Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UIT DE PERS.
KOOPT NU
Coupons
KOFA
Binnenlandsch Nieuws.
..NOORD BRABAND"
Dit blad bestaat uit twee bladen.
Eerste Blad.
Hitier en de oorlog met Engeland.
DE WINTERAVONDCURSUSSEN
beginnen weer 1 October a.s.
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1940.
63c JAARGANG.
DIT BLAD VERSCHIJNT
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.25. Franco per
post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38 Telegr.-Adres: ECHO.
GIRO No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel. Minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel
Bij contract flink rabat.
„Ik prefereer thans den strijd",
zegt de rijkskanselier.
In een groote vergadering, welke
Woensdag in het Sportpalast te Ber
lijn is gehouden, heeft de Führer het
achtste Winterhilfswerk van 't Duit-
sche volk geopend. Hij hield hij deze
gelegenheid een groote en mcesleepen-
de redevoering, waarin hij een beroep
op het Duitsche volk deed opnieuw te
werken voor het geweldigste werk van
alle tijden.
Na de verschillende nederlagen van
Engeland de revue te hebben laten
passeeren, merkte Hitier op:
„Men zeide in Engeland: de oorlog
duurt drie jaar, wij stellen ons op
drie jaar in. Doch ik heb toentertijd
tegen den Rijksmaarschalk gezegd:
Gocring, bereid alles voor op vijf jaar.
Wij handelden zoo niet, omdat ik ge
loof, dat de oorlog vijf jaar zal duren.
Maar wat ook komen moge, Engeland
zal ineenstorten (minutenlang ap
plaus). Ik ken geen anderen termijn
dan dezen alleen.
Wanneer men nu in Engeland zeer
nieuwsgierig is en vraagt: „Ja, waar
om komen jullie dan^indelijk niet?"
dan antwoord ik: „Stelt U gerust, wij
komen".
Hitier begon zijn rede met er op te
wijzen, dat op dezen dag het eerste
oorlogsjaar is geëindigd.
De successen van dit eerste jaar
zoo vervolgde hij zijn uniek. Wij
kunnen in het geheel geen vergelijking
trekken met het eerste jaar van den
wereldoorlog, want in dat eerste oor
logsjaar zijn immers overal, ondanks
de grootste dapperheid, ondanks den
ongehoorden omvang der offers,
slechts gedeeltelijke resultaten bereikt
en niet een definitief voltrokken op
lossing.
De Führer wees vervolgens op het
geweldige aardrijkskundige gebied, dat
thans door de Duitsche weermacht
wordt beschermd en verklaarde o.m.:
Een aantal tegenstanders zijn uit den
weg geruimd. Alleen aan zijn geluk
kige geographische ligging en aan zijn
buitengewone snelheid in het vluchten
heeft Engeland het te danken, dat het
zelfde lot het nog niet ten deel is ge
vallen. Want het is niet zoo, gelijk
eenige Britsche politici betoogden, dat
het Britsche leger, als een wild paard
aan den teugel rukkend, van verlangen
brandt om eindelijk te worden losge
laten op den Duitschen vijand. Zij
waren toch zoo dicht bij ons en kon
den zonder meer hun begeerte bevre
digen. Zij zelf hebben zich van ons
verwijderd en het bleef hun voorbe
houden deze verwijdering als groote
overwinningen voor te stellen.
Daarna hesprak hij de Britsche pro
paganda en herinnerde er vervolgens
aan dat hij het Engelsche volk reeds
zoo vaak de hand der verzoening had
gereikt. Gij weet het zelf, zoo zeide hij
dat was mijn buitenlandsch-politiek
program. Na een korte verwijzing naar
zijn laatste beroep op Engeland ging
Adolf Hitler voort:
ik prefereer thans te strijÜen tol
eindelijk een volkomen duidelijke be
slissing tot stand is gebracht. En die
duidelijke beslissing kan alleen deze
zijn, dat liet regime van erbarmelijke
en laaghartige oorlogsopruiers uit den
weg wordt geruimd en dat een toestand
in het leven wordt geroepen, waarin
het onmogelijk is, dat een natie in het
vervolg geheel Europa vermag te ty-
ranniseeren. Duitschland en Italië zul-
ien er zorg voor dragen, dat dit zich
in de geschiedenis niet herhaalt.
