SPORT FEUILLETON HET WAS IN AUSTRALIË, 34 19 16 143 7 10 15 8 14 38 10 60 8 8 14 8 12 16 52 8 8 31 4 19 4 319 10 13 4 79 4 12 0 10 5 1 8 1207 7 CHURCHILL IN EEN SCHUILKELDER. 40 jaar geleden! De huidige premier Winston Chur chill hij wordt in de andere maand 66 jaar oud is wellicht de eerste En- gelschman. die ooit van zijn leven uit oorlogsnoodzaak in een schuilkelder moest kruipen. Hij deed dat n.l. al 40 jaar geleden, tijdens den Boerenoorlog. Hij was toen oorlogscorrespondent van de Morning Post en ervoer het in die dagen, dat de regeering van zijn land gemakkelijker oorlogen ontketent dan dat ze deze vlot tot een zegevierend einde weet te brengen. Het Britsche leger, hetwelk Churchill volgde, werd verslagen en onze oorlogscorrespondent werd door de Boeren gevangen ge maakt. Dat was een geweldige teiste ring voor den actieven geest van den jongen man en weldra bracht deze een plan tot ontsnapping in uitvoering. Hongerend en dorstig trok hij dagen achtereen door vijandelijk gebied, tot hij eindelijk zoo uitgeput raakte, dat hij aan een woning aanklopte, bereid om zich opnieuw gevangen te laten nemen. Hij bleek echter terecht te zijn gekomen bij een Engelschen mijnopzichter, die ook in oorlogstijd eenige onmisbare werkzaamheden aan de verlaten mijn installaties moest blijven verrichten en daartoe van de Boerenautoriteiten ver lof had bekomen. Deze man verzorgde den uitgeputten Churchill, maar hij durfde hem niet binnenshuis houden. Hij bracht hem enkele honderden me ters onder den grond in de mijn, waar de oorlogscorrespondent zich weken achtereen verborgen heeft moeten hou den, alvorens hij de gelegenheid be kwam om zich wederom bij de Britsche strijdkrachten te vervoegen. Over zijn ervaringen schreef hij een succesvol boek „The Boer War", dat hem op den voorgrond der publieke belangstelling plaatste. Dat Churchill een buitenge woon goed stylist is, bleek ook uit de bibliografie, welke hij over zijn vader schreef, een vader, dien hij als mensch en staatsman hoogelijk vereerde. Deze vader, Lord Randolph Chur chill, stierf in 1895, slechts 46 jaren oud, maar zijn korte leven is vervuld geweest van schitterende initiatieven en belangrijke daden. Hij was een tegen stander van den liberalen leider Glad stone, maar meermalen richtte hij ook hevige aanvallen, in en buiten het par lement, tegen de politiek der conserva tieven, van welke groep hij deel uit maakte. Hij was slagvaardig, eerzuch tig en vol zelfvertrouwen, eigenschap pen, welke zijn zoon blijkbaar sterk vererfd heeft. Randolph Churchill ver wierf zich aanhangers voor zijn uitzon derlijke standpunten en vormde weldra met deze de z.g. „Fourth Party" (Vier de Partij), welke de leer der Tory-de- mocratie beleed; d.w.z.-conservatief van staatkundig beginsel, maar hervor mingsgezind ten behoeve eener betere sociale positie van de massa. Hij kreeg zitting in het kabinet-Salisbury (1885 '86) en regelde de expeditie van Bir ma, welke hij ook tot een succesvol ein de leidde. Ditzelfde Birma speelt als bevoorradingsweg voor Tsjang Kai Sjek, uit Br. Indië naar China, thans een groote rol in de ontwikkeling der BritschJapansche betrekkingen. In Augustus '86 werd Randolph Churchill Kanselier van de Schatkist, maar vrij spoedig legde hij dit ambt neer, omdat zijn collega's van oorlog en marine zich niet met zijn bezuinigingsplannen kon den vereenigen. In zijn laatste levens jaren was hij oppositieleider in het La gerhuis. Winston Churchill, de huidige Brit sche premier, kwam enkele jaren na zijns vaders dood en nadat hij een deel van den veldtocht in Transvaal had meegemaakt, als vertegenwoordiger