BINNENLAND
nrrin
Zaterdag 6 Juli 1940 No. 53
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
Biesbosch, Oude Maas en Donge
worden afgesloten.
Gemengd Nieuws.
HET BELANGRIJKSTE WERKOBJECT VAN DEN LAATSTEN TIJD,
DAT EEN ALGEHEELE WIJZIGING BRENGT IN DE BE
STAANDE TOESTANDEN.
Naar we uit zeer betrouw
bare bron vernemen, heeft het
departement van Waterstaat
zijn goedkeuring gehecht aan
het plan, tot afsluiting van de
Biesbosch, Oude Maas en
Donge.
In breeden kring, zal dit be
sluit ten zeerste worden toe
gejuicht, temeer waar onze
Kamer van Koophandel reeds
zooveel jaren daarvoor streed
en daarover zulk een belang
rijk rapport uitbracht.
De afsluiting van het Oude Maasje
en de Beneden Donge, zal geschieden
bij Geertruidenberg. De biesbosch
zal worden ingedijkt.
De indijking van de Biesbosch ge
beurt onder enkele beperkingen; n.l.
zullen er verschillende waterreservoirs
worden gelaten. Om een eventueele
wateroverlast van het Zuid-Holland-
sche gebied het hoofd te kunnen bie
den, zullen ook de dijken van de Mer-
wede verzwaard worden. De dijkver
zwaring van de Brabantsche Biesbosch
zal beginnen ten Noorden van Geer
truidenberg.
De cultuurconsulent Ir. Krügers uit
Tilburg zal als adviseur voor de tech
nische werken optreden.
Als werkverschaffingsobject is dit
plan, dat dan thans zal worden uitge
voerd uiterst belangrijk! Het is ondoen
lijk reeds nu een raming te geven van
het aantal arbeiders dat hier tewerk zal
kunnen worden gesteld.
Gezien in de huidige omstandighe
den lijkt het ons echter voor de
hand liggend dat de grootst mogelijke
spoed zal worden betracht met het uit
voeren der werkzaamheden en dat een
en ander op zeer groote schaal zal ge
schieden.
Temeer, daar natuurlijk op vele
plaatsen tegelijk het werk ter hand
wordt genomen, zullen misschien meer
dan duizend arbeiders hier geruimen
tijd een goed stuk brood verdienen.
De resultaten van het werk.
Een gebied van meer dan 37.000
H.A. zal dienstbaar worden gemaakt
voor de volksvoeding. Straks zullen
land- en tuinbouw in de vruchtbare pol
ders van Langstraat en Biesbosch op
intensieve wijze worden beoefend. Het
geheele aanzien van deze streek zal met
één slag veranderd zijn. Gezien de ge
steldheid van den bodem kan worden
verwacht dat over eenigen tijd vooral
de Beneden Langstraat een belangrijk
tuinbouwcentra van onze provincie zal
zijn.
Overigens behoeft men zich slechts
de talrijke vergaderingen der verschil
lende waterschappen te herinneren, om
te weten hoe sympathiek de landbou
wers-ingelanden tegenover dit plan
staan. Meermalen gebeurde het dat
plannen van waterschappen en nood
zakelijke verbeteringen in de polders
moesten worden losgelaten, omdat im
mers de zaak met het Oude Maasje
nog niet geregeld was.
Scheuren van land was bovendien
door den toestand een onmogelijkheid
en daardoor voornamelijk stonden de
ingelanden zoo verbeten tegen de on
langs aan de orde zijnde propaganda
voor de ruilverkaveling. Op een dezer
vergaderingen, waar ook Ir. Krugers
aanwezig was, beloofde hij bij de auto
riteiten zijn uiterste best te doen om de
hangende plannen tot verbetering van
dezen toestand tot uitvoering te krijgen.
Veler wenschen zijn nu vervuld.
Ook een geregelder ver
keer wordt mogelijk.
Onder de groote reeks van voordee-
len valt ook het geregelder verkeer te
noemen. Tot op heden ondervond het
verkeer in de Beneden Donge en de
Langstraat veel hinder van de water
last. Keer op keer, vaak meermalen in
een winter, was de verbinding tusschen
de Langstraat en het Land van Heus-
den en Altena verbroken. Ook het ver-
keersvraagstuk in de Biesbosch kan
nu worden opgelost.
