LAND- EN T GEMENGD NIEUWS FEUILLETON DE DUBBELGANGSTER Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Qraoant Het Algemeen Bestuur van boven genoemd Instituut heeft op 20 Jan. in hel Gebouw der Provinciale Griffie te 's-Hertogenbosch zijn jaar vergadering gehouden onder voor zitterschap van den heer J. P. J AsSelOergs Na verschillende aangelegenheden van huishoudelijke aard werd het verslag der Directie, bestaande uit Prof H. A. Kaag, Prof. Dr.J.E. de Quay en ürs. R G. E. Vissers, door laatstgenoemde uitgebracht. Wij ontleecen hieraan het vol gende De internationale verwikkelingen hebben niet nagelaten hun invloed op de werkzaamheden van het In stituut uit te oefenen. Ondanks de minder gunstige omstandigheden, waaronder in het afgeloopen verslag jaar gewerkt moest worden, zijn de behaalde resultaten bevredigend te noemen. Verschillende aanvragen hebben tot succes geleid Een enquête, welke in het begin van dit verslagjaar werd gehouden, naar de moeilijkheden van de grond stotTenpositie van de Brabantsche industrie heeft voor verschillende bedrijven haar nut afgeworpen. In 59 gevallen kon door het In stituut bemiddelend worden opge treden. Hel ligt in de bedoeling door dezeenquête nog meerdere resultaten te behalen. De industrievestiging werd niet uit het oog verloren Mede op advies van het Instituut werd het plan ^opgevat een warmwater- roterij te Zevenbergen te houwen, terwijl aan de vestigtng van een hout verwerkingsbedrijf met raad en daad werd medegewerkt Eenige andere vestigingen van industrieën konden door de veran- derdeomstandigheden geen doorgang vinden. Mogelijk zijn zij bij beëin diging van den huidigen oorlog te verwezenlij ken. Op l Juni 1940 is door den Gom- missaris der Provincie, Jhr, Mr. ür. A van Rijckevorsel en den Voor zitter van liet Instituut, den heer J. P. J. Asselbergs de Stichting Noord-Bra ban i 1940 opgericht. Hel doel van deze Stichting is het verleenen van credieten aan hen, die door de oorlogshandelingen zijn getroffen in hun bedrijf of hun gebouwde eigendommen. De werk zaamheden dezer Stichting werden aan het Instituut opgedragen. Vanaf 1 Juji 1940 tot 1 Januari 1941 zijn door de Stichting ruim 900 bedrijfscredietaanvragen in behan deling genomen 683 Aanvragen werden door de Stichting toegestaan, 66 aanvragen delinitief afgewez. n. Het aan deze bedrijfseredieten uit staand bedrag bedroeg per 1 Januari ruim f 700.0UÜ,— Van de hou wcredieten werden slechts 4 aanvragen in behandeling genomen, dit door bet feit, dat woonruimten kleiner dan 450 M3 inhoud door het Regeering-com- missari at voor den Wederopbouw rechtstreeks worden gefinancierd Het aan hou wcredieten uitstaande bedrag bedroeg per 1 Januari 1941 f 19.900,-. Op het gebied der hulpverleening ain oorlogsslachtoffers heeft het Instituut zoodoende nuttig werk kunnen verrichten. In het afgeloopen jaar zijn in de personeelsbezetting en leiding van het Instituut eenige wijzigingen gekomen. Ürs. van V'ugt nam met ingang van 1 Januari 1940 ontsl g als directeur, belust met de dage- lijksche leiding. In zijn plaats werd Drs. Vissers benoemd. De secretaris der Directie, Drs. van de Laar, nam met ingang van 1 September 1940 zijn ontslag. In diens plaats werd Drs Erens be noemd. De samenwerking met verschillende instanties en zusterinstellingen was steeds van zeer aangename aard. VOOR BOEREN EN TUINDERS, 10 Ongunstige vooruitzichten, Het lijkt een moeilijke puzzle te worden voor