ALBANIË.
BEKWAME
STIKSTERS.
FLINKE K.K. I0NGEN
Pos t zegels-
of Verzameling
T huiswer k-Stiksters
Wij dringen nog
maals met nadruk aan
op tijdiger insending
van Advertenties en
Berichten.
Advertentiën.
„DUO" Waalwijk
DISTRI BUTI E
SCHOENEN.
Enkel of dubbel
burgerwoonhuis.
te koop gevraagd*
gevraagd.
■I
Een veel omstreden gebied.
In naam is de thans uitgebroken
Grieksch - Italiaanschen oorlog een
conflict tusschen Albanië en Grieken
land, waarbij Italië slechts de wape
nen zou hebben opgenomen om Al
banië te beschermen. In feite staan
de zaken natuurlijk anders. Velen doet
het echter vreemd aan uit de Griek-
sche legerberichten nu i-n dan te ver
nemen, dat aantallen Albaneezen uit
de Italiaansche militaire groepeerin-
gen deserteeren om zich bij de Grieken
te voegen, terwijl een anderen keer de
Grieksche legerberichten erkennen,
dat gewapende benden bewoners van
het door de Italianen bezette gebied
van Noord-Griekenland (Epyrus) zich
hij de invallers aansluiten. Hoe moet
men deze schijnbare tegenstrijdigheid
verklaren? Wat is dat eigenlijk voor
een volk, die Albaneezen? We zullen
trachten 0111 daarop in het kort een
antwoord te geven.
Het Albaneesche volk bewoont een
groot deel van het Westen van 't Bal-
kangebied. Men vindt ze natuurlijk in
Albanië, maar ook in Joegoslavië, in
Griekenland en in bepaalde streken
van Italië, - ook op Corsica. Ze heb
ben eigenlijk nooit een staatkundige
eenheid gevormd. Ze zijn afstamme
lingen van de oude Dorriërs en be
zitten weinig cultuur. Zelfs op heden
ontbreekt nog een algemeen aanvaar
de eigen schrijftaal. In 1879 schiep de
Albaneesche dichter Frasheri voor 't
eerst een Albanecsch alphabet, gedeel
telijk uit Grieksche, gedeeltelijk uit
Latijnsche letterteekens bestaande;
pas in 1908 is dat alphabet vervangen
door een van enkei Latijnsche letter
teekens.
De Albaneezen, die het Noorden van
Albanië bewonen, hebben zich in den
loop der eeuwen vermengd met Ser
viërs (Kroaten); deze bevolking is
daardoor in hoofdzaak R.K. In mid
den-A Ibanië is de bevolking meeren-
deels Mohammedaansch als gevolg van
langdurige Turksche overheersching;
in Zuid-Albanië is de meerderheid
Grieksch-orlhodox als gevolg van de
vermenging met Grieken. Het lang
durigst zijn de Albaneezen over-
heerscht door de Turken, maar onder
cfk vreemd gezag behielden de Alba
neezen een zekere mate van zelfstan
digheid, welke zij dankten aan de on
toegankelijkheid van hun berggebied.
In feite was iedere stam een afzonder
lijke gemeenschap, waarbinnen men
een eigen recht liet gelden. De bloed
wraak heeft het Albaneesche volk al-
lijd zwaar geteisterd. Bloedwraak was
tot voor kort in 25 gevallen, in som
mige streken in 5075 gevallen op
elke 100 oorzaak van den dood.
Omdat het Albaneesche bevolkings-
gebied staatkundig altijd verdeeld
was, waren ook tie nationalistische
strevingen verdeeld. Zocht een bepaal
de bevolkingsgroep de. nationale ide
alen te verwezenlijken met behulp van
Serviërs, anderen zochten daarvoor
steun bij de Turken, de Italianen of
de Grieken. In Noord-Griekenland,
waar thans de Italianen binnendron
gen, woont inderdaad een, zij het mec-
rendeels vermengde, Albaneesche be
volking. Onder deze zijn er velen, die
zich met plezier bij de Italianen zullen
aansluiten; var. den anderen kant zijn
er onder de Albaneesche troepen, die
nu onder hevel der Italianen staan,
niet weinigen, die met genoegen zul
len deserteeren, als ze daar de kans
toe krijgen en naar de Grieken over-
loopen, omdat ze afkomstig zijn uil
het Albaneesche kustgebied, dat zoo
vele jaren onder Italiaanschen invloed
heeft gestaan.
