BINNENLANDSCH NIEUWS
UIT DË LANSSTRAAT
EN OMGEVING
FEUILLETON
OE BROEDERS.
NIEUWKIU.
wapende Bulgaren raids in dit gebied
ondernomen, welke vaak eindigden
mei nachtelijke vuurgevechten en met
dooden aan beide zijden. Nadat de Roe-
ineensche regeering het struikgewas
langs de grens had laten weghakken,
waren deze voorvallen minder talrijk
geworden. Maar de komitadji's hadden
gezworen hun aanvallen niet te staken
voor het betreffende gebied weer Bul-
gaarsch geworden zou zijn.
DE EVACUATIE.
Huisvesting en verzorging
der bevolking.
III.
Een van de eerste dingen, die, toen
einde Augustus van het vorige jaar de
internationale toestand zich toespitste,
onder de oogen moest worden gezien,
was de mogelijkheid van een eventu-
_eele evacuatie van een aanzienlijk deel
der""burgerbevolking.
Reeds spoedig na de mobilisatie is 't
vraagstuk aangepakt en is men tot een
organisatie gekomen. De evacuatie is
een onderwerp, waarbij burgerlijk en
militair gezag elkaar moeten vinden.
In onze Nederlandsche evacuatiere
geling komt dit op verschillende wijzen
i.ot uiting. Allereerst reeds hierin, dat
de regeling is vastgesteld door den mi
nister van Defensie, doch met instem
ming van den minister van Binnen-
iandsche Zaken. Duidelijker blijkt dit
nog uit de organisatie van de evacua
tie.
Taak der burgemeesters.
De eigenlijke ontruiming geschiedt
volgens de aanwijzingen van het mili
tair gezag. Zij wordt echter voorbereid
en zoo noodig geëffectueerd door de
burgemeesters der te ontruimen ge
meenten.
De zorg voor het vervoer berust bij
den militairen etappen- en verkeers
dienst (D.E.V.), echter met bijstand in
bepaalde gevallen van de burgemees
ters der- in en uitlaadstations en van de
provinciale voedselcommissarissen.
De derde phase de huis
vesting en verzorging van de be
volking in de vluchtoorden is voor
de burgerbevolking de meest belang
rijke, ook al omdat zij van meer 1 mg-
dungen aard is. Daarom overweegt in
dit stadium het burgerlijk gezag, maar
toch ook hier weer in voortdurende sa
menwerking met de militaire autoritei-
en.
Zoo stelt de regeering de vluchtoor
den vast, maar op voorstel van den op
perbevelhebber. De ratio van deze ver-
decling van bevoegdheden ligt voor de
hand. De keuze van de vluchtoorden
moet zoo zijn, dat zij strategisch ver
antwoord is. De beoordeeling daarvan
komt uiteraard toe aan de hoogste mi
litaire instantie, den opperbevelhebber.
Algemeene leiding.
De algemeene leiding gedurende de
derde phase berust bij de commissie
burgerbevolking, ingesteld door de mi
nisters van Binnenlandsche Zaken en
Defensie, doch die ressorteert onder
Binnenlandsche Zaken. Voorzitter van
deze commissie is mr. H. W. J. Mulder,
raadadviseur, chef der afdeeling bin
nenlandsche Zaken.
Bij de samenstelling van de centrale
evacuatie-commissie is er naar gestreefd
althans de meest primaire van deze be
langen alle in de commissie de hun toe
komende plaats te geven. Naast repre
sentanten van de ministers van Binnen
landsche zaken en van Defensie en van
den opperbevelhebber, hebben in de
commissie zitting vertegenwoordigers
van het militaire vervoerswezen, van
het Roode Kruis, benevens deskundi
gen op het gebied van de volkshuisves
ting en de voedselvoorziening. Met de
verzorging van de overige belangen
zijn verschillende subcommissies belast.
