
zitter van den raad van ministers ge
antwoord, dat de regeering het in de
bestaande tijdsomstandigheden onge-
wenscht acht te bevorderen, dat aan
Nederlanders verlof wordt verleend in
vreemden krijgsdienst te treden.
HERWAARDEERING VAN HET
GOUD VAN DE NEDERLANDSCHE
BANK.
Op den grondslag van een depreciatie
van den gulden met 18 pet.
Ingediend is een wetsontwerp om
lot een voorloopige herwaardeering
van den goudvoorraad van de Neder
landsche Bank over te gaan. De re
geering stelt voor dit te doen op basis
van 18 pet. depreciatie van den gul
den, hetgeen een bate van 221 mil-
lioen zal opleveren. Deze zal aan den
staat ten goede komen, onder aftrek
van een bedrag van ruim 29 millioen
ter vereffening van het in 1931 door
de Bank geleden pondenverlies. Voor
zoover dit bedrag het thans nog niet
geldende restant van dit verlies over
treft, wordt het aan de reserves van
de Ba.ik toegevoegd.
Tot muntstabilisatie wenscht de re
geering nog niet over te gaan. De gul
den blijft dus nog zwevende.
Het Egalisatiefonds, dat wegens den
den nog steeds geldenden prijs van
1647.50 per kg. fijn een fictief ver
lies heeft geleden, wijst, afgescheiden
Hel Egalisatieionas, aat wegens ucn nes neen geieueu, wijsi, .ugcsuiuu
verkoop van goud aan de Bank tegen van dit verlies, een batig saldo aan.
PR AE-ADVIEZEN
Ruil van Terrein bij de Ned. I/erv. Kerk.
Bij besluit van 27 Maart 1936,
goedgekeurd bij besluit der Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant van
8 April 1936, G nr. 328, werd in eigen
dom aanvaard een door de N. H. Ge
meente van Waalwijk afgestaan terrein
tusschen het N. H. kerkgebouw en den
bock Wagenstraat-Groote Straat, aan
welk terrein bij die gelegenheid de be
stemming werd gegeven van parkeerter
rein.
Nadat de ontmanteling van het kerk
gebouw een feit was geworden en de om
trekken van het gebouw, alsmede hel
vrijgekomen terrein beter konden wor
den overzien in hunne verhouding tol
de onmiddellijke omgeving, is bij de kerk
voogdij de vraag gerezen, of de bestem
ming van het afgestane terrein tot par
keer gelegenheid geen afbreuk zou doen
aan het uiterlijk aanzicht van het kerk
gebouw en de fraaiheid van het stads
beeld ter plaatse.
Nader overleg van de kerkvoogdij met
den architect en het Rijksbureau voor
de Monumentenzorg heeft thans geleid
tot een voorstel aan de gemeente, om het
hiervoor bedoeld terrein voor het groot
ste gedeelte weer ter beschikking te stel
len van de N. H. Gemeente van Waalwijk,
in ruil voor een terrein aan de Noord-
Oostzijde der kerk, langs de Wagenstraat,
welk laatste terrein alsdan voor parkeer-
gelgenheid zou kunnen worden benut.
Door deze ruiling wordt bereikt
1. dat het vooraanzicht der kerk, als
mede het plaatselijk stadsbeeld, worden
verfraaid door het afsluiten van het ter
rein door een lagen muur en liet aanbren
gen van eenig plantsoen.
2. dat in de Wagenstraat en op den
hoek Groote Straat-Wagenstraat eenige
strooken grond aan het trottoir kunnen
worden toegevoegd, waardoor ter plaat
se een betere verkecrsoplossing wordt
verkregen.
3. dat een parkeerterrein ter beschik
king der gemeente komt van grooteren
omvang dan het thans beschikbare ter
rein aan de voorzijde der kerk.
Op grond van deze overwegingen stel
len wij U voor, tot de voorgestelde rui
ling te besluiten.