Voor de gemeente Waalwijk is daar
aan nog een groot voordeel verbonden
(en voor Sprang-Capelle en Waspik
niet minder), doordat het spoedig aan-
slippen in de havens uit de wereld zal
zijn en deze steeds op peil kunnen wor
den gehouden, waardoor niet alleen
het havenverkeer bevorderd wordt,
maar ook de jaarlijks terugkeerende
uitgaven voor baggeren enz. voorbij
zijn.
Ten slotte ligt het voor de hand, dat
door den nieuwen toestand velé boer
derijen in het gebied kunnen verrijzen,
zoodat ook voor vele landbouwerszo
nen nieuwe tijden aanbreken.
COLIJN'S BROCHURE.
Bij de N.V. Dagblad en Drukkerij
De Standaard te Amsterdam verscheen
een brochure van Dr. H. Colijn, onder
den titel ,,Op de Grens van twee We
relden". Dat is de titel van het laatste
hoofdstuk. De eerste twee hoofdstuk
ken dragen als opschrift: Het Ziekte
proces en De Democratie in verval.
Het Woord Vooraf luidt als volgt:
Onder al de verwarring van deze
dagen klinkt één geluid met steeds
toenemende kracht: er moet iets ge
daan worden!
Er moet meer saamhoorigheid zijn!
Ook wordt de stem van het overwel
digend grootste deel van het Neder-
landsche volk niet of nauwelijks ge
hoord!
Eén moet daarmee beginnen en in
het hierbij gepubliceerde kleine ge
schrift deed ik een poging de fouten
van het verleden te schetsen en en
kele wenken te geven omtrent het
geen wij thans in het belang van ons
volk zouden kunnen verrichten.
In het eerste hoofdstuk zet dr. Colijn
met de helderheid, die hem zoo vaak
kenmerkt, de ellende van het verdrag
van Versailles uiteen. Daarover bestaat
vrijwel overeenstemming. Met name
wijst dr. Colijn op het harde voortzet
ten van de blokkade, ook na den wa
penstilstand van November 1918; de
fout van den afbraak der Donaumo-
narchie, die een politieke en economi
sche noodzakelijkheid was; den „oor
log om de heFstel-betalingen"; Frank-
rijk's vasthouden in tegenstelling
met Engeland zoo lang en zoo
krampachtig mogelijk aan „Versailles"
en het „gepruts" over de ontwapening.
Terecht concludeert hij, dat het in de
toekomst niet zal gaan om een verdrag
maar om een vrede.
Dan vervolgt dr. Colijn:
Maar men leide hieruit nu niet af,
dat de Nederlandsche staatsinstellin
gen niet voor verbetering vatbaar
zouden zijn; dat het in 1848 ontwor
pen systeem voor alle tijden en alle
omstandigheden als onveranderlijk
moet worden beschouwd. Ons be
ginselprogram stelt reeds het tegen
deel nadrukkelijk vast, doordat het
in art. VII duidelijk zegt, dat wij de
Grondwet, gelijk die in 1848 gewij
zigd werd, als uitgangspunt aanvaar
den om langs wettigen weg tot her
vorming van onze staatsinstellingen
.te geraken.
vallen.
Op zekere dag was George al meer
en meer van de plaats gewandeld,
waarvan Tamara gezegd had, dat hij
die niet mocht verlaten. Zo was hij
niet op de gewone tijd thuis gekomen.
Tamara was verschrikkelijk onge
rust. Ze ging voor het raam staan en
tuurde onafgebroken naar buiten of
ze haar lieveling ook zag.
George was intussen in de buurt
van Drakenhart gekomen. Drakenhart
was juist uitgegaan om kruiden te
zoekci^ Het duurde niet lang of hij
kreeg George in de gaten. Met een ge
weldige sprong kwam hij op het jon
getje toe... op hetzelfde ogenblik
voelde George twee armen om zich
heen; voor hem zag hij 't vreselijk ge
zicht van Drakenhart... hij gaf een
gil, maar toen zag hij het lieve ge
zicht van Tamara die hem stevig in
haar armen hield.
Drakenhart was woedend. Hij zag
dat zijn prooi hem juist ontglipt was.
George was hierdoor echter nog meer
van Tamara gaan houden.
Zo gingen jaren voorhij. Naarmate
George ouder werd, verdubbelde de
slechte tovenaar zijn pogingen om den
jongen prins gevangen te nemen. Die
zou nu gauw twintig worden en dan
meteen weten wat hij met het kettink
je doen moest.
