Gemeenteraad Drunen.
BINNENLAND
KUNST EN LETTEREN
Koop eerst een andere tandpasta
Zaterdag 3 Augustus 1940 No. 62
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
De Voorzitter gedenkt de
oorlogsslachtoffers.
De raad der gemeente Drunen kwam
Woensdagavond 31 Juli 1Ü4U in vol
tallige vergadering bijeen.
Na de gebruikelijke opening met ge
bed sprak de voorzitter, de edelachtb.
heer mr. R. Th. v. d. Heijden, o.m. als
volgt: gMtl
Sinds de vorige raadsvergadering
dezer gemeente hebben wij en allen in
den lande angstige dagen beleefd. Toen
op 10 Mei het oorlogsgeweld uitbrak
heeft dit voor vele vaderlanders zware
verwoestingen meegebracht. Wij dan
ken God dat onze gemeente voor zwa
re rampen behoed is gebleven en hoo-
pen en bidden dat wij ook in de ko
mende dagen voor het oorlogsgeweld
bewaard mogen blijven.
Al onze gemeentenaren zijn behou
den uit den strijd weergekeerd, alleen
voor een van hen heeft de oorlog het
offer gevraagd van zijn leven. Wij
blijven hem dankbaar voor dit offer
en zullen hem blijven gedenken.'
Vervolgens spoorde de voorzitter de
leden aan zoo 'sober mogelijk te zijn
in de besprekingen en zich daarbij uit
sluitend te beperken tot het zakelijk
gedeelte van de agenda.
De notulen der vorige vergadering
werden behoudens een kleine opmer
king van den heer Maas, ongewijzigd
vastgesteld.
Een tweetal ingekomen stukken be
treffende proces-verbaal van kas-op-
name bij den gemeente-ontvanger en
een schrijven van Ged. Staten, houden
de machtiging tot het doen van uit
gaven uit de begrooting 1940 werden
voor kennisgeving aangenomen.
De wijzigingen in de gemeentcbe-
grootingen van 1939 en 1940, werden
na voorlezing door den secretaris
z.h.st. goedgekeurd.
Aan den heer M. J. Veltman werd
op diens verzoek eervol ontslag ver
leend als lid van het Alg. Burg. Arm
bestuur en van de Commissie tot We
ring van Schoolverzuim.
De voorzitter dankt den heer Velt
man voor de bijzondere wijze waarop
hij zich steeds van zijn taak in deze
functies gekweten heeft.
Benoeming nieuw lid van het Alge
meen Burgerlijk Armbestuur.
Door het Armbestuur worden ter
benoeming aanbevolen:
1. dhr. A. P. van Lokkant, gemeen
te-secretaris;
2. de heer H. Brok, directeur schoen
makersvakschool.
De voorzitter zegt dat ook B. en W.
deze voordracht steunen.
Na stemming bleek den heer A. P.
v. d. Lokkant met 10 van de 11 stem
men benoemd te zijn.
De voorzitter wenscht dezen dan ge
luk met zijn benoeming en dankt hem
dat hij zich voor deze moeilijke func
tie heeft willen beschikbaar stellen.
B. en W. werden vervolgens z.h.st.
gemachtigd tot het verleenen van ver
gunningen voor de jacht op de Hei
stukken.
Tot leden van de Commissie van
Onderzoek der rekeningen over de
verschillende dienstjaren werden be
noemd
voor 1940 de heeren v. Dal, Maas en
de Baaij;
voor 1941 de heeren Vughts, v. Dru
nen en v. Huiten;
voor 1942 de heeren v. d. Wiel, v.
Wezel en Vrijhoeven;
voor 1943 de heeren v. Dal, Maas en
de Baaij.
Bij de rondvraag vestigt de heer v.
Drunen de aandacht op den slechten
toestand van de fietspad vanaf de
Wed. Brands tot aan de kinderen de
Haan. Hij vraagt den voorzitter daar
in verbetering te doen aanbrengen.
De voorzitter zal dit noteeren, maar
kan niets beloven daar de aanvoer
van materialen zooals grint e.d. zeer
stagneert.
De heer v. Drunen zou in 't Groene
Woud graag twee lichtpunten meer
willen zien vanaf P. v. Zon tot v. Gent.