dc boeren en tuinders. Men verwacht, het volk verwacht, dat er meer dan gewone moeite gedaan zal worden om den Neder- landschen bodem tot nog hooger productie te brengen,dan de Neder- iandsche boer en tuinder reed - kan. En dat was al niet weinig, meer dan in eenig ander land ter wereld. Gaarne zal ieder van de land- en tuinbouwers het zijne doen om de productie van den bodem nog meer op te voeren, doch het moet ook kunnen. En het is de vraag, of het zal kunnen. Voor plantengroei is plantenvoedsel noodig. Dat zit, wat sommige stoffen aangaat, in den bodem als reserve; dat wordt ge geven in den vorm van stalmest en van kunstmest. Stalmest is er in geen geval meer dan in vorige jaren en kustmest dat ziet er niet zoo mooi uit. Stik stof gaat wel, dank zij deluchtstik- stoffen. Kali gaat ook. Maar de fosforzuurmeslstofifen. die laten ons in den steek. Super wordt niet meer gefabriceerd. En slakkenmeel, verre weg de grootste lostorzuurbron inoet uit België komen. Wijgebrui. ken daarvan per jaar zoo'n 4UU.ÜUU ton. Nu beloofden ze ons begin December 20 000 ton. Dat is een twintigste deel Wij waren al blij met dat twintigste deel. Maar nu blijkt, dai het vervoer naar ons laud zulke groole bezwaren biedt, mogen wij al heel erg blij zijn als zelfs dit beetje hier al vast maar eens binnen is Dat zijn dus geen gunstige voor- Na een vrij langdurige ongesteldheid heeft burgemeester Dr. W. de Vlugt zijn werkzaamheden ten stadhuize hervat. In verband hiermede heeft een deputatie van kunstschilders en beeldende kunstenaars een bezoek ge bracht bij den burgemeester op zijn werkkamer ten stadhuize, om hem geluk te wenschen met zijn herstel. v.l.n.r. Piet van Wijngaerdt (na mens de Hollandsche kunstenaarskring)Jan de Boer (die den Burgemees ter toespreekt namens de Amsterdamsche federatie van beeldende kunste naarsverenigingen), Gerard van Vliet (namens Mij. „Rembrandt") en bur gemeester Dr. W. de Vlugt. uitlichten. Zij. die gewoon waren met slak kenmeel te mesten, kunnen het dikwijls wel eens een keer zonder stellen. Deze fosforzuurmest leent zich nl. hijzonder voor voorraad- vorming in den grond en in tijden van gebrek als wij doormaken, komt dat den geregeïden slakkenmeel- gebruikers goed te stade. Voor hen zijn de vooruitzichten niet zoo ongunstig als voor anderen, maar toch, om van het land een verhoofcde opbrengst van land- en tuinbouwproducten te krijgen, daar is zoodoende veel minder kans op. AGRICOLA. (Nadruk verboden.) Verloren knoop wees het spoor. Een verloren knoop van een jas heelt geleid tot de arrestatie van 2 jongens van 18 jaar, verdacht van inbraak en dielstal in een winkel van de weduwe B. aan de Willem Prinsenstraat te Helmond. De jongelui zagen Zondagavond, dat de weduwe en haar inwonende dochter den winkel verlieten, wat voor hen aanleiding was een poging te ondernemen het huis binnen te dringen. Deze poging gelukte en eenmaal Pinnen, dooi zochten zij net huis. Zij legdtn beslag op 1 275 aan klein geld en namen en passant 27 doosjes sigaretten mede Zij boigen den buit in een lederen tasch en verstopten dezen onder water in een sloot in de nabijheid, teneinde daar van later de geneugten te kunnen smaken. Edoch, hoe schoon de expeditie tot dusver ook was geslaagd, de speurzin der i olitie was vernuftiger dan de jongens ook maar in de verste verte vermoed hadden. Re chercheur van Hout vond bij zijn onderzoek in den winkel een afge- rukten knoop van een