JAN VERAA
Filiaal Leesblbioilieeit
DE QPoAlfG
Waarom een
Begrafenis Verzekering?
UIT DE PERS
L. van Eeten
PUBLIEK VERKOOPEN:
„JOHAN DE WITT"
FEUILLETON
HET WAS IN AUSTRALIË,
Advertentiën
E.BRINCKMAN, Gedipl.Pédicure
BANDHOUT
Notaris Schreurs
OMDAT
OMDAT
OMDAT
OMDAT
N.V. Verzekering Maatschappij
NEDERLANDSCHE PROBLEMEN.
Aan een artikel in de Deutsche Zei-
tung in den Niederlanden onder boven-
staanden titel ontleenen wij de volgen
de zinsneden:
De geschiedenis van het Nederland-
sche volk is de geschiedenis van een
groote en zeker ook bewonderenswaar
dige kolonisatie. Zij is daardoor echter
ook een getuigenis voor de historische
zending van het Nederlandsche volk.
dat als wereldveroverende stam van de
groote Germaansche volkerenfamilie
steeds weer deze zijn historische zen
ding te danken heeft aan de door de
banden van geest en ziel en door de
gemeenschap van het bloed bepaalde
oer-Duitsche dynamische kracht. Dat is
een feit, waaraan het Nederlandsche
volk eeuwenlang niet heeft gedacht,
waaraan het echter thans getroost eens
denken kan, want ook met het op het
tapijt brengen van de koloniale kwes
tie vindt de vraag naar het toebehooren
tot de Germaansche volkerenfamilie en
naar de nieuwe oriënteering van het
Nederlandsche volk met het oog op den
historischen wil van het Duitsche volk
haar beantwoording.
De geschiktheid tot kolonisatie stamt
evenals de cultuurwil uit de Germaan
sche bloederfenis. Groote cultuurvolke
ren zijn ook steeds de beste kolonisato
ren geweest. Ja, zij zijn, gelijk het Duit
sche voorbeeld met zooveel klem heeft
aangetoond, steeds weer de .cultuur-
dragende krachten geweest, die helaas
al te vaak door andere volkeren als cul-
tuurmest misbruikt zijn. Het Neder
landsche volk heeft met zijn taaiheid
en verbetenheid, gelijk zij slechts den
Neder-Duitschen mensch eigen zijn,
zijn koloniale geschiedenis geschreven
en het heeft evenzoo zijn groote cul
tuur in de wereld gebracht".
Het Rijk heeft er steeds weer den
nadruk op gelegd, dat het in geen ge
val het eigen cultureele leven van h'et
Nederlandsche volk zou aantasten. De
Duitsche staatsleiding weet, evenals
iedere denkende Duitsche mensch,
maar al te goed van de vele normen en
aangezichten van de cultureele uitdruk
king van de aFzonderlijke Duitsche
stammen. De zorg voor de cultuur in
iederen Duitschen stam en in ieder
landschap, dat deze voortbrengt, maakt
immers juist den rijkdom van de Duit
sche cultuur uit. Het Duitsche volk
heeft daarom ook den wil in broeder
lijke kameraadschap het eigen cultu
reele leven van het door de banden
des bloeds zoo na verwante Neder
landsche volk zoo ver mogelijk te be
vorderen. Het ligt slechts alleen en uit
sluitend aan het Nederlandsche volk
zelf. zijn toebehooren tot de wijde Ne-
der-Duitsche ruimte en tot den Neder-
Duitschen cultuurkring te bewijzen
door den allen Germaanschen stammen
eigen cultuurwil. Daartoe behoort in
de eerste plaats de afwending .van het
materialistische denken naar de belij
denis van waarden van geest en ziel.
die de gemeenschappelijke bloederfenis-
het Duitsche en het Nederlandsche
volk als verplichting en opdracht in de
wieg heeft gelegd.