Zooals uit het ter inzage liggende ont-
werp-raadsbesluit blijkt, moet de gemeen
te zich evenals dat geschiedde in uw
hierboven bedoeld besluit van 27 Maart
1936 verbinden om het verkregen ter
rein te onderhouden ten genoege van den
minister van onderwijs, kuns-ten en we
tenschappen en het nimmer te vervreem
den, te bebouwen of op andere wijze van
aanzien te veranderen dan met toestem
ming van dien minister.
Burgemeester en Wethouders;
van Waalwijk.
Hestauratie Ned. Herv. Kerk.
Reeds zeer geruimen tijd zijn door ons
onderhandelingen gevoerd met het rijk,
de provincie en het kerkbestuur der N. H.
Gemeente van Waalwijk betreffende sub-
sidieering van de restauratie en ontman
teling van de N. H. Kerk aan de Haven.
Zooals U bekend is, heeft deze restau
ratie en ontmanteling reeds voor een ge
deelte haar beslag gekregen. O.a. is het
dak gerestaureerd. Dit gedeelte van het
werk kon, in verband met den slechten
toestand van het dak, onmogelijk langer
worden uitgesteld. De ontmanteling heelt
ook reeds grootendeels plaats gehad,
doch ook hiervan laat de afwerking nog
op zich wachten.
Wij hebben er in beginsel steeds voor
gevoeld dit oude, prachtige monumenta
le gebouw, nagenoeg het eenige in onze
gemeente, dat uit stedebouwkundig oog
punt bezien, zujk een eenig mooie afslui
ting vormt van de Grootestraat in het
Westen, en anderdeels vanuit den Bui
tenpolder en vanaf de Haven zoo'n
prachtig gezicht geeft op het daargelegen
deel der gemeente, dat gebouw dat te
vens zooveel herinneringen uit de his
torie onzer plaats bewaart en levendig
houdt, voor het nageslacht te behouden.
Vandaar dat wij onze pogingen niet bij
den eersten tegenslag hebben gestaakt,
liet kerkbestuur was in zijn streven om
de restauratie en ontmanteling volledig
haar beslag Ie doen krijgen, daarbij zeer
vasthoudend. Door .de aangewende ener
gie js tenslotte een resultaat verkregen
kunnen worden, d.at voor de gemeene
aannemelijk is en dat wij tT hieronder
voorleggen.
De kosten der restauratie werden aan
vankelijk geraamd op 120.000,wel
ke kosten als volgt zouden worden ge
dragen: 50 door het rijk, 20 door de
provincie, 15 door het kerkbestuur en
15 door de gemeente. Later werd ook
de ontmanteling aan het plan toegevoegd,
waarvan de kosten 24.250,beloopen.
Hiervan heeft de gemeente 3000,ex
tra voor hare rekening genomen bij
raadsbesluit van 27 Maart 1936 voor het
aan haar in eigendom overgedragen
door die ontmanteling vrijgekomen ter
rein, dat bestemd zou worden voor par
keerterrein. Bij een later opgemaakte be
grooting werden de totale kosten met in
begrip van die van onmanteling ge
raamd op 138.000,
Hiervoor is het volgende financierings
plan opgemaakt:
Genomen wordt voor rekening van:
Het Rijk: 50% van 135000,—
138000,minus 3000,van de ge
meente is 67500,
De Provincie: 20 van 31250,is
6250,—, 15 van 82500.- is
12375,—.
Samen 18625,
De provincie draagt niet bij in de kos
ten van de ontmanteling, vandaar dat ha
re bijdrage slechs berekend wordt van
een bedrag van totaal 113750,zijnde
de totale kosten ad 138000,minus de
kosten van ontmanteling ad 24250,—.
