BUITENLAND FEUILLETON, DE DUBBELGANGSTER „PLEIZIERREïZEN" DUURDER. Wijziging Spoorboekje op 1 Januari. Naar wij vernemen, is met ingang van 1 Januari a.s. wederom een wij ziging in de dienstregeling van de Nedcrlandsche Spoorwegen te ver wachten, en wel een die voornamelijk betrekking zal hebben op de stoom- trajecten. De trajecten, die met elec- trisehe treinen worden bereden, als mede de trajecten der forensen, vallen hier dus buiten. Op de stoomtrajecten echter zal in eenigc mate moeten wor den bezuinigd op de kolen, zoodat met een vermindering der frequentie reke ning zal moeten worden gehouden. Tevens zal inet ingang van dien da tum een wijziging der tarieven tot stand komen. Deze zal voornamelijk de z.g. pleizierreizigers raken. Abon nementen (het typische bezit van den voor zakelijke doeleinden reizende) blijven buiten de wijziging. De ver hooging staat nog niet vast, doch zal in ieder geval geringer zijn dan over dreven geruchten willen en vermoe delijk tot 25 procent beperkt blijven. NIEUWE BATTERIJ VOOR EEN OUDE. Wij zullen onzen vriend, de zaklan taarn, behouden, maardan zullen we moeten meewerken. Wij dat zijn koopers en verkoo- pers. Voor den kooper is het van be lang, dat hij zijn trouwen toeverlaat 's avonds zal kunnen blijven mee nemen voor den verkooper is het van gewicht, dat hij zijn klanten zal kunnen blijven bedienen en dat kan heel gemakkelijk zelfs. Het eenige, wat wij te doen hebben, is onze oude batterij waar wij toch niets meer aan hebben in te leveren bij den winkelier, die daarop een nieu we kan verstrekken. Wie zichzelf en ook zijn medeburgers wil beschermen tegen ongemak en ongelukken in het duister, zal graag vrijwillig die gerin ge moeite nemen. Daar aan te nemen is, dat dit gevoel van solidariteit zoowel bij den kooper als bij den winkelier bestaat, ziet het er wel naar uit, dat wij ons voorloopig geen zorg hoeven te maken over het zoo belangrijke lichtpuntje in de duis ternis, dat zaklantaarn heet. DRANKVERBOD 's AVONDS. De vraag is gerezen, of onder het verbod tot het verstrekken of gebrui ken van sterken drank na 7 uur s avonds ook valt het verstrekken of gebruiken van verschillende soorten van groc. Te dien aanzien wordt ons van be voegde zijde medegedeeld, dat cognac- groc en rum-groc wel valt onder ster ken drank, niet echter wijn-groc. SPAARBANKGELDEN. Mr. Trip spreekt een onjuist gerucht tegen. Do secretaris-generaal van Finan ciën heeft het noodig geoordeeld, een categorische tegenspraak te geven van een gerucht, dat onrust veroorzaakt heeft onder het sparend publiek in Nederland. Deze tegenspraak, afkom stig van den op financieel gebied hoog- geplaatsten Nederlander zal ongetwij feld een goeden indruk maken. Hij heeft een schrijven van den volgenden inhoud gericht aan den Nederlandschen Spaarbankbond te Amersfoort, waar bij 182 der voornaamste spaarbanken in ons land zijn aangesloten: „Naar ik verneem wordt het gerucht verbreid als zou het denkbeeld in over weging zijn genomen, om tegoed bij spaarbanken in een of anderen vorm te blokkeeren. Ik stel er prijs op te uwer kennis te brengen, dat aan dit gerucht elke grond ontbreekt en dat dit denkbeeld in geen enkel opzicht ter sprake is gekomen of in overweging is genomen. Mocht u dit gewenscht voorkomen, dan machtig ik u reeds bij voorbaat, deze mededeelingen ter algemeene kennis te brengen". (w.g.) TRIP. DE RIJKSMIDDELEN. Zeer bevredigende resultaten. De kohieren van de directe belas tingen voor den dienst 1940 vermelden een raming voor het geheele jaar van ca. 158% millioen. Het zuivere be drag, dat tot dusverre (in elf maan den) op de kohieren is gebracht, be draagt ca. 171 millioen of ongeveer 40 millioen meer dan in de over eenkomstige periode van verleden jaar. Wat de niet-directe belastingen be treft, de maandelijksche raming be draagt ca. 37.5 millioen. In Novem ber werd pl.m. 44.9 millioen ontvan gen of ca. 4.9 millioen meer dan in November van verleden jaar. Over de eerste elf maanden van het jaar beliep de raming ongeveer 412.9 millioen: de opbrengst