Gemeenteraad Drunen.
FEUILLETON
DE BROEDERS
ue Duitschers bezet is.
liet lort Christiansand heeft even
eens aan Duitsche aanvallen blootge
staan. up de stad is een luchtaanval
ondernomen. Te Eggersund zijn ook
uuiiscne tropen aan land gezel.
Ook Stavanger is door de Duit-
scliers, evenals Narvik, de zee- en uit-
voerbaven van het Zweedsche ijzer
erts, bezet.
Op alle plaatsen hebben de Noor-
sclie manschappen zich tegen deze in
vasie ernstig verzet.
OSLO ONTRUIMD.
Dinsdagmorgen is reeds met de eva
cuatie van Oslo begonnen en thans
zijn bijna alle inwoners geëvacueerd.
NOORSCHE REGEERING VERLAAT
OSLO.
De Noorsche regeering heeft Oslo
verlaten om zich te Hamar, verder in
het binnenland, te installeeren.
Zij heeft verklaard dat Noorwegen
zich in oorlog acht met Duitschland.
Vóór zijn vertrek naar Hamar heeft
de minister van buitenlandsche zaken
Koht gezegd, dat hij des nachts om 5
uur den Duitschen ambassadeur te
Oslo had ontvangen, die Noorwegen
schriftelijk en mondeling had uitge-
noodigd zich niet tegen de Duitsche
bezetting te verzetten.
De Duitsche gezant voegde hieraan
toe, dat hij het voor Noorwegen van
het grootste belang achtte zich onder
militair bestuur van Duitschland te
plaatsen.
De Noorsche regeering heeft den ge-
heelen nacht vergaderd om dit punt te
bespreken. Na afloop der bijeenkomst
verklaarde de regeering aan de Duit
sche eischen niet te kunnen voldoen,
daar zij deze in strijd achtte met de
Noorsche souvereiniteit.
uc Noorsche minister van buiten-
lanuscne zaken, ivoüt, üeeit nog meüe-
gcuooiu, dat ue Dunsciie gezant als mo
nd opgal, dat als de Duitscners niet
tot bezetting overgingen, de geallieer
den Uit zouden doen. „Wij geiooven
niet antwoordde Koht, „dat de ge
allieerden voornemens zijn tot een
uergelijken maatregel over te gaan. Wij
Hopen, dat de tegenwoordige toestand
niet te lang zal duren".
DE DUITSCHE ARGUMENTATIE.
Het opperbevel van de Duitsche
weermacht maakt bekend:
Teneinde het hoofd te bieden aan
den Britschen aanval op de neutrali
teit van Denemarken en Noorwegen,
heeft de Duitsche weermacht de gewa
pende bescherming aan deze staten op
zich genomen. Daartoe zijn des mor
gens in beide landen sterke Duitsche
strijdkrachten van alle deelen der
weermacht opgerukt, resp. aan land
gezet. Ter bescherming van deze krijgs
verrichtingen zijn uitgebreide mijnver-
sperringen gelegd.
HULP VAN DE GEALLIEERDEN.
In de Dinsdagmorgen gehouden ver
gadering van het Britsche en Fran-
sche oorlogskabinet is besloten, dat
zoowel Engeland als Frankrijk ter
stond Noorwegen met alle ter beschik
king staande middelen zullen helpen.
DUITSCH VLOOTESKADER
ONDERWEG.
Het Noorsche telegraaf agentschap
bericht, dat tusschen de 90 en 100 Duit
sche oorlogsschepen gezien zijn, va
rende in Noordelijke richting in de
Groote Belt en het Kattegat. Het es
kader bestond uit eenige groote oor
logsschepen, kleine hulpvaartuigen en
gewapende treilers.
P. J. Elshout benoemd tot ge
meente-ontvanger. Het lid
v. d. Wiel verlaat uit protest
de zaal. Toetreding tot
„Molest Risico". Aanbie
ding geschenken.
Maandagavond vergaderde de raad
der gemeente Drunen voor het eerst in
het nieuwe gemeentehuis.
Na de opening met gebed, verwel
komde de voorzitter, burgemeester Mr.
R. v. d. Heijden, de leden in de nieu
we raadzaal, die naar hij hoopte ieder
zou bevallen.
De notulen van de beide laatste ver
gaderingen werden na een opmerking
van de ieden v. d. Wiel en Maas vast
gesteld.
