nr^ p fm Ml ALLERLEI. \fi i @Y 3 Ffpj Lj| s den gezien, die qua spel daarvoor niet onderdeden. Mijn verwachtingen van de indeeling onzer I.V.C.B.-ers in de competities van den N.V.B. zijn niet hoog gespannen. Vóór de conferenties die ik dienaangaan de met de desbetreffende instanties mocht voeren, heb ik dit meermalen verklaard. En ik meen, dat het klasseverschil tus- schen den ouden K.N.V.B. en den IVCB zelfs niet overal tot het plaatsen van een I.V.C.B.-elftal in een naast-lagere afdee- ling van den nieuwen hond tot uitdruk king zal komen. Met andere woorden: er zullen elftallen zijn, die zelfs met dezen maatstaf niet eens uitgemeten zullen wor den. FUSIE VAN VOETBALVEREENIGINGEN TE BLEIJERHEIDE. Eén groote voetbalvereeniging „Bleijerheide". Naar de L.Kr. verneemt heeft een fusie plaats gehad tusschen de sporlverecni- ging Bleijerheide en supportersvereeni- ging Bleijerheide en de B.K. Voetbalver eeniging N.A.C. te Bleijerheide. De eenheid is dus lot stand gekomen en wel van één groote voetbalvereeniging onder den naam „Bleijerheide". Bleijer heide heeft op voetbalgebied een prach tig voorbeeld van samenwerking gege ven. BAARDWIJK. Baardwijk I—B.V.V. II. Als voorspel en tevens als oefening voor de snel naderende nieuwe competi tie wordt morgen op het Baardwijk-ter rein bovengemelde ontmoeting gespeeld. Al zal dan in deze match de echte com petitiesfeer nog niet aanwezig zijn toch kan men ervan verzekerd zijn dat het aan de noodige spanning niet zal ontbre ken. Beide ploegen doen immers hun best om te toonen in welken vorm zij „over- zoerd" hebben en beiden zullen er waar de aan hechten om de overwinning uit het vuur te sleepen, wetende dat dit een niet te onderschatten moreelen steun vormt voor het komende seizoen. Wie de zegepalm zal halen is niet te zeggen doch wel staat het reeds vast dat wie deze mocht halen het toch niet zal zijn dan na een uiterste krachsinspanning geduren de de' volle 90 miuten. Baardwijkers doe je best en tracht de reserve eerste klas- sers van katoen te geven. Met aanvangs- uur is half drie. Verder speelt om 12 uur het reserve- elftal een thuiswedstrijd tegen IIEC. Ook dit moet ongetwijfeld een aardige ont moeting worden tusschen twee plaatselij ke rivalen. Geel-Zwartcn gij zijt 14 dagen geleden goed gestart. Zorg dat gij op de zen weg voortgaat. KAATSHEUVEL. De .4 hletiekwedstrijden In aansluiting op het verslag van de athletiek-wedstryden, dat reeds Zondag kon worden opgemaakt, laten wij thans ook de nauwkeurig berekende totaalpun- ten volgen «Joor tie eerste deelnemers be haald. Zooals we reeds mededeelden hebben slechts twee van de 30 deelnemers in de vijf kampen in elk der kampen het ver- eischte aantal punten weten te winnen. Deze minima waren 11 meter schoppen 3 pnt.; 40 meter schoppen 3 pnt.; 100 meter hardl. 10 pnt.; 300 meter hardl. 10 pnt.; 1100 me ier hardl. 10 pnt., alzoo in totaal 40 pnt. De twee Dessers, die hieraan voldeden waren de heeren W. Didden met resp. 3, 3, 10, 16 en 174 punt of 494 punt en Jef van Nieuwstadt met 3, 0, 12, 10 en 104 punt of 47i punt. Erg onfortuinlijk was vooral F. v. Tuijl van Juliana Baardwijk doordat hij geheel faalde in de 40 meter schoppen en zich zoo uitgeschakeld zag van ue prestatie medaille. Zoo de heer v. Tuiji in deze kamp slechts drie punten had weten te behalen, was hij eerste geweest met het hoogste aantal punten. In hetzelfde nummer strandde ook v. Bokhoven van WVH, die met een schop meer, het ook tot de prestatie-medaille had gebracht. De zes beste prestaties naar het totaal aantal punten, zonder rekening te hou den me de gestelde minima waren: F. v. Tuijl Juliana 3, 1, 12, 16, 20 in totaal 52 punten. W. Didden DESK 3, 3, 10, 16, 174 in totaal 