Dan kwam hij tot de Engelsche hom-
aanvallen op Duitschland en zeide:
Ik heb drie maanden lang daarop
geen antwoord laten geven, in de inee-
ning, dat zij dit schandaal zouden sta
ken. De heer Churchill zag daarin een
teeken van onze zwakheid. Gij zult
begrijpen, dat wij thans iederen nacht
het antwoord geven en wel in stijgende
mate. En wanneer de Britsche lucht
macht twee, of drie of vierduizend
kilogram bommen laat vallen, dan
laten wij thans in één nacht 150.000,
180.000, 230.000, 300.000, 400.000 en
meer kilogram vallen. Wanneer zij
verklaren, dat zij onze steden op groo
te schaal zullen aanvallen, dan zullen
wij hun steden wegvagen.
En hij besloot:
Deze wereld zal vrij worden. Eens
en voor altijd moet worden afgerekend
met het schandaal, dat het een natie
mogelijk kan zijn al naar believen een
geheel continent te blokkeeren. Het
moet in de toekomst onmogelijk wor
den gemaakt, dat het een piratenstaat
van tijd tot tijd steeds weer naar
wensch en luim veroorloofd wordt
eenvoudig ruim 450 millioen rnen-
schen min of meer aan armoede en el-
iende over te leveren. Ik vind het on
verdraaglijk, dat hier een natie van 85
millioen menschen door een ander
volk ten allen tijde naar lichaam en
leven gestraft kan worden, wanneer
het de een of andere horde plutocraten
schikt.
NATIONAAL FRONT
EN NEDERLANDSCHE UNIE.
De leider van Nationaal Front, Ar
nold Meijer, schrijft in het weekblad
„De Weg" onder meer het volgende:
Wij weten, dat in het bijzonder
vele jongeren in de Nederlandsche
Unie bij hun driemanschap aandrin
gen op eenheid met Nationaal Front.
Maar die eenheid is niet mogelijk,
wanneer de autoritaire gedachte niet
wordt aanvaard en het partijenstelsel
niet als afgedaan wordt beschouwd,
de Volksche gedachte: Vlaanderen-
Noord-Nederland één niet wordt
aanvaard; de Joden niet als een apart
volk worden beschouwd; waartegen
over een apart standpunt noodzake
lijk is; de Vrijmetselarij als in strijd
met de totalitaire staatsopvatting niet
ontoelaatbaar wordt geacht.
EENSGEZINDHEID
OP ÉÉN PUNT.
Op één punt is er reeds een ver gaan
de eenheid bereikt, n.l. op dat van de
landbouw-politiek, constateert 't week
blad „De Waag":
In het negatieve is hier zelfs een
absolute eensgezindheid bereikt; er is
immers wel niemand meer die de
oude toestanden terugwenscht.
Het Duitsche voorbeeld heeft daar
bij invloed geoefend. De agrarische
nood was in Duitschland nog veel
erger, dan hier te lande en dank zij
de hervormingen na 1932, is daar op
het platteland toch een zekere tevre
denheid teruggekeerd en hebben de
boeren de productie kunnen verhoo-
gen. Reeds drie, vier jaar geleden,
schreef een man van liberalen huize
en van liberale denkwijze zooals
prof. Minderhoud uit Wageningen,
een pleidooi voor de overneming van
het systeem der erfhoeven, dat hij in
Duitschland bestudeerd had. Zelfs
een liberaal blad als het Haagsche
„Vaderland" schreef over de nood
zaak van een nieuwe, betere verhou
ding tusschen het landbezit en den
landarbeid. Dat de grond in ieder ge
val aan het stelsel van vrijen ruil
diende te worden onttrokken, dat na
tionaliseering van den grond tot op
zekere hoogte noodig was voor de
instandhouding van een gèzond boe
renvolk werd tenslotte wel door
iedereen toegegeven. De pachtwet
ging al vrij ver in die richting, al
thans voor wie de zaak van 't stand
punt der oude individualistische eco
nomie beschouwde. Nu is men zelfs
zoover, dat alle „bewegingen" -
partijen zijn nu eenmaal niet meer
een betere verhouding tusschen den
boer en den door hem bewerkten
grond noodzakelijk achten.