Onder de ingekomen stukken was
een mededeeling van Ged. Staten, hou
dende de goedkeuring van een raads
besluit, een proces-verbaal van kasop
name bij den gemeente-ontvanger,
waaruit bleek, dat er 70.teveel
in kas was en een kennisgeving van M.
van Oers, dat hij zijn benoeming tot
lid van de commissie van toezicht op
het nijverheidsonderwijs aanneemt.
Deze stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
iAan de orde komt een verzoek van
het nationaal comité tegen het alcoho
lisme aan den raad om de Kroon te
vragen, het maximum aantal te verlee-
nen vergunningen in deze gemeente
vast te stellen op het aantal reeds ver
leende vergunningen.
De voorzitter zegt dat de raad ook
reeds vroeger een dergelijk verzoek
heeft gehad, waarop afwijzend werd
beschikt. In de gemeente kunnen 18
vergunningen en 18 verloven worden
verleend. Er zijn nu 15 vergunningen
gevestigd en 5 verloven. Het komt er
dus op neer, dat er nimmer meer mogen
komen dan 15 en 5.
Hoewel B. en W. zich volkomen
met het doel van deze vereeniging kun
nen vereenigen, meenen ze toch dat er
in deze gemeente geen aanleiding be
staat om aan het verzoek te voldoen.
Zij adviseeren het verzoek voor ken
nisgeving aan te nemen.
De raad gaat hiermee accoord.
Het voorstel om aan het Alg. Bur
gerlijk Armbestuur over 1939 een ex
tra subsidie te verleenen van 427.94
tot dekking van het nadeelig saldo,
wordt aangenomen.
Op een vraag van den heer v. Dru
nen, dat er voor de raad wel niets an
ders zal opzitten dan toe te stemmen,
zegt de voorzitter dat dit nadeelige sal
do ook overgeschreven kan worden op
de rekening voor 1940. Gezien echter
het feit, dat het Burgerlijk Armbestuur
voor dit jaar minder subsidie heeft aan
gevraagd is het niet waarschijnlijk dat
het dit bedrag zal kunnen verdiscon-
teeren.
De verordening tot heffing en invor
dering van de precario-rechten wordt
gewijzigd en wel in dien zin, dat de
radio-distributie thans per jaar onge
veer een bedrag betaalt van 30.
Vroeger moest zij betalen 1.— per
aangesloten abonné. Een en ander ge
schiedt op verzoek van den minister.
Een wijziging in het reglement van
orde voor de vergaderingen van den
gemeenteraad wordt aangenomen.
De voorzitter deelde hierbij mede,
dat in de vorige reglementswijziging is
vastgesteld, dat de leden die na half
acht in de vergadering komen de pre
sentielijst niet meer mogen teekenen.
Evenwel kunnen ze de vergaderingen
mee maken en hebben ze stemrecht.
De moeilijkheid doet zich nu voor,
dat er niet bij bepaald is in welke volg
orde de leden die de presentielijst niet
hebben kunnen teekenen, kunnen stem-
nen. Volgens deze wijziging zullen de
ze leden stemmen, nadat de andere le
den gestemd hebben en dan in de volg
orde, waarop zij zijn binnengekomen.
Toetreding Molest Risico.
Aan de orde komt vervolgens een
voorstel tot toetreding tot de vereeni
ging „Molest Risico" te Amsterdam.
In het praeadvies wordt over deze
materie het volgende gezegd:
Tijdens den wereldoorlog 1914
1918 werd hier te lande in sterke mate
de behoefte gevoeld aan een verzeke
ring tegen de schade, veroorzaakt door
brand, vernieling, reguisitie, plundering
en diefstal in oorlogstijd. Tengevolge
daarvan werd in 1917 opgericht de
Vereeniging „Molest-Risico' te Am
sterdam. De verzekering bij „Molest-
Risico" omvat de navolgende risico's:
a. schade door oorlogsdaden;
b. schade door oproer en/of on
lusten;
c. schade door sabotage en/of an
dere kwaadwilligheid;
d. schade door val of noodlanding
van vliegtuigen;
e. stormschade tot een maximum
van 1 °/o van het in totaal door betrok-
kene verzekerd bedrag;
f. schade door aanrijding aan on
roerende goederen ontstaan, voor zoo
ver die schade nooit verhaald kan wor
den;
g. schade tengevolge van natuur
lijke aardbeving fot een maximum van
1 c/c van het in totaal door betrokkene
verzekerd bedrag.