494 punt. Jef v. Nieuwstadt DESK 3, 3, 12, 1 104 in toaal 474 punt. M. v. Bokhoven WVH 6, 1, 10, 10, 134 in totaal 464 punt. A. v. Boxtel DESK 1, 0, 14, 15, 124 in totaal 424 punt. Ghr. Schaafstra DESK 6, 3, 10, 6, 15 in totaal 40 punten. ADVERTEERT IN „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". HET BLAD VOOR WAALWIJK EN OMGEVING. DONKERE UREN. De dagen gaan korten en killer wor den. De nachten worden nu dieper en donkerder en de menschen. die uit 'l licht hoop en opbeuring puren, zien het lengen der donkere uren met angst aansluipen. Elk etmaal verliezen we een brok van de duisternis. Deze gaat ons straks aangrijpen en als kinderen des lichts huiveren wij daarvoor. We waren ook zoo verwend. We hadden onze straat- en wegenverlichtingen, welke als snberen diamanten over on ze steden en dorpen waren gehangen. We hadden onze straten, die dronken waren van licht, fel of diffuus, rood, blauw, groen, bewegelijk of star. Wc hadden onze huizen, die hun lampen ontstaken en dat naar buiten toonden als propaganda voor de onvolprezen huiselijkheid der Nederlanders. We hadden zooveel eigen licht ge maakt dat we de schoonheid van de j maan, van de sterren vergaten en in winkels en kantoren de lampen niet i meer uitknipten, omdat we het zonne licht niet meer voldoende achtten. We zullen, nu het lied van Frederik van Eeden in ons gaat klagen, dat lang de uren der nachten zijn, ons met de duisternis moeten gaan verzoenen. We gaan het najaar straks in met de lui de doodsvogels boygn onze woningen en de menschelijke vrees in hcj hart. We zullen, als de oorlog niet eindigt vóór de zon als 't ware vergeet te stij gen, de donkere uren ingaan met den zelfden angst als wc den lichtenden en onbegrepen morgen van den tien den Mei zagen, toen op de parelmoeren dracht van den groeienden dag de lucht was doorronkt van geluid en doorbeefd van dreiging. Zal de angst blijven of zal vóór de duisternis groei en gaat, het licht doorbreken^ dat de hoop en de liefde zal versterken? Ho pen wij en bidden wij dat de vrees voor de donkerte het verlangen naai de Zon der Gerechtigheid zal verster ken en de hoofden en harten zal door stralen, opdat de menschheid niet langer meer behoeve rond te dolen door de uren der duisternis, door de uren van angst, ellende, rouw en droef- BONNEN. Thans zijn geldig: Brood: Met 3 genummerde dubbele bonnen van het nieuwe broodbonboek- je voor 2500 gram roggebrood of 2000 gram. ander brood. Geldig tot en met Zondag 1 September (eventueel tot en met 5 September). Bonnen no. 2 zijn nog geldig tot en met 29 Augustus. Thee of Koffie: Bon 53 (algemeen distributieboekje). Geldig van 3 tot en met 30 Augustus, recht gevende op ]/2 pond koffie of x/2 ons thee. Bloem of bakmeel: Bon 40 (algemeen distributieboekje). Geldig tot en met 6 September, recht gevende op 2x/2 ons tarwebloem, of tarwemeel, of rogge bloem, of roggemeel, of zelfrijzend bak meel of boekweitmeel. Suiker: Bon 66 (algemeen distributie boekje). Geldig tot en met 30 Augus tus, recht gevende op één kg. suiker. Bon 74 (algemeen distributieboekje) voor \y K.G. suiker. Eveneens geldig tot en met Vrijdag 30 Augustus. Petroleum: Petroleumzegel „Periode 5 voor hen, die over geen andere kookgelegenheid beschikken, dan met petroleum. Geldig van 12 Augustus tot en met 8 September, recht gevende op 2 liter petroleum. Bon „Periode 4 is ongeldig ver klaard. beid, maar in het licht moge gaan werken aan den arbeid des vredes. Prov. Crt. EEN SLIMME AAP. Er was eens een meneer die een buitengewoon knappe aap had gekocht. Op zekere dag zat hij met de aap in zijn kantoor. Plotseling werd hij door z n vrouw geroepen voor een dringen de boodschap. Hij moest het kantoor en de aap dus even