UIT DE PERS GEMENGD NIEUWS HeaKeJt tldv&ite&vdAte Houdt U er rekening mede dat de belang stelling voor ons blad dagelijks toeneemt. In een paar maanden boekten wij eenige honderden nieuwe betalende abonné's. Uwe advertentie krijgt dus steeds grootere waarde! groot- en kleinhandel moeten worden afgetrokken. Door deze maatregel is thans aan de stijging van den zomerprijs voor eieren een einde gekomen. l'LEIZIERVAREN IN DE RIVIER MONDINGEN VERBODEN. Het Verordeningenblad van Maan dag j.l. bevat een verordening van den •Rijkscommissaris voor het bezette Ne- derlandsche gebied, houdende beper king ten aanzien van bet bevaren van bet gebied der Schelde- en Rijnmon dingen. Als gebied, waarvoor de beperking in den zin van deze verordening geldt, moeten als wateren, waar eb en vloed gaat, worden beschouwd, die: 1. ten Zuiden door den Zuidelijken oever van de Westerschelde; 2. ten Noorden door bet Haringvliet en het Hollandsch Diep tot voorbij Willemstad; 3. in bet Noordwesten door de zee begrensd worden. Vaartuigen mogen bet gebied, waar voor de beperking geldt, niet bevaren, wanneer bet varen uitsluitend of over wegend bedoeld is als sport of genoe gen, of 't maken van uitstapjes dient. Vaartuigen, die uitsluitend of over wegend voor sport, genoegen of uit stapjes dienen, mogen alleen dan in bedoeld gebied liggen, wanneer de in richtingen tot voortdrijving door bet wegnemen van onderdcelen onklaar zijn gemaakt en de zeilen van boord gehaald zijn. Komen in het gebied, waarvoor de beperking geldt, varende vaartuigen, die de Duitsqhe oorlogsvlag voeren, in zicht, dan moet elk ander varend vaar tuig terstond zoover mogelijk naar den uitersten rand van het vaarwater gaan. NATIONAAL FRONT. Oprichting eener jeugdorganisatie. De persdienst van bet Nationaal Front meldt: Rij besluit van den Leider is de jon gerenbeweging van Nationaal Front thans erkend als een zelfstandige jeugdorganisatie, genaamd „Fronter beweging". Tot algemeene jeugdleider is be noemd dr. F. H. J. Picard, tot alge meen secretaris G. A. Karsen van Neerland en tot algemeen penning meester G. K. Westerouwen van Mee leren., Aan de algemeene leiding zijn toe gevoegd als paedagogiscb adviseur dr. H. L. F. J. Deelen, inspecteur bij het L. O. en als technisch adviseur J. Hogewind, It.-kolonel K.N.I.L. b.d. De benoeming van commissarissen voor de geestelijke verzorging is in voorbereiding. Het doel van de Fronterbeweging is de jeugd op te voeden tot leden van een hechte, krachtige, Nederlandsche volksgemeenschap door in een natio nale sportbeweging de harmonische en zedelijke vorming van den jongen Ne- derlandschen volksgenoot te verzor gen. De Fronterbeweging is onderver deeld in een padvinders-organisatie en een organisatie voor sport en spel, waarbij de jongens- en meisjes-afdee- Iingen gescheiden zullen werken. Spe ciale aandacht zal worden besteed aan het turnen, den volkszang en de folk lore. De jeugd wordt gegroepeerd naar haar leeftijd: 9 tot 12 jaar, 12 tot 15 jaar, 15 tot 18 jaar. HET VERLAGEN VAN LOONEN EN SALARISSEN. Onder welke voorwaarden vergunning tot verlaging wordt verleend. Verschenen is het eerste uitvoerings besluit van den waarnemenden secreta ris-generaal van het departement van Sociale Zaken ingevolge de verorde ning van den Rijkscommissaris voor 't bezette Nederlandsche gebied betref fende het verbod van verlaging van loonen en salarissen. Hierin wordt bepaald: Artikel 1. 1. Het college van rijksbemidde laars is bevoegd tot het verleenen van een vergunning tot verlaging van loo nen en salarissen. De vergunning kan ook worden verleend voor bij collec tieve arbeidsovereenkomst geregelde loonen en salarissen. 2. De vergunning wordt sléchts ver leend, indien de economische omstan digheden dit noodzakelijk maken en de verlaging met het oog op de sociale po sitie van de betrokkenen toelaatbaar is. Artikel 2. 