De Nederlandsche mensch denkt
langzaam, maar daarom des te grondi
ger. Hij doordenkt vijftig en meer par
tijdoctrines. voordat hij tot de wereld
beschouwing zal komen, die bij zijn
wezen past. Aan deze houdt hij echter
vast, zooals hij vasthoudt aan zijn land.
dat hij de zee ontworsteld heeft. Het
Rijk laat hem gaarne tijd. "Het kent de
problemen, die iederen Nederlander af
zonderlijk gesteld zijn. Deze problemen
komen voort uit de hardheid van den
tijd en uit de vorming van een nieuw
wereldbeeld, dat in de eerste plaats van
het wereldbeschouwelijke, het geeste
lijke uit door alle volkeren van Europa
begrepen wil worden. Het gaat hier
heel eenvoudig om de macht van een
cultureelen en historischen wil, die een
nieuw Europa zal scheppen. Dit feit
moet het Nederlandsche volk doorden
ken. Wij zijn er zeker van, dat in niet
al te verre toekomst iedere Nederland
sche mensch met het Duitsche volk ka
meraadschappelijk en broederlijk zal
samenwerken.
De N. Rott. Crt. schrijft o.m.:
Voorloopig is de Winterhulp Neder
land, dat een Nederlandsche stichting
is. die zich rechtstreeks met het Ned.
volk zal hebben te verstaan, een taak
voor den winter toegedacht. Zoo is zij
ook in Duitschland begonnen. Maar
aan te nemen valt. dat dit slechts is om
de noodige ervaring op te doen. op
grond waarvan zij eventueel met een
blijvende taak te belasten is. zich uit
strekkende over een deel der bevol
king. waaronder in beginsel alle werk-
loozen gerekend moeten worden, de
oorlogsverminkten en andere slachtof
fers van den oorlog, ook degenen, die
thans in gezondheid en bezit getroffen
werden bij de telkens terugkeerende
aanvallen uit de lucht, voorts kleine
renteniers en anderen, die door veran
deringen in den levenssandaard be
hoeftig worden.
Wanneer in het decreet van den
Rijkscommissaris staat, dat de steun
verleend zal worden zonder aanzien
des persoons. dan wordt daarmee be
doeld: zonder te zien op stand, gods
dienst of partij.
Op deze wijze moet de Winterhulp-
Nederland het platform worden, waar
op allen, die van goeden wil zijn elkan
der kunnen vinden, in gevoelens van
naastenliefde en sociale verantwoorde
lijkheid. De tot dusver werkzame par
ticuliere instellingen mogen zich door
de oprichting van de Winterhulp-Ne
derland overschaduwd voelen, overbo
dig worden zij niet. De Winterhulp-
Nederland zal zoo nauw mogelijk met
hen samenwerken, ze desnoods gelde
lijk steunen, nu zij, meer op den ach
tergrond staande, wellicht minder grif
dan voorheen begunstigers zullen vin
den.
De krachten van het gansche volk
moeten verzameld worden, ter verster
king van 's volks zwakste plekken. De
nooddruft is evenzeer een- gemeene
zaak, als de plicht om haar te lenigen.
Het helpen is een dienst aan ons zelf.
DE NEDERLANDSCHE UNIE EN
DE ARBEIDERS.
In het jongste nummer van De Unie
het weekblad van de Nederlandsche
Unie, wordt de strijd voor sociale ge
rechtigheid besproken en de plaats,
welke de arbeiders daarbij moeten in
nemen.
,,De Nederlandsche Unie is naar haar
program eigenlijk een socialistische be
weging. De sociaal-oeconomische pun
ten spreken dienaangaande een duide
lijke taal: ..Doelbewuste leiding van de
voortbrenging en verdeeling van stof
felijke goederen..Dienstbaar maken
van geld- en credietwezen aan de
eischen der volkswelvaart.'
,,Het zijn twee punten uit het pro
gram. Wie in het Plan van Arbeid het
hoofdstuk van de conjunctuurbeheer-
sching van het credietwezen herleest,
speurt bekende klanken.
