Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen;
F\ CUNEN
KWALVIEÏ^
ALLE INLICHTINGEN
'io,
„NOORD-BRABAND"
Dit blad bestaat uit twee bladen.
Eerste Blad.
1843 WAALWIJK 1843
JUIST NU
NUMMER 64.
ZATERDAG 10 ANGUSTUS 1940.
63c JAARGANG.
DIT BLAD VERSCHIJNT
WOENSDAG EN ZATBRDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.25. Franco per
pest door 't geheete rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIETEN.
Telefoon No. 38 Telegr.-Adres: ECHO.
GIRO No. 50798.
Advertentnm moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel. Minimtun 1.50
Reclames 40 cent per regel
Bij contract fHnk rabat.
GEEN PRINCIPIEEL VERSCHIL
TUSSCHEN NATIONAAL FRONT
EN NED. UNIE.
Nationaal Front zegt eenige zaken
concreter dan de Unie.
Naast de Nederlandsche Unie en de
N.S.B. behoort Nationaal Front tot de
meest in het oog loopende bewegingen,
welke de nieuwe orde in ons land wil
len vestigen. Voor menigeen rijst de
vraag, welke dan de punten van over
eenkomst, welke de verschilpunten zijn
in deze drie stroomingen.
Ten aanzien van deze vraagstukken
heeft de heer Arnold Meijer, leider van
Nationaal Front, Woensdag zijn op
vattingen voor vertegenwoordigers van
de pers uiteengezet, meldt de Tijd.
Vrij algemeen was het reeds doorge
drongen, dat het program van de Ned.
Unie in groote lijnen samenvalt met dat
van Nat. Front.
Er is meer: principieel bestaat er
geen kloof tusschen de beide bewegin
gen; slechts dit kan men zeggen: Nat.
Front heeft meer punten dan de Ned.
Unie in zijn program, het zegt eenige
zaken ook concreter dan de Unie.
Eerstens is er de Groot Dietsche ge
dachte, welke de Unie verwerpt. Daar
voor in de plaats stelt zij een nauwe
cultureele samenwerking met Vlaan
deren en Zuid-Afrika.
Voorts spreekt de Unie niet duide
lijk uit of zij zich de bedrijfscorporaties
als staatsorganen wil erkennen, dan
wel als collectieve doch individualisti
sche, publiekrechtelijke organisaties.
Zeker is dit: de Unie heeft niet het
naar alle kanten doorgevoerde één
hoofdige leiderschap in haar program
opgenomen. Zij is blijkbaar niet tegen
dit instituut gekant, maar erkent voor
de topleiding de practische onmogelijk
heid van éénhoofdige leiding (er is
geen geschikt persoon); voor de cor
poraties acht zij die éénhoofdige leiding
niet noodig.
Daartegenover wil Nat. Front conse
quent in alle geledingen het leiderschap
doorvoeren, zij het zoo, dat iedere lei
der wordt bijgestaan door een raad.
De algemeen leider heeft tot zijn be
schikking een politieken, een culturee-
len en een corporatieven raad. Van de
adviezen van deze raden behoort de
leider zich te bedienen, doch hij behoeft
dat niet te doen. Niet geschikte advi
seurs kunnen te allen tijde worden ver
wijderd, indien zij niet het vertrouwen
van beweging of leider hebben.
Het laatste punt van verschil tus
schen Unie en Nationaal Front ligt bij
het Jodenvraagstuk en de vrijmetselarij.
Het program van Nat. Front heeft de
plaats, welke de Joden in de maatschap
pij toekomt, omschreven; de vrijmetse
larij acht het onaanvaardbaar.
Waren de verschillen tusschen Unie
en Nat. Front niet van principieelen
aard, zij zijn het wél tusschen Nat.
Front en de N. S. B. Deze laatste be
weging toch, aldus de heer Meijer, is
veranderlijk als de wind en doet bij het
optreden naar buiten het Nederland
sche volksbewustzijn geweld aan.
Voorts schaamt zij zich niet bij de
vernieuwing klakkeloos vormen van
buitenlandsche organisaties over te ne
men, alhoewel zij volgens de buiten
landsche leiders geen exportartike
len zijn.