bedroeg ca. 419.6 millioen of ruim 6.6 millioen meer dan de raming, doch ca. 16.5 millioen minder dan de werkelijke op brengst van verleden jaar. NATIONAAL FRONT. Bij besluit van den Leider van Na tionaal front zijn de leden, wier taak bestaat in de behartiging van de volks gezondheid, vereenigd tot één groep. Met de organisatie van deze vak groep is belast de heer F. P. Martens, arts te Vlijmen. DE NEDERLANDSCHE UNIE IN ZEELAND. Gewestelijke Raad voor Zeeland geïnstalleerd. Zaterdagmiddag heeft dr. P. J. Bou- inan den Gewestelijken Raad voor Zeeland van De Nedcrlandsche Unie geïnstalleerd. Deze Raad is als volgt samengesteld: P. J. Bom, landbouwer Colijnsplaat; L. F. du Bois, ambtenaar Ned. Spoor wegen, Terneuzen; Dr. P. J. Bouman, leeraar, Middel burg; Mr. W. Nieuwenhuyzen, advocaat, Zierikzee; A. Rorije, ambtenaar P.T.T., Vlis- singen; Th. Vogelaar, fruitboomkwecker, Krabbendijke. Binnenkort zal deze raad, die den gewestelijken secretaris voor Zeeland, den heer A. v. Uxem, zal terzijde staan, nog met eenige personen worden uit gebreid. NEGEN JAAR N. S. B. Herdenkingsbijeenkomst te Utrecht. Te Utrecht, waar ii. A. A. Mussert negen jaren geleden de nationaal so cialistische beweging stichtte, is Zater dagmiddag een samenkomst gehouden ter herdenking van dat feit, waarbij de leider der N.S.B., ir. A. A. Mussert, een rede hield. In enkele lijnen teekende hij de be langrijkste feiten uit de geschiedenis der beweging om vervolgens in te gaan tegen de drie beschuldigingen, welke volgens spreker, na alles wat men de N.S.B. in den loop der jaren heeft aan gewreven, nu nog over zijn gebleven n.l. dat de N.S.B. den godsdienst zou willen uitroeien, dat de N.S.B.-ers ka pitalistenknechten zouden zijn en dat zij ons land zouden willen verraden. In dit verband zei de heer Mussert o.m.: „In het nationaal-socialistische Ne derland zal er vrijheid zijn van gods dienst en bescherming van de christe lijke godsdiensten in zijn kerken. Het onderwijs zal de eenheid der natie en de godsdienstige belangen der leer lingen dienen". „Wij zijn jaar in jaar uit solidair geweest met het nationaal-socialisine en fascisme in Duitschiand en Italië, omdat wij weten dat alleen deze soli dariteit den grondslag kan zijn voor een Europa, dat zich kan handhaven. Het gaat om het bestaan van Euro pa in de eerstvolgende honderd jaren. Dit is alleen verzekerd, als de Euro- pecsche volkeren elkander verstaan en met eikander samenwerken. En wie zijn eerder en wie zijn meer op el kander aangewezen voor deze samen werking dan de Germaansche volke ren in Duitschiand, de Nederlanden, Zweden, Noorwegen, Denemarken? En door wie zou die samenwerking beter gesmeed kunnen worden dan door den man, die voor het geheele Germanen- dom een gave Gods is, die misschien maar eens in de duizend jaren ver schijnt? Adolf Hitler! Doen wij iets te kort aan ons zelf bewustzijn als Nederlanders, aan on zen trots, aan onze fierheid» als wij ons inzetten voor eerlijke broederlijke samenwerking tusschen de Germaan sche. volkeren, die zijn van eenen bloe de? Integendeel!" Spr. herinnerde aan het snelle einde van den strijd in ons land. Dit komt omdat de moderne oorlogsmiddelen door een klein volk niet meer in vol doende mate aan te maken zijn. Daarom heeft een klein volk de keu ze tusschen volkomen machteloosheid, dus tot afzakken tot een knechten-volk, of lot een verbond met andere volken, van hetzelfde ras en met dezelfde levenshouding. Doelbewust hebben wij, nationaal- socialisten, gekozen. Wij willen niet afzakken tot een machteloozen knech- tenstaat. Wij willen zoo sterk en zoo levenskrachtig mogelijk loetreden tot den bond der Germaansche volkeren en wij danken God dat deze mogelijk heid voor ons zal openstaan. Maar laten wij goed begrijpen, dat dit alleen mogelijk is voor een natio- naal-socialistisch Nederlandsch volk, dat zich volkomen lotsverbonden weet met de andere Germaansche volkeren. Sprekende over de Nederlandsche Unie zei de heer Mussert o.m.: „Die Unie is opgericht tegen het nationaal-socialisme; officieel