provinciaal nieuws. Fa. F. W. tan LiempI Zaterdag 26 October 1940 No. 86 De Echo van het Zuiden. TWEEDE BLAD AAN „TOONTJE MAAS", Onze KLARE BRANDEWIJN DE RESTAURATIE VAN DE NED. HERV. KERK. De laatste 4000.—'. De restauratie der Ned. Herv. Kerk in onze gemeente vordert reeds. Thans wordt in een circulaire, uitgaande van de „Commissie voor de restauratie der Kerk te Waalwijkaan tal van parti culiere belangstellenden in Nederland het verzoek gericht, bij te dragen in de resteerendë kosten van 4000.die nog door de N. H. Gemeente in Waal wijk bijeengebracht moeten worden. Aan deze circulaire ontleenen wij het volgende: Het sierlijke Kerkgebouw der Neder- duitsch Hervormde Gemeente staat op de voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst geboekt als een drie traveeën diep schip van drie beuken onder een zadeldak, een zeer breed dwarspand en een koor van drie traveeën; op de krui sing een achtkant houten, door een balustrade omgeven torentje, bekroond door een peervorm. Het geheel vormt een fraai, even wichtig, matig versierd monument van de vaderlandsche kerkbouwkunst der vijftiende eeuw. De Ned. Herv. Gemeente van Waal wijk is weinig talrijk en beschikt niet over voldoende middelen om het uiter lijk van haar kerkgebouw te herstellen in zijn ouden degelijken staat. Niette min heeft de kerkvoogdij, voorgelicht door het Rijksbureau voor Monumen tenzorg, de uitwendige restauratie van haar kostbaar bezit ondernomen. Een deel van de restauratiewerken is vol tooid. Rijk, provincie en gemeente ver leenden daarbij op de gebruikelijke wij zen steun, doordat van de totale kosten ad 135.000.- het Rijk de helft of 67.500.voor zijn rekening geno men heeft, terwijl de provincie, de ge meente Waalwijk en de kerkelijke ge meente, deze laatste onder voorwaarde dat een zeker bedrag door particulieren bijeengebracht wordt, het restant heb ben toegezegd. Na een korte rustpoos heeft de kerk voogdij thans het laatste deel der wer ken ondernomen. Ook het Werkfonds heeft hierbij hulp verleend. Getracht wordt thans het ontbrekende bedrag ad 4000.door particulieren bijeen te doen brengen, om de voltooiing van den omvangrijken arbeid te verzekeren. De kerkvoogdij is niet in staat, geheel dit bedrag bijeen te brengen in eigen kleinen kring, die reeds ten volle zijn offervaardigheid getoond heeft en nog een deel hiervan bijeen brengen zal. Zij durfde echter haar prijzenswaardigen arbeid te ondernemen in goed vertrou wen op de hulp van vele landgenooten, wien de schoonheid van onze steden en dorpen ten harte gaat. Tot zoover hebben wij genoemde circulaire aan het woord gelaten en mo gen met gerust vertrouwen de resulta ten daarvan tegemoet zien. Toch is hier een speciale aanbeve ling, op de eerste plaats voor onze Waalwijksche ingezetenen op zijn plaats. Het geldt hier immers een plaat selijk monument, waar wij met recht trotsch op kunnen gaan, te meer daar onze gemeente in deze toch maar karig bedeeld is. Bij het behoud daarvan, het geen hier neerkomt op een doeltreffen de restauratie, hebben wij als Waal- wijkers het grootste belang en als wij dan zien, wat in deze reeds door rijk, provincie, gemeente en door onze Ned. Herv. Gemeente gedaan is, ten koste van vele en groote lasten, dan zou het toch niet juist zijn, als het overige deel van Waalwijk daarbij ten achter bleef. Het zou 'n goede daad zijn, wanneer onze ingezetenen in deze hun offer vaardigheid toonden. Zij zouden daar mee bewijzen den omvangrijken arbeid door een klein deel der bevolking ver richt, op prijs te stellen, omdat deze ten goede komt aan de geheele gemeen schap en een groot belang der gemeen te geacht mag worden. Thans is men in staat dezen arbeid daadwerkelijk te steunen, door een be drag te storten op rekening van den secretaris-penningmeester van de res tauratie-commissie, den heer Ir. Z. Th. Fetter, Koekoeklaan 19, Eindhoven, postrekening no. 40549, een zoon van wijlen Ds. Fetter, die zoo lange jaren hier predikant was. Indien door blijken van groote be langstelling het bedrag van 4000.