De abnormale tijdsomstandigheden
hebben vele gemeenten en ook particu
lieren doen toetreden tot meergenoem
de vereeniging en ook B. en W. heb
ben aanleiding gevonden den Raad
voor te stellen, roe te treden tot de
Vereeniging „Molest-Risico
Het te verzekeien bedrag zou vol
gens een opgemaakte berekening zijn te
stellen op 324000. Basis voor de
ze berekening zijn, de bedragen waar
voor de verschillende gemeente-eigen
dommen tegen brandschade zijn of be-
hooren te worden verzekerd. Herzie
ning van diverse polis-bedragen is, in
verband met de prijsstijgingen van den
laatsten tijd, evenwel noodzakelijk.
Om te kunnen toetreden tot de Ver
eeniging „Molest-Risico" is noodig de
storting van een bedrag ineens van
1.- pro mille van het verzekerd be
drag, i.e. dus 324. Van dit bedrag
blijft -/3 gedeelte of 216.eigendom
der gemeente, terwijl 1/3 of 108.
ten goede komt aan het Reservefonds
der Vereeniging. Het bedrag ad 216
.wordt in geval van nood aangewend
tot dekking van eventueel geleden scha
de. De zegelkosten bedragen 0.18
pro mille is 58.32.
Totaal heeft de gemeente dus ineens
te storten 382.32 (waarvan 216.—
eigendom der gemeente blijft).
De door de gemeente te betalen jaar-
premie bedraagt 4 ct. per 1000.—
verzekerd bedrag voor klasse I en 6 ct.
per 1000.— verzekerd bedrag voor
klasse II. Voor deze gemeente is de
jaarlijks te betalen premie te stellen op
j 13.29.
Het te dragen risico bij eventueele
schade kan voor deze gemeente nooit
hooger zijn dan:
voor klasse I 2 van het verzekerd
bedrag, en
voor klasse II 3 van het verzekerd
bedrag.
Gerekend naar een verzekerd be
drag van 307500.in klasse I en
16500.- in klasse II, bedraagt het
risico in het aller-ongunstigste geval
nimmer meer dan 6645.
Gezien de lage jaarpremie die de ge
meente zal hebben te betalen en de
groote vbordeelen, welke een verzeke
ring als deze voor de gemeente kan op
leveren, hebben B. en W. gemeend niet
langer te mogen aarzelen met een voor
stel aan den Raad om te besluiten toe
te treden tot meergenoemde vereeni
ging.
De heer v. Drunen vindt de premie
erg weinig en meent dat deze hooger
zal worden, wanneer ons land in oorlog
komt.
De voorzitter zegt, dat in oorlogstijd
de premie wordt vervijfvoudigd.
De heer v. d. Wiel merkt op dat ver
zekeringszaken zeer ingewikkeld zijn.
Hij denkt, dat in geval van oorlog, bij
oorlogsdaden geen schade zal worden
betaald. Bovendien is er nog gevaar,
dat de gemeente ongeveer 6000.
kwijt raakt.
De voorzitter stelt hier tegenover,
dat andere verzekeringsmaatschappijen
niet op oorlogsrisico zijn ingesteld. Dit
is echter een onderlinge verzekering,
die geheel op oorlogsrisico is ingesteld.
De mogelijkheid, dat het de gemeente
600.zal kosten blijft inderdaad be
staan, doch er staan véle voordeelen
tegenover.
Op een vraag van den heer Vrijhoe
ve deelt de voorzitter mede dat de
looptijd onbepaald is, met een opzeg
gingstermijn van één jaar.
Wethouder van Halder meent dat de
gemeente moet toetreden, want wan
neer er eens een bom viel, die groote
schade zou veroorzaken aan de ge
meente-eigendommen zouden de inwo
ners kunnen zeggen: waarom hebben
ze zich toen niet verzekerd.
Naar aanleiding van een vraag van
het lid van Drunen deelt de voorzitter
nog mede, dat er thans ongeveer al 300
gemeenten, waaronder ook vele klei
nere, zijn aangesloten. Ook zijn er vele
particuliere vereenigingen toegetred-
den, zooals b.v. verzekeringsmaat
schappijen, die hun kapitaal in huizen-
bezit hebben gestoken.
Z.h.st. besluit de raad toe te treden.
De raad besluit verder om aan den
volontair ter secretarie, den heer van
Rooij 50.— gratificatie te verleenen
en aan beide ambtenaren en den volon
tair tezamen 150.'daar zij het werk
van een gemobiliseerden ambtenaar,
waarvoor nog geen plaatsvervanger ge
vonden is geworden, hebben verricht in
overuren.
Kampeerterrein Klinkertbosch.
B. en W. hebben van Ged. Staten
mededeeling ontvangen, dat goedkeu-
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
door
RAYMOND PARSONS.
Nadruk Verboden.