Zeer belangrijk werk heeft de sub
commissie .Volksgezondheid" onder
leiding van den directeur-generaal van
de volksgezondheid, wier taak o.m. om
vat een evacuatie-plan voor de talrijke
in het te ontruimen gebied gelegen ge
stichten en van een regeling voor het
vervoer der thuisliggende zieken. Ook
de voorziening in voldoende zieken
huisruimte in de vluchtoorden is een
onderwerp. dat deze subcommissie re
gardeert.
Van niet minder beteekenis is de
subcommissie registratie onder leiding
van het hoofd der inspectie van de be
volkingsregisters. den heer J. L. Lentz.
Ambtelijk Bureau.
Het is duidelijk, dat de veelal reeds
uit anderen hoofde zwaar belaste leden
der centrale evacuatie-commissie en
van hare subcommissie den omvangrij
ken arbeid, aan de voorbereiding der
evacuatie verbonden, alleen niet aan
kunnen. Daarom heeft de regering
aan de commissie een Ambtelijk Bu
reau toegevoegd onder leiding van den
heer Götz, oud-hoofd van de Staats
spoorwegen in Ned.-Indië. Het is een
gelukkige omstandigheid, dat dit bu
reau het bureau Afvoer Burgerbe
volking doordat het nu reeds de ver
schillende plannen bewerkt en uit
werkt, zich volledig kan instellen op de
omvangrijke taak van centraal evacua
tiekantoor, welke het bij een eventueele
evacuatie zal hebben te verrichten.
De commissie burgerbevolking is
volgens de haar verleende opdrachten
belast met de algemeene voorbereidin
gen, mocht het ernst worden, met de
algemeene leiding van de huisvesting
en verzorging van de geëvacueerde
bevolking in de vluchtoorden. Daar
naast zijn echter ook uitvoeringsorga
nen noodig.
Regionale commissarissen.
Daarom zijn aan de commissie een
aantal regionale commissarissen toege
voegd.
De onmiddellijke zorg voor de huis
vesting en verzorging der geëvacueer-
den berust bij de burgemeesters der
vluchtoordgemeenten.
Een maatregel, welke zeer ten goede
kan komen aan een efficiënte uitvoe
ring van hetgeen in de vluchtoorden is
en wordt voorbereid, is het contact, dat
de commissarissen afvoer burgerbevol
king sinds de toestandkoming van de
gewijzigde evacuatieplannen op ver
zoek der commissie hebben gelegd tus-
schen de burgemeesters der te evacu-
eeren gemeente en die der vluchtoor
den. Het is van groote beteekenis, dat
de burgemeesters der vluchtoordge
meenten en hunne medewerkers reeds
nu zoo veel mogelijk van tal van bij
zonderheden op de hoogte komen van
de bevolking, die hun wacht.
Sedert begin September is met kracht
aan de voorbereiding der evacuatie ge
werkt, vaak onder hoogen druk. Ge
lukkig is de bevolking geleidelijk aan
deze voorbereidingsmaatregelen ge
woon geraakt. Men weet nu lanzamer-
hand wel, dat dat onderwerp deel uit
maakt van de talrijke voorzieningen,
welke voorbereid moeten worden om
paraat te zijn, als het ergste mocht ge
beuren. Integendeel zal het velen een
geruststelling zijn, dat in geval van
nood door bevoegde personen hun ver
zorging zoo goed mogelijk is voorbe
reid. Hsgzn.
NEDERLANDSCHE AMBULANCE
NAAR FINLAND.
De heer Meihuizen aangewezen leider.
I)c ambulance-commissie van het
Nederlandsche Roode Kruis heeft,
daartoe gemachtigd door hel dagc-
lijksch bestuur, in haar vergadering
van Zaterdag 2 Maart benoemd tot lei
der van de ambulance naar Finland
den heer F. H. Meihuizen, arts te Rot
terdam, die deze benoeming heeft aan
vaard.
IR. J. C. M. ASSELBERGS
ONDERSCHEIDEN.
In de plechtige bijeenkomst in de
Ridderzaal te Den Haag, bij gelegen
heid van de herdenking van het vijftig
jarig bestaan der Arbeidsinspectie,
heeft de minister van Sociale Zaken
dr. J. v. d. Tempel mededeeling gedaan
van de benoeming van ir. J. C. M. As-
selbergs, hoofdinspecteur van den Ar
beid, te Breda tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
STOP OP MILITAIRE SOMMATIE!