Bovenstaande onderscheiding in subsi-
dieering naar 20 en naar 15 spruit
hieruit voort, dat de provincie bij het
nadere plan heeft te kennen gegeven, in
de toen reeds gemaakte kosten (zonder
die van ontmanteling) 20 bij te dragen
zooals voorheen was toegezegd, doch in
het nog te verwerken deel der kosten
slechts 15 [Verwerkt was toen
55.500,en nog-ie verwerken 82.500,-.
Zonder de kosten: van ontmanteling was
er verwerkt voor| 31.250,
Het Kerkbestuur: 15 van 120.000,-,
zijnde het bedrdg der oorspronkelijke
begrooting is 18000,
15 van 15.000,zijnde het be
drag waarmede .de oorspronkelijke be
grooting ad 120.000,zal overschre
den worden is 2250,
(de nieuwe begrooting is immers
138000,minus 3000,van de ge
meente als extrabijdrage. blijft
135.000,—).
Samen 20250,
De Gemeente: 15 van 120.000,
zijnde het bedrag der oorspronkelijke be
grooting is 18000,
De extra-bijdrage in de kosten van ont
manteling is 3000,
15 van 15000,zijnde het bedrag
waarmede de oorspronkelijke begrooting
zal worden overschreden (zie bij het
Kerkbestuur, is 2250,
De feestelijke herdenking van het gouden jubileum van den heer Zw.;
Treffers, als lid van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. alhier, op Vrij
dag 1.1.
Samen 23250,
Totaal 129625,—.
138000,129625,— 8375,—,
zoodat ongedekt blijft een bedrag van
8375,—.
Dit saldo spruit hieruit voort, dat de
provincie niet wenscht bij te dragen in
dien haar bijdrage in de kosten van de
ontmanteling en bovendien haar bijdrage
in de kosten van de nog uit te voeren
werken heeft verlaagd van 20 tot 15
De hierdoor ontstane nadeelige verschil
len bedragen n.l. 20 van 24250,
ontmantelingskosten minus 3000,ex
tra-bijdrage gemeente) is 4250,en
5 van 82500,is 4125,- zijnde te
zamen 8375,
Zooals boven is uiteengezet, beloopt
het aandeel der gemeente 23250,
Toen wij omtrent deze aangelegenheid
onderhandelingen voerden en het aan
deel der gemeente aan partijen voorstel
den, gingen wij uit van de gedachte, dat
de gemeene voor haar aandeel een lee
ning zou kunnen sluiten tegen een rente
voet van 3,5 zoodat de leening op
gezet als 40-jarige annuïteitsleening
deze voor aflossing en rente een jaarlijk-
sche annuïteit zou vragen van 1088,74.
Momenteel is de rentevoet hooger.
Het Werkfonds (thans Rijksdienst voor
Werkverruiming) is evenwel bereid een
maximum-voorschot te verleenen van
29750,tegen een rente van 2,5
af te lossen in annuïteiten in 40 jaren,
annuïteitspercentage 3,984. Bij dit annu-
ïteits-percentage bedraagt de jaarlijksche
annuïteit van 27300,1087,63, welk
bedrag nagenoeg gelijk is aan de annu
ïteit, hierboven genoemd voor een 3,5
leening ad 23.250,en van welk kos-
tenbedrag bij de onderhandelingen steeds
is uitgegaan. Wij stellen ons daarom op
het standpunt, dat de gemeente, om tege
moet te komen aan de blijkbaar onover
komelijke moeilijkheid, die er bestaat om
het ongedekte tekort ad 8375,te dek
ken, hare bijdrage verhoogt tot 27.300,-,
zijnde 4.050,hooger dan haar boven
genoemd aandeel.
Zoodoende blijft dan nog te dekken
een bedrag van 8375 minus 4050,--
is 4.325,Er is een comité', dat de
noodige middelen voor dit tekort bijeen
gebracht heeft, zoodat het plan tot alge-
lieele restauratie en ontmanteling bij aan
vaarding van bovenbeschreven financi-
eele opzet kan doorgaan.