1. Verzoeken om vergunning wor den schriftelijk bij het college van rijks bemiddelaars ingediend. Zij moeten vol doende gemotiveerd zijn. 2. De vergunning kan voor een be paalden tijd en voorwaardelijk worden verleend. De beslissing wordt den werkgever schriftelijk medegedeeld. Een afschrift wordt gezonden aan het bevoegde districtshoofd der arbeids inspectie. De werkgever is verplicht de betrokkenen terstond met de beslissing in kennis te stellen. Artikel 3. I. De werkgever is verplicht aan het college van rijksbemiddelaars op diens verlangen alle gegevens te verstrekken, welke noodig zijn voor de behandeling van het verzoek tot verlaging van loo nen en salarissen. 2. Voordat vergunning tot verlaging van bij een collectieve arbeidsovereen komst geregelde loonen en salarissen verleend wordt, wordt aan de bij deze collectieve arbeidsovereenkomst be trokken partijen gelegenheid geboden hun standpunt uiteen te zetten. Artikel 4. 1. Het hoofd of de bestuurder van een onderneming of de persoon, die een vrij beroep uitoefent, die, ingeval daar voor een vergunning noodig is, zonder vergunning geldende loonen of salaris sen verlaagt, is strafbaar. Het feit wordt beschouwd als overtreding en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden. DE UTRECHTSCHE JAARBEURS GEEFT EEN BEELD VAN DEN ARBEID VAN HET DUITSCHE RIJKSVOEDSELBUREAU. In de overtuiging dat de werkzaam heden van het Rijksvoedselbureau ook voor de Hollandsche landbouwers van groot belang zijn, geeft het Rijksvoed selbureau in een bijzonderen stand op de jaarbeurs te Utrecht een beeld van zijn arbeid. De Rijksleider voor het boerenbedrijf R. Walther Darré heeft in 1933 in het Rijksvoedselbureau alle Duitsche boe ren en alle bij de bewerking en de ver deeling van landbouwproducten be trokken elementen bijeengebracht en door twee wetten, Reichserbhof- gesetz en Gesetz über die Marktord- nung, de herleving van den Duitschen landbouw, uit den diepen nood waarin die geraakt was, ingeluid. De in samenwerking met den Rijks commissaris voor het bezette Neder landsche gebied, zakengroepen op het gebied der voedselvoorziening en den landbouw opgebouwden jaarbeursstand toont in twee gedeelten den arbeid van het Rijksvoedselbureau. Het eene gedeelte geeft een beeld van de grondslagen der marktordening en hef andere van de resultaten die ver kregen zijn door de vervanging van den buitenlandschen voedselinvoer, door een vermeerdering van eigen voort brenging van landbouwproducten. De marktordening is een instrument van de landbouwleiding, dat niet alleen de Duitsche boeren, maar ook de land bouwers van alle landen waarmee Duitschland een ruilverkeer onder houdt, ten goede komt. De Rijkslandbouwleiding heeft van af den aanvang van den arbeid van 't Rijksvoedselbureau het streven gehad met den Europeeschen landbouw ten nauwste samen te werken. De ordening der Duitsche markt met hare vaste prijzen en voorraden was de aanleiding dat ook de voortbrengselen van den buitenlandschen landbouw in stijgende mate betere prijzen maakten, waardoor ook hiervoor een hoogere opbrengst en een betere bedrijfsvoering mogelijk was. Duitschland is bereid deze samenwerking met het Holland sche landbouwbedrijf in steeds nauwer contact voort te zetten. Verder zal de stijgende binnenland- sche voedselvoortbrengst als vervan ging van buitenlandsche producten, de Nederlandsche landbouwers zeker in teresseeren; 45 c/c van den totalen in voer van producten en 67 van den invoer van graan heeft Duitschland in zes jaren door vermeerderde opbrengst van eigen voedingsproducten, door uit breiding van den hakvruchtverbouw en betere oogst en conserveeringsmetho- den bespaard. Daarbij is de veestapel nog vermeerderd en de productie van melk, boter en vleesch verhoogd. Op de Utrechtsche jaarbeurs heeft het Rijksvoedselbureau in samenwer king met de betreffende Hollandsche diensten een leerzame stand van mo derne Duitsche en Hollandsche land bouwmachines opgebouwd; vooral op het gebied van landbouwmachines is in Duitschland de laatste jaren een be langrijke vooruitgang bereikt. Door bovengenoemde inspanning van de Duitsche landbouwers is het gelukt het aandeel der