De voorzitter zegt dat daaraan twee
bezwaren verbonden zijn. In verband
met de verduistering moet het aantal
lichtpunten tot het uiterste beperkt
blijven. Alleen op die plaatsen daar 't
voor Tiet verkeer van belang is, mag
een spaarzame verlichting plaats heb
ben.
In verband daarmede moet de uit
breiding van het net, voor zoover dit
niet strikt noodzakelijk is, achterwege
blijven. Ook door gebrek aan mate
rialen en de enorme stijging der prij
zen daarvan is het beter met even-
lueele uitbreiding te wachten tot beter
tijden.
Naar aanleiding van een desbetref
fende vraag van den heer v. Drunen
ten aanzien van het Herptsche Ven
zegt de voorzitter dat het de bedoeling
is daarvan een werkverschaffings
object te maken, zoo mogelijk in ver-
eeniging met de Middelzecg en het
Noordelijk gedeelte van de Kievits-
waard, dit om te voorkomen dat in
woners dezer gemeente wegens gebrek
aan werk naar andere plaatsen wor
den gezonden.
Reeds is de Heide-Mij. gevraagd
daar opmetingen te doen en te zien
of er van genoemde perceelcn niet één
bloc gemaakt kan worden en dat dan
desnoods te bemalen. Vroeger zou dit
niet mogelijk zijn, daar Nieuwkuijk
dan last van het water zou krijgen,
maar nu is er een weg om dit te doen
afvloeien naar het Oude Maasje. De
kwaliteit van den grond is daar ook
uitstekend. Spreker zal, wanneer meer
definitiefs bekend is, den raad meer
uitgewerkte plannen voorleggen.
De heer Maas vraagt verbetering
van het rijwielpad van de Molensteeg
naar de Heidijk, hetgeen de voorzitter
zal na laten zien.
De heer Maas is het niet geheel en
al eens met de wijze waarop de lucht
beschermingsdienst in deze gemeente
geregeld is, waardoor het voorkomt
dat soms 2 of 3 menschen uit een ge
zin meermalen op wacht staan en an
deren in het geheel niet. Spreker vindt
het niet juist dat iemand 's nachts
wacht doet en overdag in de fabriek
moet werken.
De voorzitter zegt dat in bijzondere
tijden, bijzondere diensten gevraagd
worden. Men moet niet vergeten dat
het moeilijk is iedereen tevreden te
stellen. Er zijn zooveel mogelijk men
schen opgeroepen om de diensten te
verkorten en te vergemakkelijken.
Tegen den winter zal er vermoedelijk
wel een andere regeling komen.
De heer Maas informeert naar de
uitkeeringen van de B-steun. Naar
spr. ter oore gekomen is, heeft die
nog niet plaats gehad. Spreker vraagt
waarom verschillenden die in de werk
verschaffing zijn, geen recht op B-
steun hebben.
De voorzitter zegt dat de B-steun
twee maal per jaar wordt uitgekeerd.
Waarom tot heden nog geen uitkee-
ring heeft plaats gehad zal spreker de
desbetreffende commissie vragen. De
genen die in de werkverschaffing zijn,
hebben volgens spreker geen recht
meer op B-steun.
De heer v. d. Wiel vraagt of het mo
gelijk is aan de werkverschaffing een
andere vorm te geven.. Spreker vreest
ervoor of een in het leven geroepen
werkverschaffings-object ook steeds
uitgevoerd zal worden.
De voorzitter zegt feitelijk niet
meer van werkverschaffing te kunnen
spreken. Het is meer werkverruiming.
Dit kan de gemeente zonder Rijks-
steun practisch niet doen, daar de ge
meente dan voor de volle lasten komt
zitten, terwijl anders het Rijk 80 tot
KMLprocent in de loonen e.d. bijdraagt.
De objecten die in deze gemeente zijn,
Nederlandsche Unie.
Het Hoofdbestuur der R. K. S. P
heeft een advie^ uitgebracht om de
Unie te steunen en er bij aan te
sluiten. Zij telt thans reeds een
millioen aangeslotenen.
Het „Christelijk Sociaal Dag
blad", dat onder redactie staat van
het bestuur van het Christelijk Na
tionaal Vakverbond, raad zijn lezers
aan, achter de Nederlandsche Unie
te gaan staan. De redactie meent
met vrijmoedigheid te kunnen ad
viseeren tot persoonlijke aansluiting
bij deze Nederlandsche Unie.
R.K. Werkliedenverbond.
