Gemeenteraadverslagen. BINNENLAND De KEMA en |f Philips „Bi-Arlita" f lampen van het heele Oost-Afrikaansche ko loniale rijk met inbegrip van Erytrea en Somaliland, bevindt. Er zijn Itali- aansche ponnetroepen achtergebleven, die de bescherming van de burgerbe volking op zich hebben genomen. Over den tegenwoordigen toestand in Addis Abeba zijn te Rome slechts ra dioberichten ontvangen, die melden, dat het bij de bezetting niet tot inci denten is gekomen. Bij de burgerbe volking zijn geen slachtoffers. De te genstand van de Italiaansche troepen in Oost-Afrika duurt ook na de bezet ting van Addis Abeba voort. Een nieu we verdedigingslinie is opgeworpen. MATSOEOKA TE MOSKOU. Matsoeoka is gisteren met zijn ge zelschap te Moskou aangekomen. Van de Sowjetgrens af was den minister door de regêering een speciale wagon ter beschikking gesteld. Te zijner ont vangst waren o.a. aanwezig de plaats vervangende volkscommissaris van buitenlandsche zaken Lozowski en de Japansche ambasadeur Nilsji evenals de gezanten van de bij het drie-mo- gendhedenpact aangesloten landen. Na de begroeting gai' de Japansche minister uiting aan zijn tevredenheid over het beloop van zijn reis. Vooral groote sympathie en het begrip voor het Japansche volk in het IJuitsclie en Italiaansche volk, hebben grooten in druk op hem gemaakt. daadwerkelijken steun te onthouden. Zoo gij niet over vrijen tijd beschikt 0111 u in de rijen der collectanten te scharen, offert dan spontaan, wanneer deze laatsten zich andermaal aan uw deur vervoegen. Doch ook vele helpende handen zijn nog noodig en daarom roepen wij al len op, die enkele uren behulpzaam kunnen zijn bij het inzamelen. Meldt u zoo spoedig mogelijk als collectant bij het plaatselijk bureau van de Win terhulp in uw woonplaats. Ook op de werkgevers wordt ander maal gerekend, dat zij hun personeel in de gelegenheid stellen om voor de Winterhulp te collecteeren. Laat een ieder het zijne bijdragen voor de komende actie. Toont uw medewerking, in welken vorm ook. Helpt mede den nood in eigen volk te verzachten. DE WAARDE BONS VAN WINTERHULP NEDERLAND. De directeur-generaal van de stich ting Winterhulp Nederland maakt he kend, dat de termijn, waarbinnen de waardebonnen serie a, b, c, d en e bij de winkeliers en handelaren kunnen worden aangeboden, in afwijking van den op de voorzijde vermelden tekst, is verlengd tot uiterlijk 31 Mei 1911. De verzilvering van deze series waardebonnen hij alle banken en spaarbanken, kan eveneens in afwij king van den op de rugzijde vermel den tekst geschieden tot 31 Juli 1941. De banken en spaarbanken kunnen de ingewisselde waardebons uiterlijk den 15en Augustus 1941 inzenden bij de Kasvereeniging N.V. te Amsterdam. Deze maatregel is getroffen in ver band met het feit, dat uit het publiek den wensch naar voren is gekomen over een ruimere periode in de gele genheid te worden gesteld, op deze wijze goederen aan te koopen. DANSEN IN OPENBAAR VERBODEN. De commissaris-generaal voor het Veilighcidswezen, de hoogere S.S.- en politieleider S.S. Brigadeführer Rau- ter, heeft op grond der verordening van den Rijkscommissaris nr. 20 van 1941 verordend, dat alle openbare dansvermaak, tot nader order verbo den is. Reeds uitgereikte vergunningen vervallen hiermee. Handelingen, in strijd hiermede, worden naar den maatstaf der genoemde verordening bestraft. Deze verordening wordt door haar publicatie per radio en in de pers van kracht. GEEN BIJEENKOMSTEN IN PAASCHTIJD. De hoogere S.S.- en Politieleider en Commissaris-Generaal voor de veilig heid heeft voor het tijdvank van 11 tot en met 14 April een Paaschrust voorgeschreven, hetgeen beteekent dat op Vrijdag, Zaterdag, Zondag en Maan dag a.s. in Nederland geen bijeenkom sten mogen plaats vinden. NA 1 MEI GEEN VERGOEDING VOOR VERWARMING BIJ INKWARTIERING. Blijkens een bericht van den secre taris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken aan de bur gemeesters, mag met ingang van 1 Mei a.s. geen vergoeding voor verwarming bij inkwartiering meer worden toege kend. EEN OPROEP VAN DE WINTERHULP. Wij staan niet ver meer af van de derde lijstcollecte, die de stichting Winterhulp Nederland als voorlaatste actie voor dezen winter zal houden, en wel van Dinsdag 15 tot en met Zater dag 19 April a.s. Wederom zal van een ieder een offer worden gevraagd, want de nood is nog steeds zeer groot. Nog steeds stroomen de aanvragen binnen en in alle deelen van het land wordt nog armoede ge leden. Daarvan moet ieder van ons zich bewust zijn en dan zal ook nie mand zich onttrekken om mede te werken aan de groote taak: het onge daan maken van deze wantoestanden. Iedere landgenoot kan en moet hier in het zijne bijdragen, in welken vorm ook. Doet tenminste iels, en blijft niet afzijdig door slechts toe te zien en uw SPRANG—CAPELLE. Oprichting Landbouwhuis- houdcursus. Voorstellen van den heer Versteeg af gewezen. Nieuwe straat namen en huisnummering. De raad dezer gemeente kwam Vrij dagavond in openbare vergadering bij een, onder leiding van burgemeester Smit. Secretaris de heer de Visser. De heeren Middelkoop en J. Vos waren af wezig. Na de gebruikelijke opening met ge bed, werden de notulen der vorige ver gadering goedgekeurd. Ingekomen stukken: a. bericht van J. Vos, dat hij we gens ziekte verhinderd is deze verga dering bij te wonen; b. proces-verbaal van opname van kas en boeken bij den gemeente-ont vanger; c. schrijven van Ged. Staten, dat de begrootingswijziging 1940 is goedge keurd; d. alsvoren, waarin namens den secr.