— mocht worden overschreden, zal inge volge een, dan door de commissie te nemen besluit, het overschot gebruikt kunnen worden om de Kerkvoogdij te Waalwijk te helpen, daar deze groote- re verplichtingen op zich genomen heeft, dan zij bij machte is na te ko men. Wij doen nogmaals een beroep op alle Waalwijkers en oud-Waalwijkers om deze eere-zaak voor Waalwijk krachtig te steunen. Het landelijk comité is samengesteld als volgt: DE DIAMANTEN BRUID. Toontje ouwerwetsche baker, van het stil verdwijnend ras, 'k raakte even aan het piekeren toen ik in de kranten las, van Uw diamanten bruiloft. „Zestig jaren", wat een tijd! en heb ik als dank dit versje op deez' dag aan U gewijd. Namens honderden van vaders en van moeders nog veel meer. brengen wij U onze hulde, onze baker van weleer! Immers hoeveel onzer kinderen zelf nu al getrouwd en groot, kregen van U t eerste badje lagen t eerst in Uwen schoot. Nog zie ik U binnenkomen écht als een autoriteit, lang reeds vóór de blijde gebeurt'nis die zoo vurig werd verbeid; rustig gevend Uwe wenken ieder woord een goeden raad, waarmee gij het jonge vrouwtje als het ware overlaad. Steeds de onvolprezen helpster één humeur, bij dag of nacht op Uw post, wanneer de baby met veel spanning werd verwacht. Zóó was ik eens even weder in een l^ng vervlogen tijd, dacht daaraan nu op Uw feestdag terug met groote dankbaarheid. En zoo zal het héél veel moeders en veel vaders zijn vergaan, die verleden week Uw foto in de „Echo" zagen staan. Toontje! onzen dank en hulde niemand onzer die 't vergeet, Uwe toegewijde zorgen aan die moeders eens besteed. En met trots moogt gij thans neerzien bij Uw diamant festijn, op twee Waalwijksche geslachten die door jou „gebakerd" zijn! H. VAN ENGELEN. OPENSTELLING VAN DE POST AGENTSCHAPPEN BAARDWIJK EN BESOIJEN TIJDENS VERDUISTERING. De openstellingsuren van de Post agentschappen Baardwijk en Besoijen alsmede van de daarmede samenge voegde telegraaf- en telefoonstations, zullen tijdelijk worden gewijzigd. Van 28 October tot en met 9 Nov 9.00— 17.00. Van 11 November tot en met 30 Nov. 9.30—17.00 en vervolgens tot nader bericht 10.00 tot 17.00. Het voor Zaterdag geldende slui tingsuur voor den Postdienst onder gaat geen wijziging. INGELEVERDE KLEEDING- STUKKEN. De mogelijkheid om nog in goeden staat verkeerende kleedingstukken in te leveren, om daarvoor extra bonnen te bekomen, is hier door velen met graagte aangenomen. Niet minder dan 99 stuks jassen, mantels, costuums en dekens konden aanvaard worden en alles verkeerde in prima staat. Op een daartoe gestelde aanvraag hebben zich 83 gegadigden voor deze kleeding gemeld, waarvan er nader hand nog enkele zijn afgevallen. Al zal de verdeeling onder ben nog wel eenige moeilijkheden opleveren, zoo mag toch wel algemeen verwacht wor den, dat ieder tevreden kan worden gesteld. ABONNEERT U OP DIT BLAD IN HET VOSSENHOL. Er waren eens twee dikke vrienden, Olto en Wouter. Vanaf hun eerste schooldag waren ze vriendjes geweest. De moeders van Otto en Wouter wis ten nog heel goed hoe dat gegaan was. Die dag had het schoolplein vol ge staan met moeders, die hun jongens en meisjes voor het eerst naar school brachten. Sommige gezichtjes stonden vrolijk en vol verwachting, maar aan andere kinderen kon je duidelijk zien dat ze liever rechtsomkeert naar huis wilden maken. Er waren er zelfs die huilden lij"®» Een eindje van elkaar af, stonden mevrouw de Vries en haar zoontje Ot to en mevrouw Huizinga en haar zoon tje Wouter. Moeder Huizinga hield Wouter stevig bij de hand. Maar plot seling rukte Wouter zich los en rende op een jongetje af; dat jongetje was Otto de Vries. „Kom je morgen bij me spelen?" had Wouter gevraagd. „Ja", had Otto prompt geantwoord. Toen was mevrouw de Vries naar Wouter's moeder