mak RECHTZAKEN ck ickaA y (ÓtcM. COMMUNIE'S. Opdracht. Het bouwen van een huis voor reke ning van den heer Laurentius van der Wiel, is opgedragen aan aannemer Ad. Herrijgers, alhier. Biljartwedstrijd. Iii cale A. v. d. Geld speelde de al daar gevestigde biljartclub „Nooit Ge dacht" tegen „O.O.O." van cate Th. Elshout. De uitslag was als volgt: „Nooit Gedacht". M. de Folter 50 H. Pulles 30 M. van Loon 46 A. van Leest 29 P. Pulles 33 A. v. d. Geld 36 Godfr. Elshout 43 Totaal „O.O.O." M. Elshout J. Bergmans P. Elshout C. van Riel F. v. d. Wiel Th. Elshout M. Klijn 267 39 50 50 50 50 50 50 Totaal 339 Hoogste serie „Nooit Gedacht": M. de Folter met 13 car. Hoogste serie „O.O.O."Th. Elshout met 15 car. ELSHOUT. De kermis. Natuurlijk gaat de kermis door. Op het terrein staan verschillende attrac ties opgebouwd, terwijl de café's voor muziek en dansen hebben zorg gedra gen. De kermis duurt vanaf Zaterdag 27 April tot en met Dinsdag 30 April. Maria-vereering. Woensdag is het 1 Mei. In ons dorp zullen wederom duizenden pelgrims komen om de H. Maagd in haar genade oord op bijzondere wijze te vereeren. Duizenden zullen komen bidden voor den vrede, voor hun gezin en aan de H. Maagd hun moeilijkheden bloot leggen en om hulp en steun vragen. In de fraaie parochiekerk is wederom een aparte versiering aangebracht, evenals langs den weg van de kerk naar 't kapelletje. In ons blad van Woensdag hopen wij nadere bijzonderheden te kunnen melden omtrent de H. Missen en de processies, die er in de komende dagen ter bedevaart zullen komen. V3? diikïik NAAR DE BETUWSCHE BLOEMEN-BONGERDS. »jwi W1JWI '"iW! GROOTSTE KEUZE BRUIDSJURKJES, MANTELTJES, HOEDJES ETC. voor de a.s. DE AANSLAG TE SPRANG-CAPELLE Vier jaar geëischt tegen aanvaller. In de gemeente Sprang-Capelle, werd op 22 November van het vorige jaar een moordaanslag gepleegd. De Al was het voorjaar koud, de natuur is op tijd gereed gekomen met haar bloesem-versieringen. De route is dit jaar niet zoo gemakkelijk, want vele bondswegwjjzers zjjn ontarmd en opvele plaatsen geheel verdwenen. Met bovenstaand kaartje zal men zich gemakkelijk oriënteeren. 31-jarige mej. H. Treffers, werd mid den overdag in haar woning overval len en kreeg twee steken in den rug met haar eigen broodmes. Nadat zij eerst de politie opzettelijk op een dwaalspoor had gebracht, wees zij ten slotte den 31-jarigen schoenmaker A. M. A. H. uit Waalwijk als den da der aan. Tegen dezen H., die gisteren voor de Bossche rechtbank terecht stond, heeft de officier van Justitie, mr. J. Dubois, wegens poging tot doodslag een gevangenisstraf geëischt voor den tijd van vier jaren. H. kwam veel bij het slachtoffer in huis. Op den bewusten dag was hij ook weer bij haar. Zij hebben ruzie gekregen en H. heeft het broodmes genomen, dat binnen zijn bereik lag en heeft de vrouw daarmede gestoken'. De man vluchtte en de vrouw slaagde er nog in naar de buren te loopen, die een dokter riepen. Ten slotte heeft zij, blijkbaar bang voor haar man, verteld, dat een marskramer haar van achteren had aangevallen. Men kreeg spoedig den indruk, dat het slachtoffer den waren dader ver zweeg. Zij werd duchtig aan den tand gevoeld en kwam ten slotte met de waarheid voor den dag. Dank zij de oplettendheid van een Tilburgschen rechercheur is de verdachte twee da gen later aangehouden. In de Heuvel straat te Tilburg, viel het bespiedend oog van den rechercheur op een man met een paar hard-gele klompen. Het politiebericht had bij het signalement van den vermoedelijken dader met na druk die klompen vermeld. De politie man stapte op den man toe en arres teerde hem. Gisteren stond H. terecht voor de Bossche rechtbank. Hij ontkende be slist den moordaanslag te hebben ge pleegd. Wel gaf hij toe heel den mor gen bij vrouw T. in huis te zijn ge weest en haar te hebben geholpen met stikwerk, dat zij voor iemand uit