Middenstands Borgstellingsfonds voor de Langstraat, gevestigd te Waalwijk. De enquête heeft betrekking op per sonen met een of meer der volgende di ploma's, akten of graden: Onderwijzersakte, hoofdakte, akte van bekwaamheid tot het geven van nijverheidsonderwijs; einddiploma middelbare landbouw school, einddiploma middelbare nijver heidsschool (middelbare technische school of schoolkunst- en kunstnijver heidsonderwijs); einddiploma 5-jarige handelsdag school, einddiploma zeevaart- of machi- nistenschool, einddiploma middelbare meisjesschool, einddiploma 5-jarige H. B.S. of extranei-examen, einddiploma gymnasium of staatsexamen, middelba re akte (m.o.); diploma van een examen aan een universiteit of hoogeschool, universi taire graad. Ook zij, die op wachtgeld zijn, als vo lontair of kweekeling met akte werk zaam zijn en als zoodanig niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien, als mede gemobiliseerden, die bij de demo bilisatie zonder werk zullen zijn, wor den in het onderzoek betrokken. Allen, die hiervoor in aanmerking komen, dienen hun naam en adres op te geven aan het Centraal Bureau voor de Statiestiek (portvrij te richten aan het postkantoor te 's Gravenhage met tusschen haakjes: Centraal Bureau voor de Statistiek). WIE DE NEDERLANDSCHE UNIFORM MAG DRAGEN. Een onderscheidingsteeken voor den opbouwdienst. De weermachtsbevelhebber in Ne derland, generaal der luchtmacht Chris tiansen, heeft het volgende bepaald: Aan alle officieren, onderofficieren en manschappen, beroepsmilitairen en niet beroepsmilitairen der Nederland- sche weermacht, die uit den militairen dienst zijn ontslagen, op pensioen, non activiteit of wachtgeld zijn gesteld of met groot verlof zijn vertrokken, en die niet in de hier beneden (onder a en b) opgenoemde diensten werkzaam zijn, is van 16 Juli 1940 af het dragen van de militaire uniform verboden. Voor zoover de militaire uniformen en uitrustingsstukken geen privé eigen dom zijn, zal over de inneming daarvan nog een bevel worden gegeven. Wie van de bovengenoemde officie ren, onderofficieren en manschappen na 15 Juli 1940 nog in militaire uniform wordt aangetroffen, maakt zich straf baar. Na 15 Juli 1940 zijn tot het dragen van de militaire uniform slechts qerech- tigd: a) officieren, onderofficieren en man schappen, die tot de demobilisatie-orga nen van de Nederlandsche weermacht, resp. tot de afzonderlijke onderdeelen behooren; bovendien is het officieren, die als rechters in militaire gerechten fungeeren, geoorloofd voor den duur der zittingen uniform te dragen. b) officieren, onderofficieren en man schappen van den opbouwdienst; hun uniform moet het onderscheidingstee ken van den opbouwdienst dragen. c) Slechts de onder a en b vallende officieren zijn na 15 Juli 1940 nog ge rechtigd het zijdgeweer te dragen. STUDIE VAN CADETTEN EN ADELBORSTEN IN ANDERE RICHTING. Op de Koninklijke Militaire Acade mie te Breda zullen met ingang van 15 Juli a.s. cursussen aanvangen in het ka der van den opbouwdienst, welke be oogen de cadetten een burgerlijk be roep te doen kiezen. Voor de techni sche vakken zullen deze cursussen drie en voor de administratieve vakken zes maanden duren. Deze cursussen zijn ook toegankelijk voor adelborsten. Het te geven onderwijs zal de cursisten in de gelegenheid stellen de studie aan een universiteit voort te zetten. Cadetten van het wapen der genie zullen zich kunnen bekwamen voor het volgen van het onderwijs aan de Technische Hoo geschool. De cadetten der administra tie zullen een cursus in accountancy e.d.