gegaan en zo waren er twee vriendschappen ontstaan, een tussen mevrouw de Vries en mevrouw Hui zinga en een tussen Wouter en Otto. Waarom Wouter juist Otto als zijn vriendje had gekozen, weet niemand, maar zeker is, dat hij geen slechte keus had gedaan. Nu waren Otto en Wouter al tien jaar en in die jaren waren ze steeds dikke vrienden geworden. Je zag ze altijd samen. En een kattekwaad dat ze uitvoerden! Gelukkig deden ze nooit iets gemeens, maar helemaal zonder straf kwamen ze er toch niet altijd af. Maar zelfs het ergste pak slaag kon hen niet van kattekwaad uithalen af brengen. Op zekere dag kwamen ze op 't idee om een eigen hutje te bouwen, zodat ze, als het regende, niet altijd thuis behoefden te zitten, waar moeder's strenge ogen altijd zagen, als er iets niet in de haak was. De vriendjes gin gen dus op zoek en vpnden in het bos een vossenhol, dat hen heel geschikt leek. Dagen achter elkaar hakten en groeven ze, om het vossenhol ruim en makkelijk te maken. Dicht bij 't hol stond een grote eikeboom, die zijn tak ken over het hol uitspreidde en verder stond er struikgewas omheen, zodat niemand hun hutje kon vinden. In het vossenhol was het altijd lek ker warm en droog. Daar woei nooit een koude wind Daar druppelde geen regen door het lemen gewelf. Op een goede dag zaten de jongens in het hol pijpen te snijden. Ze wilden namelijk leren roken, net .als hun va ders. Hun „lamp" bestond uit een kaars, die ze op een steen hadden ge zet. Otto en Wouter vertelden elkaar dat het roken hen tot nu toe geen geluk had gebracht en dat ze er dit keer eens echt van genieten wilden. Maar ze wisten niet dat het roken hen dit keer nog duurder zou komen te staan dan anders. Ze kwamen niet aan het pijp opsteken toe, want plotseling begonnen de muren te beven, de kaars ging uit en grote stukken leem kwa men naar beneden vallen. De ingang van het hol was ingestort. Otto en Wouter zaten met verschrik te gezichten te kijken. Wouter was de eerste die bijkwam en het licht weer aanstak. Maar even later stond zijn gezicht weer moedeloos, want hij be dacht plotseling dat ze de spade niet in de hut hadden. Toevallig had hij die juist vandaag buiten laten liggen. Voor het eerst zaten de jongens in groot gevaar. Nu hadden ze zichzelf gevangen. Wat zou er gebeuren als ze hier lang moesten zitten! Verhonge ren, stikkenze durfden er niet aan te denken. Dicht tegen elkaar gedrukt bleven ze zitten. Wat had Wouter nu aan zijn mooi horloge? In de duister nis kon je toch niet zien hoe laat het was. Eventjes probeerden ze nog de in gang met hn handen vrij te maken, maar het kostte hen niet veel moeite in te zien, dat dit onmogelijk was. Otto, die anders zo flink was, be gon te huilen en Wouter vond het niet eens gek, want hij had zelf de groot ste moeite om z'n tranen te bedwin gen. Waren ze nu maar thuis! Hoe hadden ze het thuis ooit vervelend kunnen vinden. Al zouden ze nog zo'n pak slaag krijgen voor hun „stïekum roken", naar huis zouden ze wel di rect willen. Maar ze moesten in het verborgen vossenhol blijven zitten en wisten niet, of het buiten dag of nacht was. Ze dachten aan alle avontuurlijke hoeken die ze gelezen hadden en pro beerden zich te herinneren of ze van een geval als het hunne hadden ge lezen en of en hoe de mensen zich hadden knnen redden. Maar noch Ot to, noch Wouter herinnerde zich zo iets. O, wat speet het hen nu dat ze hun avontuurlijk plannetje ten uit voer hadden gebracht. Ieder uur (uren die ze zelf niet eens konden tellen), werden ze banger en zenuwachtiger. Ook het dorp waar Otto en Wouter woonden, verkeerde intussen in een zenuwachtige stemming. Vooral in de huizen van Otto's en Wouter's vader en moeder heerste grote onrust. De hele nacht brandde er licht in die huizen; van slapen was geen sprake. Wat was er met hun jongens gebeurd? Waar waren ze? Het was nog nooit gebeurd dat ze 's avonds niet op tijd waren thuis