Waarschuwing aan automobilisten.
De K.N.A.C. waarschuwt automobi
listen voor de gevaren, welke zijn ver
bonden aan het niet direct gevolg ge
ven aan het stoptceken van militaire
wachten. Aangezien verwacht mag
worden, dat onder de tegenwoordige
omstandigheden bijzonder gelet zal
worden op automobilisten, vooral
's avonds èn in den nacht, houde men
ernstig rekening met de mogelijkheid,
dal bij niet direct stoppen de militai
ren gebruik zullen maken van hun
recht op schieten. Men lette dus ter
dege op.
VASTE VOORSCHOTTEN.
Een nieuwe vorm van crediet-
voorziening ten behoeve van
den middenstand.
Tot nog toe bestond voor het mid
denstandsbankwezen niet de mogelijk
heid om aan middenstanders credieten
te verleenen met een looptijd van bijv.
vijf of tien jaren, dus credieten op lan
gen termijn.
De banken werken met gelden, welke
voor het overgroote deel zonder of met
een betrekkelijk korten termijn van
opzegging kunnen worden opgevraagd;
dit is ook bij de Nederlandsche Mid-
denstandsbank hel geval. Indien men
dit „korte" geld zou gaan bevriezen
door het vast te leggen in „lange" cre
dieten, zou de bank niet aan eventueele
belangrijke opvragingen kunnen vol
doen en dus vastloopen. Bij de crediel-
verleening diende de bank zich tot nog
toe dus te beperken tot de z.g. han
dels- en bcdrijfscredieten, welke slechts
kunnen dienen tot financiering van
voorraden en/of uitstaande vorderin
gen en welke desgewenscht onmiddel
lijk door de bank kunnen worden op-
geëischt.
Tal van middenstanders hebben
echter behoefte aan crediet met lan
gen looptijd, waarvan behoudens
zeer bijzondere omstandigheden al-
geheele terugbetaling binnen een be
paalde periode niet kan worden gevor
derd. Dergelijk crediet kan dan wor
den aangewend voor andere doeleinden
dan financiering van voorraden en/of
vorderingen; het z.g. vaste actief (on
roerend goed en verbouwing daarvan,
inventaris, machines e.d.) kan er mede
worden gefinancierd.
Dank zij een nieuwe Regeerings-
maatregel is de Nederlandsche Midden-
standsbank thans in de gelegenheid ge-
sield lang-loopende credieten, z.g. vas-
I te voorschotten te gaan verleenen. Bij
de begrooting voor 1940. welke korte
lings door de Eerste Kamer werd goed
gekeurd, is n.l. een regeling getroffen,
krachtens welke de Bank de in vaste
voorschotten gestoken gelden zoo noo
dig vlottend kan maken, waardoor het
banktechnische bezwaar van financie
ring van lange credieten met korte gel-
i den is opgeheven.
Ter vermijding van mogelijk mis
verstand zij allereerst opgemerkt, dat
de Bank de vaste voorschotten ver
strekt voor eigen rekening en risico.
Bij de verleening van Bijzondere cre
dieten komen onverhoopte verliezen
voor rekening van den Staat; ten op
zichte van de vaste voorschotten heeft
de Staat de liquiditeit gewaarborgd,
maar eventueele verliezen komen ten
laste van de Bank. Dit beteekent, dat
voor de vaste voorschotten dus een
zekerheid dient te worden gesteld zoo
als voor normale credietverleening
geldt. De Staat verleent hier opnieuw
een zeer te waardeeren medewerking
ten behoeve van het middenslandscre-
diet, doch men mag de verleening van
vaste voorschotten niet beschouwen
als een credietvoorziening ten behoe
ve van in meer of minder ernstige
moeilijkheden verkeerende midden
standers. Ter voorkoming van teleur
stelling dient dit duidelijk te worden
gezegd.