- kunnen volgen, terwijl anderen het be roep van leeraar in lichamelijke opvoe ding kunnen kiezen. De cursussen, wel ke onder leiding staan van den gouver neur der K.M.A., generaal-majoor H. C. G. baron van Lawick, zullen wor den gegeven door leeraren van de K.M.A. HET OPBOUWLEGER TREEDT AAN. Drie maanden proeftijd. Op 14 Juli bezit Nederland nog een leger van omstreeks 50.000 a 60.000 man. Aan den ochtend van den 15en Juli is dit leger verdwenen. Dan staat de O.D., de Opbouwdienst, gereed om zijn werk aan te vangen. Wie hiervan deel uitmaken? Aller eerst de beroeps- en reserve-officieren en -onderofficieren, die den wensch te kennen gegeven hebben over te gaan in leidende functies van O.D. Dezen militairen staan de volgende wegen open: 1. Overgang naar de bur germaatschappij; 2. naar den O.D.; 3. naar de rivierpolitie; 4. naar de gewone politie; 5. naar de douane. Niet alle beroepsmilitairen kunnen echter van de vier laatstgenoemde mo gelijkheden gebruik maken. De pensi oengerechtigden namelijk gaan met pen sioen, terwijl de oudere hoofdofficieren in beginsel op wachtgeld gesteld wor den, met uitzondering wellicht van en kele hoofdofficieren, voor wie gelegen heid tot plaatsing bij de staven van den O.D. zal bestaan. Ook voor de afwik keling der demobilisatie blijven nog verschillende diensten voorloopig ge handhaafd. Naast de beroepsmilitairen komen bij den O.D. de reserve-officieren, dienstplichtige onderofficieren en ove rige dienstplichtigen, die momenteel geen werkkring in de burgermaatschap pij kunnen vinden. Voorts zal in de leiding wellicht ook plaats kunnen zijn voor burgers, die zich vrijwillig aanmelden en die op grond van hun deskundigheid, ontwik keling en geschiktheid om met men- schen om te gaan, hiervoor in aanmer king komen. Voorloopig blijven de militairen, die bij den Opbouwdienst werkzaam zijn, de gewone militaire uniform dragen. Zij krijgen evenwel een speciaal distinctief waarvan de bijzonderheden nog niet vastgesteld zijn. Men denkt aan een on derscheidingsteeken op de mouw, waar op een nader te bepalen embleem als mede de letters: O.D. voorkomen. Als de textielpositie het toelaat, zullen er in de toekomst wellicht speciale uniformen komen. Van 15 Juli tot 15 October zal de z.g. proeftijd zijn. In dit tijdsbestek zal be oordeeld worden in hoeverre bepaalde personen minder geschikt geacht moe ten worden om aan het opbouwwerk deel te nemen, dan wel in andere func ties te werk gesteld moeten worden. Nationaal Jongerenverbond. Naar men verneemt is het natio naal jongerenverbond elke verdere werkzaamheid verboden. Het verbond houdt op te bestaan. „Nederlandsch Dagblad". Dagblad van nationaal front. In Den Haag is het eerste nummer van het „Nederlandsch Dagblad".or gaan van het nationaal front (leider Arnold Meyer), verschenen. Naast het weekblad „De Weg" zal dit dagblad in den vervolge de doel stellingen en beginselen van deze be weging in grooter kring bekend maken. Hulp aan bakkerspatroons. De N.V. Meelfabrieken der Neder landsche Bakkerij stelde ter beschik king van het comité uit de nationale bakkerspatroonsbonden f 50.000 tot leniging van den eersten nood der bakkerspatroons, die door den oorlogs toestand getroffen zijn. Gezanten verlaten Nederland. Naar men verneemt zullen alle ge zantschappen, welke thans nog in Den Haag aanwezig zijn, op 15 Juli a.s. ons land verlaten. De gezant Bene, vertegenwoordiger van het Auswartiges Amt, toegevoegd aan den Rijkscom missaris, heeft opdracht ontvangen om alle maatregelen te nemen om den diplomaten, hun familie en personeel de reis zooveel mogelijk te vergemak kelijken. Er zal op 15 Juli des mor gens een extra trein rijden. Leden van het personeel, van Duitsche of Neder landsche nationaliteit kunnen blijven. Men kan in dezen Duitschen maat regel den laatsten stap zien om ook formeel de positie van Nederland als bezet gebied te regelen, nu de re geering, waarbij de diplomatieke ver tegenwoordigers geaccrediteerd waren, niet meer aanwezig is. Lessen-aantal voor gymnasia, H.B.S. enz. Het ligt in het voornemen van de regeering met ingang van 1 f September 1910 't getal wekelijksche lessen in de verplichte vakken voor de gymnasia, H.B.S., Lycea en Handelsdagscholen voorloopig tot gemiddeld 30 per klasse te verlagen. Extra vakken blijven buiten be schouwing. Op welke wijze deze vermindering zal geschieden zal zoo spoedig mogelijk worden bekend gemaakt.» In één maand 103 dooden inons land In verband met de mededeeling van generaal Christiansen