Wij stellen U daarom voor:
le. Onder handhaving van de vroe
ger genomen besluiten tot verleening
van een subsidie ad 15 van
120.000,— (zijnde 18000,—) en van
een extra-subsidie ad 3000,in de
kosten van ontmanteling te besluiten tot
het verleenen van een nieuwe bijdrage
ad 6.300,— in het bedrag, waarmede
de oorspronkelijke begrooting ad
120.000,— zal worden overschreden,
zoodat het gemeentesubsidie alsdan in
totaal zal bedragen 27.300,een en
ander onder voorwaarde, dat rijk, pror
vincie en kerkbestuur hunne bovenom
schreven toezegging gestand doen en
ook het bedoelde comité zijn aandeel bij
draagt, voorts onder voorwaarde, dat het
bedrag van 27300,als voorschot on
der bovenomschreven voorwaarden (ren
tevoet 2,5 aflosing in 40 jaren in an-
nuïteitsvorm) door de Rijkscommissie
voor Werkverruiming voor de gemeente
beschikbaar wordt gesteld;
2e. Aan te gaan met den Staat dei-
Nederlanden een geldleening, groot in
maximum 27.300,tegen een rente
voet van 2,5 per jaar, af te lossen met
40 jaarlijksche annuïteiten en verder ou
de voorwaarden van het ter inzage lig
gende ontwerp-besluit;
3e. De gemeente-begrooting van 1940
le zijner tijd dienovereenkomstig le wij
zigen.
Burgemeester en Wethouders
van Waalwijk.
SCHITTEREND GESLAAGDE UIT
VOERING VAN DE R.K.W.V,
Meneer Klaproos" een succes.
Zondagavond gaf de R.K. Werklie-
denvereeniging door middel van haar
tooneelvereeniging „D.V.S.V." 'n schit
terend geslaagde uitvoering voor hare
leden.
De zaal was geheel en al bezet en
gezien het minder aangename weer,
mag dit als een prestatie gelden van
den eersten rang. Het bewijst dat de
leden weten dat een uitvoering van
„D.V.S.V." de moeite waard is.
De voorzitter van de R.K.W.V., de
heer Fr. C. Smolders, opende deze bij
eenkomst met den christelijken groet,
dankte voor de goede opkomst, wensch-
te allen nog een voorspoedig en zalig
1940 en een gezelligen avond van ge
paste ontspanning.
Dan komt „D.V.S.V." op de planken
met het fraaie blijspel in drie bedrij
ven van Gerard Nielen;
„Meneer Klaproos".
Bij den aanvang blijkt al spoedig
dat onder de kundige regie van Jac. M.
Didden hard is gestudeerd. De spelers
zitten goed in hun rol en hoewel de
allereerste indruk al goed was en ge
tuigde van nauwgezette studie, too-
neelvaardigheid en spelers-capacitei-
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch door
JOHN FINNEMORE.
Nadruk Verboden.
34)
Dick heeft me niet eens herkend,
lachte hij. En ik ben toch heusch wei
nig veranderd.
Zoo, je bent het dan toch, zei la
dy Anne bitter. Je bent op stuk van
zaken niet dood. We hebben ons blij
gemaakt met een illusie.
U bent niet erg complimenteus,
lieve lady Anne, protesteerde Levinge
opgewekt. Maar ik ben wis en zeker
n,iet dood en ik heb voorloopig ook
geen plan om dit ondermaansche te
verlaten als ik er wat aan doen kan!
Wat zoek je hier? viel kolonel
Blount in, kortaf, bijtend, met een stem
vol woede en minachting.
Wat ik zoek? Geld, kolonel; geld,
antwoordde Levinge; ik hen absoluut
en volkomen blut.
Wat belet ons je aan den detec
tive over te leveren, die achter je aan
zit? vroeg de oudere man geprikkeld.
O. is die kerel bij u geweest?
klok Levinge's lachende wedervraag.
