Gemeenteraad Drunen.
PROVINCIAAL NIEUWS
militaire vliegtuigen, door vliegtuig
bommen, granaten en dergelijke voor
werpen, door projectielen van het af
weergeschut, lichtkogels, beschieting,
alsmede door het ontploffen van mij
nen of andere militaire vernietigings
werktuigen.
De regeling zal voorts alleen betrek
king hebben op de door de telers in te
leveren granen, peulvruchten en de na
volgende zaden, te weten koolzaad,
karwijzaad, geel mosterdzaad en kana
riezaad, terwijl tevens het stroo, be-
hoorende bij de genoemde producten,
zoolang deze in ongedorschten toestand
verkeeren, onder de regeling zal vallen.
NEDERLAND'S BEVOLKING IN
9 JAAR MET 11,3 PCT.
TOEGENOMEN.
De uitgave van het Centraal Bureau
voor de Statistiek Bevolking en op
pervlakte der gemeenten van Neder
land", bevat dit jaar, behalve het be
volkingscijfer voor iedere gemeente per
1 Januari 1940, ook gegevens over de
procentueele toeneming of afneming
van het aantal inwoners per gemeente
over het 9-jarige tijdvak 1 Januari 1931
1 Januari 1940.
De bevolking van het rijk nam in
deze jaren toe met 11.3 pet. In 38 ge
meenten bedraagt de bevolkingstoena
me meer dan 30 pet.; het hoogste toe
nemingspercentage vertoonden Maar
tensdijk (175 pet.) en Vlaardinger-Am-
bacht (176 pet.). Van de 1054 gemeen
ten in Nederland is de bevolking afge
nomen in 209 gemeenten, alle met min
der dan 20.000 inwoners. De grootste
afneming valt waar te nemen in Helle-
voetsluis: 35 pet.
Onderzocht is de invloed van het ge
boorte-overschot en het vestigings-,
resp. vertrek-overschot op de bevol
kingstoeneming. Alle provinciën, even
als de groepen van gemeenten met min
der dan 20.000 inwoners, geven een
vertrek-overschot te zien, met uitzon
dering van de provinciën Noord- en
Zuid-Holland en Utrecht.
De grootste bevolkingstoeneming
komt voor in de provincie Utrecht (18
pet.), bestaande uit een geboorte-over
schot van 11.1 pet. en een vestigings
overschot van 6.9 pet. Zeeland ver
toont de laagste bevolkingstoeneming:
3 pet., bestaande Uit een geboorte-over
schot van 7.9 pet. en een vertrekover-
schot van 4.9 pet.
Een onverkwikkelijk debat
over een kwestie met de
Lips' Schroevengieterij;
hierbij werd den heer W.
v. d. Wiel het woord ont
nomen.
De raad van. Drunen kwam Zater
dagmiddag voltallig bijeen onder voor
zitterschap van den Edelachtb. heer
Burgemeester Mr. R. Th. v. d. Heijden.
Secretaris de heer v. d. Lokkant.
Na opening met gebed werden de
notulen der vorige vergadering goed
gekeurd.
De navolgende ingekomen stukken
werden voor kennisgeving aangeno
men.
a. goedkeuring verordening tot hef
fing van precariorechten in de gemeen
te Drunen;
b. proces-verbaal van kasopname
bij den gemeente-ontvanger d.d. 26 Au
gustus 1940;
c. machtiging tot het doen van uit
gaven op de gemeentebegrooting 1940.
De gemeente-rekening 1939 werd
voorloopig vastgesteld. De gewone
dienst en de kapitaaldienst sluiten resp.
met een nadeelig saldo van 4762.88
en 53857.31.
Naar aanleiding daarvan zegt de
voorzitter, dat deze cijfers, in vergelij
king met andere jaren, tot verheugenis
stemmen. De laatste jaren gaf het na
deelig saldo ook een werkelijk nadeelig
slot aan. Dit is thans niet het geval,
daar nu in deze bedragen zijn vervat
een .nadeelig saldo van 1938 groot
10.200 en nog enkele posten. Was
daarmee geen rekening gehouden, dan
zou de dienst thans een batig slot van
2000 tot 3000 gulden hebben opgele
verd.
De rekening 1939 van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur werd goedge
keurd. Deze rekening sluit zonder na
deelig saldo, door een extra gemeente
subsidie van 427.07 als bijdrage in
het tekort dat eveneens 427.07 be
draagt.