zelfvoorziening van voedselproducten van 65 in 1928 tot 84 in 1939 op te voeren. Door dezen stand der voedselvoor ziening is bereikt dat het noodige voor den voorlog en verdere voedselvoorzie ning veilig is gesteld en van een hon- gerblokkade geen sprake kan zijn. Een hoogere opbrengst van voedsel is het probleem, dat het geheele Euro- peesche landbouwbedrijf tot gemeen- schappelijken arbeid te saam brengt. De Duitsche en Hollandsche boeren zijn daarbij in de gelegenheid dit stre ven door wederzijdsche uitwisseling van de opgedane ervaring, op waarde volle wijze te steunen en daardoor tot de welvaart hunner volken bij te dra gen. Deze samenwerking te bevorderen is het doel van den stand van het Rijks voedselbureau op de Utrechtsche Jaar beurs. ONDERRICHT. Uit de „Volkskrant": „Af en toe verneemt men dat W.A.- mannen van de N.S.B. hier en daar relletjes uitlokken en er met hun gummiknuppels op los slaan. Zelfs „kameraadskes" doen aan deze gym nastiek mede. Het is niet zeker, dat deze hardhan dige propaganda-methode veel aan hangers voor de N.S.B. zal winnen. Maar zielkundig is het optreden wel verklaarbaar. Hun lijfblad heeft het dag aan dag over menschen: lagere en hoogere autoriteiten, die weggetrapt moeten worden of die het al lang had den moeten zijn. Geen wonder, dat dit min of meer geëxalteerde jongeren tot daden van heldhaftigheid aanzet. Maar van de prediking-met-de-daad zal men geen groote resultaten voor de N.S.B.-leer moeten verwachten:- i iel de wordt er nu eenmaal zelden met knuppels ingeranseld ARBEIDSGEMEENSCHAP VAN DE NEDERLANDSCHE UNIE. In De Unie, het org-aan van de Ne derlandsche Unie, worden plannen ge openbaard voor de vorming van een soort onder-organisatie, genaamd: De arbeidsgemeenschap der Nederland sche Unie. Wat de bedoeling hiervan betreft citeeren wij het volgende: Deze organisatie zal gekenmerkt worden door de practisch e daad. Zij zal van den grond af opgebouwd wor den en beginnen op de boerderij, in den winkel, op het kantoor en in de onderneming, waar degenen, die bij hun dagelijksch werk tezamen arbei den en bij dezen arbeid door plichten en rechten, doch bovenal door onder linge verantwoordelijkheid hecht ver bonden zijn, elkander iederen dag ont moeten. De organisatie begint derhalve bij de eenheid, waar de patroon en het per soneel tezamen arbeiden, in dienst van elkander en in dienst van ons Volk. In verantwoordelijkheid voor elkanders bestaan en voor de vervul ling van- ieders taak kunnen zij geza menlijk toetreden tot de „Arbeidsge meenschap der Nederlandsche Unie", die als organisatie hen zal bijstaan om de moeilijkheden, waarvoor wij gesteld worden, gezamenlijk te overwinnen. De organisatie zal van hen drie din gen vragen: 1. Zich onderling verbonden te weten in de bereidheid om tezamen de moeilijkheden, welke zich zullen voor doen, tegemoet te treden en in onder linge samenwerking en opoffering dat deel dezer moeilijkheden, welke teza men overwonnen kunnen worden, ge zamenlijk te overwinnen. 2. Plaatselijk of gewestelijk bedrijfs- gewijze samen te werken, om dat deel der moeilijkheden, welke hierdoor overwonnen kunnen worden, geza menlijk te overwinnen. 3. In iedere plaats of gewest een centrum te stichten, waar ieder die nuip Ueiioeft met raad en daad bijge staan worut, onder inschakeling van ane oesiaancie instanties en vereeni- gmgen, uie lot deze samenwerking De- reicl zijn. L>eze arbeidsgemeenschap, over wier vorming weldra uitgewerkte organisa- torisciie ricntlijnen zullen verscnijnen, zal in iedere onderneming en in iedere plaats waar zij optreedt een levende werkgemeenschap vormen, die, thans in tijden van nood onder gezamenlijke offers gevormd, een hechten grondslag zal bieden om een toekomst van groo- ter welvaart met eerlijke arbeidsver houdingen en een sterk onderling ver trouwen tegemoet te treden. Geen vvegblafferij i Wanneer werkelijk bereikt zal wor den, hetgeen thans als ideaal over de gouwen en door de steden klinkt, dat de arbeid in zijn volle eer wordt her steld, dan