De vaste voorschotten worden ver
leend met een maximum-leeftijd van
tien jaren; ook kortere looptijden zijn
dus mogelijk. Er dient periodiek op te
worden afgelost. Het is echter niet al
tijd noodzakelijk, dat een crediet, het
welk bijv. voor een termijn van vijf
jaren verleend wordt, in die vijf jaren
door periodieke aflossingen geheel
wordt terugbetaald; het restant moet
dan behoudens verlenging aan
het einde van den termijn in eens wor
den afgelost.
Buiten de mogelijkheid van verlee
ning van vaste Voorschotten vallen de
ambachtspatroons en klein-industri-
eelen, die een crediet op langeren ter- J
mijn behoeven voor het aanschaffen
van machines en werktuigen en voor
het verbeteren van hun technisch ou
tillage in het algemeen, daar voor deze
categorie het z.g. Wcrktuigencrediet is
bestemd. Een ambachtspatroon of
klein-industrieel kan dus wel een vast
voorschot krijgen bijv. voor de ver
bouwing van werkplaats of fabriek.
Aanvragen voor vaste voorschotten
kunnen worden ingediend bij de kan
toren van de Nederlandsche Midden-
standsbank, waar men alle gewensch-
te inlichtingen kan verkrijgen.
Het is gewenscht, nu er tal van
„soorten" van middenstandscrediet zijn
ontstaan, een beknopte opsomming te
geven van de thans bestaande moge
lijkheden
a. het normale handels- en bedrijfs-
crediet
diet;
b. de vaste voorschotten, waaromtrent
hierboven het een en ander is ver
meld;
c. de bijzondere credietverleening ten
behoeve van middenstanders, die
tengevolge van de in hun branche
heerschende omstandigheden in li-
quiditeits - moeilijkheden zijn ge
raakt, maar overigens een volwaar
dig bedrijf hebben;
d. het werktuigencrediet ten behoeve
van ambachtspatroons en klein-in-
dustrieelen, die crediet op langeren
termijn noodig hebben voor het aan
schaffen van machines e.d. en/of
ter verbetering van hun technische
outillage in het algemeen.
De onder a. en b. vermelde credieten
worden verstrekt voor rekening en ri
sico van de bank; bij de onder c. en d
vermelde credieten komen de verliezen
ten laste van den Staat.
Ten behoeve van den kleinen mid
denstand zijn verder nog de Borgstel
lingsfondsen opgericht, door wie be
middeling credieten tot een maximum
van 500.verstrekt kunnen worden
aan in moeilijkheden verkeerende klei
ne zakenbedrijven.
Door deze verschillende mogelijk
heden is hans een sluitend geheel ver
kregen, waardoor een zoo goed moge
lijke credietvoorziening van den mid
denstand wordt gewaarborgd. Dit be
teekent natuurlijk niet, dat aan de cre-
dietbehoefte van iederen middenstan
der kan worden tegemoet gekomen; el
ke credietverleening - hetzij deze voor
risico van de bank, hetzij deze voor
risico van den Staat geschiedt is aan
bepaalde normen gebonden en niet alle
crcdiet-aanvragen vallen binnen het
kader van deze normen. Hoewel dus
niet te bevredigen credictvraag zal blij
ven bestaan, is, mede of liever voor
al door maatregelen van de Regee
ring, een complex van credietmogclijk-
heden geschapen, hetwelk de midden-
standscredietvoorziening in Nederland
gunstig doet afsteken bij die in de
meeste andere landen.
SIGAREN MOGEN NIET VERHOOGD
WORDEN.
De sigarenfabrikanten hebben in
overleg met de regeering besloten, niet
dan in uiterste noodzaak over te gaan
tot verhooging der sïgarenprijzen. Door
vereenvoudiging van modellen en ver
pakking zal men trachten, in het bij
zonder voor de goedkoope sigaren-
sobrten, prijsstijging te voorkomen of
althans zooveel mogelijk te beperken.
Vijfjarig jongetje redt zijn drie
jarig speelmakkertje van een
wissen dood.