De langverwachte dag brak aan.
George sprong zijn bed uit en liep
naar de tafel waar hij de vorige avond
zijn kettinkje had neergelegd. Tot zijn
grote vebrazing zag hij dat het ket
tinkje bezig was groter te worden en
dat het hartje de vorm van een schild
had gekregen. Nog groter werd zijn
verbazing, toen hij na een poosje zag
dat er inplaats van een kettinkje met
een hartje, een .gouden zwaard, go<-
del en schild op tafel lagen.
Toen hij heneden kwam stond Ta
mara al klaar om hem te feliciteren
en zei het volgende: „Je hebt gezien
wat er van het kettinkje geworden is
en je weet dat je met een zwaard
moet vechten. Maar nu zal ik je zeg
gen wie je met dat zwaard overwin
nen moet. Je weet de Duivel rots waar
Drakenhart woont. Nu, dien tovenaar
moet je met het zwaard onschadelijk
maken. Ik zal je zeggen hoe. Als je
hij zijn huis komt, zal er een afschu
welijke draak op je af komen. Die
Met volle erkenning van het feit,
dat ook ten onzent verbeteringen
noodig zijn, met name voor wat aan
gaat de positie van de landsregeering
en dat de zelfstandigheid en taak
der lagere organen, in het belang der
volksvrijheden, verruiming behoe
ven, (Vgl. Quadragesimo Anno!
red. Maasbode), zal echter altijd dit
eene beginsel onverkort moeten wor
den gehandhaafd, dat de stem des
volks moet blijven klinken op een
wijze, dat uitdrukking kan worden
gegeven aan de in het volk levende
principieele overtuigingen. Een ge
zonden volksinvloed blijven we, als
we zelf over ons lot kunnen beslis
sen, voor Nederland onontbeerlijk
achten.
Nog altijd is de voornaamste taak
van den Staat niet om gouvernante
te zijn van een onmondig volk, maarj
om voor een vrij volk den weg tot
eigen krachtsontplooiing zooveel mo
gelijk te effenen. Die Staat is de bes
te, die deze taak met ruime visie ver
vult. Dat is niet de Staat, dien de
moderne democratie regeert. Zulk
een Staat is daarentegen wél de be
lichaming van een gezonde democra
tie.
En met het oog op zulk een staat,
waarnaar ons begeeren uitgaat, blij
ven wij hopen, dat we in staat zullen
zijn in de historische zin de noodige
hervormingen in ons staatsbestel tot
stand te brengen, al kunnen we aan
de recreatie van zulk een staat eerst
werken indien onze zelfstandigheid
wordt hersteld. Daarom gaan we
thans niet op bijzonderheden dien
aangaande in. Dit moet wachten tot
later. Alleen wagen we het wél om
te zeggen, dat voor een herboren Ne
derland stellig iets te leeren valt uit
wat een krachtige centrale regeering
elders wist te bereiken.
HULP DOOR MILITAIREN AAN DE
POLITIE.
Verboden bij optreden tegen politieke
partyen.
Heden is uitgegeven een buitenge
woon Politieblad, waarin het volgende
onder de aandacht wordt gebracht:
Op verlangen van den. Duitschen op
perbevelhebber in Nederland is be
paald, dat de Nederlandsche militairen
zich moeten onthouden van het ver-
lcenen van hulp aan politie-beambten,
indien dezen optreden tegen politieke
partijen of tegen leden vana zoodanige
partijen, die als zoodanig duidelijk zijn
te herkennen.
In geval van zoodanig optreden dooi
de politic zijn aanwezige Nederland
draak moet je meteen zijn kop af
slaan. Als dat gebeurd i?, loop je
door totdat je aan de deur van Dra
kenhar t's kamer komt. Die ga je bin
nen, waarna je zwaard vuur zal spu
wen en geen enkele man van de hof
houding gespaard zal blijven. Dan zul
je het gebrul van een leeuw horen en
als je voor het gevaarlijke heest staat,
zal je zwaard weer vuur spuwen en
de leeuw zal dood ter aarde storten.