verlaten. Intussen kwam er een jongen binnen arrK> ir v? 1-u Gütf EEN AVONTUUR IN DE KEUKEN, door Gerrie Koenraads. In het leuk wit en blauw geverfde keukentje van mevrouw de Vries ston den een heleboel dingen: een glimmend fornuis, een glanzende keukenkast, vuurrood gelakte potten en pannen, een bezem, een emmer, een vuilnisbak en een stoel. Aan de muur hing boven dien nog een grote klok. Van de stoel er\de klok wil ik jullie nu iets vertellen. De stoel was al heel oud. Mevrouw de Vries had hem nog uit het huis van haar moeder meegenomen. Het was een mooie stoel om te zien, maar om te zit ten was hij niet erg gemakkelijk. Je kon merken dat je niet op een spiksplinter nieuw exemplaar zat. Deze stoel nu, had voortdurend ruzie met de klok die aan de muur hing. Wie het meeste schuld had, weet ik niet, maar de voor naamste reden was, dat de stoel des avonds niet kon gaan slapen door de klok. Omdat de stoel niet meer zo jong was, hield hij van vroeg naar bed gaan. Als hij dan alles klaar had gemaakt voor de nacht, begon de klok te slaan. Die dacht namelijk niet aan slapen. Hierdoor ontstond een grote haat tus sen de twee voorwerpen. Op zekere avond kregen ze weer hooglopende ruzie. Alles in- het huis was stil geworden, niets bewoog meer. Alleen de klok tikte even hard als an ders. De stoel ergerde zich vreselijk. „Zeg eens, zou jij niet eens ophouden, wij willen slapen!'' riep hij kwaad. „Slapen?-' tikte de overmoedige klok. „Hihi! Denk ik njet aan. Ga jij maar slapen, ik heb nog geen zin!" „Eigenwijs ding", bromde de stoel. „Zo?" piepte de klok, „eigenwijs ding? En wat ben jij? Oud wrak!" De stoel beefde van woede. Hij kon anders wel tegen een grapje of ruzie, maar als ze hem voor oud uitscholden werd hij woest. Ook nu werd hjj zo woedend dat hij niets anders dan een gekraak te voorschijn kon brengen, een „krak" dat door de stilte van het huis klonk. „Daamee maak je mij niet bang, ge brekkige ziel"! tikte de klok. De stoel barstte haast. „Wacht m&ar brutale aap, ik krijg jou wel!" bromde hij. „Dat zou ik wel eens willen zien! Klim dan de hoogte in, oude kraak stoel!" hoonde de klok. „Verbeeld je maar niets omdat je ho ger bent dan ik! Minderwaardig schep sel dat je bent!" riep de stoel weer. „Heeft je meesteres gisteren niet gezegd dat je met de dag slechter loopt, lieg beest!" „En is meneer vandaag niet bijna door jou heengezakt?" „Onzin! Mij hebben ze nog niet hoe ven over te verven, zoals jou!" „En mijn binnenste is tenminste nog niet door de wormen opgevreten, zoals het jouwe". Zo ging het nog eeii tijdje door. Toen keek de maan door het raam. Hij viel tegen de muur en lachte de kick in 't gezicht. Die was daar geen klein beetje trots op. Ze werd zelfs ijdel. „Zie je wel, hoe ze mij bewonde ren!" riep ze tegen de stoel. „Jou niet hè, oudje!" De stoel zag het en voelde zich hef tig beledigd.y Maar plotseling deed hij een ontdekking, die hem al zijn woede deed vergeten. Hij lachte bijna en zei dreigend: „Hoogmoed komt voor den val!" „Wat mompel jij daar?" vroeg de klok. „Hoogmoed komt voor den val!" herhaalde de stoel. Hij zei het op zo n toon, dat de klok werkelijk een beetje bang werd. Wat zou de stoel in zijn schild voeren? Hij zou niet weten wat. Het oudje was toch zeker veel te stom om iets uit te halen. Maar plotseling voelde de klok tot haar schrik dat ze lichter werd. Het leek wel of het met haar ene been in verbanjJ stond. Ver schrikt keek ze naar beneden en kon een kreet van ontzetting niet onder drukken. Want haar ene gewicht was op de rand van de stoel gekomen en bleef daar rustig liggen. Bij elke tik van de klak werd ze lichter en zwakker. Ze begon ontzet te gillen. „Ga toch op zij stoel, ga alsjeblieft opzij!" „Denk