Namens de Commissie van onder
zoek, had de heer de Baaij verslag over
deze rekeningen uitgebracht en ze in
orde bevonden.
De gemeente-begrooting 1941 werd
vervolgens aangeboden. Te zijner tijd
zullen alle leden een afschrift dezer be
grooting. met de voornaamste posten,
thuis ontvangen.
Besloten werd voor 1941 een cre-
diet in rekening-courant vast te stellen
van ongeveer 80.000, aan te gaan met
de Bank van Nederl. Gemeenten.
Ter tafel komt vervolgens een voor
stel om B. en W. te machtigen tot het
voeren van een rechtsgeding, zoowel in
eersten aanleg als in hooger beroep, in
verband met den bouw van het nieuwe
gemeentehuis.
De voorzitter zegt ter toelichting van
een en ander, dat de gemeente het be
drag van den laatsten termijn van af
betaling gedeeltelijk nog schuldig is aan
den aannemer. De schuldeischers van
den aannemer, willen nu op dit bedrag
beslag laten leggen en hebben daartoe
de gemeente gedagvaard. Verschijnt de
gemeente daarbij niet, dan wordt ge
acht. dat de schuld, die zij nog aan den
aannemer moet betalen, even hoog is
als het bedrag, dat de schuldeischers
van den aannemer nog te vorderen
hebben. In het andere geval zal de ge
meente aan deze schuldeischers echter
niet meer hebben te betalen, dan het
bedrag dat zij in werkelijkheid nog aan
den aannemer schuldig is. Dit is onge
veer 1000, waarvan nog enkele klei
ne voorschotten en herstellingskosten
moeten worden afgehouden.
De heer van Drunen vraagt of aan
deze procedure nog financieel nadeel
voor de gemeente verbonden is.
De voorzitter beantwoordt deze
vraag ontkennend.
De heer v. d. Wiel meent dat de
aannemer niet erg solied geweest moet
zijn, als hij nu reeds niet meer aan zijn
verplichtingen kan voldoen.
De voorzitter zegt daarop, dat het
werk goed is, maar de aannemer een
strop heeft gehaald aan den strengen
winter en den daarop volgenden oor
log, hetgeen gewoonlijk financieele na-
deelen mede brengt. Spr. betwijfelt dus
of deze gang van zaken den aannemer
aan te wrijven is; hij gelooft ten min
ste niet, dat den aannemer hier een ver
wijt treft. De kosten van het proces
zijn voor rekening van den aannemer.
De heer van Drunen vindt het beter
niet te veel over deze zaak te spreken,
daar dit mogelijk ten nadeele van den-
aannemer kan zijn.
De heer v. d. Wiel is het daar niet
mee eens. Wanneer er iets op de agen
da staat, kan hij daarover spreken als
hij wil. Hij zit hier niet als een dooie
kat.
De gevraagde machtiging wordt aan
B. en W. z.h.st. verleend.
Een voorstel van B. en W. tot het
verleenen van machtiging aan het Wa
terschap Oudheusden en Elshout tot
verpachting van de jacht op de gemeen
tegronden, in genoemd waterschap ge
legen, wordt goedgekeurd. De voorzit
ter deed daarbij de toezegging, het wa
terschap te willen verzoeken, zoo hoog
mogelijke pachtprijzen te vorderen.
Thans wordt 0.60 per H.A. be
taald, hetgeen de heer van Drunen te
weinig vond.
Bespreking verpachting en
overschrijving van lande
rijen.
De voorzitter zegt dat krachtens het
Pachtprijs-opdrijvingsbesluit van 1940,
de' perceelen die nu van verpachting
vrij komen, niet meer publiek verpacht
mogen worden; de toewijzing zal thans
op een andere manier moeten geschie
den. De bedoeling is dat B. en W. bij
het vrij komen van perceelen, dit op de
gebruikelijke wijze bekend zullen ma
ken en gegadigden voor deze percee
len zullen worden opgeroepen. De na
men van hen, die zich dan daarvoor op
geven. geven B. en W. dan door aan
de Pachtcommissie. Zijn er meerdere
gegadigden voor één perceel, dan zal
de Pachtcommissie nagaan of er soms
bij zijn, die bijzonder voor dat perceel
in aanmerking komen. Spr. licht dit met
een voorbeeld toe. (Overgang van va
der op zoon).