over van Nederlanders afkomstige aanwijzin gen ten behoeve van de Engelsche luchtmacht heeft Hauptman Schön- leben van den Luchtafweerdienst der Sicherheits-Polizei bijzonder heden bekend gemaakt over de gevolgen, welke de Engelsche bom- bardemer ten voorde Nederlandsche burgerbevolking hebben gehad. In de periode van 1 Juni tot 5 Juli hebben zich 191 Engelsche bomaanvallen voorgedaan, waarvan 90 pet, op steden dorpen en vlekken waarin geen militaire objecten aan wezig zijn. Onder de burgerbevolking vielen dientengevolge 103 dooden terwijl 98 personen zwaar gewond en 49 licht gewond werden De zeer lichte verwondingen zijn niet mede- geteld. Vele Nederlandsche gezinnen zijn dakloos geworden 83 woon huizen zijn geheel vernield, 176 zwaar beschadigd, van meer dan honderd woonhuizen zijn bovendien de vensters vernield. Verwoest zijn daarenboven twee scholen, drie ziekenhuizen en een krankzinnigengesticht. Twee kerken en twee kerkhoven zijn evenmin ontzien en werden zwaar beschadigd. Vele bommen vielen op het open veld, waardoor 12 paarden en 51 koeien werden gedood. In zeven In aansluiting aan de reeds eerder gepubliceerde cijfers uit het jaarver slag over 1939 van het M.B.L. ontiee- nen wij hieraan nog het volgende: Verrichte werkzaamheden en resultaten. In 1939 werden 58 nieuwe aanvra gen om hulpverleening tot het fonds gericht (v. j. 41). Het totaal aantal aanvragen sinds de inwerkingtreding van het fonds op 15 September 1937 is daarmede ge stegen tot 129. Het is volkomen begrijpelijk dat hij kennisname van ons jaarverslag de belangstelling allereerst uitgaat naar het aantal en het bedrag der verleen de borgstellingen. Wij wezen er echter in het vorig jaarverslag reeds op dat deze cijfers al een zeer slechten maatstaf vormen ter beoordeeling van het werk der Borgstellingsfondsen. Immers, de bemiddelings- en sanee- ringswerkzaamheden, blijven nog steeds de eerste plaats innemen op het terrein onzer bemoeiingen en 't stemt tot groote voldoening dat ook de fraaie resultaten hiermede bereikt, evenredig geacht mogen worden aan het vele en tijdrovende werk aan de bemiddelings- en saneeringsgevallen besteed. Niettemin valt er ook op het gebied van crediet-verleening een flinken vooruitgang te constateeren tegenover de beide vorige jaren. Wij zouden ech ter, gezien de ons ter beschikking staande geldmiddelen, in staat geweest zijn in nog veel ruimere mate finan- tieele hulp te verschaffen, indien er meer aanvragen waren geweest die voor een crediet in aanmerking kon den komen. Het aantal aanvragen vertoont wel iswaar een beduidend accres (58 in 1939, tegenover 30 in 1937 en 41 in 1938), doch het blijft ook in ons be stuur verwondering wekken dat niet meer kleine ondernemers zich tot het borgstellingsfonds wenden. We mogen immers uit dit betrekkelijk geringe getal aanvragen geenszins concludee- ren dat het den middenstanders over het algemeen goed gaat. We weten integendeel maar al te goed hoe moei lijk hel voor velen hunner is om, vooral in de huidige tijdsomstandig heden het hoofd boven water te hou den. Daarom moeten achter dit verschijn sel andere oorzaken schuilen. Het komt ons voor dat de meeste dezer wegblijvers nog steeds geen- ofwel een geheel verkeerd begrip hebben van de verschillende vormen van hulp verleen ing die bij de borgstellings fondsen mogelijk zijn. Het, vooral den laatsten tijd, sterk toenemend aantal aanvragen demonstreert echter duide lijk dat zich ten deze reeds een heter inzicht in middenstandskringen be gint baan te breken, en dat zich voor (ie borgstellingsfondsen, die wat hun werkingsfeer betreft nog in 't begin stadium verkeeren, nog wijde perspec tieven openen. Verloop der credietgeving: Sinds de inwerkingtreding van ons fonds werden de volgende credieten verleend 8 credieten van 500. 3 400. 1 365, 1 350. 8 300. 3 250. 1 225. 6 200. 4 150. 8 100. 