Zondagmorgen om ongeveer 11
uur miste de familie J.van Liempde-
van Wijk haar drie-jarig zoontje
Fransje. Na een uur zoeken in de
buurt, dat echter geen resultaat op
leverde, werd met hulp der buurt
bewoners een uitgebreid zoeken
ingesteld. Ook hiermee had men
weinig succes, wat de ongerustheid
der ouders begrijpelijk deed toe
nemen. Toen plotseling om ongeveer
2 uur een bewoner van 't hoog, van
de Water met den kleinen in zijn
armen kwam aandragen. Wat was
n.l. het geval. Met zijn 7 en 5 jarige
vriendjes v. B, en v. S. was de kleine
des morgens naar familie op stap
gegaan. Op een kwartieralstand van
hun woning waren ze langs den
breeden spoorloot aan 't spelen ge
raakt. Plotseling is het drie-jarig
zoontje van van Liempde voorover
in den sloot gevallen waarbij hij
geheel onderdook. Zijn oudste mak
ker zetten het op een loopen doch
het 5-jarig jongetje van Son bleef
en heeft het klaargespeeld het ventje
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
door
RAYMOND PARSONS.
Nadruk Verboden.
2)
Hallon beet zich op de lij), terwijl
Dorothy haar schouders weer ophaal
de. Willy Minter had er al twee of drie
keer op gezinspeeld, dat Sir John Miss
Clair tot vrouw wilde hebben en dat
de verarmde vader cr niet afkeerig
van was. Zij bracht het gesprek han
dig op een nder onderwerp. Als
Richard Newby uiterlijk en innerlijk
zijn broer's tweede ik is, hoe komt *1
dan, :L hij geen fortuin heeft ge
maald? Hij had zijn broer's compag
non en niet zijn ondergeschikte moe
ten zijn.
Richard is de dubbelganger van
Newby, behalve wat hersens aangaat,
zei Clair kortaf.
Dan mist bij het beste deel, zei
Willy lachend, en niemand sprak de
ze gegronde opmerking tegen.
Mr. Clair deed nog een paar gissin
gen naar de oorzaak, die Sir John
Newby van zijn gastvrij dak'weghield
en toen gaf Lady Panwin het teeken
om naar de salon te gaan. Rilly en
Hallon waren gedwongen achter te
blijven en van de heel slechte port te
genieten op, zooals hun gastheer het
noemde, ouderwetsche manier. Ze
zouden heel wat liever met de meis
jes den beschaduwden tuin zijn inge
wandeld.
Dus gingen Dorothy en haar beste
vriendin daar alleen naar toe. Lady
Penwin deed ëen dutje in de salon,
misschien om bet gezegde dat „slaap
even goed is als een maaltijd" te illus-
treeren en Dorothy greep Willy's arm
krampachtig vast.
Willy, heb je het? vroeg ze zacht
jes, terwijl ze naar de deur liep.
Vertrouw maar op mij, hoor! was
Miss Minter's antwoord en zij liep
naar de hall, waar haar mantel op een
stoel lag.
Toen zij in den tuin waren, renden
de twee meisjes naar een afgelegen
tuinhuisje vanwaar ze de ramen
van de eetkamer in het oog konden
houden en Willy haalde een pakje te
voorschijn, waarin brood en kaas, een
stuk heerlijke zelfgemaakte cake en 'n
flesch wijn zat. Ze verdeelde alles tus-
schen Dorothy en zichzelf en toen be
gonnen ze hun diner nog eens dunne
tjes over te doen.
Als jij er niet was, Willy, zei Do
rothy, zou ik van honger omkomen.
Waarom vraag je ze niet voor
betere maaltijden te zorgen?, vroeg
Miss Minter etend.
Dat geeft niets. Tante heeft inaar
honderd pond per jaar en vader maar
driehonderd. Ze zeggen dat ze niet
rond kunnen komen met zoo'n inko
men.