Om deze bijzondere redenen zwaar
te doen wegen, kan de Pachtcommissie
een perceel slechts toewijzen, wanneer
niet meer dan één stem. tegen deze toe
wijzing wordt uitgebracht. Zijn er geen
bijzondere redenen, dan zal de Pacht
commissie moeten onderzoeken, welke
van de gegadigden, de meeste behoefte
aan dat perceel heeft, terwijl in enkele
gevallen misschien ook een verdeeling
mogelijk is, wanneer dit zonder schade
voor een perceel kan geschieden.
De raad moet tenslotte de toewijzin
gen bekrachtigen, doch spr. zou willen
adviseeren, dit steeds te doen, daar de
Pachtcommissie natuurlijk van de bil
lijkheid der toewijzing overtuigd zal
zijn.
Op enkele vragen antwoordt de
voorzitter nog, dat stilzwijgende over
gang van vader op zoon zal blijven be
staan, terwijl de pachtprijzen niet hoo
ger mogen worden, dan ze waren op
1 September 1939.
Bij de rondvraag wil de heer van
Drunen weten of de legger der wegen
en voetpaden zich nog steeds in den
Bosch bevindt. Verder vraagt spr. of de
fietspaden in de bosschen eenigszins
hersteld kunnen worden.
De voorzitter zegt dat de legger nog
steeds bij de Waterstaat in den Bosch
is. De kwestie der fietspaden zal spr.
bekijken.
De heer van Drunen vraagt inlich
tingen betreffende het kapverbod van
dennenhout van een bepaalde dikte.
De voorzitter zegt dat hetjioofdmo-
tief hier de herplant is. Wordt daaraan
voldaan, dan zal men steeds wel ver
gunning tot rooien krijgen.
De kwestie met de Lips'
Schroevengieterij.
De heer Van Drunen zegt een brief
te hebben ontvangen van de Lips' fa
brieken. Spr. vraagt hoe deze kwestie
zit.
De voorzitter merkt op, dat dit niet
meer in de vergadering van B. en W.
behandeld kon worden. Spr. wil dit
daarom laten rusten tot de volgende
vergadering, dan kan de raad er meer
van hooren.
De heer van Drunen heeft den heer
Lips zelf gesproken en deze had de
plannen en alles al gemaakt. Spreker
vreest dat een uitstel tot de volgende
vergadering wat te lang zal duren.
De voorzitter zegt dat bij den ver
koop van grond aan den heer Lips, aan
den kant van den Provincialen weg,
zoowel als aan den'kant van den Kei
weg, een strook grond is blijven liggen
voor wegverbreeding. Deze strook is
aan den Prov. weg 2 meter breed en
aan den Keiweg 5 meter. Dit wist Lips,
maar hij komt toch met plannen tot wij
ziging van het bestaande terrein. De
heer Lips heeft zonder vergunning van
B. en W. en van den Regeerings-Com-
missaris voor den wederopbouw toch
plannen gemaakt, doch blijkt thans niet
te kunnen bouwen, omdat die strook
niet van hem is. Dit wist hij van te vo
ren. Hij heeft alle plannen dus voor
niets gemaakt.
De heer van Drunen zegt dat de
bouwplannen klaar liggen, terwijl ook
het materiaal is aangeschaft. Men kan
deze kwestie dus moeilijk tot de vol
gende vergadering laten rusten.
De voorzitter zegt dat de bouwplan
nen niet uitgevoerd kunnen worden. De
grond is van de gemeente. Dit weet de
heer Lips. Goedkeuring van B. en W.
is nooit gegeven. De heer Lips weet
goed. dat die strook grond gereserveerd
is voor wegverbreeding. De bewijzen
daarvan heeft spreker zwart op wit en
bovendien nog de bewijzen van getui
gen. Hij heeft den grond gekregen dien
hij gekocht heeft. Spreker kan niet aan
den raad voorstellen, den grond die
voor wegverbreeding bestemd is, te
gaan verkoopen aan Lips.
De heer Maas zegt dat in 1938 de
grond verkocht is en de voorzitter van
te voren alles gedaan heeft om hier een
industrie gevestigd te krijgen. Zoo n in
dustrie zit ook voor groote moeilijkhe
den.
De voorzitter is er van overtuigd,
dat dit met het werk niets heeft uit te
staan. Spreker wérkt die industrie niet
tegen.
De heer v. d. Wiel meent dat de
fout niet alleen bij Lips berust, maar
ook bij den raad. Spr. heeft de notulen
van 1938 nagezien en daaruit bleek dat
de gemeente een oppervlakte grond
verkocht heeft van ongeveer x/ H.A.