„Achter het program van de Neder
landsche Unie trilt een intense sociale
gezindheid. In een nieuwe, breede laag
rond de arbeidersmassa. Er leeft een
nieuwe opofferingsgezindheid op.
„Waar deze drang naar sociale
rechtvaardigheid heerscht, behoort de
socialistische arbeider thuis, want hij
vindt er verwanten naar den geest:
De groote schok, dien velen kregen,
heeft het volksgeweten wakker ge
schud. De strijd voor een andere maat
schappelijke orde, voor sociale gerech
tigheid werd van arbeiderszaak tot
volkszaak! Maar in den strijd tegen ar
moede en ontbering zullen de arbeiders
in het voorste gelid moeten blijven
staan!"
DE DUITSCHE PERS OVER
NEDERLAND.
De Unie, het weekblad van de Ne
derlandsche Unie, schrijft over de hou
ding van de Duitsche pers tegenover
Nederland, in welke pers men soms
weinig vleiende dingen over ons volk
leest. Dienaangaande merkt het blad
op:
„Men meent daar soms dat het Ne
derlandsche volk zijn taak niet wil be
grijpen. Sommige artikelen wekken den
indruk, alsof men na de snelle oorlogs
gebeurtenissen een even snelle geestes-
omwenteling in Nederland had ver
wacht. Men roept om daden en neemt
geen genoegen met de vele daden wel
ke zich reeds in de nieuwe richting
hadden ingezet en zich nog dagelijks
inzetten. Men spot af en toe, soms zelfs
scherp, met de Nederlanders, die de
veranderingen geleidelijk willen door
voeren en men doet het soms zelfs
voorkomen, alsof die Nederlanders
niets anders willen dan van het oude
redden wat er te redden valt en alsof
hun houding onoprecht is."
De Unie komt tegen deze wijze van
berichtgeving op en constateert:
„Dat het Nederlandsche volk zich
één zal moeten weten met het nieuwe
Europa, dat het zijn taak zal mogen
verrichten met gebruikmaking van zijn
ervaring en kennis op cultureel, kolo
niaal en ander gebied, dat het reeds
lang dringend behoefte heeft aan in
grijpende inwendige herzieningen in
staat en maatschappij, dat is aan het
meerendeel van ons volk volkomen dui
delijk. Het kan zich daarop zelfs ver
heugen. Maar dit zal omslaan in afzij
digheid en zelfs in afkeer, wanneer
schrijvers in binnen- en buitenland zijn
misschien trage, maar gestadige tempo
gaan uitleggen als onoprechtheid of
tactiek. De beste manier om onoprecht
heid te kweeken. is haar te veronder
stellen. De beste manier om vriend
schap te doen groeien, is haar te laten
groeien."
Op karwei
MARKT -
WAALWIJK
O V E RALL5,
Achter het Sladtiuis 30 - Tel. 4869 - 's BOSCH
DES MAANDAGS ADRES:
'HOTEL VER Wl EL
TEL. 26 WAALWIJK
's-BOSCH
Pastoor Kuijpersstr. No 23.
Steeds de nieuwste Wild West
Detective Avonluien
en Liefdesromans.
Leesprijs 6 en 8 cent.
Geen inleggeld.
De«Ngewenscht bezorgd
en gehaald. 63h07
OPENBARE VERKOOPING
TE HAARSTEEG.
te Drunen,
zal op Donderdag 31 Oct.
1940, des narn. 4 uur precies
ter herbette van MART.
A C H T E N te Haarsteeg,
Voor de gemeente VLIJMEN.
4 koopen 1 jarig Bandhout
in de Haarsteegsche Zooi
slagen.
1 koop 1 jarig Bandhout in
de Bernsche Hoeve.
Nadere inlichtingen geelt de
Gemeente Opzichter. 63789
U dan bij een overlijden in het geheel
geen zorgen heeft voor de begrafenis.
de begrafenis volgens het door U reeds vooraf
gekozen tarief volledig wordt uitgevoerd
U voor de begrafenis in het geheel geen
kosten te betalen heeft.