De N. S. B. huldigt bovendien het
staatsabsolutisme in den strengsten zin
van het woord, door iedere zelf-beslis-
sing van in de maatschappij levende ge
meenschappen als b.v. corporaties uit te
schakelen. Nat. Front, daarentegen er
kent corporaties, raden, enz., zooals
boven uiteengezet.
De N. S. B. schrikt niet terug voor
een Jodenvervolging, terwijl Nat. Front
streeft naar een billijke plaatsing van
Joden in het maatschappelijk leven.
Slaat men nu minder acht op andere
verschillen, dan staat wel vast, dat de
N. S. B. niet het vertrouwen van het
volk heeft genoten en het ook in de
toekomst niet zal genieten om haar
mentaliteit.
Jodenkwestie.
Ten aanzien van de Joden moet een
apart statuut worden ontworpen vol
gens Nat. Front, zooals dat bestond in
de oude Bataafsche republiek. Voor hen
als vreemdelingen is geen plaats in
overheidsorganen, noch bij pers, film
of radio. Voor de rest mogen zij eerlijk
overal hun brood verdienen volgens
zekere percentages. Maar geen Joden-
lompen-proletariaat.
Naar aanleiding van eenige concrete
vragen, heeft de heer Meijer nog ver
klaard, dat in de staatsopvatting van
Nat. Front ook een monarchie kan be
staan. Voorts achtte hij het grondwet
telijk mogelijk, dat tijdelijk in de Neder
landen een regent wordt benoemd, die
op zijn beurt dan een regeering vormt.
In verband met het bovenstaande
zouden we willen wijzen op de in
een vorig nummer in onze rubriek „Uit
de Pers" overgenomen vraag van Ge
neraal Verberne, gesteld in „de Resi
dentiebode".
Zonder nu diens beoordeeling van
den vroegeren en huidigen tijd, zooals
hij dezen daarin beschrijft, tot de onze
te willen maken, zouden wij toch wel
gaarne nogmaals den nadruk willen
legaen op de quintessens van zijn be-
todg, n.l. het groote belang van een
verbinding, 'n samengaan van de Ne
derlandsche Unie met 't Nationaal
Front, juist omdat beide programma's
principieel veelal overeenstemmen.
Elk dezer twee bewegingen heeft
reeds talrijke en gezaghebbende volge
lingen, maar juist door eenheid van
gedachten kan hier ook eenheid van
werken en streven verkregen worden,
in plaats van verdeeldheid en versnip
pering.
Eenheid voor alles, een unie van 't
geheele Nederlandsche volk, zooveel
mogelijk, dat moet thans het parool
zijn.
EERSTE OPENBARE
BIJEENKOMST VAN
NEDERL. UNIE.
Driemanschap zet het doel
uiteen.
De Nederlandsche Unie heeft in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen haar eerste openbare vergadering
gehouden. De leden van het drieman
schap, mr. J. Linthorst Homan, prof.
dr. J. E. de Quay en mr. L. Einthoven,
hebben hier voor een enthousiast ge
stemd gehoor, dat de groote zaal met
inbegrip van het podium, tot de laat
ste plaats vulde buiten moest nog
een file worden afgewezen 't woord
gevoerd.
Ruim 2600 menschen waren aanwe
zig toen de bijeenkomst te ruim 8 uur
werd geopend. De zaal was kwistig
met rood, wit en blauw getooid en in
overeenstemming hiermede zong Louis
van Tulder, die dezen avond muzikale
medewerking verleende, allereerst 't
vanouds vertrouwde Vlaggelied, dat
met luid applaus werd beantwoord.
Daarna sprak mr. J. Linthorst Ho-
man. Deze begon zijn rede met woor
den van eerbiedige hulde aan hen, die
voor ons allen vielen en van deelne
ming jegens hen, die op andere wijze
getroffen zijn. Eerbied past ook jegens
hen, die in den strijd onze tegenstan
ders waren en eveneens hun hoogste
offer voor 't vaderland brachten. Deze
woorden werden door de aanwezigen
staande aangehoord.