43 credieten, totaal bedrag 11890. Gemiddeld bedrag der credieten gevallen zijn aanvallen gepleegd op rijdende personentreinen. In acht gevallen zijn gas-, water of electrische leidingen vernield. Broeikassen en boomgaarden zijn niet gespaard. Zelfs een voetbalveld en een zweef- vliegterrein achtten de Engelschen geschikte objecten voor hun bom bardementen, Een bijzonderergerlijk geval deed zich voor, toen door het mitrailleurvuur van 'n laagvliegend vliegtuig een oude man en twee kinderen werden gedood. Ook vreedzame visschersschepen ont kwamen niet aan bombardementen en beschietingen. Deze cijfers toonen duidelijk aan, dat het onmogelijk is, de gevolgen van de Engelsche bombardementen voor de burgerbevolking als bagatel te beschouwen. 276.51 (v.j. 293.75). Op een enkele uitzondering na kon door de credietnemers zekerheid ge steld worden in den vorm van eigen- doms-overdracht van goederen, cessie van verzekerings-polissen, borgstel lingen, e.d. Per 31 Dec. '39 bedroeg het saldo der uitstaande credieten 6525.50. Nog uit te betalen 4 credieten tot een bedrag van 1250. Totaal 7775.50. In totaal werd reeds door crediet nemers afgelost 4114.50. In totaal 11890.—. Met groote voldoening mag bel be stuur hier releveeren dat in hel af- geloopen jaar geen enkele verliespost behoefde te worden geboekt. Bekening houdend met den éénigen verliespost, geboekt in 1938, groot 89.86, mag het unieke feit gecon stateerd worden dat na 2Vfc jarige werking van ons fonds het verlies percentage nog slechts van het verleende crediet bedraagt. Wij ontveinzen ons geenszins dat niet steeds zulk een uitzonderlijk gun stig verloop in onze jaarverslagen zal kunnen worden vermeld, doch mogen er o.i. gerust een bevestiging in zien van de in ons vorig jaarverslag geuite meening dat wij de kwestie der z.g. „stroppen" niet al te donker inzagen. De achterstand in aflossing bedroeg per 31 Dec. 1939 slecht 333.62, of slecht 2.8% van het verleende crediet, hetgeen eveneens een buitengewóón gunstig resultaat mag worden ge noemd. Het bestuur had weliswaar de bevoegdheid om gebruik te maken van de rechten uit de borg- of cessie- acten voortvloeiende om daardoor de „achterstalligen" tot betaling te dwin gen, doch het zal tot zulke krasse maatregelen slechts in de uiterste noodzaak overgaan en liever, in ge vallen waarin het zulks redelijk vindt, eenig uitstel van aflossing toestaan, om de betreffende zaken niet in groo te moeilijkheden te brengen. Houdt men rekening met het feit dat de credieten slechts gegeven zijn aan kleine zelfstandigen, die niet el ders de voor hun bedrijf noodzakelij ke geldelijke hulp konden verkrijgen, dus grootendeels lot de finantieel- zwakke ondernemers gerekend moe ten worden, dan stemt het onbeteeke- nende verliespercentage en het geringe percentage achterstand in al- lossing (2.8%)- nog meer tol verheu genis. De pessimisten, die van mee ning waren dat er van deze credieten weinig meer terecht zou komen, blij ken gelukkig ongelijk te hebben ge had, ook al mochten de resultaten niet altijd zoo gunstig blijven. Resultaten der aanvragen. Van de 129 aanvragers kregen er 43 een crediet toegewezen, 35 ontvingen hulp in anderen vorm (bemiddeling, saneering, advies), terwijl 51 gevallen niet voor hulp in aanmerking kwamen of zich terug trokken. In procenten uitgedrukt ontvingen dus ruim 33% der aanvragers een crediet (event, na ook bemiddelde en saneerende hulp te hebben ontvangen) 27% der aanvragers hulp in anderen vorm. zoodat ruim 60% der aanvragers werd geholpen, bijna 40% der aanvragers kon geen hulp verstrekt worden. Verreweg de meeste dezer laatste vallen behoefden niet eens in behan deling te worden genomen omdat er direct aanwijsbare gronden voor af wijzing waren. Slechts 13% werd na behandeling en nader onderzoek afge wezen, zoodat mag worden geconclu deerd dat rrieuse reflectanten wier aanvraag nïler wordt onderzocht en in behandeng genomen voor 87% kans makenop een gunstig resultaat in den vori van crediet- of andere hulp. Eeige resultaten van het be- midetenci- en saneerend op- trecn van ons fonds. Bij de beandeling van elke aan vraag gaat et bestuur in de eerste plaats na oihet mogelijk is de oor zaken der