er niet aan antwoordde de stoel ijzig. De klok probeerde het nog een tijdje uit te houden, maar het duur de niet lang of ze kon niet meer. Ze stond stil. Even later sliep de oude stoel tevre den in. Maar er zouden nog ergere din gen gebeuren. Want plotseling sprong poes Hollie, die op de grond had liggen dutten op de stoel, omdat ze dacht dat ze een muis zag. Door die sprong stootte ze tegen het gewicht, dat naar beneden gleed en, o schrik, de klok van de spijker rukte. Met donderend geraas viel de klok in stukken op de grond. Daar lag het opscheppertje nu. Al haar ledematen deden pijn. De stoel die door het lawaai was wakker geworden, 'stond er met een ontzet gezicht bij te kijken. Dit gunde ze de klok toch ook niet. Toch wilde hij geen medelijden tonen, de klok had het alles bij elkaar verdiend. De stoel wist niet dat ook hij niet lang meer te leven had. De volgende dag kwam meneer de Vries in de keu ken. Hij had een nieuwe klok in z'n hand en wilde die aan de muur han gen. Daarbij klom hij op de stoel, maar krak, krak, die zakte van ouderdom in elkaar. Toen kwam mevrouw de Vries, zaagde de rug van de stoel af en bracht het overgebleven krukje naar de kin derkamer. Daar zat kleine Bartje, die de stoel voortaan als werktafel ge bruikte en daarop de klok in duizend stukjes brak. EEN ONPLEIZIRIGE AFLOOP. Het was in de Kerstvacantie. Het had heel hard gevroren en de sloten waren allen met ijs bedekt en de wei landen lagen onder een pak sneeuw gehuld. Deze middag was het prach tig weer. De zin scheen over de be sneeuwde velden, die prachtig glinster den. Jan, Adriaan en Kees waren er met de slede op uit getrokken. Ze had den heel den middag al fijn gespeeld. Kees kwam nu op een mooi idee. Ze zouden het ijs van een sloot stuk gaan maken en dan „scholletje lopen". Ze waren hier een poosje mee bezig ge weest, (er was er geen een meer bij die droge voeten had), toen Kees, die een echte plannenmaker was, op het idee kwam. om met de slede op den sloot te gaan. Ze zetten de slede op het ijs dat ze nog niet stuk gemaakt hadden. Jan ging er in zitten, Kees moest trek ken en Jan moest met een stok de slede recht houden. Voort ging het. Daar kwam een gedeelte waar het ijs stuk was. Full speed; rts er door. De slede was weer veilig aan den anderen kant aangeland. Dit spelletje beviel hen op perbest en dus bleven ze er een tijdje mee aan de gang. Ieder op z'n beurt moest er in. Heerlijk ging het, gewoon weg. De slede ging met gang door het water en dan plotseling een schok en je stond weer op het ijs. (Echt waar gebeurd). Natuurlijk moest de slede vlug door het water, anders ging ze de diepte in, maar de sloot was gelukkig niet diep. Het water spatte je om de oren. Nu was Adriaan aan de beurt. „Zit je goed?" „Ja, vooruit maar". „Hou je dan vast". Kees moest de slede recht houden en Jan moest hem trekken. Rrrt, daar gleed de slede snel over het ijs. Plons! Au!! Help!!! Ik verdrink! Wat was er gebeurd? Ze hadden den sloot heel den tijd op en neer gelopen en nu was dat glad geworden en was Kees uitgegleden en had zich leelijk be zeerd aan zijn knie. En inplaats de sle de nu recht door het water ging, was ze tegen den kant aangekomen en in het water gegleden. Het was zo plotse ling gebeurd, dat Adriaan geen tijd had gehad om eruit te springen. Die was nu natuurlijk in den slqot terecht gekomen in het ijskoude water. Gelukkig was hij weer gauw op den kant. Brrr! wat was dat koud. Nu was het uit met de pret en ging de een hinkende, de ander Grutterswaren: Bon 14 (algemeen dis tributieboekje). Geldig van 12 Aug. tot en met 6 September, recht gevende op 250 gram rijst of rijstemeel of rijste bloem. Bon 27 (algemeen distributieboekje). Geldig van 12 