Waspik moest verrichten. Hij deed dat meer. Tegen het middaguur had den zij ruzie gekregen, omdat H. zei, dat hij beter kon stikken dan de vrouw. Zij was kwaad geworden en had hem de deur gewezen. Zonder eenig geweld te gebruiken, zou hij daarop de woning hebben verlaten. De president, mr. J. E. Poerink: Het is toch wel vreemd, dat, als u heelemaal niets bijzonders hebt ge daan, dat u dan zonder jas bent weg- geloopen en den heelen nacht bent blijven rondzwerven zonder thuis' te komen. Verdachte: Dat is heelemaal niet vreemd. Ik ben in Tilburg met vrien den uit geweest, die ik niet noemen kan, omdat het smokkelaars zijn. Als eerste getuige werd gehoord de gemeente-veldwachter A. Keynemans uit Sprang-Capelle, die het onderzoek in deze zaak heeft gehad. Deze ver klaarde, dat het hem bekend was, dat verdachte vaak bij de vrouw op be zoek was. De volgende getuige is het slacht offer. Zij blijkt de gevolgen van den aanslag geheel te boven gekomen te zijn, doch de deurwaarder moet toch een stoel aanbrengen, omdat het staan voor de rechtbank haar te veel zou vermoeien. Zij vertelt, dat verdachte bij haar is geweest, doch hij heeft haar niet geholpen met haar werk. Zij hebben inderdaad ruzie gekregen, omdat H. beweerde, dat hij alles veel beter kon dan zij. Ik heb gezegd, aldus getuige, dat hij daarom zeker al acht jaar werk loos was. Daarna heb ik gezegd, dat hij er uit moest of dat ik anders mijn man zou roepen. Ik ben het schuurtje ingegaan om mijn fiets te pakken, maar moest toen nog even terug naar binnen en toen heeft H. mij aangeval len. Ik voelde twee klappen in mijn rug, liep weg en zag toen, dat H. het broodmes in zijn hand had. De verdediger stelde op dit oogen- blik de vraag, waarom zij dan eerst verteld had, dat de marskramer de dader zou zijn geweest, waarop de ge< tuige antwoordde, dat zij bang was, dat H. ook haar man iets zou doen en pas toen zij zeker wikt, dat hij ver ge noeg weg was, heeft zij de waarheid durven zeggen. De zesjarige Willemientje van Tuyl werd nu gehoord. Het kind vertelde, zich nog te herinneren dat zij op een morgen bij vrouw T. geweest was, waar verdachte ook was. Zij herinner de zich, dat er oneenigheid was. SMAKELIJK ETEN. Een bekend gezegde zegt: „We leven niet om te eten, maar we eten om te leven." Dat is natuurlijk zo, maar dat neemt niet weg dat de mèesten van ons de maaltijden een heel belangrijke bezigheid van de dag vinden. Dat is maar goed ook, hoe beter we ons het eten laten smaken, hoe gezonder we zijn. Want als iemand nooit honger en echte zin in iets lekkers heeft, voelt hij zich in 't algemeen niet al te best. En waar zouden onze keukenprinses sen en koks heen moeten als het eten ons koud liet? Als het je niets kon schelen, wat je naar binnen werkte? Natuurlijk zijn er altijd mensen die overdrijven, die niets anders doen dan snoepen en die behalve allerlei liflaf- jes en zoetigheid niets naar binnen krijgen; die een eenvoudig, stevig maal verfoeien. Zulke typen kun je ook on der honden vinden. Lét maar eens op als je thuis een hondje hebt. Als je 't beest met niets anders dan koekjes voert, is zijn hondenbrood hem na enige tijd te min. Hij snuffelt er zo'n beetje aan, maar aan de „uitdrukking" van zijn snoet en zijn hele manier van doen kun je zien, dat meneer hond dat „gewone hondenvoedsel" ver be neden zich acht. Het voedsel en de tafelinariieren zijn in elk land anders. Wat je hier lekker en netjes vindt, wordt in een ander land vaak vreselijk en onbeleefd ge vonden. En omgekeerd. Heb je wei eens een Amerikaan zien eten? „Die vent heeft geen manierenzou je op 't eerste gezicht zeggen. En toch kun je je daar lelijk in vergissen. In Ame rika gebruiken ze hun mes alleen om 't vlees te snijden, dan leggen ze het mes aan de kant en nemen hun vork in de rechterhand, waarmee ze alles op scheppen en naar bun mond brengen. Daarbij