mnlijkheden weg te nemen. Vaak blijkei deze het gevolg te zijn van te zwaa drukkende* lasten in den vorm van hoge rente- en aflossings betalingen. /idere bedrijven gaan ge bukt ondereen zware schuldenlast, waardoor zijiiet vrij zijn bij hun aan- koopen, daaee teveel aan de leveran ciers zijn geimden. Weer andere on dervinden giote moeilijkheden van hun crediteren, betalen regelmatig groote bedrjen aan deurwaarders exploten engerechtelijke achtervol ging en leveiin voortdurende bedrei ging met falissement. Er zijn ook zaken die ma- crediet noodig hebben, dan ons font kan geven, terwijl an dere met eei klein bedrag te helpen zouden zijn, och niet in staat geacht mogen wordt het terug te betalen. In vele geillen kan door bemidde ling, saneerir en zakelijk advies van ons fonds weeen oplossing voor deze moeilijkhedei gevonden worden. Ook dit jtr werden weer diverse verlagingen mi hypotheekrenten ver kregen en wlaging van aflossings- verplichtingei Regelingen werden ge troffen met crediteuren inzake op schorting varbetaling, geleidelijke af lossing of geeeltelijke kwijtschelding Waardoor dngenden ondergang kon worden voorinnen. Bemiddeling w^rd verleend bij dNed. Middenstandsbank om grootere oedieten voor aanvragers te verkrijgen zoowel z.g. „B-Credie- ten" als „Wfktuig-Credieten". Voor de finantieel zakkeren werd door ons een beroep geaan op het fonds voor Bijz. Nooden, trmbesturen en andere instanties om en bedrag a fonds per- du beschikbas te stellen. Ook wer den velen geadiseerd en ook practisch geholpen bij et invoeren van een goede eenvoud;e boekhouding. Kortom, op entallen manieren en meestal met scces, werden stappen in het belang an de aanvragers ge daan, waarmee we heel wat zorgen voor hen uit den weg ruimden en waardoor ze' vak heel wat meer ge baat waren dar met crediet-hulp zon der meer. Een zeer omangrijke en belangrij ke taak is vooal de laatste maanden op de schouder van de Borgstellings fondsen geschcen, n.l. het opmaken van rapporten er ondersteuning van een aanvraag an het Nat. fonds voor Bijz. Nooden. Wanneer iemand zich rechtstreeks c via de Plaatselijke Commissies va Samenwerking tot 't Nat. Fonds var Bijz. Nooden in Den Haag wendt, dn vraagt dit fonds een deskundig rajport over het bedrijf van aanvrager op te maken door het Borgstel lingsffids, waarin dit zijn oordeel uitsprekt over de rentabiliteit van het betrolken bedrijf en over de beste wijze vai steunverleening. Van dat rapport za liet in vele gevallen af hangen of en eventueel met welk be drag een aanvrager door Bijzondere Nooden gestamd wordt. De samen stelling dezer rapporten vereischt na tuurlijk een grondige bestudeering der betrokken bedrijven, wat vooral door het gemis van boekhouding nog extra bemoeilijkt wordt. Er werden in het afgeloopen jaar in totaal 13 van deze rapporten door ons gemaakt. Verschil lende hebben reeds het beoogde resul taat opgeleverd; van andere rappor ten zijn we den uitslag nog wachtende. De boekhoudingen. Het valt zeer te betreuren dat nog zoo weinig middenstanders doordron gen zijn van de noodzakelijkheid van een boekhouding die hen een juisten kijk geeft op den gang van zaken in hun bedrijf. In de circa 100 door ons onderzochte gevallen bleek slechts 17% een behoorlijke boekhouding te hebben; bij 24% troffen we een on voldoende boekhouding aan; bij 28% een slechte en bij 31% in het geheel geen boekhouding. Op dit terrein is er dus voor ons fonds nog een om vangrijke opvoedende taak weggelegd en er zijn maatregelen in voorberei ding om deze zoo hoogst nuttigen tak van de fonds-bemoeiïngen in de toe komst intensiever te verzorgen, door een geregelder boekencontrole bij de betrokken ondernemingen in te voe ren. Algemeene beschouwingen. Met voldoening mag het bestuur op het afgeloopen jaar terugzien in de overtuiging dat het weer veel en vruchtdragend werk heeft kunnen ver- Uit het Jaarverslag over 1939. is 4000.— 1200.— 365.- - 350.- - 2400.- - 750.- - 225.- 1200.- - 600.— - 800.-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2