Ik ontglipte hem netjes! En wat u
belet mij aan hem over te leveren? Wel,
daar zijn verschillende redenen voor:
maar de voornaamste is wel, dat u er
eenvoudig niet aan denkt het te doen.
Als het alleen om mijzelf ging zou de
verleiding u misschien te sterk kun
nen worden. Maar daar hoef ik nu
niet bang voor te zijn. Ik heb een troef
kaart een pracht van een troef
kaart! Ik ben de man van Margaret.
De uitdagende zelfverzekerdheid van
zijn toon was onverdragelijk. En het
ergste was dat hij de waarheid sprak
Zijn vrouw was een veilig schild voor
hem, een borstwering waarachter hij
onkwetsbaar kon wegschuilen, en dat
wist hij. Zijn laatste woorden gingen
door Richard's hart als een dolksteek.
Deze schurk was Margaret's echtge
noot daar was niets aan te veran
deren! Een vervalscher, een dief, met
een totaal gemis aan het meest ele
mentaire schaamtegevoel en aan een,
aan het ongelooflijke grenzende, bru
taliteit. Margaret was aan hem gebon
den en niets van wat hij misdreven
had, kon dienen om dien band los te
maken.
Levinge's woorden troffen ook ko
lonel Blount als een zweepslag. Hij
bleef zwijgzaam, op zijn wangen en in
zijn oogen brandde de toorn, maar zijn
lippen sloten zich vast bij de priemen
de opmerking, die helaas voor geen
tegenspraak vatbaar was.
Lady Anne liet alleen een diepen
zucht hooren en liep naar de deur. Ze
opende die en keek langs de galerij.
Er is daar niemand, zei ze, en ge
lukkig hebb enwe geen gasten. Breng
hem naar mijn zitkamer. We moeten
overwegen wat ons te doen staat.
Een oogenblik later waren alle vier
weer in lady Anne's zitkamer vereen-
nigd, een plaatsje waar geen bediende
het ooit zou wagen zich ongeroepen te
vertoonen. Lady Anne zat in haar ei
gen stoel, de kolonel naast haar, zijn
arm op een hoek van den schoorsteen
mantel. Levinge ging op een sofa zit
ten, terwijl Richard dicht bij de deur
bleef staan.
Ik weet niet wat we doen moeten,
mompelde de kolonel, half voor zich
heen.
De zaak is verbijsterend eenvou
dig, verklaarde Levinge koel. Zorg dat
ik het geld krijg, dat ik vermoed dat
Margaret voor mij klaar heeft liggen
en ik zal onmiddellijk verdwijnen. Ik
ben even weinig verlangend om hier
te blijven, als jullie om mij hier te hou
den.
Margaret! riep lady Anne. Weet
Margaret dat jij nog leeft, dat je in de
omgeving bent?
Niemand weet het beter dan zij,
lichtte Levinge hen in. Ik wacht hier
in de buurt op het geld, dat zij mij be
loofde te zullen bezorgen.
Er viel een lange, haast tastbare stil
te in het vertrek. Het was lady Anne
die deze eindelijk verbrak.
Die geschiedenis was waar, zei ze
langzaam en hoofdschuddend, die ge
schiedenis was waar.
Levinge keek nieuwsgierig van den
een naar den ander. Hij alleen begreep
lady Anne's woorden niet, die de an
deren volkomen duidelijk waren.
Toch was Dick in zijn recht,
bracht kolonel Blount zacht in het
midden, wat Dick deed was absoluut
juist. Die man was door en door een
ploert.
Zeker, Dick had gelijk, stemde
lady Anne in. Het was niet meer dan
zijn verdiende loon.
Toen zij zweeg, klikte de deurknop.