steunen ze nog vaak met hun elleboog op de tafel en hangen zoo'n beetje over hun bord heen, wat hier nu niet bepaald een „nette" indruk maakt. En toch kunnen die mensen even goed opgevoed zijn als jijzelf. Het is maar een kwestie van gewoonte, van het land waarin je woont. Hier gebrui ken we bij de broodmaaltijden meest al mes en vork, terwijl ze in Duitsch- land, Zwitserland en Frankrijk alleen een mes gebruiken en verder hun han den gebruiken. Ze werken trouwens meer met hun handen dan wij. In En geland krijg je dikwijls voor de pud ding, gebak of compote, een lepel en een vork, terwijl we het hier meestal alleen met een lepel doen. „Wat gek" zeg je al gauw, als je zulke gewoonten tegenkomt. Dat „gek" is helemaal niet op zijn plaats; vergeet niet dat de vreemdelingen onze gewoonten even „gek" vinden. Er is ook een groot verschil tussen vroeger en nu. In de zeventiende eeuw waren messen en lepels algemeen, maar de vork verscheen pas in de achttiende eeuw. Maar dat nam niet weg, dat de mensen voor 't gemak nog veel van hun vingers gebruik maak ten. Op oude schilderijen kun je goed zien, hoe 't vroeger toeging. Op één zo'n schilderij zie je een van de heren op een diner, met zijn varkenspootje in de linkerhand, terwijl hij er met z'n mes kleine stukjes afsnijdt, om zo op tc peuzelen. Zelfs Lodewijk de Veer tiende, at nog vaak uit zijn vuistje. Vi* en gevogelte werd trouwens altijd met de vingers gegeten. Ze grepen zelfs met hun vingers in de schalen. „Wat een geknoei", zeg je natuurlijk. Nu, wij zouden niet graag meer tot de oude gewoonten teruggaan, maar als je het nooit anders geleerd en gezien had, zou je er niets geen last van heb ben. En kleine kindertjes zouden „hoe ra" roepen, als ze dat konden, want wat is er makkelijker voor zo'n peuter om overal met zijn handjes aan te zit ten? In de tijd van Erasmus waren er nog geen servetten, dus bleef hem niets an ders over dan hun vette handen aan het tafellaken schoon te maken. Stel je voor dat dat nog gebeurde. Ik zie het gezicht van moeder al. In oude tijden was het ook heel ge woon als je je hoed onder het eten ophield. Maar ze hielden toen net als nu van smullen. Stel je voor, in ,de zeventiende eeuw gaf een Engels staatsman een „bowl-punchfuifje" aan de mannen van de Engelse vloot. Hij had een marmeren kom laten maken in een prachtige tuin. En daar werden ingegooid: 600 flessen brandewijn, 1000 flessen Malagawijn, 600 flessen ruin, het sap van 2000 citroenen, 600 pond suiker en 200 geraspte muskaat noten, plus een grote hoeveelheid heet water. Geen klein beetje, hè? Een ma troos roeide in een klein scheepje van mahoniehout om de kom en schonk voor meer dan 6000 mensen in. Wat denken jullie van zo'n feestje op je verjaardag? Jullie houdt toch zeker meer van een glas ranja, ijs en taart jes? Weet je wat ze in de Zuidelijke lan den eten? Allerlei merkwaardige hap jes, voor onze smaak tenminste. Ze vinden ze zelf erg lekker. In Arabië houden ze van sprinkhanen, vermengd met kaneel, kaas en dadels. Dat is weer eens iets anders dan gewoon. In Brazilië worden rode mieren gegeten, soms gedroogd en soms fijngemalen. Als je mij vraagt lijken me die sprink hanen dan nog lekkerder. In China vinden ze de vinnen en de staart van de haai een hapje om van te water tanden. Zoals wij schildpadsoep eten, eet de Chinees... krokodillensoep, die van het vlees van jonge krokodillen wordt gemaakt. In Egypte verorberen ze nijlpaarden en de wilde stammen eten insecten en slangen. Laten wij ons maar bij onze Hol landse boterham houden! HET ZANDMANNETJE. Door Gerrie Koenraads. Moeder had Hansje vaak verteld, dat, als de kleine en grote kinderen in hun bedjes liggen, het zandmannetje stiekum door het raam naar binnen komt en hun een paar korreltjes zand in de ogen strooit, zodat ze vast en lang slapen. Hansje had het zandmannetje