Dan moeten ze maar groenten
gaan verbouwen vond Willy lachend;
maar heusch, Dolly, het zou heel
wat beter zijn wat van dat zilver te
verkoopen en wat beter te eten. Ik
sterf bijna van honger!
Ik ook. Wat een zalige kaas is
dat! Een glas wijn! O, lieve, beste
Willy, daar ga je, op je gezondheid!
Waar dient het voor, ging ze voort,
toen het glas leeg was, om op een
vodje van een menu te schrijven „Po-
tage de mouton a l'Ecossaisc", als het
alleen maar Schotsche soep is?
Willy rilde en veegde de kruimels
van haar knieën. Beleedig Schotsche
soep niet, Dolly. Wat we kregen was
water! Als ik denk aan Julia's soep
Julia was de huishoudster, sterk
en warm en
Schei uit! Schei uit! Dorothy
barstte bijna in tranen uit. Je maakt
dat ik weer honger krijg. Lieve help!
Ik zal per slot van rekening toch met
hem moeten trouwen!
Trouwen? Met wie?, vroeg Wil-
helmina, terwijl ze haar beenen over
elkaar sloeg en een sigaret aanstak.
O ja, je bedoelt met dien akeligen
Newby. Ik dacht al, dat Mr. Clair dat
bedoelde aan het diner.
Het is natuurlijk bespottelijk, zei
Dorothy, terwijl ze peinzend keek hoe
Willy van een Nestor genoot ze
rookte zelf niet. Hij is oud en dik
en leelijk en ik hond niet van hem.
Welk meisje zou het wel doen? Een
oude man met een rood gezicht. Maar
hij is rijk en goedhartig en ik moet
toch heusch zien op de een of andere
manier aan goed eten te komen.
Trouw dan met Perci Hallon, zei
Willy direct. Hij houdt van je en
dat weet je ook. O jawel: je mag net
zoo leelijk kijken als je wilt, jongejuf
frouw, maar je weet het best. En jij
houdt van hem dat weet ik zeker.
Waartoe dient het leugens te vertellen,
jou klein nest?
Ik hen geen nest en ik heen heele-
maal niet van plan leugens te vertel
len, zei Dorothy hooghartig.
Reken het dan.
Wat moet ik bekennen?
Dat hijhij is
Dat doe ik. Hij is Percy.
Ohf! Ben je al zoover, dat
je hem hij zijn voornaam noemt?
Nee, dat ben ik niet. Pas op, Wil-
helmina Minter. Hij weet niet, dal ik...
Dat jij.met hem trouwen wilt om
goed eten te krijgen?, eindigde Willy
luchtig.
Ajakkes! Dorothy keek veront
waardigd. Er is niets romantisch
in jou
Er is immers al romantiek ge
noeg in dezen tuin, zei Willy, terwijl
ze naar den rustigen, lommerrijken
lusthof keek.
Hoe weet je dat hij van me houdt?
vroeg Dorothy.
Omdat hij zei enfin, 't doet er
ook niet toe.
Jawel, 't doet er wel toe! Hij zei...
Willy, wat zei hij?
Dat moet hij je zelf maar uitleg
gen, als hij hier komt.
Willy, vroeg ze in ademlooze op
winding, is hij van plan me te vra
gen?
Ja. Maar hij twijfelt er erg aan
of je hem zult aannemen.
Daar heeft hij geen ongelijk in.
«ei Dorothy treurig. Hij is niet rijk.
Wat ben jij toch hebzuchtig. Hij
heeft wat geld van zich zelf en hij
heeft een autozaak, die de toekomst
heeft. En dan, hij is knap, hij is van
goede familie en hij heeft een goede
opvoeding gehad. Wat Sir John Ncw-
bv betreft
Die beteekent niets voor mij.
Maar vader heeft geld noodig en ik
heb genoeg van arm zijn. Als het niet
om het geld was, zou zoo'n trotsch
nan als vader me nooit met een mil
jonair van mindere geboorte willen
laten trouwen, hoe aardig hij ook was.
HmMisschien niet.
Ren je van plan je vader of je
hart te gehoorzamen?
(Wordt vervolgd).