Luiser nu goed, George. I)an moet je
de deur waarvoor de leeuw lag open
doen en de kamer die voor je ligt,
binnengaan. Daar zul je een prinses
vinden, die al jaren lang door Draken
hart gevangen wordt gehouden. Ze
heeft een medaillon om haar hals
waarmee ze den tovenaar kan over
winnen. Neem dit medaillon, ga er
mee naar Drakenhart en zwaai het
driemaal voor zijn gezicht. Dit moet
je echter doen vóórdat hij de drem
pel over is, want anders is het te laat
en heb je alles weer verloren. Blijl
ook niet te lang bij de prinses. Ik weet
niet of zei mooi of lelijk is, want ze
werd gestolen toen ze nog een heel
klein meisje was."
George had aandachtig geluisterd.
Toen Tamara uitgesproken was,
zwaaide hij zijn zwaard door de lucht
en riep: „Ik zal gaan! Ik zal die arme
prinses verlossen en dien hozen tove
naar voorgoed uit de weg ruimen!"
Niet veel later reed hij op een vurig
paard naar de Duivelrots. Voor het
huis aangekomen, zag hij de draak al
op zich afkomen. Een goedgemikte
slag en de draak was dood. Toen liep
hij de gang door naar de kamer van
den tovenaar, deed de deur open en
hief zijn zwaard in de lucht. Meteen
spatte het vuur naar alle kanten.
Geen dien naar bleef gespaard. Even
later hoorde hij het oorverdovend ge
brul van de woedende leeuw. Weer
spuwde het zwaard vuur en zo stond
George voor de deur van de kamer
waar de prinses gevangen moest zit
ten. Voorzichtig deed hij de deur open.
Op een rustbank lag een beeldschoon
meisje te lezen. Ze was zo mooi dat
de prins eerst niets kon zeggen. Toen
liep hij vlug naar haar toe en vertelde
haar wat Tamara gezegd had. Het
meisje keek hem blij aan, bedankte
hem dat hij haar kwam verlossen en
gaf hem het medaillon. Van dit praat-
sche militairen verplicht zich terstond
te verwijderen.
Ingevolge dit voorschrift behoort
derhalve de politie harerzijds in der
gelijke omstandigheden verzoeken tot
hulp aan militairen achterwege te la
ten, terwijl er ten overvloede op zij ge
wezen, dat door het verbod tot ver
leening van hulp, op militairen de des
betreffende artikelen van het Wet
boek van Strafrecht bij weigering van
hulp tegen politieke partijen of tegen
leden daarvan, buiten toepassing moe
ten blijven.
RADIO-UITZENDINGEN VOOR INDIë
WORDEN HERVAT.
Wij vernemen van bevoegde zijde,
dat binnenkort verwacht kan wor
den heden, Vrijdag de radio-uitzen
dingen naar Nederlandsch-Indië her
vat zullen worden. Tot de verzorging
van deze uitzendingen is, na gepleegd
overleg met de bevoegde Duitsche au
toriteiten, door den secretaris-gene
raal, waarnemend hoofd van het de
partement van Binnenlandsche Zaken,
een gemeenschappelijke machtiging
verleend aan de A.V.R.O., den K.R.O.,
de N.C.R.V., de V.A.R.A. en den V.P.-
R.O.
De vermiste kanovaarders uit
Harlingen.
Het lijk van een hunner
aangespoeld.
Aan de onzekerheid waarin men
sedert Zaterdag jl over twee kano
vaarders uit Harlingen verkeerde,
is gisteren een einde gekomen.
Gistermorgen is aan den Westhoek
te Sint Jacobi Parochie het lijk
van den achttien-jarigen H.
Schotanus aangespoeld, Het werd
door familieleden herkend. Van den
anderen kanovaarder en van de
kano is nog niets bekend.
Ondereen wagen geraakt.
üoodelijk ongeluk op den
weg Oostburg—Schoondijke
Op den rijksweg Oostburg-Schoon-
dijke in Zeeuwsch Vlaanderen is
gistermiddag omstreeks een uur de
landbouwer K. v. d. Vijver uit
Bakkersveen, door het schrikken
van zijn paard gevallen en onder
een kar die van den anderen kant
kwam, geraakt. Hij liep zware in
wendige kneuzingen op en overleed
korten tijd later op de plaats, waar
het ongeluk geschiedde.
je kwam het volgende en op 't laatst
waren ze zo in hun gesprek verdiept,
dat George opschrok toen hij plotse
ling een zware, dreunende stap in de
kamer ernaast hoorde. Bliksemsnel
sprong hij op. Hij had helemaal niet
meer aan Drakenhart gedacht. Hij
rende naar de deur en kwam nog juist
op tijd, om den tovenaar vóór hij de
drempel overschreed het medaillon
drie keer voor z'n gezicht te zwaaien.