van de Conservatieve Partij in het La gerhuis. Als vrijhandelaar was hij een tegen stander van Chamberlains protectionis tische politiek en dat werd aanleiding tot zijn overgang naar de liberale par tij. Als onderstaatssecretaris 1905- '08in een liberaal kabinet, streefde hij ernstig naaf het economisch herstel van het door den oorlog zoo geleden hebbende Zuid-Afrika en naar de zelf standigheid van dit gebiedsdeel als Britsch dominion. In 1909 werd onder zijn leiding storm geloopen tegen het veto-recht van het Hoogerhuis inzake financiën en hij won den slag. In 1911 zien we hem als Eer ste Lord der Britsche Admiraliteit (mi nister van marine), in welke functie hij de vloot tot een maximum-sterkte op voerde met het oog op den komenden oorlog zooals hij later erkende met Duitschland. In 1915 openbaarde hij, dat hij deze aanzienlijke vlootuit- breiding eigenlijk had volbracht inge volge een belofte, welke hij daartoe had gedaan aan den ouden liberalen leider Asquith. Tijdens den vorigen oorlog was Churchill als initiatiefnemer verant woordelijk voor twee ondernemingen der geallieerden, welke op een groot fiasco uitliepen, t.w. de aanval op Ant werpen en de expeditie naar de Dar danelles waar tienduizenden Fran- schen en Engelschen zijn gevallen voor een verloren zaak. (De expeditie moest in 1916 aftrekken). In Mei 1915 trad Churchill uit het kabinet. Toch hebben zoo goed als alle deskundigen achteraf de twee voornoemde initiatieven van Churchill als schitterend erkend en de mislukking geweten aan de hopeloos slechte uitvoering. (Het Dakar-avon tuur van onlangs herinnert eenigszins aan het initiatief der Dardanellen-expe- ditie). Churchill ging na zijn aftreden strij den in Frankrijk, waar hij het Kon. Schotsche regiment commandeerde. In 1917 werd hij echter weer minister (van munitievoorziening en later, van 1918 '21 van luchtvaart). Hij toonde zich een groot tegenstander van het aan- knoopen van betrekkingen met Sovjet- Rusland en kwam daardoor in conflict met Lloyd George. Van 1924—'28 maakte hij deel uit van de kabinetten van Baldwin en Mac Donald; hij ex celleerde in deze jaren als Kanselier van de Schatkist; hij voerde krachtige bezuinigingen door, gepaard aan niet malsche belastingverhoogingen en bracht aldus de Engelsche financiën weer op gezonder basis. Op het oogenblik staat hij aan 't hoofd der regeering als gevolg van den roep in het land om een krachtigen regee- ringsleider. Van zijn verdiensten of (en) tekortkomingen als chef van de Britsche politiek in den meest benauw den tijd, welke het imperium ooit heeft doorgemaakt, gewagen we hier niet. Voor een oordeel is het te vroeg; dat zal blijven voorbehouden aan de ge schiedenis. N. V. B. Programma voor Zondag: Afdeeling IV. Eerste klasse. NAC—MVV. LONGA—Roermond. NOADJuliana. EindhovenBW. HelmondWillem II. LimburgiaPSV. Tweede klasse C. ZwaluwWilhelm i na. SVDSchijndel. TOPKolping. De ValkHelmondia. ESVBrabantia. WSC—Picus, H. F. M. Druyts. Nevel oR KT V V. Derde klasse I. SET—RKC, P. van' Drunen. RWBOisterwijk, F. van Dun. SartoGil dok. Zal t bommelBaardwijk. G. M. Stolzenbach. Derde klasse K. Breda—WVO. DNLBoeimeer. DongenRoode Ster SCOGroen-Wit. DESK—EKC, H. J. v. d. Burgt. Vierde klasse I. Dongen 2Veersche Bovs, J. L. Boks. DESK 2—BWB 2, A. J.'Heesakkers. RKC 2—WSC 2, W. M. v. d. Oudenhoven. Uno Animo—Sporters, G. van Nulaivd. Eerste klas. In een volledig programma, openen NAC en MVV de fij, met een wedstrijd in Breda. Na aanvankelijk eenige suc cesvolle wedstrijden gespeeld te hebben, zakten de prestaties van beide elftallen eenigszins. Toch geven wij NAC de voor