LEVENSVERZEKERING
1843 WAALWIJK 1843
NEDERLANDSCHE
LEVENSRUIMTE.
De „Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant" geeft onderstaande visie op de
werkgelegenheid, welke Nederlandsche
arbeiders in Duitschland vinden:
„De in Duitschland geboden werk
gelegenheid behoort tot onze levens
ruimte. Dat is een besef, dat ons niet
door den oorlog mag worden beno
men, ook niet nu deze het Duitsche
Rijk tot ons gebracht heeft in de be
trekking van bezetter tot bezet ge
bied. Wederopbouw was het woord,
dat den dag na den oorlog onze leu
ze werd. Tot den wederopbouw be
hoort ook het herstel van zoodanige
nabuurbetrekkingen, dat hetgeen wij
aan arbeidskracht over hebben den
weg vindt tot daar waar werkkracht
wordt gevraagd. Het behoort tot de
eerst noodige dingen, wanneer we
deropbouw meer dan een leuze zal
zijn.
De verruiming van werkgelegen
heid in Duitschland voor onze arbei
ders van hand en hoofd is meer dan
een noodmaatregel. Het behoort tot
het herstel van ons normale leven.
Eenmaal hersteld, zal het zooveel
mogelijk arbeid in eigen land willen
scheppen. Maar de werkneming over
de grens bevordert ons herstel".
NATIONAAL FRONT
EN N.S.B.
In het jongste nummer van „De
Weg" schrijft Arnold Meijer over de
verhouding tusschen het Nationaal'
Front en de N.S.B.
Het volgende citaat karakteriseert
die verhouding scherp:
„Van de N.S.B. scheiden ons nog
steeds de beginselen. Haar staatsab-
solutistische opvatting; haar sociaal-
economisch program, tot uiting ko
mend in haar arbeidsfront, zijn voor
ons onaanvaardbaar. Maar meer,
veel meer dan dit, is er een scheiding
door de geestesgesteldheid van de
N.S.B.
Wanneer deze goed ware, dan zou
de N.S.B. na de capitulatie ongetwij
feld den wind in de zeilen gehad heb
ben en 't overgroote deel van 't Ne
derlandsche volk in haar organisatie
gebundeld hebben. Nu zij het groote
verzet en den haat van 't Nederland
sche volk ervaren heeft, hadden wij
gemeend, dat de N.S.B. daaruit lee-
ren zou en het roer zou omgooien.
De N.S.B. heeft echter blijkbaar
niets geleerd. In haar organen en in
haar optreden komt nog steeds tot
uitdrukking, wat het Nederlandsche
DER RIJKSSCHOOL VOOR LEERLOOIERS
EN SCHOENMAKERS TE WAALWIJK
Aangifte aan de school op
WOENSDAGAVOND a.s. van 6V2 uur voor de MEISJES en
DONDERDAG- en VRIJDAGAVOND a.s. van Ö'/WA uur
'voor de JONGENS.
Gegeven worden cursussen in alle onderdeelen van de schoenfabricage.
De Directeur,
Ir. H. v. d. WAERDEN.
volk nimmer zal aanvaarden, zelfs
niet, al zou het onder den zwaarsten
druk zijn.
Nu de leiding van de N.S.B. zelf
ervaart, dat zij geen weerklank vindt
bij het Nederlandsch denkende en
voelende volk, tracht zij onder het
democratisch mom van neutraliteit
overal binnen te dringen. Wij waar
schuwen openlijk 't Nederlandsche
volk om goed toe te zien, opdat de
N.S.B. het Nederlandsche volk niet
voor feiten stelt, welke door geen
waar Nederlander kunnen worden
aanvaard.
DE NEDERL. JAARBEURS
IN DUITSCHE OOGEN.
De Deutsche Zeitung in den Nieder-
landen heeft, op de manier, waarop dat
in de Duitsche pers gebruikelijk is, een
speciale bijlage aan de Nederlandsche
Jaarbeurs gewijd, waarvoor de Duit
sche Rijksministers Seyss Inquart en
Funk een inleiding hebben geschreven.