is door de heeren verkondigd dat de N.S.B. volksvijand nr. 1 is. Ik ben een principieel tegenstander van een mengsel van water en vuur. De combinatie van plutocraat en na- tionaal-socialist smaakt niemand. Ik ben over de werkverdeeling zeer te vreden. In de N.S.B. verzamelen zich al degenen, die den nieuwen koers wil len. in de Unie allen, die reactionnair zijn. De eene gaat vooruit en zegt „hou zee". De andere tracht zich vast te houden aan den stroohalm van Enge- land's toekomstige overwinning en zegt: „Hou vast". Het is een uitstekende verzamel plaats voor alle reactionnairen en vij anden van het nationaal-socialisme. Wij, mijne kameraden, gaan nu ons tiende jaar in. In Januari van dit jaar heb ik voorspeld, dat het jaar 1941 voor de N.S.B. het zwaarste jaar van haar bestaan zou zijn en de vervulling daarvan is gekomen. Het tiende jaar moet het jaar der overwinning zijn. De tiende verjaardag van de N.S.B. moet gevierd worden door het geheele volk, ook door de honderdduizenden, die nog terzijde staan, omdat zij niet begrijpen. Zooals er geofferd en ge werkt is in de negen jaren, die achter ons liggen, zóó, en waar het kan nog méér, zal er gedaan moeten worden in het tiende jaar. Gij hebt bemerkt, dat kameraden van ons tot hooge ambten zijn geroe pen. Denk niet, dat zij daarheen ge gaan zijn om het zelf goed te hebhen. Zij zijn daarheen gegaan als nationaal- socialistische strijders, geplaatst op voorposten, werkende ten behoeve van ons volk, de baan vrijmakend voor uw kinderen. In deze negen jaren van harden strijd hebben wij elkander gevonden en wij blijven elkander trouw. Trouw in onzen strijd voor de wedergeboorte van ons volk, trouw aan onzen vasten wil om de sociale gerechtigheid te brengen aan ons volk, trouw aan den arbeid. Trouw tot in den dood. BERLIJN OVER DE OPERATIES IN ALBANIë EN EGYPTE. Wat de oorlogstooneelen in Grieken en Noord-Afrika aangaatkan men aan de hand van de uitlatingen in de Wilhelmstrasse en van de perscom mentaren vaststellen, dat men de tegenslagen, welke de Italiaansche legers aldaar ondervinden, van vol komen ondergeschikt belang acht voor het verloop van den oorlog tegen En geland. Men noemt het gebeuren in Albanië en Egypte evenementen van secundair belang, welke niets aan het eindresul taat van den oorlog kunnen afdoen, noch van den onverminderden wil van de asmogendheden om Engeland zon der compromis op de knieën te dwin gen. ITALIAANSCHE VERWACHTINGEN VAN DEN STRIJD IN AFRIKA. In politieke kringen te Rome legt men er den nadruk op, dat de Italiaan sche weermachtsberichten zoowel ten aanzien van goede als van kwade tij dingen steeds oprecht zijn. De bespie gelingen, welke de vijandelijke propa ganda over den slag in de woestijn van Marmarica houdt, moeten als voorba rig worden beschouwd. Deze slag zal een week en wellicht nog langer duren. Alvorens een oordeel uit te spreken, zal men den afloop daarvan moeten afwachten. I)e Italiaansche strijdkrachten in Noord-Afrika, gesteund door de Liby- sche troepen, strijden dapper en laten slechts stap voor stap het terrein aan den vijand, die zijn krachten en mid delen uitput. In dezelfde kringen is men van meening, dat de Italiaansche effectieven, die in den strijd gewik keld zijn en die, welke nog in reserve worden gehouden, meer dan voldoen de zijn om de situatie het hoofd te bieden. HERVORMING VAN HET FRANSCHE KABINET. Het D.N.B. meldt uit Genève: Volgens een bericht uit Vichy heeft maarschalk Pétain in den loop van den ministerraad van Vrijdagavond 't kabinet verzocht te willen aftreden, opdat een hervorming van het kabinet zou kunnen worden uitgevoerd. In de nieuwe regeering zal Pierre Flandin de portefeuille van buiten- landsche zaken aanvaarden, in plaats van Laval. Een latere inededeeling behelst, dal de hervorming van het kabinet nood zakelijk was geworden door meenings- verschillen van binnenlandsch-poli- tieken aard. PAUSELIJKE KERSTGAVE VOOR DE KRIJGSGEVANGENEN. Ter gelegenheid van het Kerstfeest zullen de krijgsgevangenen een gave van Z.H. den Paus en