keur, nietje door het terreinvoordeel en het feit, dat zij MVV in Limburg, reeds wis te bedwingen. LONGA zal morgen haar verdienstelijke prestatie, van vori ge week, legen Juliana, waar moeten ma ken, door een overwinning op Roermond. Wij achten de Tilburgers daar wel toe instaat. NOAD staat voor de lastige taak om strijd: te gaan voeren tegen Juliana. De Limburgers hebben hooge adspiraties en zullen trachten deze door een over winning in Tilburg te behouden, iets wat ons zeer wel mogelijk lijkt. In Eind hoven komt de club van dien naam in aanraking met BW. Dit treffen zou de Bosschenaren best twee puntjes kunnen kosten. Naar onze meening heeft Willem II in Roermond weinig kans. Mochten die Tilbufgsche tricolores er andiers over denken, dan zal het resultaat ons dit uit wijzen. Limburgia zal het tegen PSV ver re van gemakkelijk hebben. Al wordf de wedstrijd dlan ook op haar terrein ge speeld, is dit voor ons geen argument om op iets anders dan een Eindhovenscbe overwinning te rekenen. Tweede klasse C. Derbys in Den Bosch en Eindhoven. W.S.C. legen Picas. Het blijft hier gelukkig nogal vlot gaan i met de afwerking der competitie en na morgen zijn we weer een heel eind in de goede richting geschoten. Ongetwijfeld zaj Wilhelmina den dag van morgen echter met vreeze tegemoet zien, want een uitwedstrijd tegen het Vughtsche Zwaluw is lang geen sinecure. Niet dat wij de kracht der hoogvliegers ook hoog aanslaan, maar het is hier het plaatseiiik clement met (jen, onvermijde lijk daaraan verbonden naijver, die wel een voor verrassingen zou kunnen zor gen. Zoo staat het ook in Eindhoven, waar ESV Brabantia ontvangt. Mogelijk brengt hier een gelijk spel een bevredi gende oplossing. Schijndel slaat als hek kensluiter nu geen direct fraai figuur en wij zfjn van meening, dat dit er met een uitwedstrijd tegen SVD niet beter op zal worden. TOP ontvangt Kolping. Zeker is hier wel een overwinning der thuisclub mogelijk, maar dit zal dan slechts na de uiterste krachtsinspanning bereikt kun nen worden. Na een tweetal opeenvol gende gelijke spelen, heeft de Valk mor gen stellig weer de kans op een vollen buit. Als Nevelo zich van de krach der laatste weken hersteld heeft, kan zij op eigen veld een gelijk spel tegen RKTVV behalen, maar anders zal zij het met een nederlaag nieten doen. Tenslotte zijn we aangelegd op het interessante treffen tusschen WSC en Picus. Interessant in zooverre, dal het hier een bezoek van het sterke Picus geldt, dat regelrecht op een kampioenschap aanstevent. Wij achten onze geel-zwarten niet in staal dezen on- sluimigen gang der Eindhovenscbe col lega's te belemmeren, maar dat zij als een waardige tegenpartij zal fungecrcn, staat voor ons ook vast. En och, wie weet Derde klasse I. De drie' Waal wij kers komen morgen alle in het geweer en alleen van RWB kunnen we direct zeggen dat het zondter kleerscheuren voor haar zal afloopen, daar het zwakke zusje Oisterwijk op be zoek komt. Toch zouden wij de tricolo res voor onderschatting willen waar schuwen. RKC ziet zich een bijzonder las tige taak opgedragen, in den vorm van een uitwedstrijd tegen SET. Het behoeft in het geheel niet als een onderschatting der combinatiekrachten beschouwd te worden, als wij een Tilburgsche zege voorspellen. Iejer weet immers dal het bij SET moeilijk is te winnen. Zouden de RKC'ers toch dit sloute stukje- uilha len, dan reeds bij voorbaat ons welge meend compliment. Baardwijk moet naar Zaltbommel. Op dien uit ge droogden har den kleigrond, zullen de geel-zwarten een harde peer te verorberen krijgen, die hen mogelijk wel eens in het kc< lgat kon blij ven steken en al mochten zij er in slagen ze toch daar door heen te krijgen, dan kon zij wel eens moeilijk te verteeren blijken. Het paalselijk geval tusschen Sarto en Gudok zal wel een heimatliche zege worden, waarmee Sarto dan bedoeld wordt. 