De Rijkscommissaris prijst het besluit
ZONDER
PUNTEN
Alle soorten
tegen LAGE PRIJZEN
WAALWIJK
om de Jaarbeurs te laten doorgaan als
een blijk van verheugende kracht tot
daden, zoowel van Nederlandschen als
van Duitschen kant. „Wij begroeten al-
fes, wat geschikt is, om de samenwer
king te verdiepen en de kennis van el
kander te vergrooten. In dit opzicht
heeft de Utrechtsche Jaarbeurs boven
de engere economische belangen uit een
hoogere zending te vervullen".
Dr. Seyss Inquart constateert, dat
„de vormen van een nieuw Europa
zich reeds afteekenen. Deze groote
ruimte te bedden in een verstandig ge
leide wereldhuishouding, moet in de ko
mende weken en maanden het streven
zijn van allen, die zich hun verantwoor
delijkheid bewust zijn".
Van verstrekkende beteekenis zijn de
uiteenzettingen van den president van
de Duitsche Rijksbank, die schrijft:
De historische omwentelingen van
de laatste jaren hebben het begrip
van een nieuw Europa op den voor
grond van het publieke bewustzijn
geschoven. Het inzicht in deze ont
wikkeling beteekent tevens de mobi
lisatie van nieuwe oeconomische
krachten. De belangstelling voor de
ze dingen is brandend geworden.
Men zou op alle concrete vragen
gaarne concreet willen antwoorden;
maar het moet een keer gèzegd wor
den, dat de tijd daarvoor nog te
vroeg is. Nog spreken de wapenen!
Eén ding spreekt echter van zelf:
het nieuwe Europa wordt niet op
dogmatische postulaten opgebouwd.
Ontzaglijk veelzijdig zijn de opgaven,
die opgelost moeten worden en die
diepgaand overleg en onderzoek be
hoeven. Werk genoeg voor politicus
en oeconoom! Vast staat echter reeds
het doel en vast staat ook het prin-
cipieele in de kwestie van de mid
delen.
WERKTIJDEN EN DUISTERNIS.
Regeling van den arbeid op Zaterdag.
Inhalen van verloren uren.
De waarnemend secretaris-generaal,
waarnemend hoofd van het departe
ment van sociale zaken, heeft be
paald:
a. aan hoofden of bestuurders van
ondernemingen in alle gemeenten des
rijks, in wier fabrieken of werkplaat
sen in verband met de bestaande ver-
duisteringsvoorschriften moeilijkheden
worden ondervonden, toe te staan, dat
in die fabrieken of werkplaatsen:
le. in het tijdvak van Zaterdag 7
December 1940 tot en met Zaterdag 11
Januari 1941 in afwijking van het be
paalde in artikel 23 der Arbeidswet
1919 door arbeiders op Zaterdag ar
beid mag worden verricht tusschen 1
uur des namiddags en zonsondergang;
2e. in het tijdvak van Zaterdag 2
November 1940 tot en met Zaterdag 30
November en in het tijdvak van Zater
dag 18 Januari 1941 tot en met Zater
dag 22 Februari 1941 in afwijking van
het bepaalde in artikel 23 der Arbeids
wet 1919 door arbeiders op Zaterdag
arbeid mag worden verricht tusschen
zonsopgang en 0V2 uur na zonsopgang
of, indien de arbeid op Zaterdag wordt
onderbroken door een rusttijd van ten
minste een half uur, tusschen zons
opgang en ten hoogste zes uren na
zonsopgang;
3e. in het tijdvak van Maandag 10
September 1940 tot en'met Maandag 31
Maart 1941, in afwijking van het be
paalde in artikel 24 der Arbeidswet
1919 door arbeiders van 10 jaar of
ouder, voor zoover door hen in dit tijd
vak tengevolge van de verduisterings
voorschriften een aantal weken min
der dan 48 uren per week wordt ge
werkt, in de overblijvende weken de
op deze wijze verloren uren worden
ingehaald tot een maximum van ten
hoogste 38 uren, waarbij de werktijd
voor de mannen niet meer mag be
dragen dan ten hoogste 11 uren per-
dag en 60 uren per week en de werk
tijd voor de jeugdige personen en vrou
wen niet meer dan ten hoogste 10
uren per dag en 55 uren per week.
Hoofden of bestuurders van onder
nemingen wordt er aan herinnerd, dat
ingevolge artikel 31, eerste lid der Ar
beidswet 1919, bij het volgen van een
De Echo van het Zuiden,
Waalwpscbe en Langstraatscbe Couranti