De voorzitter ontkent dit.
De heer v. d. Wiel zegt dat het toch
in de notulen staat. Lips is toen op dit
raadsbesluit doorgegaan, hij heeft de
materialen klaar gemaakt en zit nu met
den strop niet verder te kunnen bou
wen, terwijl alle kosten al gemaakt zijn.
De voorzitter zegt dat de heer v. d.
Wiel alles door elkaar wart.
De heer v. d. Wiel: Dat doe ik altijd.
Ik kan het nooit goed. Ik ben doof!
De voorzitter. U begrijpt er niets
van. De heer Lips heeft mij geschreven
geen \x/2 maar slechts 1 H.A. noodig
te hebben. Hij wist eerst nog niet wat
hij koopen zou. U moet niet vergeten,
dat, al kocht hij 100 H.A., hij toch niet
kan bouwen zonder vergunning van B.
en W. en den Regeerings-Commissaris
voor den wederopbouw. Als hij dit toch
wil doen en plannen en alles maakt,
terwijl hij de goedkeuring nog niet
heeft, doet hij alles op eigen risico.
De heer Lips weet zeer goed dat ik
tegen hem, in tegenwoordigheid van
zijn vader en den architect, gezegd heb
dat een strook moest blijven liggen
voor wegverbreeding. Dit was geen
bezwaar, zei hij toen, als hij maar een
uitweg kreeg, hetgeen begrijpelijk werd
toegestaan. De fout zit feitelijk bij den
notaris, als er eigenlijk van een fout
sprake is. Deze heeft in de acte niet
vermeld, dat er een strook van 5 M.
•voor wegverbreeding moest blijven lig
gen, alhoewel ik dit wel degelijk ge
zegd had. Toen echter de opmeting
had plaats gehad, is die strook duidelijk
op het kadaster aangeteekend. De no
taris zei dat dit voldoende was.
Die strook is van zoo'n groot ge
meentebelang, dat we er verder niet
meer over hoeven te praten.
Wethouder Muskens meent dat de
bouwvergunning toch verleend is, daar
B. en W. daartoe hadden besloten.
De voorzitter zegt dat die nooit ver
leend is, omdat Lips verkeerd was ge
gaan. In de vergadering van B. en W.
is daar wel over gesproken, maar offi
cieel is geen vergunning verleend; al
leen is gezegd, dat deze gegeven zou
worden als bleek dat Lips op eigen ter
rein zou blijven. Hij heeft zulks niet ge
daan, zoodat geen toestemming gege
ven kon worden.
De heer Maas is van meening, dat
reeds veel eerder toestemming gegeven
is.
De voorzitter zegt dat de heer Lips
wil doen gelooven dat B. .en W. tegen
over hem onbehoorlijk zijn opgetreden.
Spr. zal daarom in een volgende verga
dering de bewijzen hier zwart op wit
op tafel brengen. De zaak is zoo klaar
als maar zijn kan. Er is hier geen twij
fel mogelijk.
De heer van Drunen meent dat de
heer Lips nu een mondeling onderhoud
wil hebben met den burgemeester.
De voorzitter zegt dat Lips zulks
eenmaal gevraagd heeft, toen feitelijk
alles al achter den rug was, om die 5
meter alsnog te koopen. Toen is op alle
mogelijke andere manieren invloed uit
geoefend op B. en W. Ik heb toen den
heer Lips gezegd dat alles voldoende
besproken was en in orde is. Als deze
meer wilde weten, kon dat schriftelijk
gebeuren. Spreker wil dan van dit punt
afstappen.
De heer v. d. Wiel. Dus ik mag er
niet meer over spreken.
De voorzitter. Deze zaak is nu ge
noeg besproken. In de volgende verga
dering kunnen wij daarop terug komen.
De heer v. d. Wiel. Daar protesteer
ik tegen. Ik wil hier het woord nog
over voeren. (Gaat staan).
De Voorzitter hamert en ontneemt
den heer v. d. Wiel het woord.
De heer v. d. Wiel. En ik zal zeggen
wat ik te zeggen heb.
De voorzitter hamerend. Dan sluit ik
de vergadering.
De heer v. d. Wiel. Dat is hu een
voorzitter van den gemeenteraad. Maar
ik heb nog iets anders, mag ik dat mis
schien zeggen?
De voorzitter. Als het niet meer over
deze kwestie is.