Zijn vaderlijke wenschen ontvangen. Dit initiatief van Zijne Heiligheid zal ten uitvoer wor den gelegd door de Nunti en delegaten met de hulp der betrokken regeerin gen. De H. Vader heeft in verband met de nadering van het Hoogfeest van Kerstmis, een „motu proprio" uitge vaardigd, waarin de hoop en het ver trouwen wordt uitgesproken, dat ten minste de schoonheid van den Heili gen Nacht en van den Kerstdag niet door wapenrumoer zal worden ge schonden en Zijne Heiligheid verder faciliteiten verleent betreffende de Nachtmis, welke, dit oorlogsjaar, op den vooravond van Kerstmis zal mo gen worden opgedragen. ABONNEERT U OP DIT BLAD. „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Heb ik staan schreeuwen? vroeg de oude vrouw, met een mengeling van verrassing en gehuichelde schaam te. Oei, oei! Hoe heb ik me dan toch zóó kunnen aanstellen, hè? En ik, op wie nou gewoonweg niet dat te zeggen valt. Wat heb ik dan eigenlijk geroe pen, liefje? Madge, haar felle wolvenoogen strak op het gezicht van haar grootmoeder gevestigd, herhaalde den vloed van scheldwoorden en bedreigingen, die de oude vrouw over Irene had uitgestort. De sluwe uitdrukking, die over de verloopen, afgeleefde trekken lag, werd sterker. Heer nog an toe! Heb ik dat nou heusch allemaal gezegd? mompelde ze, alsof ze trachtte, zich een en ander te herinneren. Maar dat was gewoon weg een affront, hè? Heb ik van m'n levenEn de smeris bemoeide z'n ei gen d'r mee? Oei, oei! Maar d'r was niks bij, hoor, Madge; 't was enkel maar 'n 'n lolletje. Deze oneerbiedige veronderstelling deed de stemming der oude plotseling weer omslaan. Ze kwam onzeker over eind en tastte opnieuw naar den stoel poot, terwijl ze onsamenhangende be dreigingen mompelde; maar de uit werking van de jenever deed zich reeds gevoelen, en terwijl ze een on- vasten uitval naar het meisje deed, verloor ze haar evenwicht en viel dwars over het ordelooze bed. Madge had nauwelijks hoeven uit wijken om den machteloozen aanval te ontgaan, en ze bleef een paar se conden vóór zich uit staan staren, niet naar haar grootmoeder, maar over haar heen, met een verstrooide, pein zende uitdrukking op haar smal, in telligent gezicht. Ze stond zich af te vragen, of die woorden van de oude heks iets méér waren geweest dan het zinloos geraaskal van opkomende dronkenschap, of dat Ze streek met de hand over 't voor hoofd en zocht in haar herinnering naar iets, dat haar op het spoor zou kunnen brengen, naar eenig verband... Maar ze vond geen enkel aanknoo- pingspunt. Ze haalde haar schouders op en keek naar, het bed. Ze wist, dat het een on mogelijk iets zou blijken, eenige be weging in de oude vrouw te krijgen of haar van houding te doen veranderen; zij, Madge, zou vannacht weer moeten slapen, waar zij al zoo menigen zomer nacht geslapen had buiten in het hoekje van de gang. Madge draaide de lamp uit en ver liet de kamer, de deur achter zich slui tend. In een hoekje tusschen den muur en de trapleuning draaide ze zich ineen als een katje, legde een ouden rok, dien ze had meegenomen, opge rold onder haar hoofd en trachtte in slaap te komen. Eindelijk lukte haar dit, die niet overging in volledige be wusteloosheid. In een der tusschenpoozen van ver helderd besef hoorde ze voetstappen het huis binnengaan en de trap op komen. De huizen in Baldwin's Rents waren nooit volkomen stil en rustig. Het gerucht werd ditmaal veroor zaakt door een jongen man met een buitengewoon schrale gestalte en een opvallend klein, rond hoofd. Hij heet te Splay, maar de hofjesbewoners, steeds bijzonder bedreven in het ver zinnen van bijnamen, hadden hem se dert zijn eerste verschijnen in hun midden de Speld genoemd. Het was ongewoon toepasselijk. Toen zij op het portaal kwam, in gespannen voor zich uit starend in de duisternis, slechts verhelderd door 'n enkelen manestraal, die zich door de vuile ruiten van het gangraam wist te boren, bemerkte hij het ineengedoken figuurtje in den hoek. Hij schrok en maakte zelfs een beweging, of hij rechtsomkeert wilde maken, de trap weer af want