Naar de „Volkskrant" verneemt
hebben de heeren H. Hermans en
C. J. Kuiper het Verbondsbestuur
meegedeeld, dat ze niet meer voor
een herkiezing als Verbondsbestuur-
der in aanmerking wenschen te
komen.
Hun besluit is gegrond op de over
weging dat zij plaats wenschen te
maken voor jongeren.
In de September te houden Ver-
bondsvergadering zal in de vacatures
worden voorzien.
Mijnenlegger „Bulgia" gelicht.
Elf slachtoffers gevonden en
voor het grootste deel geïden
tificeerd.
Men is er thans in geslaagd de
destijds door oorlogshandelingen tot
zinken gebrachte Nederlandsche
mijnenlegger „Bulgia" in de tweede
binnenhaven te Vlissingen te lichten
en op den wal te zetten. De berging
werd voorbereid door den duiker
Sperling en uitgevoerd met behulp
van enkele bokken van Van der
zijn allen economisch verantwoord en
niet gezocht om maar werk te hebben.
Zoo zal er de grond aanzienlijke ver
betering ondergaan, waardoor de op
brengst ervan zal stijgen. Behalve de
genoemde, heeft spreker nog enkele
objecten op het oog, waarover hij te
zijner tijd wel nadere mededeelingen
zal doen.
Hierna sluiting met gebed.
Tak's Bergingsbedrijf N.V.uit Rotter
dam.
De „Bulgia" bood een tragisch
aanzien. Het schip bleek nog de
lijken der omgekomen bemanning
te bevatten.
Men vermoedde, dat dertien slacht
offers van de marine zich aan boord
bevonden. Er werden elf lijken ge
borgen. Van deze elf kon het grootste
gedeelte worden geïdentificeerd.
„DE PARADIJSVLOEK" IN OISTER-~~
WIJK'S NATUUR-THEATER.
Lag het aanvankelijk in het voornemen
dezen zomer een tooneelstuk te brengen
met meer komischen inslag, de tijdsom
standigheden .hebben ertoe geleid op het
laatste oogenblik terug te grijpen naar
een meer ernstig oeuvre: Alphons Laudij's
„De Paradijsvloek", dat in 1936 bij de
eerste bespeling in het Oistcrwijksche
natuurtheatcr tot zulk een groot succes
is geworden.
„De Paradijsvloek" is een tooneelstuk,
waarvan eens geschreven is, dat het tot
het beste behoort, dat in den laatsten
tijd in de binnen- en buitenlandsche too-
neelliteratuur verschenen is. Een Bij-
belsch treurspel, dat tevens tooneelspel
is. Een stuk vol schoonheid, zoowel van
gebeuren als van taal.
In een Memoire aan de vertooning
van de „Paradijsvloek" door „Het
Schouwburgtooneel", waarbij Jan Musch
zooveel lauweren heeft geoogst, schrijft
dr. J. L. Walch:
In „De Paradijsvloek" heeft de dichter
Laudy het schoone waagstuk onderno
men ons een vervolg te geven op Vondel's
„Adam in Ballingschap". In zijn stuk
heeft hij het diepere doorwerken van
God's banvloek in het menschengeslacht
doen gevoelen.
't Onverdeeld gunstig onthaal, dat Lau-
dy's werk tot op den dag van heden hij
het tooneellievend publiek gevonden
heeft, is een waarborg, dat de hernieuw-
1 de opvoering in het Oistcywijksche open-
en liefst de duurste die er is en probeer daarna Ivorol. Dan neemt U waar hoe Ivorol in
reinigend-, witmakend- en schuimend vermogen alle andere verre overtrefr. Tube 60, 40, en 25 ct.
ALLES OP ZIJN TIJDr.
Thekla huppelde de kamer binnen
en gooide de deur met zo'n slag dicht,
dat haar moeder, die in een leun
stoel bij het raam zat, verschrikt op
keek enriep: „Een beetje kalmer kan
't wel, meisje! Moeder zag er bleek
uit, want na de dood van vader was
ze erg ziek geweest. Thekla liep op
haar moeder toe en zei vrolijk: „Moe*
der ik hen zo blijIk heb den dokter
gesproken en hij zei dat je veel beter
was en dat je de volgende week naar
een badplaats zou gaan!"
„Ja kind", zei moeder, „maar ik
vind het zo akelig dat ik jullie alleen
moet laten. Wat hel) je me aan 't
schrikken gemaakt" zuchtte ze en viel
achterover in haar stoel.
