Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen; Nederlandsche Spoorwegen TnfH Op den Grebbeberg* Beperkte Dienstregeling op het baanvak Den Bosch-Lage Zwaluwe. SUMMER 42. irm ZATERDAG 25 MEI 1940. TWEEDE BLAD. dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38 Telegr.-Adres: ECHO. GIRO No. 50798. Advertentiën moeten 1Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel. Minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel Bij contract flink rabat. NACHTELIJKE LUCHT- AANVAL OP DEN BOSCH. In den afgeloöpen nacht werd Den Bosch door een militair vliegtuig, ver moedelijk een Engelsch toestel, met explosieve- en brandbommen bestookt. De aanval was uitsluitend gericht op bet Zuidelijk stadsdeel en met na me de Volderstraat werd zeer ernstig getroffen. De bevolking vluchtte in paniek naar buiten. Op verschillende plaat- sen ontstond brand, terwijl de Volder straat vrijwel geheel werd vernield. TWee lijken werden uit de puinho pen geborgen en 12 gewonden, meeren- decls ernstig, werden naar hospitalen vervoerd. De heer Hendrik Hurkens en mej. Henrica Smits-van Esch waren op slag gedood. De gewonden zijn nog niet geïndentificecrd. De garage v. Rossum in de Verver straat werd door brand vernield. De schildersfirma Hurkens, de woning van den heer v. Pinxteren, het heeren huis van de familie van Gent, laatst genoemde in de Peperstraat, de overige in de Ververstraat, werden alle door brand zwaar gehavend. Een thermietboin in het heerenhuis van de familie Pels kon worden ge- bluscht. Op de binnenplaats van het Bis schoppelijk palcis richtte een brand bom geen schade aan; evenmin die. welke in den tuin van den Vicaris- Generaal terecht kwam. Een brandbom op het gebouw der Jeugd-Centrale kwam terecht in een loods en brandde uit zonder verdere schade. Een thermietbom, neergeslagen voor de woning van de familie v. d. Schoor in de Kerkstraat, kon met zand wor den gebluscht. Een bom, neergevallen voor de wo ning van den vicaris, ontplofte niet en werd door de Duitschc soldaten latei- geruimd. De hulpdiensten waren zeer snel ter plaatse en hebben uitstekend werk verricht, terwijl de bevolking met bui tengewoon lof gewag maakt van hel optreden der Duitsche militairen, die met gevaar voor eigen leven, het red dingswerk ter hand namen. De getroffen stadswijk ligt zeer ver verwijderd van elk denkbaar militair doel. De bevolking heeft van den aanslag met groote verontwaardiging kennis genomen. AAN DEN SCHANDPAAL GEBONDEN. Een probate straf. Door de politie te Blerick werden, zoo meldt de N. Venlosche Crt., in de al'geloopcn dagen negentien personen gearresteerd zestien uit Blerick en drie uit Vcnlo die zich aan plunde ringen uit de ontruimde woningen hadden schuldig gemaakt. Een van hen werd op Eersten Pink sterdag op de Markt te Blerick aan den schandpaal gebonden onder het opschrift: „Terwijl mijn landgenooten in nood verkcercn, plunder ik hun ver laten huis." Na dien maatregel heeft geen enkele plundering meer plaats gehad. WAALWIJK. Van 17 tot 24 Mei 1910. Geboren: Eimert Dirk, zv. E. W. van Kuijk- Verhoeven Johannes, zv. A. Ver- hoofstad-Duivekam Maria Adriana, dv. A. A. van Hoof-Slaats Petrus, zv. A. Collard-Kelder Catharina Maria, dv. A. van Leijdcn-de Laat. Overleden: P. L. Klijn, weduwnaar van Chra. Kleijberg, oud 75 jaren J. H. de Rouw, oud 2 maanden. Ingekomen: Ca. Da. van Esch, van Vlijmen Ma. J. van der Pennen, van Tilburg. Vertrokken: H. A. Kant naar Sprang-Capelle Ma. J. van Woensel, naar Dussen Ja. C. M. van Ree naar Tilburg G. A. Zijlmans naar Gilze-Rijen. [heuvelzand met schuwe hand maar geen gerucht kan meer [hun rust verdrijven, die hier nu blijven. Eeuwen van wind en stroom [en wuivend loover dreven hier over het hooge kerkhof werd van allen