Ze keken allen op en zagen Margaret
voor wie hier nooit belet was de
kamer inkomen. Het eerste oogenblik
merkte ze Levinge niet op. De sofa,
waar hij op zat was gedeeltelijk ver
borgen door een scherm. Zij kwam ver
der de kamer in haar gezicht was
bleek en zorgelijk, want zij voelde dat
deze bijeenkomst in verband moest
shaan met het mysterie dat om het
huis hing. Opeens werd ze overweldigd
door een gevoel van rampzaligheid.
dat haar de keel haast toesnoerde. Zei
had het hoofd iets omgewend en
daar zat haar man!
Lady Anne was uit haar stoel opge
sprongen, zoodra Margaret binnenge
komen was en stond in een oogwenk
naast haar.
Mijn kind, mijn arme kind, fluis
terde ze meewarig.
Hallo Maggie, begroette haar on
verstoorbare echtgenoot haar. Ik hoop
dat je het geld klaar hebt.
Margaret werd krijtwit. Ze wankel
de en zou gevallen zijn als lady Anne
haar niet in haar sterke beschermende
armen had opgevangen. De last van
schaamte, dien Levinge langs zijn kou
de kleeren liet glijden, scheen met dub
bele kracht neer te komen op de on
gelukkige jonge vrouw, die zijn naam
droeg. Ze keerde zich om en verborg
haar gezicht tegen lady Anne's schou
der.
Kom maar mee, zei de oudere da
me vriendelijk en troostend, en leidde
haar de kamer uit.
Levinge draaide zijn oogen van den
eenen naar den anderen man, die bei
den bij hem achter gebleven waren;
maar geen van beiden keek naar hem.
Ze staarden strak naar den grond. Het
was hun eenvoudig onmogelijk om
naar hem te kijken; ze waren ziek van
zijn aanwezigheid. Het gezicht van den
kolonel stond stroef en grimmig; dat
van Richard een vertrokken masker
met vlammende oogen.
Wel, kwam ten laatste kolonel
Blount's stem, heesch en moeilijk, we
moeten het een of ander met dien vent
doen. Maar wat?
Dat heb ik al gezegd, bromde Le
vinge. Geef mij het geld en ik ga er di
rect van door.
Om meteen in de handen van de
politie te vallen, vulde de kolonel
droog aan. Er is een cordon om Spring-
meads getrokken, en je signalement is
in handen van iederen veldwachter in
de buurt.
Levinge stiet een kwaadaardigen
vloek uit.
En als ik mijn baard afscheer,
grauwde hij, zie ik er weer uit ais
vroeger, dus dan kom ik van den re
gen in den drop. Neen, kolonel, er zit
niets anders op dan dat u me een poos
je zult moeten verbergen, tot de storm
wat geluwd is.
XXIX.
Toen inspecteur Withers den in
wendigen mensche versterkt had met
een maaltijd, waarvan de kwaliteit en
de kwantiteit alleszins geëxcuteerd
werden door de emoties en de inspan
ning, benevens het lange vasten die er
aan voorafgegaan waren gegaan, richt
te hij zijn schreden naar een boeren
huisje, aan welks uitgepleisterden
gevel een bord met het opschrift „Po-
litie-post" prijkte. Hier trof hij Nay-
lor, die bij het vuur een pijp zat te
rooken, alleen.
De veldwachter sprong dadelijk
overeind en bood zijn bezoekers een
stoel aan. Hij verkeerde nog in een
zeer boetvaardige stemming, want hij
koesterde de hoop het nog eens ver te
brengen bij de politie en was zich ten
volle bewust van het feit, dat hij zich
dien middag niet bepaald onderschei
den had. Het optreden van inspecteur
Withers verried echter niets van den
tegenslag, dien hij door Naylor's toe
doen had gehad. Hij hield er rekening
mee dat hij 's mans hulp spoedig weer
noodig kon hebben en het verschil in
waarde tusschen met plezier en tegen
heug en meug verrichtte diensten, ken
de hij maar al te goed.
ders gaat.
(Wordt vervolgd).
i