14)
Wat bedoel je daarmee?, vroeg
Hallon.
Wel, Willy heeft zich iets in
haar hoofd gezet in verband met dien
moord en ze wil mij niet zeggen wat
het is. Ze heeft immers dat mes en
dien hoed in het Koekoeksbosch ge
vonden. Ze weet iets! Ik heb het haar
wel twintig maal gevraagd, maar ze
zegt altijd dat ik naar de pomp kan
loopen.
Dan zal ik 't haar vragen, zei
Hallon vastbesloten. Als Willy iets
weet, dat licht in deze geschiedenis
kan brengen, moet ze het vertellen!
Daar heb je haar net!
Het was werkelijk Miss Minter, die
vlug den weg kwam afstappen. Ze zag
er gezond en knap uit en liep met
haar gewone flinke pas; maar Hallon
merkte op, toen ze dichterbij kwam,
dat haar gezicht bezorgd en peinzend
stond.
Zeg, merkte hij op, toen ze het
hek bereikt had, Billy vertelt me
dat je iets van dien moord afweet.
Billy is een ezel, zei Miss Minter
kort maar krachtig.
Je weet wèl wat, hield haar broer
vol. Ik geloof dat je weet wie dien
plattegrond van de gangen in den to
ren heeft weggenomen.
Misschien denk je wel dat ik het
gedaan heb, zei Willy schamper.
Onzin! Je weet iets. Vertel het
aan Percy en help hem met Dorothy
te trouwen.
Hoe zouden mijn verdenkingen
hem nou kunnen helpen?
O!, zei Hallon gevat; dus je ver
denkt iemand?
Ja, zei Willy langzaam, al
heb ik heelemaal geen gegronde reden
voor een verdenking. Maar hoe kan
hel Percy helpen?
Ja, zie je, legde Hallon uit, die
wel begreep wat Billy bedoeld had,
Mr. Clair wil natuurlijk graag we
ten wie zijn vriend vermoord heeft.
Hij zal er wel niet zoo bijster ingeno
men mee zijn als ik om Dorothy's
hand vraag en bezwaren maken. Als
ik nu help de waarheid te ontdekken,
zal hij me misschien gunstiger gezind
zijn.
Miss Minter keek van den eenen
jongen man naar den anderen en toen
naar de aardige villa, waar de roode
klimrozen stonden te schitteren in de
zonneschijn. Billy, zei ze plotse
ling, zweer dat je je mond zult
houden.
Ik zweer het! zei Billy kregelig.
Vertel nou maar op!
En zweer, vervolgde zijn zuster,
terwijl ze zich naar Hallon wendde,
dat je niet boos zult zijn over wat ik
zeg.
Dat zweer ik, zei Hallon dadelijk
en een beetje onrustig.
Ik weet niet of het je helpen zal
als ik je van mijn verdenking vertel,
zei Willy rustig, maar ik heb een
idee dat Mr. Clair weet, wie
O, viel Hallon haar in de rede,
maar dat is gewoon onmogelijk!
Misschien wel, zei Willy kalm en
vertelde de redenen, waarom zij Clair
verdacht. En daarom ben ik naar
het bosch gegaan, eindigde ze triom
fantelijk.
Allemaal onzin! riep haar broer
heftig, en bovendien zegt het niet
wie den plattegrond gestolen heeft.
Die kan Mr. Clair er zelf uitge
scheurd hebben, zei Willy haastig,
om te voorkomen dat de grafkelder,
waarin hij het lijk verborgen had, ont
dekt werd. Percy, wat denk jij ervan?
Ik weet het nog niet, zei Hallon
langzaam. Het is waar, dat Clair
niet op de Manor was, toen de moord
gepleegd werd en hij heeft zelf gezegd
dat hij bij 't bosch was. Maar ik be
grijp niet om welke reden hij Sir
John zou vermoorden. En het is ook
te gek om te denken dat iemand als
Mr, Clair een moord zou gepleegd heb
ben.
En hij zou toch het lichaam niet
alleen naar den grafkelder hebben
kunnen brengen, zei Billy minachtend.
Dat heb ik ook bedacht, riep Wil
ly verlicht. Ik denk heusch, dat ik
me te veel ongerust heb gemaakt. En
toch heeft Mr. Clair op dien avond erg
vreemd gedaan. En Lady Panwin is
zenuwachtig over hem.
Ja, dat herinner ik me nog, zei
Hallon plotseling, toen hij dacht aan
de manier van doen van de oude dame,
toen ze van den moord hoorde en aan
de ontsteltenis van Mr. Clair. Ze
keek naar de schilderij boven de pia
no die achttiende-eeuwsche offi
cier één van de voorouders denk ik.