tijd voor hen bereid. Hoe groot hun glorie en hoe klein hun huis onder 't kruis; o smal en stil gelid, dat hier [van heden blijft aangetreden Niets teerders dan een helm of [een wreed wapen wijst waar zij slapen; en toch was gisteren hun jong getij zoet als de Mei. Maar als een hart zichzelf te [breken sloeg, sloeg het genoeg geen eeuwig leven kan meer [liefde werven dan éénmaal sterven. Betreed dit luwe zand nu zonder beven hier bloeit het leven als nergens meer zoo zuiver en [zoo rood hier bloeit de dood. R. 20 Mei 1940. Ingaande 24 Mei. Tr. 1200 Tr. 1202 Tr. 1206 Tr. 1208 aank. vertr. aank. vertr. aank. vertr. aank. vertr. 's-Hertogenbosch 7.35 a 11.53 15.53 19.53 Vlijmen 8.00 8.01 12.00 12.01 16.00 16.01 20.00 20.01 DrunenHsd. 8.06 8.07 12.06 12.07 16.06 16.07 20.06 20.07 Waalwijk 8.13 8.14 12.13 12.14 16.13 16.14 20.13 20.14 Capelle-Vrijh. stopt 8.19 stopt 12.19 stopt 16.19 stopt 20.19 Capelle-Nwv. 8.22 8.23 12.22 12.23 16.22 16.23 20.22 20.23 Waspi k's-Grav. 8.27 8.28 12.27 12.28 1,6.27 16.28 20.27 20.28 Raamsdonk stopt 8.31 stopt 12.31 stopt 16.31 stopt 20.31 Raamsdon ksveer stopt stopt stopt stopt Geeftruidenbcrg 8.37 8.38 12.37 12.38 16 37 16.38 20.37 20.38 Made en Drimin. stopt 8.42 stopt 12.42 stopt 16.42 stopt 20.42 Hooge-Zwaluwe stopt 8.47 stopt 12.47 stopt 16.47 stopt 20.47 Lage-Zwaluwe 8.54 12.54 16.54 20.54 Tr. 1201 T r. 1203 Tr. 1207 Tr. 1209 aank. vertr. aank. vertr. aank. vertr. aank. vertr. Lage-Zwaluwe Hooge-Zwaluwe Made en Drinun. Geertruidenberg Raamsdonksveer Raamsdonk WaspikV-Grov. Capelle-Nwv. Capelle-V rijh. Waalwijk DrunenHsd. Vlijmen 's-Hertogenbosch 9.32 stopt 9.40 stopt 9.44 9.48 9.49 stopt stopt 9.56 13.32 stopt 13.40 stopt 13.44 13.48 13.49 stopt stopt 13.56 17.32 stoot 17.40 stopt 17.44 17.48 17.49 stopt stopt 17.56 9.59 10:03 stopt 10.11 10.17 10.24 10.33 10.00 10.04 10.07 10.12 10.18 10.25 13.59 14.08 stopt 14.11 14.17 14.24 14.33 14.00 14.04 14.07 14.12 14.18 14.25 17.59 18.03 stopt 18.11 18.17 18.24 18.83 18.00 18.04 18.07 18.12 18.18 18.25 stopt stopt 21.48 stopt stopt 21.59 22.03 stopt 22.11 22.17 22.24 33 21.32 21.40 21.44 21.49 21.56 22.00 22.04 22.07 22.12 22.18 22.25 Tc Lage-Zwaluwe aansluiting verkregen naar Dordrecht en Rotterdam- Fevenoord. .Ve. HET WANDELENDE BOSCF Een sprookje door Gerrie Koenraads. Er was eens een jjm» berkenbos. Het was eigenlijk geen echt bos, maar een stukje bos. Dat stukje bos verbeeldde zich een heel bos te zijn en voelde zich er best bij. Toch begon het de boompjes te vervelen j dat ze maar steeds op dezelfde plek moesten staan en niets anders dan een paar kippen van de boerderij za gen. Zondags hadden ze 't een beetje leu ker, want dan zaten er hele groepjes men- schen aan hun voeten en het was een leuke sport om alles af te luisteren wat ze ver telden. Soms waren de verhalen die ze hiel den zo gek, dat de boompjes ,zich ziek lachten. En fwat kregen ze niet een verhalen over de stad te horen, waar de bomen zo dolgraag heen zouden gaan! Er was anders ook reden om kwaad te worden. Ze hoefden maar naar die vieze boterhampapieren te kij ken die óveral- verspreid lagen. Kon den de mensen dan nooit eens netjes zijn, en hun afval in de papiermand gooien? Maar alles bij elkaar waren die men sen toch een afwisseling voor het bos, dat maar steeds wachtte en wachtte op iets nieuws in z'n leven. En het werd herfst, winter, voorjaar... In het voorjaar gebeurde er iets won derlijks. Er kwamen plotseling een he leboel mannen met bijlen en zagen. Ze spraken aldoor met elkaar en een van hen rookte een grote pijp, zodat het oudste berkejuffertje begon te niezen. Eindelijk namen ze hun zagen en bijlen en hakten de kleine berken om. Hè, wat een kriebelig gevoel was dat voor de bomen, maar wat gaf dat? Ze