U zich legen een lage premie een passende
begrafenis verzekeren kunt.
TILBURG - TEL. 1386 - Spoorlaan 19B
van „De Echo van het Zuiden".
bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
Nadruk verboden.
22)
Lugard keek naar haar. Toen stond
liij op en zei:
Ik ga 'n lange wandeling maken
naar de punt van de Kaap om te zien
hoe "t er Zuidwaarts uitziet. Gaat u
en Hewitt mee, kapitein?
Met alle plezier, zei Hewitt.
Neemt u uw geweer mee, kapitein
Caroll; wij zullen zeker eenige kan-
ga roe's schieten.
Na een uurtje waren zij op den top
van de rots en zagen zij een ruime
grasvlakte, tegen den hevigen wind
beschut door een dikke haag van
dwerggomboomen en kamperfoelie.
Verscheidene kangaroes waren aan
het smullen van het weelderige, maï
solie gras en Carroll en Hewitt scho
ten er heiden een, Lugard die op den
grootste van het troepje had gevuurd,
verwondde hem slechts en het dier
verdween snel in de richting van het
strand.
Pas op, val niet over den rand
riep Carroll waarschuwend, terwijl
Lugard haastig zijn geweer met een
kogel laadde in plaats van met hagel
en het dier nasnelde.
In orde, riep hij terug, er
groeit hier heel wat kreupelhout langs
den rand en daar z^l ik hem wel krij
gen. Ik kan er niet doorheen vallen.
Terwijl Carroll en Hewitt hun kan
garoes onderzochten, hoorden zij het
knallen van zijn geweer en toen zijn
stem die luid riep:
Komt dadelijk hierheen!
Zoo snel mogelijk daalden zij de
gevaarlijke helling af, tot zij bij Lu
gard in het kreupelhout kwamen. Hij
stond naar de zee te staren.
Waar is de kangaroe? vroeg He
witt.
Ergens in de diepte, maar dat
kan mij nu niet schelen. Ziet eens!
Hij wees Zuidelijk op een groot
schip, dat met stormzeil op voor de
orkaan vluchtte en niet meer dan drie
mijlen van hen verwijderd was. Het
had verscheidene bovensparren ver
loren, maar scheen er overigens vrij
goed te zijn afgekomen.
Het moet ons zien, zei Hewitt opge
wonden.
Zeer zeker, zei Lugard, maar ik
geloof niet dat het hindert, zelfs zoekt
het een schuilplaats in dezelfde ha
ven als wij de kapitein en ik zijn
goede vrienden. Het is de „Leeuwar
den". Ik ken het te goed om mij te
vergissen.
Wat moeten wij doen? vroeg Car
roll.
Niets, wij kunnen den kapitein
toch niet beletten hier een schuil-
j plaats te zoeken? En Jan Schouten is
geen kwade vent. Laten wij zoo snel
wij kunnen naar den brik terug gaan,
anders is het de Kaap omgezeild en
voor anker eer wij aan 't strand zijn.
Zij lieten de twee kangaroes liggen
en namen vlug den terugweg aan.
Zoodra de drie mannen uit het ge
boomte op het strand kwamen, ont
moetten zij Helen vergezeld door Pa
trick Montgomery, die gewapend was
met geweer en hartsvanger.
Wat is er aan de hand, kapitein?
j vroeg Helen angstig, is er iets ge
beurd? Het maakte mij zoo ongerust
u. zoo hard te zien loopen.
Schrik niet, juffflouw Adair. Het
is alleen een groot schip, dat de Kaap
omzeilt.
Haar gelaat verbleekte.
Toch geen koninklijk schip, hoop
ik, kapitein Carroll?
Neen jufrouw Adair, zei. Lugard
lachend. Het zou voor ons en de rest
van de bemanning aan boord van de
„Palmyra" allesbehalve aangenaam
zijn hier gevangen te worden.