zal men, zoo betoogt de „N. Tilb. Crt." een betere maar ook een christelijker maatschappij zien op rijzen uil de bouwvallen van het ver leden. En het blad vervolgt: Zelfs al zou het christelijke niet als zoodanig worden geponeerd. Hier ko men wij terug tot het gezegde over de ziel van den mensch, die van nature christelijk is. Voor den bewusten katholiek zit er dan ook niets nieuws of niets vreemds in dien zucht naar herstel en verhef fing van den arbeid. Meer dan anderen mag hij zeggen, dat hij het altijd wel geweten heeft. En daarom is het even belachelijk als onsympathiek en ook In strijd met 't nastreven eener ware nationale een heid, als men van de niet zoo van el kaar verwijderde groepen der N.S.B. en der sociaal-democraten uitingen leest, die de katholieke medewerking aan de nieuwe samenleving verdacht maken. Er zijn N.S.B.-ers, die zich verbazen over het feit, dat de katholieken hen met wantrouwen bezig zien. Het kruk- kekruis, geteekend op het voorhoofd van professor De Quay, teekent hier de zuivere mentaliteit. Van Goseling op de Quay, het trucje is te door zichtig. En de sociaal-democraten, die hun tijd van vóór 10 Mei vergeten schijnen, toen de leiding het anti-katholicisme zoo gaarne bespeelde? Moet dat spel doorgaan? Laten de katholieken dan duidelijk hun volle recht als staats burger opeischen, hun recht, om mee te doen en volgens hun eigen levens overtuiging, die geheel en al in de neuwe idealen spreekt en heel wat beter dan het afgedane marxisme. De „N. Tilb. Crt." stelt hierna vast, dat wij, katholieken, oude brieven heb ben, als het er om gaat een gezonde maatschappij in te richten. Want als het niet gaat ^overeenkomstig de ei- schen van het christendom, zal er toch geen uiteindelijk volksgeluk en volkswelvaart te bereiken zijn. Dat leert de historie van alle volken. Als men thans er op wijst, dat de arbeid méér waard is dan de handel voor een volk, dan is pok dat een oude klank. De middeleeuwers hadden reeds be grepen het woord van den Apostel, dat wie niet werkt niet zal eten, maar» dat wie wél werkt door zijn arbeid zijn volkomen levensonderhoud moet kunnen verdienen. Op deze twee grondslagen was de christelijke economie der middel eeuwen, van 't christelijk-germaansche recht ook, opgetrokken. Wij behoeven ons daarom niet door menschen, die in luidruchtige propa ganda en anti-clericalisme hun aard hebben, te laten aan- en nog minder te laten wegblaffen. En als de katho lieken ruggegraat hebben, zullen zij zich doen gelden ook. WAS ONS LEGER GEDEMORALISEERD? „De Nederlander" betreurt het, dat de leider van den Opbouwdienst in zijn, eenigen tijd geleden tot de toe komstige sportleiders van dien dienst gerichte, rede het getuigenis aflegde: „Gij kwaamt uit een gedemoraliseerd leger". Genoemd blad stelt hier de gunstige getuigenissen van hen, die met onze soldaten streden, tegenover. Het is voorts van meening: „Zoo iets zegt men zeker in de huidige omstandigheden niet. En beter ware het geweest, dat deze hoofdoffi cier, wiens naam reeds vóór 10 Mei gezag had in het land en terecht naar wij meenen, dit zijn oordeel gegeven had lang vóór den tienden Mei. Trouwens, in zijn algemeenheid is de uitlating zeker niet juist. Veel moge er aan te merken zijn geweest op ons leger, maar we mogen toch wel zeg gen, dat een gedemoraliseerd leger niet in staat zou zijn geweest tot prestaties, waarvoor de tegenstander blijkbaar achting gevoelt, al zal hij, als behoo- rende tot het beste leger der wereld, zijn critiek hebben op veel van wat bij ons beter had kunnen zijn. Maar een gedemoraliseerd leger vecht niet, doch retireert en naarmate de demoralisa tie voortgeschreden is, zal dit retiree- ren zelfs ontaarden in een ordelooze vlucht. Welnu, de wijze, waarop de Nederlandsche soldaat stand gehou den heeft, is wel zóó eervol geweest, dat de tegenstander er respect voor had. Het doet ons leed dat een Neder- landsch officier, nog wel in het bezit van een naam, die zoo eervol klonk in ons land, zich over ons leger aldus