dolgraag willen zien. Maar ofschoon hij zijn ogen zo lang mogelijk probeerde open te houden, nooit was 't hem gelukt» het ventje te zien. Toen besloot hij het zandmannetje door een list te pakken te krijgen. Toen moeder hem 's avonds goeden nacht gekust had en de kamer uit ge gaan was, stond Hansje stilletjes op en ging verkeerd in bed liggen, zodat zijn voeten op het hoofdkussen lagen en zijn hoofd aan het ondereind. Voor zichtigheidshalve knoopte hij nog een zakdoek om zijn voeten, zodat ze er uit zagen als een gezicht. Ziezo, dacht hij, als de zandman nu komt, strooit hij zijn zand op mijn voeten en dan zal ik hem eindelijk eens te zien krijgen. Hansje wachtte. Zijn geduld werd zwaar op de proef gesteld. Eindelijk kwam er iets door het raam gekropen, niet veel groter dan een spin. Het klei ne mannetje droeg een ?ak op zijn rug en stapte vlug op Hans zijn bedje af. Juist toen hij zijn zak opendeed en een paar zandkorreltjes op het kussen wil de strooien, stak Hans zijn hoofd bo ven de dekens uit en riep: „Hoeh!" Van schrik liet de zandman zijn zak op de grond vallen, zodat de kostbare inhoud in 't rond vloog. Treurig keek hij naar zijn zak en trok zich van Hans niets aan. Deze hield 't niet meer uit. Hij vond het vervelend dat er nu een heleboel kinderen zouden zijn, die niet goed zouden slapen. „Beste zandman zei hij dus, „wees alsjeblieft niet boos! „Ik ben de zandman niet!" zei het mannetje en draaide zich woest om. „De zandman niet?" vroeg de jongen teleurgesteld. „Wie ben je dan wel? „De zandman is gisteren gevallen en heeft zijn knie bezeerd. Daarom doe ik vandaag zijn werk. Ik ben Duime lot", en het mannetje boog. „Al ben ik niet groot, ik ben flink ter been. Maar wat moet ik nu doen? Het kostbare zand ligt overal verspreid. Hoe moeten we het weer in de zak krijgen?" „Kun je niet vlug teruglopen en een nieuwe zak halen?' stelde Hans voor. „Nee, het is veel te ver. Maar ik weet al iets. Ik rij op jouw schommel- paard naar huis en breng het morgen weer terug. Dus tot ziens!" „Halt! Nee, nee, dat gaat onmoge lijk!" riep Hans ontzet, „mijn schommel- paard is vreselijk wild. Hij zou je er af gooien en dan ben je ook gewond, Dui melot. Misschien zou ik mee kunnen rijden. Ik neem de teugels en jij houdt je aan de manen vast. Dan kun je met een de weg wijzen". „Dat zou wel gaan", zei Duimelot en zat al op de hals van het paard. „Hup, vooruit!" riep Hans, klakte met de tong en met een paar geweldige sprongen waren ze buiten. Ze gingen de Melkweg op. „Ken je de sterren, die hier wonen?" vroeg Duimelot. „Nee, zei Hans, ik let ook liever op de weg. Het paard struikelt steeds". Maar de werkelijkheid was, dat Hansje niets van de sterren afwist. Hij kende geen enkele naam. Als de ster ren verschenen, lag hij allang in bed, dus hoe kon hij iets van sterren weten? „Kijk eens naar Venus", zei Duime lot. „Je kunt haar vanavond prachtig zien". Maar Hansje zag haar eigenlijk helemaal niet. Hij haalde al de sterren door elkaar. „Voorzichtig!riep Duimelot, want het paard steigerde. „Ja, dat doet hij meer", zei Hans, „maar dat heeft niets te betekenen." „Daar staat Mars", zei Duimelot weer. „En dadelijk zul je iets heel bij zonders zien, Saturnus met zijn drie ringen! Houd je goed vast en word niet duizelig". Maar het was al te laat. Toen Hans Saturnus zag, verloor hij zijn even wicht, stortte van 't paard en tuimelde de hele Melkweg af, zijn bed in. Het schommelpaard moest ook wel duizelig geweest zijn, want de volgen de morgenstond het omgekeerd voor zijn bed. „Moeder", zei Hans, „ik heb de zandman niet gezien, maar wel zijn vertegenwoordiger, Duimelot! „Je hebt gedroomd", zei Moeder, maar Hansje wilde haar niet geloven. Hij gelooft haar nu nog niet. -.1a! OSS WAALWIJK - VEGHU NEDER LANCORÖTO ARNHF.M DUURSTKOE ALSEM OIUOERHALSEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 6