Wat heeft dat er nu mee te ma
ken?, informeerde Billy.
Niets, denk ik, en 't schijnt tóch
allemaal met elkaar in verband te
staan. Ik zal eens met Lady Panwin
praten als ik naar haar toe ga en haar
een paar dingen vragen.
Waarover?
Dat weet ik zelf eigenlijk nog niet,
zei Hallon een beetje uit het vekl ge
slagen.
Vraag haar waarom ze niet wil
dat je met Dorothy trouwt, zei Willy
ronduit.
Wat?, riep Percy boos en ver
baasd.
Ja, dat heeft Dorothy me verteld.
Ze wil dat Dorothy heelemaal niet
trouwt.
O!
Hallon stond een oogenblik pein
zend. Toen draaide hij zich om zonder
een woord te zeggen en holde den weg
af.
Toen Hallon op de Manor aanbelde,
kwam Jules te voorschijn, even gedwee
en onderdanig als altijd en liet hem in
de salon. Lady Panwin zat zooals ge
woonlijk op de sofa met 'n handwerk;
ze zag er bezorgd uit en schrok op toen
Hallon brusk de kamer binnen stapte.
Neemt u me niet kwalijk, zei Hal
lon beleefd, maar ik heb iets dat
me hindert.
Wat hebt u?, vroeg Lady Panwin
scherp. Hebt u en Dorothy gekib
beld? Des te beter dan zal het af
scheid makkelijker zijn. Begrijpt u me,
Mr. Hallon?
Ik begrijp dat u niet wilt, dat ik
met Dorothy trouw, zei de jonge man
ernstig. Willy Minter heeft het me
juist verteld.
En wie heeft het haar verteld?
Dorothy zelf. Ik ben gekomen om
u te vragen wat u voor bezwaren tegen
mij hebt.
U bent niet rijk genoeg; u hebt
geen positie, zei Lady Panwin streng;
maar ze liet haar werk vallen en keek
weer naar de schilderij boven de pia
no. Hallon's oogen volgden haar blik,
toen schudde hij het hoofd.
U verbergt iets, mylady, zei hij
langzaam. Ik zou liever de waarheid
willen weten.
U bent geen geschikt echtgenoot
voor mijn nichtje.
Dat is de reden niet. Willy ver
telde me, dat Dorothy gezegd had, dat
u haar heelemaal niet wilde laten trou
wen.
Dat is waar, zei Lady Panwin bij
na onhoorbaar.
En de reden, Lady Panwin, staat
in verband met dat schilderij.
De oude vrouw schrok op. Wat
praat u nu voor onzin? Wat heeft dat
portret te maken met uw engagement
met mijn nichtje?
U keek er zooeven naar, toen u
uw redenen opgaf, zei Hallon dadelijk,
en u keek er naar op dien avond
toen ik van den moord vertelde en
toen Mr. Clair bijna flauw viel.
O, stil! stil!, riep ze en liep vlug
naar de deur. Ze opende die en luis
terde en sloot ze toen weer.
Ik hoorde een auto aankomen, zei
ze, terwijl ze kalmer terugkwam.
Mijn broer is waarschijnlijk terugge
komen. U moet weggaan voor hij hier
is.
Niet voordat ik weet waarom u
niet wilt dat Dorothy met me trouwt.
Ze zal niet met u en niet met ie
mand anders trouwen. Daar is een ern
stige reden voor.
En als ik die eens zou raden?
Dat kunt u niet, zei Lady Pan
win, bleek, maar beslist.
Ik geloof van wel, zei Hallon lang
zaam en staarde haar strak aan. U
bent bang dat uw broer iets van dien
moord afweet.
Niet waar! Niet waar! hijgde La
dy Panwin; toen keek ze het dichtst
bijzijnde raam uit en zag een auto
voor de deur stilstaan. Dat is het
niet. Ga weg! Ga weg! Ik smeek u om
v*eg te gaan, vóór Francis komt.
Lady Panwin sprong op en greep
zijn arm. Dan moet u het weten
u zult het weten. Ik zal heï u ver
tellen. Dat schilderij ze wees naai
den achttienden eeuwschen krijgsman
is mijn overgrootvader. Hij was
krankzinnig, hij is in Bedlam (is in 't
Engelsch „Meerenberg") gestorven. Er
is krankzinnigheid in de familie Clair
en als zij trouwt zal .mijn nichtje het
misschien op uw kinderen overbren
gen.
(Wordt vervolgd).