overjas, met een enkel draadje stof er aan. Met dezen knoop als uitgangspunt bracht de rechercheur bezoeken aan eenige personen van de „zwarte lijst" en daarbij slaagde hij er in de jas te vinden, welke bij den knoop be hoorde. Toen was het geval weldra opgelost. De politie ging over tot de arrestatie van den 18 jarigen M. en S. Laatstgenoemde legde een bekentenis af en op zijn aanwijzin gen werd de tasch met den buit uit het water gehaald, de sigaretten waren natuurlijk bedorven De beide jongens zijn op transport gesteld naar 's-Hertogenbosch, ten einde voorgeleid te worden aan den officier van Justitie. Doodelijk ongeluk op het station te Maastricht Woensdagavond is de mijnbeambte Daems op bet station te Maastricht door een locomotief gegrepen Daems, die bijziende was, wilde zich naar de mijn te Eygelshoven begeven. Hij werd ernstig gewond en is in het ziekenhuis overleden. Andermans varken geslacht. Tot nog toe onbekende personen hebben onder de gemeente Wilnis een diefstal gepleegd. Een gezin aldaar had een varkentje gekocht met net doel, dit dier op te fokken. Toen men Woensdagmorgen hetdier dat al een gewicht van zeventig pond had, wilde gaan voederen, bleek het gestolen te zijn. Men heeft verschil lende bloedsporen aangetroffenwaar uit viel af te leiden, dat men het varken in het hok heeft gedood en daarna vervoerd. De politie is er nog niet in geslaagd de daders op te sporen. Verdronken. Dinsdagavond laat is de ongeveer zestigjarige tramconducteur H. van Roosendaal te Nijmegen te water geraakt en verdronken. Arbeider bestal zijn patroon te Tilburg Uit de wollenstoffenfabriek der firma De Cock aan de Goirkestraat te Tilburg werden den laatsten tijd herhaaldelijk wollen dekens vermist. Aangezien men het vermoeden koesterde, dat deze diefstallen door eigen personeel werden bedreven, stelde de recherche zich verdacht op in de fabiiek Dit had tot resul taat, dat een der laatste avonden één der arbeiders der fabriek, zekere J. van T. uit Udenhout, op heeter- daad werd betrapt. Hij was de fabriek binnengekomen door middel van een hem toever trouwden sleutel, zoodat bij wel op ernstige wijze misbruik maakte van het in hem gestelde vertrouwen. De man legde bij zijn verhoor een volledige bekentenis af. In den loop van enkele maanden had hij kans gezien veertig dekens Ie ont vreemden. Hij zal naar het Huis van Bewaring te Breda worden overgebracht. Onderzocht wordt of van T. nog medeplichtigen had. Noodlottige sprong Gisteravond omstreeks half zes wilde een 29-jarige man bij den Buikslolerweg te Amsleidam aan het IJ nog juist een pont bereiken, die zich al in beweging had gezet. Van den wal trachtte hij op de pont te springen, doch de alstand was te groot. Hij kwam in 't water terecht en school onder het ijs. Een boot van de havenpolitie is onmiddellijk te hulp gesneld, doch eerst na 'n hall uur zoeken slaagde men er in het lichaam op te balen. De geneeskundige dunst steldtaan den walkant alle pogingen in het werk om de levensgeesten bij den man op te wtkken, doch tevergeefs. Hel lijk is naar het binnengast huis gebracht. ADVERTEERT IN DIT BLAD. roeps- staan nie o lang, krach dige, ,DE ECHO VAN HET ZUIDEN' 17) Dien avond had ze precies op tijcl de pap klaar, en een minuut later ver scheen Stephanota op de zaal. Bent u de verpleegster, die ik vanmorgen hier gezien heb? waren zijn eerste woorden. Ja, antwoordde ze even zakelijk als hij. De pap klaar? Goed. Geeft u ze