gingen vast iets bijzonders beleven, dus hadden ze er dat gekriebel best voor over. Nu werden de bomen op een grote kar geladen en weg gingen ze. O, wat vonden de boompjes dat tochtje heer lijk. Ze reden met een fijn gangetje, want er liepen twee vurige paardjes voor de wagen. Onderweg kwamen ze heel wat vrienden en bekenden tegen, zoals eikebomen, jonge dennetjes en struiken die hun vrolijk ..goede reis toeriepen. Na een paar uur rijden kwamen ze in de stad, waar een hoop huizen en een hoge kerktoren stonden. „Wat in teressant" zei het oudste berkejuffertje, terwijl ze nieuwsgierig om zich heen keek, en het jongste berkje vroeg een beetje angstig: „Denk je dat ze ons kwaad zullen doen?" „Hèhè", lachte de oude berk, „we zullen vast iets ge weldigs beleven!" Bom! Daar hield de wagen stil op een groot plein naast de kerk. „Berke bomen...! Mooie berkebomen...!" riep een van de mannen over het plein. Van alle kanten kwamen er mensen opda gen die de prijs vroegen, want ze wil den de berken als Meiboom gebruiken. Het oude berkejuffertje werd ge kocht door den waard van de herberg „Het gouden molentje", het tweede boompje door de groentevrouw en het jongste berkje door den schoenmaker Brinkman. „Dag. tot ziens", fluisterde de oude berk haar jongere kameraadjes toe, toen ze uit elkaar gingen. En warempel ze zagen elkaar terug, want de schoenmaker woonde tegen over „Het gouden molentje" en de groentevrouw stond met haar stalletje tussen die twee in. Ze konden wel niet met elkaar spreken, want dan zouden ze vreselijk moeten gilien, en omdat de drie berken beschaafde boompjes wa ren, dachten ze daar niet aan. Het jongste berkje amuseerde zich erg over de kinderen die bij hem in de buurt speelden. Ze speelden met kleine, ronde glazen dingetjes. De berk vroeg zich af of die glazen dingetjes duur zouden zijn. Nu had het bosje z'n zin: ze waren in de stad, al waren ze dan ook niet meer bij elkaar. Voor elk huis stond zowat een boom. Van tijd tot tijd knik ten ze elkaar eens toe, het beviel hen best in het kleine stadje. Het klokken gelui van de kerk vonden ze prachtig en het was een nieuwtje voor hen om lichtjes te zien branden. De volgende dag was een Zondag, dus iedereen was vrij. De zon straalde aan de hemel en iedereen was vrolijk. De mensen hadden allemaal iets moois aangetrokken en de jongens en meis jes lachten dat het een lust was om te horen. O, wat was het leven in de stad toch fijn! Veel fijner dan in het bos, waar ze niets anders dan boterhammenpapier en kippen gezien hadden. De kinderen speelden vandaag met een bal, die zo nu en dan in de boom pjes terecht kwam. Dat vonden ze niets erg. hoor. ze waren ook jong geweest! Ook de derde dag was nog leuk. Maar de vierde en de vijfde dag had den de bomen al te weinig water. „O", steunden ze, „als het maar regenen wilde! De achtste dag namen de meeste mensen de bomen uit hun potten en gooiden ze op de mesthoop. En de ne gende dag lag het hele bos op de mest hoop. Het oude berkejuffertje zuchtte en de kleine zei op meewarige toon: „Och, wat zie je er uit!" „Niet veel lelijker dan jij", antwoord de de oude en ze had gelijk ook. „Weet je nog toen we op de kar reden?" zei de middelste van de drie kameraden. „Och ja", zuchtte het oudje weer, toen dachten we dat het altijd zo blij ven zou". „Je moet maar nooit aan geluk gelo ven", zei ze na een poos, „dat blijft toch niet bestaan en doet toch niet wat het belooft". „Zo moet je niet sprekenzei de jongste, „wij hebben plezier gehad en de mensen plezier gedaan, en dat is goed". en uiKstraalsrke Conraitj Niemand heeft grootere liefde dan hij, die zijn leven neerlegt voor zijn vrienden. Joh. 15, 13, Nog delven wij het warme

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 5