180 63 Derde klasse K. eda zal er goed aan doen, zich al- vn^st voor te bereiden op een nederlaag, want wij geloovcn niet, dat een ander re sultaat tegen het bezoekende WVO mo gelijk is. Gelijkwaardige krachten ont moeten elkaar in den wedstrijd DNL Boeimeer, zoodal een punten verdeeling niet onmogelijk is. Dongen zal op volle toeren moeten draaien om aan Roode Ster te ontkomen, doch de Dongenaren achten wij daartoe wel in staat. Hoe het zal gaan tusschen SCO en Groen-Wit kun nen wij vooralsnog moeilijk beoordeelen, al is een klein succes voor de thuisclub niet uitgesloten. DESK zal zich zonder meer wel over EKC ontfermen aan laatstgenoemde de taak het aantal doelpunten tol minstens zes te beperken. INVENTARIS VAN EEN SCHOENWINKEL UIT HET JAAR 1759. Wij ondergetekende(n) Volkert de Blok en Hendrik ten Bosch, als bij appoinctement van de Ed: agtb: Heeren Scheepenen dezer stadt van dato 8 Meij 1759, gecommitteerd oin de schoenmakers winkel van Christoffel Mange- laar Wedüenaar van Anna Christina Belkin, met alle deszelfs ap en dependentie te taxee- ren, verklaaren na(ar) onze beste kennis en wetenschap dezelve Christoffel Mangelaar ten tij.iie van gemelde zijns vroüws overleijden is geconstitueerd geweest, te hebben getaüxeert, invoegen als hier onder agter ij der post is uytgedrukt te weeten: Een hondert en twintig Paar mans schoenen a 30 stfrs 't paar Drie en sestig paar jongens schoenen' in soorten a 20 st(uij)fers 't paar f Negentien paar Cainoesde Mans schoenen a 36 st(uij)frs 't paar Twee en twintig paar vrouwe Camoesde Muijlcn ongeboort a 18 st.fers 't paar Een hondert drie en veertig paar vrouwe MuijJen divers a 20 st.frs 't paar Vijftien paar dunne schoenen a 10 st.frs 't paar Veertien paar vrouwe schoenen a 22 st.frs 't paar Twintig paar Ivindere schoenen a 14 st.frs 'l paar Vijf en dertig paar Mans Muijlen divers a 22 st.frs 't paar Vijftig paar vrouwe Muijlcn a 24 st.frs 't paar Ses paar vrouwe schoenen a 28 st.frs 't paar Sêstien paar jongens Roode Muijlen a 18 st.frs 't paar drie en twintig paar jongens Muijlen a 12 st.frs 't paar Vijf deekens Camoest Leer, we gen 40 pont a 26 st.frs 't pont tien vellen Rood en blauw leer agt Doseijn basaan a 3:18 't dose ij n Ses en Negentig doseijne Mans en Vrouwe houten a 4 st.frs 't dozijn Een en seventigh Twijfelaars zo vrak als gaaf, wegendie door elkander 'I stuk 18 pont, a 5 st.frs 't p(ond) Twee en twintig klijne buy den, de hyijt 4 pond a 3 st.frs 't pond Een en een half dosijn suijgers wegende 144 pond a 11 st.frs 't pond twee dosijn wit kalfs leer en eenige stukken en brokken, te zanten gaaren en twijn Een en veertig paar geborduur de blaaden a 5 st.frs 't paar Veertien paar gedrukte blaaden a 2 st.frs 't paar twee paar geborduurde en een paar gedrukte schoenblaaden te zamen Eenige lappen sloff Eenig Zilver Lint en Mantel- koort De schoenmakers en winkelge reedschappen en planken, toonbank en uythangbord te zamen 30 Actum Amsteldam den Meij 1759. (was geteekent)Volkert de Blok Hendrik Ten Bosch (gedeelte eener notarieele akte gepasseert door Notaris Haac Pool in dato Meij 1759. Notariee le band: 12698, akte No. 1. Stedelijk oud archief van Amsterdam. Geschreven Stuk. D. M. Vieyra. „De Schoen". van „De Echo van het Zuiden". bewerkt door J. VAN DER SLUYS. Nadruk verboden. 