Vervolgens zeide de heer Linthorst
Homan bij de bepaling van zijn hou
ding in oorlogstijd als uitgangspunt te
nemen den stand van zaken in ons
volk bij het uitbreken van den oorlog.
Daarbij trekt het de aandacht, hoe in
de laatste jaren de eisch van sterkeren
gemeenschapszin in het volk zeer
krachtig was, ofschoon de politiek
daarmede nog geen rekening hield.
Voor ieder, die deze stroomingen ken
de, was het duidelijk, dat in ons land
groote veranderingen moesten en zou
den komen. De drie, die thans 't drie
manschap vormen, hebben zich in dit
streven naar meer saamhoorigheid
reeds lang ingespannen. Daarom laten
zij zich thans door allerlei tegenwer
king en critiek niet uit het veld slaan.
(Applaus).
De vraag is nu niet, of ons volk zijn
groote veranderingen kan aanbrengen,
doch hoe snel en kordaat het kan ge
schieden, opdat Nederland binnens
lands en buitenslands zijn zelfstan
digheid weer kan verdienen. Afzijdig
heid uit onbeslistheid of uit politiek
wantrouwen is thans onjuist en on
nationaal, ieder moet persoonlijk zich
voor het nieuwe werk instellen. Ook
de geestelijke vrijheden moeten wor
den verdiend, historie geeft plicht,
geen rechten.
LEVENSVERZEKERING
Geen leiderschap.
Naast de afzijdigen staan groepen,
welke wel aan den slag willen, doch
onder en voor een particulier leider
schap, wat hier geheel onjuist zou
zijn, daar de omstandigheden geen lei
der brachten en er hier te lande ook
geen leider is. Het leiderschap, dat zich
thans bij ons aflaat tot een laag niveau
van politieken strijd, met allerlei in
sinuaties, heeft onze volksziel niet be
grepen. Het is te hopen, dat ons volk
als geheel zijn uitweg zal vinden, doch
dan moet de smaad als wapen worden
neergelegd en dan moet de strijd om
het particulier leiderschap worden ge
staakt. (Applaus).
Vele vragen moeten nu onbespro
ken blijven. De moeilijkheid van de
hoofdvraag, een sterk Nederland èn
overzee èn hier, dat binnenslands en
buitenslands de eischen der tijden met
zelfvertrouwen onder de oogen kan
zien, is deze, dat dit vraagstuk zich
concentreert rond het vraagstuk van
den vrede in Europa, van onzen vrede
met Duitschland. Wij moeten en zul
len Nederland opbouwen tot gelijkge
rechtigd partner in het nieuwe Euro
pa. Naar wij willen, naar de eeuwen
oude regelen van volksfierheid, welke
juist ook in Duitschland zoo hoog
worden gehouden, ons onthouden van
alles wat zweemt naar oogendienarij
en opportunisme jegens den bezetter.
HEEFT DE HUISVROUW
BEHOEFTE AAN GOEDE RAAD
VERSTREKT GAARNE
NOG HEBBEN WIJ EEN UITGEBREIDE
SORTERING IN ALLE ARTIKELEN
(Applaus). De hieruit ontstane en
met onzen volksaard samenhangende
stroefheid, mag niet worden uitgelegd,
zooals helaas sommige Nederlanders
pogen te doen, als oneerlijkheid. Wij
zijn nu eenmaal stroef en lastig en
willen ook zoo zijn. (Instemming). Als
wij van plan waren, na den vrede terug
te vallen tot het oude, dan zouden wij
lamstralen zijn: (Applaus). Mocht de
bezetter dezen indruk krijgen, dan is
bespreking van oog tot oog het beste,
stellig zal de Rijkscommissaris geen
lichtvaardig oordeel vormen.
Zoo zal de weg van de Nederland
sche Unie zijn, open en eerlijk aan de
nieuwe taak, forsch en ingrijpend
waar het moet, handhavend het beste
in ons volk, nimmer terugvallend in
oude fouten, rechtop van ziel en rechtop
op van vaderlandsliefde. Er zijn zeer
vele moeilijkheden, maar wij gaan een
goed Nederlandsche taak tegemoet.