Het huidige Albanië is 1/3 maal
zoo groot als Nederland en heeft een
bevolking van 900.000 zielen, waar
van de helft Mohammedansch, een
kwart deel orthodox en een kwart
deel R.K. Het volk kwam in 1911 met
de andere Slavische volkeren van den
Balkan in opstand tegen de Turksche
overheersching en verkreeg daardoor
een jaar later eigenlijk voor het
eerst in zijn geschiedenis zelfstan
digheid. In 1913 werd Albanië als sou-
vereine staat erkend door de gezan
tenconferentie te Londen, doch slechts
met de helft van het door de Albanee
zen geëischte grondgebied. In Maart
1914 werd door de gunst der groote
mogendheden de Duitsche prins Wil
helm von Wied als „Mbret" (kouing)
op den troon geheschen, beschermd
door een nieuw gecreëerde Albanee
sche gendarmerie, welke zou worden
afgericht en geleid door eenige Neder-
landsche en andere vreemde officie-
ren, o.w. kolonel de Veer en majoor
Thomson. Reeds in Juni van hetzelf
de jaar sneuvelde majoor Thomson
'»ii de verdediging van den koning to
gen de opstandige bevolking. De ko
ning had zich intussehen gehaast om
per schip het land weer uit te trek
ken, waarheen hij nooit is terugge
keerd.
In den wereldoorlog werd Albanië
weer door vreemde machten bezet; de
Grieken drongen het land in het Zui
den binnen, de Italianen bezetten het
midden-kustgebied, de Serviërs dron
gen in het Noorden op en de Fran-
schen nestelden zich in het Oosten.
In 1918 herkreeg het land zijn eigen
bestuur. Er kwam een nationale ver
gadering bijeen en eenige ministeries
volgden elkaar op na buitenlandsche
intriges en binnenlandsche beroerin
gen Achmed Zogoe, die in 1920 en '21
reeds minister was, maar naar Joego
slavië is moeten uitwijken, keerde in
1924 met Joegoslavische hulp terug en
vermeesterde met zijn handlangers '1
bestuur des lands. Hij werd president
en in 1927 liet hij zich uitroepen tot
koning. Hij volgde aanvankelijk een
Italiaansch-gezinde politiek en sloot
met Rome een militair verdrag van
bijstand en bescherming. Het vorige
jaar echter stelde Italië hem eischen,
welke neerkwamen op de vestiging
van de Italiaansche souvereiniteit in
Albanië. Toen Zogoe deze eischen ver
wierp, werd Albanië op Goeden
Vrijdag van 1939 door Italiaansche
troepen venneesterd en bezet, waarna
het land een Italiaansche protectoraat
werd. Zogoe vluchtte.
- Md.
NATIONAAL FRONT.
Door den Leider van Nationaal
Front zijn ingesteld:
a. Een Cultureele Kamer.
b. Een Sociaal-Economische Kamer.
In de Cultureele Kamer zijn be
noemd: tot lid en voorzitter: Prof. Dr.
A. A. van Schelven, Hoogleeraar, Bent
veld: tot lid en secretaris: Ant. Mer-
tens te Nijmegen: tot leden o.m. uit
Noordbrabant: Mr. Dr. J. C. Coebergh,
rechtsgeleerde te Eindhoven; Dr. J. A.
B. M. de Jong, Kunsthistoricus te Til
burg: L. Knuvelder, onderwijzer, redac
teur van ,,De Nieuwe Gids'' te Kaats
heuvel: Wouter Lutkie, publicist. Nu
land (N.Br.): Dr. Th. P. Martens, arts
te Vlijmen.
In de Sociaal-Economische Kamer
zijn benoemd: tot lid en voorzitter A. L.
M. van der Lande, industrieel te Gel
drop; tot leden o.m. uit Noordbrabant:
H. G. J. Geux te Tilburg; Dr. Ir. P. H.
Hermans, Hoofd-Ingenieur der H.K.I.
te Ginneken; J. B. Leeuwenberg, Dir.
Gem. Water- en Electriciteitsbedrijven
te Breda; Ir. W. G. Lingbeek, Dir.
Chamotte Unie te Geldermalsen; Ir. R.
K. van der Nahmer te Eindhoven; Dr.
Ir. F. Prakke te Eindhoven; Mr. J. R.