de heer Splay was van nature en door zijn speciale om standigheden een uiterst nerveus man; maar een tweede blik op het meisje stelde hem gerust. Je slaapt niet, Madge, en dat weet je zelf heel goed, zei hij met een slim lachje, nog een beetje beverig op de beenen. Ik kan het hooren aan je ademhaling. Kom, sta op en luister eens naar me. Heb ik dan soms beweerd, dat ik sliep? beet ze kattig. Laat me met rust, Speld. Ik wil niks met je te ma ken hebben en je blikken bullen heb ik niet noodig. Hier is een halve kroon voor je, Madge, zei hij vleiend. Ze griste hem het geldstuk af, beet er op, liet het een paar maar op haar handpalm dansen en smeet het hem toen naar het hoofd. Bocht! Blik! was al wat ze zei. Beware me, nee, het is 'n goeie! protesteerde hij, maar tamelijk mat, en moest zijn fletse oogen neerslaan voor Madge's feilen blik van verach ting. 't Is bocht ik heb 't in m'n gevoel, zei ze kort. Ga nou maar door en laat me met rust. Is je grootmoeder thuis? vroeg hij, na een besluitelooze pauze. Ik wou haar graag spreken. Ja, ze is thuis, en ze zal dolblij zijn als ze je ziet. Nog geen half uur geleden zei ze tegen me: Waar zou die lieve Speld nou toch blijven? Wat zou ik graag eens een poosje met hem babbelen Met een onderdrukten vloek liep de Speld door, duwde de deur open en ging de kamer binnen. Madge hoorde haar grootmoeder's snorkend gegrom en heel de verdere reeks van kwaadaardige geluiden, die een gedwongen ontwaken meestal be geleidden. Ze nam er geen notitie van maar na een minuut of wat werd haar aandacht getrokken door het feit, dat het tieren en foeteren geheel had opgehouden en dat de Speld op ge- dempten en overredenden toon aan 't redeneeren was, alsof zij trachtte, de oude vrouw ergens toe over te halen. Madge's nieuwsgierigheid was gewekt en zonder overeind te komen, kroop ze over de gang, tot zij haar oor tegen de kamerdeur kon leggen. Ze kon slechts weinig woorden dui delijk verstaan, maar nu en dan hoor de ze Splay haar naam noemen, en toen ze zich voorzichtig wat opheesch en haar oor tegen het sleutelgat zelf drukte, ving ze den zin op: Vertel me nou eens ronduit, wie ze is, en dan wordt jij mijn compag non, moeke Bunch. Ik weet, dat er 't een of ander met het kind aan de hand is een soort van geheim zie je, je kunt soms aardig je mondje roeren als je pas weer eens om het hoekje bent wezen pimpelen. En misschien heb ik zoo mijn vermoedens. Misschien en misschien ook niet; in elk ge val, ik vraag je nou, om eens ver trouwen te stellen in een ouden vriend, moeke Bunch, een vriend, die het al tijd zoo goed met je gemeend heeft Hier haalde moeke Bunch luid en veracnlelijK naar neus op en kraakte: Waar wil je heen zeg dat maar liever Wel, luister nu eens goed, ging hij op honingzoeten toon voort, 't ls toch zooveel als je plicht je plicht, begrijp je goed! om je eens uit te spreken tegen een vtiend, een echte vriend, die je kan helpen, voor haar te zorgen, en over haar belangen te waken, en De oude vrouw leunde voorover en Madge, die haar gehoor tot het uiter ste inspande, hoorde haar bedacht zaam smiespelen: Wat zul je me dan geven, als ik het je vertel, Speld? Dit hier! antwoordde hij haas tig, met onderdrukte gretigheid in zijn stem, en 's is een echte, dat spreekt vanzelf. Spreekt vanzelf! echode zij. Laat 'm eens kijken, en misschien zal ik 't je dan vertellen en misschien ook niet. Wat heb jij d'r eigenlijk mee vóór, hè, dat je hier komt, om een oude vrouw uit te hooren, waar gewoonweg niet dót op te zeggen valt en die altijd 't hoofd hoog heeft kunnen dragen en haar best heeft gedaan om haar arm kind voor te gaan in 't goede? Hè, wat heb je daar nou op te zeggen? Twéé echte! fluisterde hij heesch. Madge hoorde de geldstukken rin kelen in de beverige hand der oude vrouw. Er was een oogenblik stilte; toen siste moeke Bunch fel: Zweer me, dat je 't nooit aan een levende ziel zult vertellen. Zweer het, Speld, of ik geef ze je terug, al zijn 't goeie! (Wordt vervolgd). 6)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2