De heer v. d. Wiel. Neen, maar hoe
komt het dat de menschen hier voor
hun identiteitsbewijzen 25 cent moesten
betalen, terwijl deze in andere gemeen
ten voor niets of voor een gering be
drag beschikbaar zijn gesteld. In
Sprang kostten ze niets en in Vlijmen
5 cent.
De voorzitter zegt dat het kosteloos
kon geschieden op de stamkaart. Dege
nen die een identiteitsbewijs wilden
hebben, moesten dit betalen. Er zijn wel
plaatsen waar meer betaald moest wor
den dan hier.
De heer v. d. Wiel ontkent dit.
De heer Maas becritiseert de orga
nisatie der luchtwacht. Er zijn men
schen, die steeds moeten loopen, ter
wijl andere kunnen blijven zitten.
Spr. vraagt waarom de gemeenteraad
geen bedrag, als vergoeding voor de
luchtwachters uittrekt.
De voorzitter zegt dat de heele or
ganisatie in handen is van den burge
meester en deze is graag bereid de vol
le verantwoording daarvoor te dragen.
Voor het uitbetalen van een zeker be
drag is nooit een voorstel binnengeko
men.
De heer Maas vraagt of de commis
sieleden voor het nazien der rekening
en begrooting geen presentiegeld kun
nen krijgen. Zij moeten steeds maar
voor eigen rekening vertering maken.
De voorzitter zegt dat dit punt nog
nooit door iemand is aangeroerd, ter
wijl niemand de noodzakelijkheid daar
van inzag. Als het inderdaad noodig is,
wil spr. deze zaak wel eens bekijken.
Hierna sluiting.
HET 50-JARIG JUBILEUM
VAN ONZE TREIN.
Niet onopgemerkt voorbijgegaan.
AI is het nu misschien niet een
wereldschokkende gebeurtenis dat de
lijn Lage Zwaluwe's-Bosch gisteren
vóór 50 jaren volledig in gebruik werd
genomen, toch zou dat in normale om
standigheden zeker aanleiding hebhen
gegeven tol eene passende, feestelijke
herdenking en daarom doet het ons
genoegen dat men tenminste Dinsdag
ochtend aan de sfeer op het station
S.S. te Waalwijk -kon merken, dat er
iets bijzonders aan de hand was.
Enkele persfotografen liepen heen
en weer, een groote krans werd bin
nengebracht en ons handelsreizigers-
gilde had het ditmaal niet over de
moeilijke tijden, maar haalde allerlei
herinneringen op uit haar bestaan,
dat zoo nauw met de lijn 's-Bosch
Lage Zwaluwe verbonden is.
Met meer spanning dan anders keek
men reikhalzend uit naar den gouden
jubilaris, die zoo aanstonds moest
binnen loopen en van dit wachten
maakte de stationschef, de heer Kou
ters, gebruik om een enkel woordje
tot de heeren met de groote koffers
te richten.
Hij zeide het op hoogen prijs te
stellen, dat zij dit feit niet onopge
merkt wilden laten voorbijgaan.
Uw waardeering en trouw aan dit
vervoermiddel, aldus spreker, wordt
op bijzonderen hoogen prijs gesteld,
alsmede de nu gebrachte hulde,,
waarvoor ik U, namens de Directie,
hartelijk dank zeg. Wij trekken uit
deze hulde de conclusie dat wij U naar
best vermogen altijd hebben gediend.
Wij hopen dat het reizend publiek van
Waalwijk en Langstraat nog lang van
dit vervoermiddel gebruik zal mogen
maken.
De heer van Dongen zei nog eenige
woorden van dank namens de Han-
delsreizigers-vereeniging en bood voor
het geheele personeel sigaren aan. En
dan kwam daar de jubilaris.
Groote roetpluimen, zwart en puf
fend als steeds, maar nu niet gesmaad
omdat hij enkele minuten te laat was.
Neen, haast met gejuich werd hij ont
vangen en hij scheen dit op prijs te
stellen, getuige een paar vreugde-gil
len die hij uitstootte. Hijgend en brom
mend stond hij stil en moest zich de
hulde laten welgevallen van 'n grooten
lauwerkrans, die fier voor op den lo
comotief kwam te prijken. Er werden
handen gedrukt en er werd gelachen.
Het personeel was zwart en vroolijk
en niemand nam er aanstoot aan dat
het met instappen niet zoo vlot ging
als gewoonlijk.