„Ik zal 't huishouden wel doen.
moeder", zei Thekla, „jij kunt gerust
weggaan, ik zal koken en voor alles
zorgen."
Hetty, het andere zusje, leunde te
gen moeder's knie en zei zachtjes: „Ik
zou graag bij je willen blijven en je
oppassen."
„Jullie kunt niet mee", zei moeder
weer, „je weet dat we nu heel arm zijn
en zuinig moeten zijn. Ik kan bijna
niet eens de reis voor mij alleen be
talen."
„Ik zal een beetje piano gaan spe
len", zei Thekla, die zag dat er tra
nen in moeder's ogen kwamen. Na
een poosje kwam Hetty op Thekla toe
en zei: „Moeder is moe, ik geloof dat
ze wil slapen". „Ik wil moeder juist
een plezier doen", antwoordde The
kla nors. „Maar nu niet", zei Hetty.
Met een slag deed Thekla de piano
dicht.
Hetty zat weer bij moeder en The
kla zag, hoe moeder haar jongste
dochtertje over 't haar streek. Thekla
wist zelf niet waarom, maar ze voel
de zich treurig en een beetje jaloers
op Hetty. Ze hield veel van haar moe
der, haar zusje en haar broer ja, van
alle mensen. Ze wilde ze allemaal ple
zier doen, maar het tegenovergestelde
was altijd het geval. Dat dacht ze ten
minste en dat maakte haar treurig.
Een paar dagen later werden de
koffers gepakt. Moeder zou weg gaan.
Thekla was zestien jaar en omdat
moeder zo ziek was, had ze sinds de
dood van vader het hele huishouden
gedaan. Zij had modder ook nu be
loofd, goed 'voor alles te zorgen. Toen
vertrok moeder met een bezorgd hart.
Vol goede moed begon Thekla haar
taak als huismoedertje, 's Middags,
als haar broer Jan thuis kwam, was
het eten klaar en het smaakte heer
lijk, dat moest zelfs Jan, die altijd
wat te zeggen had, toegeven. Hetty
was op school. Jan was op kantoor en
moest hard werken. „Wees maar aar
dig voor hem", had moeder gezegd,
„dan gaat hij 's avonds niet uit."
Jan hield van mooie boeken en
daarom had Thekla een hoek van de
mevrouw naast hen geleend. Dat zal
Jan fijn vinden, dacht ze. Toen hij
thuis kwam, brandde de lamp, het
eten stond op tafel en het boek lag er
ook. Toen Jan gegeten had, greep hij
naar zijn hoed en wilde uitgaan. The
kla legde het boek voor zijn neus,
maar Jan wilde naar een vriend om
een tekenbord te halen; hij wilde te
kenen. Thekla werd boos en keek haar
broer onvriendelijk aan. Zij had 't zo
goed gemeend
„Altijd zijn ze ondankbaar!" dacht
ze.
„Moeder heeft liever dat je 's avonds
thuis blijft, Jan zei Thekla. Jan gooi
de zijn hoed neer, ging voor het raam
staan en staarde naar buiten. Hetty
was bezig haar huiswerk te maken,
het mooie boek lag op tafel, niemand
las er in. Het werd een saaie avond en
Thekla had er zich zoveel van voorge
steld. De volgende dag lag er nadst
het bord van Jan een tekenbord en
tekenpapier. Dat had Hetty bezorgd.
„Dank je wel, lieve zus", zei Jan.
Hetty had helemaal geen dank ver
langd.
„Wat ga je tekenen?" vroeg Thekla.
„Ik wil een verrassing maken voor
moeder", zei Jan en begon een land
schap te tekenen. „Dat zou ik ook wel
willen", dacht Thekla. „Wat zou ze
blij zijn, als ik haar een cadeautje
gaf als ze terugkomt!" De hele dag zat
ze er over na te denken, wat ze moe
der kon geven. Toen ze de volgende
dag naar mevrouw naast haar ging,
om het geleende boek terug te bren
gen, zag ze dat ze juist bezig was een
sierlijk kleed te borduren. „Zo'n kleed
zou moeder prachtig vindendacht
Thekla en vroeg mevrouw vriendelijk
om haar de steek te leren. „Het is een
moeilijk werkje en je hebt er veel tij a
voor nodig", zei mevrouw, „maar ik
wil het je graag leren."