Schaapma, Directeur-Secretaris te
Eindhoven; J. H. L. M. Willem Sas
sen, Importeur te Breda; Th. J. Spoel-
der, Voorzitter R.K. Middenstandsver.
te Breda; Dr. A. Treep, Procuratiehou
der Philips N.V. te Eindhoven; Drs.
W. Th. Vogelaar, Procuratiehouder
Philips N.V. te Eindhoven; J. A. Zijl
mans, Directeur Landbouwschool te
Schijndel.
DE ONDERHANDELINGEN TE
BATAVIA VERLOOPEN VLOT.
Het D.N.B. meldt uit Tokio:
De minister van handel, Kobajasji,
heeft Dinsdag het kabinet gerappor
teerd, dat de onderhandelingen met
Nederlandsch-Indië een vlot verloop
hebben.
DANSVERMAAK EN DANS
INSTITUTEN.
Dansleeraren mogen les blijven geven.
In verband met het in verordenin
genblad 33 opgenomen besluit van dc
secretarissen-generaal van de departe
menten van Justitie, van Binnenland
sche zaken en van Sociale zaken be
treffende dansvermaak wordt er nog
eens dc aandacht op gevestigd, dat
dansinstituten niet onder het verbod
vallen. Dansleeraren blijven dus in dc
gelegenheid den bij hun instituten in
geschreven leerlingen dansles te ge
ven.
ALLERZIELENDAG
OP DEN GREBBEBERG.
Wij lezen in de „Gelderlander'
Allerzielen op den Grebbeberg. Men-
schen gaan door de getimmerde poort
van dennenstammen het kerkhof op.
Mannen en vrouwen, die er hun zoon
hebben liggen, en zij loopen met tragen
tred het breede pad op en verdwijnen
achter een boom, waarvan de takken
teer en teekenend boven de graven
hangen. Zij staan voor een graf, een
der velen, waarop een klein kruis
teeken der overwinning geplant is
en waarin zijn naam gebrand staat met
scherpe en scheeve letters. De vrouw
vleit wat bloemen op de rulle aarde en
vlak voor het kleine kruis, dat zijn
naam draagt. Zij treedt terug en de man
vat zijn pet in de bevende hand. Dan
knielen zij op den natten vochtigen
grond en bidden.
Hier onder de dooden krijgt het ge
bed relief en beteekenis en men bidt er
beter dan waar ook! Allerzielen. Een
Duitsch soldaat gaat zoekend langs de
runenteekens der S. S.-dooden. Seine
Ehre hiesz Treue valt er op te lezen,
en aan den voet ligt een helm, waar
zich in de Meidagen kogel onweer
staanbaar doorheen boorde. Het geluid
ervan moet het signaal zijn geweest van
het eeuwigheidsappèl, dat toen gebla
zen werd.
Achter de runenteekens, die er als
weerbare wachten opgesteld staan,
groeien nog de eenvoudige kruizen uit
den grond, waarop de Duitsche naam
geschreven is, en een paar cijfers: van
geboorte en dood. Daar liggen dertien
doode Duitsche soldaten bijeen met een
bord op den doorregenden bodem,
waar de wreede woorden: Abgeschos-
zen 105 '40 den bezoeker wezen
loos aanstaren. Zij waren de beman
ning van een vliegtuig, dat zijn vlucht
plots onderbrak, omdat het afgescho
ten werd.
Allerzielen. Er zijn graven, waar de
loop van een geweer in den grond ge
stoken werd en in het kruis de woor
den: onbekende soldaat, gekerfd wer
den. Vrouwen met rood geweende
oogen leggen er groot-uitgegroeide
chrysanten en witte asters bij, en zij
staren zoo wat naar den grond. Mis
schien bidden zij, misschien spreken zij
met den onbekenden doode, zooals een
vrouw daarmee spreken kan.
Daar is een boerenvrouw, eenvoudig
in de grootheid vdn haar verdriet, en
er is een dame, diep in het zwart, die
uit een groote stad moet komen. Zij
vinden elkaar, hier op den Grebbeberg
en nu met Allerzielen. De boerenvrouw
slaat een kruis en ontsteekt een kaars
voor het houten zégeteeken, waar een
groote ouderwetsche trommel voor ligt.
Onder het glas lacht van een oud por
tret een soldatengezicht u tegen tus
schen wat kunstlelies met groote gele
stampers. Rust zacht! is er nog met
inkt op een stuk papier bij geschreven,
en de vrouw vat nadien heur rozen
krans en bidt. terwijl opkomende tra
nen bedwongen worden met de sterkte
van een groot geloof.