21) Ja, zei Ralston met vroolijk tin telende oogen. Ik ben bevorderd tot commandant van het koninklijke schip de „Coot", een zeldzaam prachtig schip dat lekt als een zeef en zoo snel zeilt, dat een paard met één poot het kan bijhouden. De beide mannen kenden het be doelde schip en lachten. Er zijn n.l. gevangenen ontsnapt en de gouverneur zond vanmorgen om den commandeur. Het resultaat van het gesprek was, dat de „Coot" onmid dellijk zeilree gemaakt moest worden. Daarop zei de commandeur mij, dat ik met het commando er van was be last en dat ik bij den gouverneur moest komen. Deze was heel vriendelijk en zei mij, dat ik moest zoeken naar een Amerikaansche brik, de „Palmyra", die verdacht werd de ontvluchte ge vangenen adh boord te hebben. Als ik het schip had gevonden met de ge vangenen er op, moest ik het hierheen terugbrengen. Het schijnt een vreemd zaakje te zijn en de oude heer is er heelemaal van ondersteboven. Er schijnt een zekere kapitein Lu- gard bij betrokken te wezen. Hij zweeg plotseling, daar hij wist, dat Lugard Rutlands gast was ge weest. Ga voort Ralston, dr. Haldane en ik stellen veel belang in je vertelling. Het spijt mij dat- kapitein Lugard er bij betrokken is. Het schijnt den gouverneur ook te spijten. Hij zei mij, dat ik met de grootste omzichtigheid te werk moest gaan, daar er geen zekerheid is om trent Lugards schuld. Wanneer zeil je uit, mijnheer Ralston? vroeg Haldane snel. Tegen zes uur vanavond zoodra ik alles wat ik noodig heb aan boord heb laten brengen. Hij drukte beide mannen de hand en ging heen. Daarop stond Haldane op en zei tot den commissaris: Rutland, ik weet niet of ik ver standig handel of niet, maar ik ga on middellijk naar den gouverneur ver lof vragen met de Coot te mogen uit zeilen. Hij zal mij die gunst niet wei geren. En als hij mij vraagt waarom, vertel ik hem alles. Hij is een trouw vriend van Fred Lathom. Je bent een beste kerel, Haldane. Maar wat zal je doen als je Wray en mevrouw Lathom op dat schip vindt? Dat weet ik nog niet, ik zal al les doen om Lathom te sparen. Maai Rutland, bet is een ellendige geschie denis. Je hebt gelijk, zei de commissa ris vriendelijk, zeg, heb je soms geld noodig? Wil je mij 500 pond leenen tot ik terug kom? Meer dan dat, als je wilt, Halda ne. Ga naar den gouverneur, dan zal ik zorgen bij je terugkomst het geld in goud voor je gereed te hebben. Met een hartclijken handdruk na men de beide mannen afscheid. HOOFDSTUK XIII. Juist toen de „Palmyra" om Smoky Cape heenzcilde en in kalm water kwam, stierf John Adair rustig en vreedzaam in de armen van Helen. Het schip lag voor anker en Vincent Hewitt kwam op bet dek om den ka pitein te zeggen dat zijn oom dood was. Arm kind, zei de goede man bewo gen. En tot zijn matrozen vervolgde hij: Weest bedaard mannen, maak zoo weinig mogelijk geraas. Mijnheer Dawson, de vlag halfstoks. Een oogenblik later kwam ook He len uit de hut baars vaders. Zwijgend drukten allen haar de hand. Kapitein Lugard en ik moeten hel schip voor eenige oogenbiikken verlaten, jufrouw Adair, zei de kapi tein. Wij willen een geschikte plaats zoeken om het schip aan land te brengen, maar mijnheer Grey en de hofmeester staan tot uw dienst, en uw neef blijft bij u. U zijt allen zoo vriendelijk vooi mij, kapitein Caroll en ik ben u heel, heel dankbaar voor alles wat u voor mijn vader hebt gedaan. Zij trachtte door haar tranen heen te glimlachen en vervolgde: Ik zal nu trachten niet meer te schreien; ik moet onthouden dat n veel hebt te doen en ik wil u helpen en niet hinderen. Zeg mij als 't u blieft wanneer u... vader denkt te... Vandaag niet, juffrouw Adair, zei Lugard zacht. Kapitein Caroll dacht dat u het liever