gekomen! De volgende ochtend trokken er ho pen mannen de hossen en bergen in, om Otto en Wouter te zoeken. De houtvester was al voor dag en dauw het bos in gegaan, vergezeld van zijn twee honden. Ofschoon hij ieder BEZICHTIGING NIEUWE ST. TERESIA- EN SPEELZAAL FRÖBELSCHOOL. De Eerw. Overste van het St. Teresia- gesticht verzocht ons mede te declen dat op a.s. Zondag 27 October a.s. ge- langstellenden, om de nieuwe St. Tcrc- legenheid zal gegeven worden aan be- sia-school en de Speelzaal der Fröbel school te bezichtigen, n.l. voormid dags van 11 tot 1 uur en 's namiddags van 3 tot 5 uur. Vriendelijk wordt verzocht geen kinderen mee te brengen. Wij twijfelen er niet aan of zeer velen zullen benieuwd zijn met deze beide nieuwe inrichtingen van onder wijs, die in elk opzicht aan alle ei- schen voldoen, kennis te maken. is je ware, nergens zoo fijn. Wijnhandel Anno 1882. Tel. 173. paadje, ieder plekje van het hos ken de, was hij pas na twee uur op het goede spoor, dat de honden voor hem gevonden hadden. Vóór heLxossenhol bleven ze graven. Toen ddhoÏHyester de spade in het zand zag liggen,\ be greep hij al wat er gebeurd was. "Dit keer had hij twee vossen gevangen, wiens huid hij dringend nodig had. Het was zeker geen toeval dat hij de jongens tegen 't lijf moest lopen. Hij wist dat ze al veel kattekwaad hadden gedaan, maar hij had ze nog nooit te pakken kunnen krijgen. De honden blaften en jankten aan een stuk door. De houtvester blies op zijn fluitje en een poosje daarna kwa men er van alle kanten mannen aan gelopen. Een voor een werkten ze een tijdje met de spade en na een half uur was de ingang weer helemaal vrij. De houtvester stak zijn hoofd er in en riep: „Otto! Wouter! zijn jullie daar?" „Ja!" riepen Otto en Wouter in koor. „Wat hebben jullie uitgevoerd?" riep de houtvester weer. „We hebbenwe wilden roken!" riep Wouter aarzelend. De houtvester was in een boze bui, want hij had de hele nacht niet ge slapen. Otto's vader had de hele nacht bij hem geklaagd en hem om hulp ge vraagd. In zijn woede had hij van een dikke tak een knuppel gesneden en riep nu in het vossenhol: „Kom er eens uit jullie!" Het eerst kwam Wouter te voor schijn, kruipend op zijn buik. Nog voor hij op de been kon komen had de houtvester hem al over de knie ge legd. Zijn vriend kwam er niet beter af. Ze ontkwamen niet aan hun straf. Maar de tranen die Otto en Wouter huilden waren geen tranen van pijn, maar van vreugde, dat ze de blauwe lucht weer boven hun hoofd zagen. (Nadruk verboden). Mr. W. J. Baron van Lynden, Den Haag, Voorzitter. Ir. Z. Th. Fetter, Eindhoven, Koekoeklaan 19, Secretaris-Penningmeester. Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland, den Haag. Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteyn, den Haag. Mr. Dr. E. J. Beumer, LItrecht. W. van Beuningen, Vught. J. Th. Boelen, Amsterdam. Prof. Dr. A. Bijvanck, Leiden. Vincent Cleerdin, Vught. Jan van Delft, Tilburg. ]hr. Mr. J. van der Does de Willebois, A dam. Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. Dr. F. H. Fentener van Vlissingen, Utrecht. Dr. Ir. G. W. van Heukelom, Bilthoven. Mr. F. J. van Lanschot, 's-Hertogenbosch. Ir. E. Middelberg, Loenersloot. E. C. J. Moonen, Waalwijk. Mr. J. C. A. v. d. Mortel, Tilburg. Ds. D. W. O. Mühlnickel, Waalwijk. Jhr. Dr. E. O. M. van Nispen tot Sevenaer, den Haag. Dr. A. F. Philips, Eindhoven. Ir. E. H. Baron Prisse, Ulvenhout. Prof. Dr. J. E. de Quay, Tilburg. Jhr. Mr. Dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, 's-Hertogenbosch. Mr. Y. A. Schuller tot Peursum, Amsterdam. Jhr. Mr. J. F. M. Smits v. Oyen, Eindhoven. Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeek, Maastricht. Mr. P. G. van Tienhoven, Amsterdam. W. Timmermans, Waalwijk. Mr. Dr. Ir. W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht, Bergen N.H. door WIL BOKHORST.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 5