God zij met ons. (Langdurig applaus).
Rede prof. de Quay.
Nadat vervolgens Louis van Tulder
„O Heer, die daer des hemels tente
spreyt", had gezongen, was hel woord
aan prof. dr. J. E. de Quay.
Deze besprak in het bijzonder de
sociale en economische verhoudingen
in Nederland, welks fundamenteele
welvaartsbronnen zijn en blijven de
land- en tuinbouw en de scheepvaart.
Toch zou het onjuist zijn om te zeg
gen, dat de Nederlandsche industrie
hijzaak is. Vooral sinds den vorigen
wereldoorlog heeft deze zich hijzonder
ontwikkeld en voor de groeiende be
volking ruime werkgelegenheid ge
schapen. Van het werkend deel der
Nederlandsche bevolking is ongeveer
40 procent'ondergebracht in de indu
strie tegen ongeveer 20 procent in den
landbouw en 20 procent in handel en
verkeer.
Men zal op deze basis moeten door
gaan en indien straks de economische
verbondenheid in een stelsel van ge
leide economie voor geheel Europa
onder leiding van Duitschland wordt
opgebouwd, dan zal ook de industrie
zich in dezelfde richting moeten blij
ven ontwikkelen. De deskundigheid
van leiders en arbeidskrachten in de
richting van veredelingsindustrie.
Door nauwe aansluiting op het Euro-
peesche en in het bijzonder op het
Duitsche economische leven zal hij
een goeden planmatigen opbouw de
welvaart van allen zijn gediend.
De sociale hervormingen zullen niet
minder «belangrijk zijn. Uiteraard zal
de werkloosheid moeten verdwijnen.
Daarbij onderscheide men echter de
bezettingsomstandigheden van die der
toekomst. Thans zijn door het weg
vallen van export en scheepvaart door
de onmogelijkheid om grondstoffen
van overzee aan te voeren en door
andere redenen de moeilijkheden ab
normaal groot. Stelregel bij het soci
aal beleid zij, dat het belang van de
gemeenschap gaat boven het belang
van groep of individu. Dit beteekent
een breken met het individualisme.
Als de Nederlandsche Unie streeft naar
een organischen ophouw van maat
schappij en staat dan denkt zij aller
eerst aan deze principieele verande
ring. Ten aanzien van den socialen
opbouw in organischen zin zal men
dus tot werkelijken nieuwbouw moe
ten komen, nieuw opschilderen is niet
voldoende.
Ten aanzien van de sociaal-econo
mische vraagstukken zullen werkge
vers, arbeiders, middenstanders en
hoeren zich in vakunies moeten sa
menvoegen, waarbij dus op den duur
de afzonderlijke vakhonden zullen ver
dwijnen. Deze onder krachtige leiding
staande vak-unies zullen zich, gegroe
peerd naar bedrijfstakken, in corpo-
raties^ van werkgevers en arbeiders,
kunnen samenvoegen en aan deze cor
poraties zal publiekrechtelijke be
voegdheid moeten worden toegekend,
terwijl de corporaties in een nationa-
len raad zullen moeten samenkomen.
(Applaus). Voor de bescherming van
het algemeen belang zal de overheid
in deze corporaties zeggenschap moe
ten hebben. Op die wijze kunnen de
klassetegenstellingen verdwijnen. Eer
ste voorwaarde is echter: verplichte
organisatie. De Nederlandsche Unie
hoopt, dat thans een oprechte eensge
zindheid ons ook zal samenbinden bij
het werken aan de vernieuwingen op
sociaal en economisch gebied. (Ap
plaus).
De organist Joh. de Zwaan zorgde
hierna voor een muzikaal intermezzo,
bestaande uit vaderlandsche liederen,
Kommer Kleyn declameerde „Nieuw
Nederlands Lied", van Anton v. Duin
kerken, zoo toepasselijk naar inhoud
voor dezen tijd en Louis van Tulder
zong „Mijn moedertaal".
Hierna sprak het derde lid van het
Yulvykscke en Liirstraitsrhe Conrantj
:r- -•
OSS WAALWIJK VEGHEL