morgenochtend had. En bij dacht ook dat u gaarne zelve de plaats zoudt uitkiezen waar ge uw vader begraven zaagt. O, kapitein Lugard, zei het meis je dankbaar. U bent altijd zoo vol at tentie voor mij. Wij, mijn neef en ik, zullen uw vriendelijkheid nooit ver geten, want wij danken u onze vrij heid. Het is kapitein Caroll en mij steeds een groot geluk u van dienst te kunnen zijn, antwoordde de jonge Amerikaan ernstig. Zou het U schik ken over twee uren met ons aan land te gaan. Het waait nog wel hard, maar het regent niet meer. Gaarne, kapitein Lugard, ik zal gereed zijn. Tien minuten later vertrokken de beide kapiteins in de sloep naar den ingang van een klein riviertje dat op driehonderd meter afstand van de lig plaats der boot in zee stortte. Je moet trachten de jonge dame minstens twee uren van boord te houden, Lugard. Ik wil den armen ouden heer in een behoorlijke doods kist laten rusten en je kunt nagaan wat een vrouw moet gevoelen als zij het liefste wat zij op aarde heeft, aan den grond moet toevertrouwen. Je bent eeii beste man, Caroll, zei de jonge zeeman bewogen, het arme meisje zal je in haar gebeden niet vergeten. De regen had opgehouden toen de beide kapiteins aan land stapten en bier en daar was een blauwe vlek- zichtbaar in het grauwe hemelgewelf; een oogenblik viel een zonnestraal op het strand en de inct hoornen begroei de heuvels. Dicht bij het strand zwom men groote scholen visschen als, har ders, geepen en wijtings, die volstrekt geen angst toonden bij de nadering van de mannen. Wij kunnen hier de netten uit werpen, Lugard, wij kunnen binnen een uur de boot vol hebben en dat zal eens een afwisseling zijn van het eeu wige gezouten vleesch en de stok- visch. Er zijn hier stellig ook veel kan- garoes, zei Lugard. Het is pre cies zoo 'n land als in den omtrek van Post Macquarie en Cattai Creek en daar heb ik er iederen dag honderden gezien. Wij kunnen er eenigen schie ten en even goed versch vleesch als versche visch krijgen. Het zou hier een prachtig plekje voor een jacht van een paard agen zijn en ik wou dat wij er tijd voor hadden. Dal zal wel gaan. Wij sleepen de brik op het strand, Grey stopt het lek en wij schieten kangaroes. Om je de waarheid te zeggen vrees ik dat de ergste storm nog moet komen en dan zijn wij hier in ieder geval beter at dan in volle zee. Na korten tijd keerde de sloep te rug en haalde Lugard Helen. Hij ging weer naar land terwijl de bemanning bestond uit den stuurman Manuel Castro, een jongen Portugees, die een uitmuntend schutter was en uil twee matrozen. Twee dagen waren verloopen. John Adair was begraven in een klein boschje dat uitzag op de zee, een boschje van wilde appelboomcn en hooge statige palmen. Lugard had het plekje ontdekt en Manuel Castro en de twee andere matrozen maakten een doorgang door 't dichte kreupelhout. Patrick Montgomery en Cole plaat sten een groot houten kruis bij bet graf. Op den derden dag was de „Pal myra" weer opgekalefaterd en gereed zee te kiezen. De lucht was helderder geworden en de wind was gaan liggen, ofschoon het nog vrij hard woei en Carroll was blij dat hij zoo'n veilig plekje had gevonden voor de hoog- noodige reparaties. De mannen en He len zaten aan strand onder een groote tent die gemaakt was van een fokzeil waar Helen den meesten tijd had doorgebracht, 's nachts bewaakt door Patrick Montgomery, Colo en Manuel Castro. Helen was bezig een bouquet te ma ken van zacht fluweelige bloemen die zij tijdens haar wandeling dicht bij het boschje, dat haar altijd dierbaar zou blijven, had gevonden. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 4