hier, alstublieft. Ze hield hem het bord voor, hij nam het aan, en liet er zeer behoedzaam een kleurlooze vloeistof in druppelen uit een blauw fleschje, dat hij uit zijn zak haalde en in de hand verborg. De patiënt keek nieuwsgierig toe, met iets als afkeuring in zijn oogen. Ik kan geen slaapmiddelen ver dragen dokter, zei hij wrevelig. Ze hel pen me geen steek en ik krijg er bar stende hoofdpijn van ik heb er al veel te veel geslikt. Dat heb ik al gezien, zei Stepha nota rustig. Maar wat ik nu geef, zal helpen en u zult er ook geen hoofdpijn van krijgen. Laat hij het langzaam op eten, zuster. Toen hij weg was, keek de patiënt haar smeekend aan. Laat me het niet innemen, zus ter, jammerde hij. Ik geloof er niet in, en het zal me vast en zeker nog mise raheler maken. Ik geloof er wel in ik weet zelf niet, waaromen u zult 't net jes innemen. Onwillig en mopperend at hij de pap op en toen de laatste lepel naar bin nen was, liet hij zich met 'n gegrom van protest achterover vallen. Madge trok zicli daar al heel weinig van aan. De man sliep door tot Madge werd afgelost en werd verkwikt wakker zonder een zweem van hoofdpijn. Ik heb écht geslapen, zei hij, en ik voel me uitstekend beter, dan in maanden het geval is geweest. Dat komt van dat goedje, dat die vreem de dokter me gegeven beeft. Wat kan dat geweest zijn, zuster? Vraagt u hem dat maar liever zelf, zei Madge lakoniek, terwijl zij de zaal verliet. HOOFDSTUK VIII. Het laboratorium, dat aan Stepha nota was toegewezen, bestond uit een afzonderlijk gebouwtje en lag achter in den tuin, die voor het gebruik dei- verpleegsters bestemd was. Toen Madge den volgenden middag over de paden drentelde, ging de deur van hel laboratorium open en Ambrose Ste phanota kwam naar buiten; hij sloot dc deur zorgvuldig achter zich en stak den sleutel in zijn zak. Zou hij haar opmerken en haar aan spreken? vroeg ze zich af. Maar hij passeerde haar zonder een blik, liep naar het einde van het pad, keerde daar om en beende met groote stappen weer terug. Blijkbaar had hij haar aanwezigheid zelfs niet opge merkt. Madge beet zich op de lippen en wierp een steelschen blik op hem, toen hij weer langs haar kwam; daarna haalde ze haar zakdoek te voorschijn, liet dien op het pad vallen en dren telde langzaam verder. Aan het eind van het pad, bij het laboratorium, draaide hij om, en Madge, die het an dere eind had bereikt, wandelde ook terug. Ze zag hem stilstaan bij den zakdoek; toen hukte hij en raapte hem op. Haar hart klopte sneller, maar ze liep verder zonder iets te laten blij ken en toen hij haar voorbij was, keek ze om; juist bijtijds, om te zien, hoe hij den zakdoek in een der bloemper ken smeet. Ze klemde haar tanden opeen en haar oogen vonkten; ze sloeg een zij pad in om hem niet meer te ontmoe ten; maar ze bleef hem in 't oog hou den tot hij de deur van het laborato rium weer ontsloot en naar binnen ging- Na een poosje kwam hij weer te voorschijn, alsof hij te ongedurig was om binnen te blijven en Madge sloot haar hoek en begon om zich heen te kijken alsof ze iets zocht en blijkbaar met zóó gespannen aandacht, dat ze bijna tegen hem aanbotste. O, neemt u me niet kwalijk! sta melde zij, in kcurig-gespeelde verwar ring. Het was mijn schuld, ik keek niet uit, waar ik liep. Zoekt u iets? Ja, mijn zakdoek. Ik ben hem kwijt. Ik denk, dat ik hem ergens heb laten vallen, want ik weet, dat ik hem nog had toen ik hier kwam. Zakdoek? peinsde