Drakenhart viel op de grond; hij was
voorgoed overwonnen.
Dolgelukkig nam George de prinses
hij de hand, vluchte met haur uil het
donkere huis, zette haar voor op zijn
paard en zo reden'ze naar Tamara toe.
Die stond hen al op te wachten: ze
wist dat George zijn taak goed zou
volbrengen. Ook had ze wel geweten
dat de prinses zo mooi was, maar dat
had ze expres niet gezegd, want ze was
hang dat George anders alles zou ver
geten, wat hij trouwens al een beetje
gedaan had.
Dat was een vrolijk weerzien. De
koning en de koningin waren ook ge
komen en kusten hun zoon die ze van
nu af aan weer thuis mochten heb
ben.
Korte tijd daarna trouwde George
met de mooie prinses, die niet alleen
mooi, maar ook goed was. George
bleef een dapper man en leefde nog
lang en gelukkig met zijn vrouw en
zijn ouders op het kasteel van zijn
vader.
SLAAPLIEDJE.
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met vier witte voetjes
Slaapt er het kindje zo zoetjes
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap.
HET FEEëNDAL.
Een sprookje
door Gerric Koenraads.
Er leefden eens heel lang geleden
een konng en een koningin die een
aardig zoontje hadden. Het ventje
had donkere ogen, zwart krullend
haar en lachte tegen iedereen die hij
tegenkwam.
Alle mensen waren dol op hem en
hij werd dan ook vreslijk verwend.
Maar ondanks dat bleef George, zo
heette het prinsje, een lief, beschei
den kind.
Dicht hij het paleis lag een dal, het
Feeëndal geheten. Daar was zoveel
moois te zien In het midden van het
dal stond een fontein die zilveren stra
len spoot en overal groeiden en bloei
den prachtigste en wonderlijkste bloe
men. Hier woonde de koningin dei-
feeën, Tamara. Haar paleis stond een
eindje verder in het dal. Haar kamer
was de mooiste die er ooit bestaan
had. Haast alles was van goud en
kristal. Ze had een stoel die met edel
stenen bezet was en als ze er op ging
zitten, speelde een instrument dat in
de stoelpoot verborgen was, muziek.
Tamara had de kleine George hij
zijn geboorte een gouden kettinkje
met een hartje eraan gegeven. Met dit
kettinkje zou hij als hij twintig jaar
was, zichzelf en andere mensen gro
te diensten kunnen bewijzen, op één
voorwaarde: hij moest hij de fee ko
men wonen. Dat wilde niet zeggen
dat hij nooit naar huis mocht. Iedere
Zondag mocht hij zijn vader en moe
der opzoeken.
De koning en de koningin vonden
het wel vervelend dat ze hun zoontje
zo veel moesten missen, maar de ko
ningin wilde alleen het geluk van
haar kind en zo kwam de kleine
George hij de fee te wonen.
Op enige afstand van het Feeëndal
stond een rots. Deze rots werd de
Duivelrots genoemd. Daar woonde
de boze tovenaar Drakenhart. Draken
hart was een lange, magere man, had
handen als klauwen, een lange, krom
me neus en kwaadaardige ogen. Ieder
een probeerde hij in zijn tovermacht
te krijgen en het meest van al haatte
hij Tamara.
Zijn kamer was het tegenoverge
stelde van die van de feeënkoningin.
Zijn stoel was van koude schubben
gemaakt en om hem heen krioelden
de akeligste beesten. Licht kwam er
haast niet, hij zat altijd in 't halfdon
ker. Zijn hofhouding bestond uit ke
rels met gemene gezichten.
Omdat het kettinkje van George
hem wel eens veel kwaad kon doen,
zon hij op allerlei listen om het jon
getje in zijn macht te krijgen. Maar
tot nu toe was hem dat niet gelukt.
George was nu acht jaar oud. Hij
was nog altijd een lieve jongen, maar
had een beetje vreemd karakter. Hij
zei nooit veel en ging het liefst alleen
wandelen. Dat vond Tamara niet pret
tig, want ze wist dat Drakenhart op
hem loerde en dus was ze hang dat
de kleine George in zijn handen zou
HM—IHWUl-WIMmi— I 1