Het is een Hollandsch koopvaardij
schip van welks kapitein u mij dik
wijls hebt hooren spreken. Zijn naam
is Jan Schouten en hij is een vriend
van mij.
O, zeker de kapitein van de
„Leeuwarden".
Daar komt het mijnheer, riep
Montgomery uit en terwijl hij sprak
zeilde de hark om het steile gedeelte
van de Kaap heen om lijwaarts te
kunnen landen. Haar plotselinge ver
schijning veroorzaakte de grootste
verbazing op de „Palmyra". Zij land
de op een kwart mijl afstand van de
gekielde brik en terwijl haar Kahei
door het kluisgat ging, heescii zij de
Holandsche vlag, hetgeen door de
I „Palmyra" werd beantwoord.
Mooi zoo, zei Carroll, ik was be
nieuwd of Grey zou weifelen om onze
vlag te tooncn, terwijl hij wist, dat
de kapitein van de bark ons heel goed
kent, daar hij ons tweemaal in Port
Jackson heeft gezien. Schouten zal ons
een boot toezenden, zoodra hij een
beetje tot rust is gekomen.
Heel zeker, zei Lugard, die plot
seling in gepeins verzonken was en
met zijn handen in de zakken naar
het Hollandsche schip staarde. Toen
nam hij Carroll ter zijde en sprak
fluisterend met hem.
Zeker, ik laat alles aan jou over,
Lugard.
En tot Helen vervolgde hij:
Juffrouw Adair, om heel gegron
de redenen verzoeken wij u, mijnheer
Hewitt, Montgomery en Cole, in de
tent te gaan en te blijven tot wij te
gen schemeravond een boot om u zen
den. Er is geen gevaar, maar kapitein
Lugard en ik wenschen niet dat men
u ziet. Ik groet u dus voorloopig.
Helen en de mannen gehoorzaam
den onmiddellijk en Carrol en zijn
vriend gingen snel het strand af naai
de brik.
Nu zal ik je zoo beknopt moge
lijk vertellen wat er aan de hand is,
zei Lugard zijn arm door dien van
den dikken man stekend. En hij ver
telde hem van hetgeen hij van Schou
ten had gehoord aangaande de twee
passagiers aan boord van de „Leeu
warden"; toen het gesprek dat hij in
Lamont's huis had gehoord tusschen
j den koopman en zijn cliënt eveneens
omtrent die twee passagiers en de
plannen voor hun vlucht.
Ik hoorde Lamont's cliënt bij
zijn vertrek luid genoeg spreken om
zijn stem te herkénnen en ik sprong
op van verbazing, want ik kende den
man heel goed. Zijn naam is niet
Thompson maar dat gaat ons niet
aan. Ik mag hem wel lijden.
Weet je wie de dame is?
Neen dat weet ik niet. Maar ik
ken den man, hij is officier en heeft
een fortuin geërfd. Hij heeft Helen
dikwijls hij Lathom ontmoet zou
.zij het soms kunnen zijn?
Wie?
O, een dame, die ik ken en die
juffrouw Adair ook kent, zei Lugard
voorzichtig, maar het is slechts een
veronderstelling. Wij moeten beletten,
dat juffr. Adair ziet of wordt gezien,
het zou haar misschien vreeselijk
schokken. En hoe eerder wij zee kie
zen hoe heter.
Carroll stemde toe. De brik kon
binnen drie uren op weg zijn en Helen
veilig aan boord. Dat was Lugard heel
aangenaam.
Er zal wel heel wat drukte zijn
geweest om de „Palmyra" en mis
schien zetten zij de „Leeuwarden"
ook wel na. Het is dus het beste op
te passen.
(Wordt vervolgd.)
kunt U toch niet met een slob
berig werkpak loopen Draag de
vlotte, keurige Jumbo Overall, de
overall met de 10 groote voor
dcelen. Stof en uitvoering bere
kend op zeer langen levensduur!
Zie de mooie, practische modellen
4000 Boeken.
r- 'vmt a axetrf
-..-TT -«I.».,