hij, alsof hij zich iets trachtte te herinneren. O ja, ik heb er daarstraks een zien liggen. Juist, nu weet ik het weer. Hij hangt daar in dien struik. Hoe is 't moge lijk, dat u dat niet gezien hebt? vroeg hij, terwijl hij haar plotseling opmerk zaam aankeek. Aangezien zakdoeken niet kun nen vliegen als vogels, heb ik zóó hoog niet gekeken. Ik vrees, dat ik hem daar heb neergegooid, zei hij. Wacht, ik zal hem voor u halen. Hij stapte door het bloemperk, meedoogenloos de bloemen vertrap pend en bracht haar den zakdoek. Hier is hij, zei hij. Toen kwam er een glimp van herkennen in zijn oogen. Heb ik u al eens niet eerdei gezien? vroeg hij. Neen, ik geloof liet niet, zei Mad ge op haar lief talligste manier. Niet? Ik dacht van wel; maar jullie verpleegsters lijkt ook allemaal precies op elkaar. Madge glimlachte. Niet bepaald een compliment, ging hij voort, als tot zichzelf. En ook niet eerlijk, want u bent heel mooi. Dat is in elk geval een compli ment, zei ze. Had ik dat niet mogen zeggen? vroeg hij lachend en keek haar onder zoekend aan. Maar het is waar. Heeft niemand u dat nog ooit gezegd?? Niemand heeft het ooitge durfd! antwoordde Madge. - Niet? Dat is vreemd. Maar u hebt toch wel een spiegel? Die houdt zijn mond gelukkig maar voor hem. O, u zoudt hem niet stukgooien! zei hij verstrooid. Nu nog niet. Over twintig jaar, als hij u een ingevallen, gerimpeld gezicht toont, met oogen, die rood van het huilen en bleeke, strakke lippen, dan zult u misschien verlangen, het ding aan scherven te gooien. Maarnu niet, o neen! U glim lacht hem dankbaar genoeg toe vooi de aangename waarheden, die hij u zegt Twintig jaar is lang, zei ze pein zend. Vindt u? vroeg hij. Neen, 't is niet zoo heel lang, niet zoo heel lang voor wetenschap of Lunst. Maar voor een vrouw een meisje U bent nog een meisje, is 't niet? Hoe oud bent u? Kunt u, die zoo knap bent, zoo als ze zeggen, datn iet raden? vroeg Madge glimlachend. Geef me uw hand eens, zei hij. Ze hield hem haar goedgevormde hand voor. Een mooie hand, zei hij, als in gedachten. Een intelligente hand. Ik vraag me af, hoe u aan die verheven heid onder den duim komt. Zooiets heb ik nog maar ééns gezien. Waar? vroeg Madge met onder drukte opwinding. Waar? dat weet ik niet meer. Ik ben geen handlijn kundige. Waarom wilde ik uw hand ook weer bekijken? Ah ja, ik weet 't alweer. Juist. U bent twintig jaar. Ja, zei Madge. Hoe weet u dat? Heel eenvoudig, zei hij laconiek. Er zijn lijnen, die met twintig jaar dieper worden, en andere, die vóór dien leeftijd niet te zien zijn. Twintig jaar en mooi. Ik veronderstel, dat u het leven de moeite waard vindt? Waarom eigenlijk, dat zou ik wel eens willen weten. Vindt u het leven dan niet de moeite waard, mijnheer Stephanota? vroeg ze. .Ik? Ja, zei hij nadrukkelijk ui met half verachtelijke verbazing. Ik heb nog zooveel te bestudeeren. Maar u. Ik hel) misschien óók nog veel te bestudeeren veel te ontdekken, zei ze gedempt. Hij lachte met een neerbuigendheid, die haar woedend maakte. Vrouwen denken alleen aan lief de, en leven voor niets anders, zei hij rustig. Dat heb ik tenminste hooren vertellen. Ik weet het niet. Ze interes seeren me niet. Ik heb andere dingen om aan te denken. Hij fronste zijn voorhoofd, alsof die woorden hem aan iets herinnerden en zonder nog een woord te spreken, keerde hij zich om en liet haar staan. (Wordt vervolgd). I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 4