Aug. tot en met 6 Sept., recht gevende op 250 gram haverhout, havervlokken, gort of grutten. Bon 105 (algemeen distributieboekje). Geldig van 22 Juli tot en met 8 Sept., recht gevende op 100 gram maizena, griesmeel of puddingpoeder, of pud- dingsauspoeder. Op 2 bonnen 105 kan men tot nader te bepalen dag een pakje maizena met een inhoud van 225 gram verkrijgen (spe ciale fabrieksverpakking). Bon 110 (algemeen distributieboekje) Geldig van 22 Juli tot en met 11 Sep tember, elk recht gevende op 100 gram macaroni, vermicelli of spaghetti. Levertraan: Mag slechts worden af geleverd op recept van een arts of te gen overgave van een, door een in Ne derland gevestigden arts, afgegeven bon. Een grootere hoeveelheid dan 200 cc per hoofd en per week is niet toege staan. Per bon mag de arts niet meer uitschrijven dan noodig is voor 2 we ken; voor meer personen uit één gezin kan met één bon worden volstaan. Voor het verstrekken van levertraan moeten goede medische gronden be staan. om een som geld te incasseeren. Hij kwam voor het loket en de aap, die dit al honderd maal had zien doen stak zijn poot uit. Zonder te kijken gaf de jongen zijn papier af. De aap, zijn mees ter nabootsend, trok de geldla open en reikte den jongen even later een groot pak bankbiljetten toe. De jongen zette grote ogen op maar haastte zich met de som uit de voeten te maken. Toen de baas van de aap een paar minuten la ter terugkwam, zag hij het beest met een schuldbewust apengezicht in zijn stoel zitten. Maar de dief hebben ze nooit gevonden! druipende en de derde de slede trek kende naar huis. Kees had heelemaal geen lust om in de natte slede te gaan zitten, dus moest hij wel lopen. Toen Adriaan thuis kwam moest hij dadelijk naar bed, maar toch heeft hij een flin ke verkoudheid opgelopen, en met de knie van Kees was het den volgenden dag weer beter. EEN WONDER GEHEUGEN. Een hele tijd geleden leefde er in Virginie een neger, die Thomas Fuller heette. Deze man kon erg goed reke nen. Lezen of schrijven kon hij niet. Twee heren, die van zijn knapheid gehoord hadden, lieten hem op zekere dag bij zich komen. Ze vroegen hem o.a. hoeveel seconden er in anderhalf jaar gingen. Binnen twee minuten gaf hij het antwoord: „47.304.000". Op de vraag hoeveel seconden iemand geleefd had, die 70 jaar, 17 da gen en 12 uren oud was, antwoordde hij binnen anderhalve minuut: 2.210.500.800. Een van de heren, die het op papier nagerekend had zei: „Niet zo veel", waarop de neger antwoordde dat hij waarschijnlijk de schrikkeljaren verge ten had. Toen de heer nu nog eens na rekende bleek, dat de neger gelijk had. Verder vermenigvuldigde hij uit zijn hoofd een getal van negen letters met 9. Bij die gelegenheid vertelde hij dat hij vroeger tot tien had leren tellen. Toen hij het tot honderd kon, vond hij zich zelf al heel knap. Daarna had hij de haren van een koestaart, lach niet, geteld en het getal 1872 gevonden. Van deze oefening was hij gekomen tot het tellen van de korrels die in een sche pel tarwe zaten. Daarna had hij bere kend hoeveel dakpannen er nodig wa ren om een huis van een bepaalde grootte te bedekken en hoeveel palen en latten er nodig waren om een stuk land van een aangegeven grootte te omheinen. Op deze manier had hij zich geoefend en was een mens met een „wondergeheugen" geworden. Wie doet 't hem na? EEN PAAR WIJZE WAARHEDEN. Mensen die zoveel praten over al het goede dat ze zullen doen, zijn meestal mensen die niet veel daden ten uitvoer brengen. Een grote leugen is net een vis op 't droge, een vis die veel springt en spar telt, maar toch niet veel kwaad doet. Je hoeft je maar stil te houden en beiden sterven vanzelf. /ti

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 3