Eindelijk was ieder gezeten. Met
meer ceremonieel gebaar dan anders
gaf de heer Kouters het sein tot ver
trek en daar stoomde de jubilaris
heen, als was hij zich bewust van zijn
groote verantwoordelijkheid, een on
misbaar hulpmiddel in het bestaan van
velen. Zijn hoeveelste gang zou het
zijn? Wij weten het niet en kunnen
er ook geen slag naar slaan, maar wel
kunnen we hopen dat zijn laatste gang
nog lang, zeer lang op zich zal laten
wachten en memoreeren op dezen dag
gaarne het vele nut dat deze lijn in al
die jaren voor Waalwijk en de Lang
straat heeft gesticht.
I)E SPOORWEG LAGE ZWALUWE-
's-HERTOGENBOSCH.
Een belangrijke schakel in het spoor
wegverkeer, na vijftig jaar een be
scheiden rol te hebben gespeeld.
Na hetgeen we reeds zelf schreven
over de lijn Lage-Zwaluwe, z'n tot
standkoming en de goede diensten die
deze verbinding aan deze streek be
wezen heeft, is het wel aardig de
N. Roti. hierover eens aan 't woord
te laten.
Dit blad schrijft;
In 1875 kwam een wet tot stand,
waarbij werd besloten tot aanleg van
een spoorweg Lage Zwaluwe-'s-Her-
togenbosch. Met den bouw van de lijn
ging het echter niet bijster vlot. Eerst
na elf jaar, op 1 November 188(5 wij
vinden deze bijzonderheden in een ar
tikel van den heer D. van Setten in
Spoor- en Tramwegen vond de ope
ning van het eerste gedeelte plaats,
het baanvak Lage Zwaluwe-Waalwijk.
Op 1 Juni 1888 volgde het haanvak
WaalwijkVlijmen en den löden Oc
tober 1890', thans 50 jaar geleden,
kwam ten slotte het sluitstuk Vlijmen-
's-IIertogenbosch in exploitatie. Het
eindpunt te 's-Hertogenbosch was ge
legen tegenover het gemeenschappe
lijke station van S.S. en Z.O.S. Eerst
in 189(5, toen dit onaanzienlijke ge
bouwtje door 't tegenwoordige fraaie
stationsgebouw werd vervangen, kwa
men alle spoorwegen te 's-Hcrtogen-
bosch in één station bij elkaar.
De S.S. wilde de lijn na de voltooi
ing als locaalspoorweg blijven cxploi-
teeren, zooals ook tijdelijk met de te
voren gereed gekomen gedeelten was
geschied. Op grond daarvan had zij 'l
plan ontworpen, waarbij te 's-Herto-
genboseh geen aansluiting aan het be
staande station was verkregen, terwijl
de tractie-inrichtingen te Vlijmen zou
den blijven en dus de lijn van Vlijmen
en niet van 's-Hertogenbosch uit zou
worden geëxploiteerd. De raad van
toezicht op de spoorwegdiensten kon
zich hiermede niet vereenigen. Vol
gens dat college kon er geen twijfel
bestaan, dat de lijn Lage Zwaluwe
's-Hertogenbosch als de kortste route
tusschen de hoofdstad van Noord-Bra
bant en Rotterdam als hoofdspoorweg
moest worden geëxploiteerd, terwijl
locaal-exploitatie ten behoeve van de
doorsneden streek, alleen als aanvul
ling kon blijven bestaan. De nieuwe
lijn moest dan eindigen in het station
's-Hertogenbosch en de tractie-inrich
tingen moesten daarheen worden over
gebracht. Aldus geschiedde: de aan
sluiting te 's-Hertogenbosch kwam tot
stand én op de nieuwe lijn werd een
gemengde dienstregeling ingevoerd.
Voor de zich steeds uitbreidende in
dustrieën der Langstraat was de nieu
we lijn het aangewezen verkeersmid
del. Waalwijk leverde het grootste ver-
voerskwantum met zijn schoen- en le
derindustrie; Vlijmen had zijn hout
transport voor de manden-industrie;
Capelle, Waspik en Raamsdonk had
den hun hooiperserijen, terwijl Geer-
truidenberg, Made en Drimmelen
griendhout en hoepels ten vervoer
aanboden. Ook het reizigersverkeer
was niet onaanzienlijk.
De komst van vrachtauto en auto
bus maakte echter ook voor de Bjn
Lage Zwaluwe's-Hertogenbosch een
einde aan de periode van glorie. I n