uitgelaten heeft. Het is niet fier en gezien de omstandigheden, waaronder het gezegd wordt, ook niet fair. Tenzij "het anders bedoeld werd, maar dan had het ook anders moeten zijn ge zegd". De N. Venl. Crt. teekent hierbij aan: Wij zouden van onzen kant nog een enkel feit willen vermelden, dat ten zeerste de meening loochenstraft, wel ke „De Nederlander" zoo terecht tegen spreekt. De nachtelijke terugtocht van uit de Grebbelinie tot achter de water linie was, zooals de tegenstander zelf heeft toegegeven een meesterstukje van tactiek. Tot een dergelijk terug trekken in uiterst moeilijke omstan digheden is een gedemoraliseerd leger niet in staat. En wat de geest van onze jongens betreft, de geest was vaak sterker dan de wapenen, welke men hen in de handen had gegeven om tegenover een overmachtige en veel heter uitgeruste tegenstander stand te houden. We herinneren ons nog de verbeten en treurige uitlating van een hunner bij het bericht van de capitu latie: „We hadden moed, enkel maar moed Is dat de geestesgesteldheid van een gedemoraliseerde? ZWARE BRANDEN TE OSS. Een emballagepakhuis en een groote partij haver een prooi der vlammen. Zondagmiddag omstreeks half drie is een felle brand uitgebroken in een emballagepakhuis van de firma Kunen aan de Kruisstraat in het centrum van Oss. Aangezien dit pakhuis was ge legen achter de groote manufacturen- magazijnen van deze firma, bestond er groot gevaar dat de brand naar deze gebouwen zou overslaan. De brand weer rukte daarom onmiddellijk met groot materiaal uit en tastte met eeni ge stralen de vuurzee aan. Zij slaagde er in het vuur meester te worden en den brand tot het emballagepakhuis te beperken. Dit gebouw is met in houd een prooi der vlammen gewor den. De brandweer was nauwelijks in de kazerne teruggekeerd of zij werd ten tweede male gealarmeerd, ditmaal voor een brand aan de grens der gemeente. Er bleek brand te zijn uitgebroken in een partij haver, welke op het land ge reed stond om gedorscht te worden, nabij de boerderij van den landbouwer J. van Mook. Toen de brandweer op het terrein van den brand arriveerde, was het vuur reeds overgeslagen naar een groote dorschmachine van den zelfden eigenaar, welke in de nabijheid van de haver stond. Men heeft niet kunnen verhinderen dat de partij ha ver tot een gewicht van 2500 k.g. door het vuur is vernield. Ook de dorsch machine is verloren gegaan. Vermoedelijk zijn beide branden ontstaan, doordat kinderen in de na- hijheid roekeloos met vuur hebben gespeeld. Verzekering dekt de schade. MEISJE VERMOORD TE RODERWOLDE. Een ontzettend misdrijf heeft zich Zondagavond in het Drentsche dorpje Roderwolde, hoorende onder de ge meente Roden, afgespeeld, waarbij de 22-jarige Egbertina Meyer uit dat dorp door worging om 't leven is gebracht, vermoedelijk door den 32-jarigen rij wielhersteller H. B., eveneens aldaar wonende, met wien zij langen tijd om gang heeft gehad. Het meisje was Zondagavond gaan dansen in een café te Roden en heeft zich van daar alleen per fiets naar huis begeven. Een aanbod van ken nissen, om haar te vergezellen, had zij afgewezen. Onderweg is zij, naar moet worden aangenomen, opgewacht door B., met wien zij circa zes jaar verkee ring heeft gehad en waaraan zij on langs een einde had gemaakt. B., die zich dit nogal heeft aangetrokken, moet het meisje hebben overvallen, aan den kant van den weg gesleept en haar daarna door worging om het leven hebben gebracht. Het lijk van het slachtoffer heeft hij vervolgens achter een wal verborgen. Hier is het Maandagmorgen gevonden, waarbij wel bijzonder tragisch is, dat de ontdekking werd gedaan door broers van B., die naar hun broer wa ren gaan zoeken, omdat deze, na Zon dagavond omstreeks negen uur de ou derlijke woning te hebben verlaten, nog niet was teruggekeerd. Direct werd de politie van Roden gewaarschuwd, evenals dr. Wegge- mans aldaar, die den dood van het meisje constateerde. Ook burgemees ter Bloemers van Roden was spoedig

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2