Thekla ging vlug naar huis en
haalde haar spaarpot leeg, om de no
dige zij en het nodige linnen te kopen.
Dit kostte intussen veel tijd. Toen Jan
en Hetty 's middags thuis kwamen,
was het eten niet klaar.
Het maken van het kleed kostte
nog meer tijd. Het gevolg was dat
Thekla niet zoveel in 't huishouden
deed, als ze moest doen.
„Ik wou dat moeder weer thuis
was", zuchtten Jan en Hetty. Al het
werk bleef liggen. Thekla moest im
mers borduren„Maar wat zal moe
der blij zijn met het kleed", troostte
zij zichzelf, als Jan iets onvriende
lijks zei.
Hetty had nog niets voor moeder.
Ze had veel huiswerk en ze leerde niet
makkelijk. Maar ze besteedde er alle
tijd aan, want ze wilde graag met een
goed rapport thuiskomen.
Op een goede keer had Hetty een
dag vacantie. Thekla wilde nog graag
wat borduren en zei daarom. „Hè,
Hetty, zou jij vandaag niet in de keu
ken willen blijven?" Hetty wilde dat
wel en Thekla was blij dat ze een paar
extra-uurtjes aan haar kleed kon
werken.
Maar wat was dat! Plotseling klonk
er uit de keuken een val en een gil!
Thekla gooide haar werk neer en ren
de naar de keuken, waar Hetty ker
mend op de grond lag. Ze had een pot
met kokend water uit de kachel wil
len nemen, maar omdat die te zwaar
voor haar was, was hij gekanteld en
over haar handen en voeten gevallen.
Ze had zich vreselijk verband. Thekla
riep de buurvrouw en samen brach
ten ze het arme meisje naar bed. De
dokter werd direct geroepen. Die zet
te een ernstig gezicht.
„Het is mijn schuld", snikte The
kla. Hetty lag te huilen, want de
brandwonden deden verschrikkelijk
pijn. „Het ergste is", zei de dokter,
„dat we dit heel voorzichtig aan je
moeder moeten vertellen, want de
schrik zou haar weer ziek maken."
Thekla vroeg of hij 't alsjeblieft
niet aan haar moeder wilde vertellen;
zij zou Hetty wel oppassen. „Dat wil
ik wel beloven" zei de dokter, „maar
als het erger wordt, moet ik je moe
der wel schrijven".
Jan stond ook met een treurig ge
zicht bij het bed van zijn zusje. „Jij
wilde moeder een verrassing bereiden
met dat kleed en je waagt je zusje er
aan", verweet hij Thekla. Gelukkig
ging Hetty vooruit en bleek het niet
nodig moeder te waarschuwen. Het
was een harde les voor Thekla, die
met al haar goede wil om anderen een
plezier te doen, steeds het tegenover
gestelde bereikte. Nu bleef het kleed
onafgemaakt liegen. Ze had haar
handen vol met het huishouden en
haar zusje oppassen. Pas toen Hetty
buiten gevaar was, schreef Jan aan
moeder wat er gebeurd was.
Toen Hetty voor het eerst op mocht,
kwam moeder thuis. Ze zag er veel
beter uit en was blij haar kinderen
terug te zien. Zij gaf Thekla geen
standje, die was immers al genoeg ge
straft.
Toen moeder met haar alleen was,
viel Thekla haar huilend om de hals.
„O", zei ze, „het was allemaal mijn
schuld. Ik wilde je met een kleed ver
rassen en nu is het nog niet af. Ik had
het zo goed bedoeld
„Nu is alles weer goed", zei moeder,
„maar onthoud dit voor je hele leven:
„Alles op zijn tijd!"
BEWONERS VAN DE DIEPTE.
1.
Deze vis is een echte veelvraat, die
vissen op kan eten, die nog gro
ter zijn dan hijzelf. Dan staat de
huid zo strak dat je door z'n huid
kunt zien, welk beest hij opgeslokt
heeft.
2. Deze vis, de lucifuga subterrania
leeft in onderaardse holen op het
eiland Cuba. Hij is blind omdat
hij z'n ogen onder de grond toch
niet kan gebruiken. De jonge vis
jes hebben nog ogen, die echter
langzamerhand verdwijnen.
3. Deze vis leeft in de Sargasso-zee
in de wieren. Hij heeft tentakels
die zoveel op wieren lijken, dat je
hem haast niet ziet. Een goed be
schermingsmiddel dus.