De commandant laat
jullie weten
Op de poort van dit helden kerkhof
staat het even eervol als eenvoudig
aangegeven, dat het op de Grehbe het
8ste, 19de en 46ste regiment waren,
die er de doodeïi in heroieken strijd
achterlieten. Het waren hoofdzakelijk
deze regimenten, welke met onsterfe-
I ij ken moed en doodsverachting op
den Grebbeberg gevochten hebben.
Maar in de dagen van strijd werden
versterkingen toegevoegd en zoo is 't
gebeurd, dat ze ook van het 29ste op
den derden dag in den roem en het
leed van de Grebbeberg-helden gingen
deelen. En ook van het 29 ste sneuvel
den er toen en drenkten dezen berg
met hun bloed
De regen had opgehouden toen zij
met enkelen op dezen Allerzielendag
over den breeden Grebbebergweg aan-
gemarcheerd kwamen: een sergeant
majoor, twee sergeants en een soldaat
van dat 29ste regiment. De soldaat
droeg een groot bloemstuk op zijn ar
men en onder de poort commandeerde
de majoor: in de houding! Zij stonden
stil en salueerden. Ich hatt' einen Ka
meraden!Zij schreden voorwaarts
tot vóór het herinneringsmonument,
dat ook voor die van het 29ste bedoeld
was. De sergeant-majoor legde toen de
krans op de steenen, waar een kruis
op geplant en een opschrift aange
bracht was. De palmen en bloembla
deren bewogen zich in den wind en
een vage verwaterde zon probeerde
nog wat licht over deze plek van na
tionale droefheid te brengen. Maar 't
lukte niet.
De jongens stonden in de houding
en salueerden, terwijl hun oogen groot
en vochtig waren en de majoor nadien
met moeite er uit bracht: „Mannen...
jullie zijt gevallen voor je vaderland...
je hebt je plicht gedaan... en jullie
commandant met zijn onderhoorigen
laten jullie weten, dat ze je nooit zul
len vergeten'f'
Rust zacht, jongens, zei de majoor
nog met een gebroken stem. Toen
kuchte hij, en draaide zich snel 0111.
Maar ik had al gezien hoe een man,
die dc hevigheid van den oorlog on
dergaan had, schreide 0111 de dooden
vkn zijn regiment. Deze soldaten gin
gen nadien ieder voor zich langs de
graven, stil en alleen, en zij prevelden
de namen die op de houten kruisen
stonden en baden voor de onbekende
strijders.
Er was een jonge vrouw met een
kind. Zij legde bloemen op een graf,
en ik verstond op dat moment de ma-
telooze smart en de naamlooze een
zaamheid, waarin zij zich moesten
weten. Deze soldatenvrouwen op Al
lerzielen
Een herinnering.
Toen ik deze vrouwen gadesloeg,
werd in mij de herinnering weer leven
dig aan dien dag na den wapenstil
stand. De nacht was toen als een nar
cose over de menschen gegaan en on
der mijn raam verklonken de stage
voetstappen van hen, die over de sla
pende stad waakten. Er was geen ge
dreun rfleer van dofklinkend geschut,
en zoo zonk een zenuwzieke stad in de
vergetelheid van den slaap weg, terwijl
de lucht, vol sterren was.
Het moet wel diep in den nacht ge
weest zijn, toen de zachte en zeere
klank van de huisbel door het groote
stille huis klonk. Een raam sloeg ho
ven open, en van de straat-af hoorde
ik mijn naam roepen. Er werd ge
vraagd om een werk van barmhartig
heid te verrichtende dooden van den
Grebbeberg te begraven. Op zoo'n
vraag is maar één antwoord mogelijk,
en nadien viel de deur zacht in het
slot. Buiten in den nacht verstierf het
geluid van den man, die menschen
zocht om hoven de helden van den
Grebbeberg het kruis met den helm te
planten.
Toen het morgenlicht op de ruiten
dreef en een lijster zijn hoogste lied
in den lindeboom kwettende, zijn wij
gegaan. Wij gingen met een klein ge
tal: een dokter, een dominee, dc ka
pelaan en wat jonge mannen. Wij tra
den toen op den Grebbeberg voor het
eerst den dood, en met tranen in de
oogen, tegemoet, en verrichten den
arbeid, die God lot de werken van
Barmhartigheid rekent.
De doode helden lagen in de lange
graven die ik op dezen Allerzielen
dag weer zag en de dag was toen
reeds ver heen. In de wijdte klonken
stemmen, maar hier hoven op den
berg was rust en vrede; hier stonden
de moede zoekers, dragers en gravers
o]) de laatste ceremonie te wachten.
Daar stond een kapelaan in zijn su
perplie, de dominee in de toga, een
Duitsche veldprediker in uniform, en
soldaten met het geweer aan den voet,
langs het graf. De gevoelens van hen,
die dezen dag meemaakten en voor de
zooveelste maal met den dood gecon
fronteerd werden, laten zich niet be
schrijven. Slechts zij, die in een God
geloofden, moeten zich zelf hebben
kunnen blijven, en stil en prevelend
een antwoord gefluisterd hebben op
de vraag, welke op de lippen van
icderen dooden held als hestorven lag,
op het waarom...?!
„In den naam van den Vader, van
den Zoon en den Heiligen Geest.
Amen", zoo klonk een stem onder de
ruischendc hoornen. In naam van God,
rust zacht! en dan volgden de troost
volle woorden der Moederkerk in de
ze tragische omgeving:... gewaardig
U dit graf te zegenen en plaats er Uw
heiligen Engel als een wachter hij
Een priester sprak schreiend over
den dood en de wederopstanding, en de
dominee bad op plechtige wijze het On
ze Vader. De veldprediker herinnerde
aan de dagen van strijd, die hier ver
geten lagen in de rust van den alles en
allen verzoenenden dood.
Toen daverde er nog een salvo over
het graf, verklonk het oh zoo droevig
en trieste: Ich hatt' einen Kameraden!
uit de rijen van 'het vuurpeleton.
Op dezen Allerzielendag zag ik de
helden weer terug, zooals zij gevallen
waren. Een van hen ik vergeet het
nooit, was een symbool geweest,
want ik had hem gevonden, gebogen
over zijn gebroken geweer en met den
rozenkrans in zijn doode handen. Hij
was dubbel paraat geweest, hij
De vrouw en het kind zag ik knie
len voor een graf, en om het kruis met
den naam waarvoor zij bloemen gelegd
hadden, zat een rozenkrans gestren
geld. Dat moet die zelfde soldaat zijn
geweest!... Maar het was hij niet al
leen! Daar was ook het onverschrok
ken geloof in den Almachtigen en
Rechtvaardigen God, den God van de
levenden en dooden, dat ik hier weer
zag, als een getuigenis op het graf van
den soldaat.
Het was dé troost op dezen Allerzie
lendag van het jaar 1940Dé hoop
van hen, die hier vielen en begraven
werden, en dé hoop van allen, die zich
hiér waren komen bezinnen op den
dood, die slechts een poort is, een over
gang
Eenige en olgemeene
kennisqeuing.
Tot onze diepe droef
heid overleed heden plot
seling onze beminde broe
der, zwager en oom,
de heer
ANT00N ACKERMANS,
voorzien van de H.H.
Sacramenten der Sterven
den, in den ouderdom
van 58 jaren.
Maria Ackermans.
's Hage.
Victor van Laarhoven
Anny van Laarhoven-
Binder
en kind.
Waalwijk.
Hub. van Laarhoven
Jo van Laarhoven
Meulkens
en kinderen.
's-Hage.
s-Hage5 November 19b0.
zoekt
Aanmelden Vrijdag 8 Nov.
van 11 12 uur vm. Groote-
straal 299, Waalwijk. 63825
Deze week worden geen
schoenen bonnen verstrekt.
Kring Distributiekantoor
Waalwijk,
ARN. VERWIEL, Leider.
GEVRAAGD,
leeftijd 16 18 jaar, voor win-
kelwerk.
Zich aan te melden Donder
dag 7 of Vrijdag 8 November
tusschen 4 en 7 uur 's namid
dags te Kaatsheuvel ofWaalwijk
bij de R.K. Coöp. Vereeniging
Broederhulp U A. 63827
TE KOOP GEVRAAGD:
Brieven onder No. der adv.
a. h. Bur. v. d. blad. 63830
Brieven onder No. der adv.
a. h. Bur. v. d. blad. 63828
Voor geroutineerde stiksters lederwaren goede verdienste.
Aanmelden »D U 0«, Grootestraat 299, Waalwijk, Vrijdag 8
November van 16 18 uur. 63826
Cypresstraat 16.