-generaal van Binnenlandsche Za ken bericht wordt over te gaan tot in trekking van de verordening tot heffing van opcenten op de gemeentefondsbe lasting. Accoord. e. alsvoren, tot het verleenen van een kindertoelage en tijdelijke toelage aan de lager bezoldigde burgemeesters, secretarissen en ontvangers, tot een be drag van 6 op de bruto wedde, mits deze niet hooger is dan 1900. Voor deze gemeente is dit alleen van toepas sing op den gemeente-ontvanger. Accoord. f. alsvoren, dat het arbeidsovereeri- komstenbesluit niet van toepassing is, op de drie personen van den vasten kern van den luchtbeschermingsdienst, daar deze door het Rijk gesalarieerd worden; g. adres van J. v. d. Schans en J. W. Nieuwenhuijzen te Sprang-Capelle, resp. voorzitter en secretaris van de Slagersvereeniging, waarin deze, na mens genoemde vereeniging voorstel len, de slagerswinkels op Dinsdagmid dag, na 1 uur te mogen sluiten, mits in die week geen erkend Chr. feestdag voorkomt. Accoord. Wijziging gemeentebegrooting 1940. De voorzitter zegt, dat bij het vast stellen van de rekening 1939, een batig saldo aanwezig was, van 10589.64. Ged. Staten eischen nu van de ge meente, dat hen een voorschot van 2019.— wordt teruggegeven. B. en W. gaan daar niet mee ac coord. Het betreft hier n.l. de Woning bouwvereniging in Capelle, die steeds een achterstallige schuld heeft gehad van 13338.42. De achterstallige in komsten zijn te ramen op 18773.— waarbij dan die 13338.42 achterstal lige schuld van de Woningbouwver. inbegrepen is. Het gaat dus niet op nu 2000.— op de gemeente te gaan ver halen. B. en W. willen daarom den raad voorstellen, daartegen stelling te kiezen. Die schuld dateert al van jaren her en om daar nu de rekening 1939 mee te drukken is onbillijk, want daar zit de consequentie aan vast, dat het Rijk 2000 terug ontvangen wil, van het geld dat de gemeente zelf nog niet ontvangen heeft en de eerste tien jaren ook wel niet ontvangen zal. Zouden Ged. St. dit niet toestaan, dan vragen B. en W. den raad machtiging in be roep te gaan bij de Kroon. De heer de Bas kan het standpunt van B. en W. onderschrijven. Het is al zoo moeilijk de begrooting sluitend te maken en als men nu nog jaren her terug gaat, is het werk heelemaal niet meer bij te houden. De voorzitter meent zelfs, dat al eens achterstallige inkomsten geraamd zijn en dat mocht toen niet. Er zijn verge lijkingen aan te wijzen met andere ge meenten, die niets behoefden te restitu- eeren. Spr. weet niet of er in dezen dy- namieken tijd misschien een ander standpunt te dien aanzien gekomen is. De raad gaat er mee accoord, dat de gemeente tegen dit ingrijpen van Ged. Staten stelling neemt en besluit om het desnoods tot in hoogste instantie uit te zoeken. Wijziging gemeenebegrooting 1941. De voorzitter deelt mede, dat in ver band met de nieuwe financieele verhou dingen tusschen Rijk en Gemeenten en de nieuwe belastingheffingen, de be grooting 1941 gewijzigd moet worden. Het tekort, dat aanvankelijk geraamd was op 12800.kan met ruim 4500.verlaagd worden en ge bracht op 8248.50. Daar komt echter nog bij een terug te betalen bedrag aan het gemeentefonds van 1200.44. Het tekort wordt daardoor gebracht op 9448.94. De raad gaat met deze wijzigingen accoord. Voor B-steun wordt voor 1941 een bedrag beschikbaar gesteld van 931.75. Voor rekening der gemeente komt daarvan 287.—. De rest komt ten laste van het Rijk. De verordening tot heffing en invor dering van begrafenisrechten, wordt op verzoek van Ged. Staten gewijzigd, om daar uit te laten blijken, door wie de rechten verschuldigd zijn. Ook de verordening veldwachters moest, een kleine wijziging ondergaan, betreffende het bij het vaststellen van den pensioengrondslag niet meetellen van het aantal dienstjaren doorgebracht bij het Wapen der Marechaussee of Politietroepen. Landbouwhuishoudcursus. De voorzitter leest een schrijven voor van het Dag. Bestuur van de N.Brab. Mij. van Landbouw, waarin het voor nemen wordt uitgesproken in deze ge- meente een landbouwhuishoudcursus te openen met Rijkssteun. 70 der netto kosten zullen door het Rijk worden ge dragen, mits de gemeente de resteeren- de 30 voteert. Wanneer er nog bij dragen komen van particulieren en an" dere instellingen, kunnen deze op de gemeentesom in mindering worden ge bracht. De voorzitter zegt dat een dergelij- ken cursus al meer in de gemeente ge houden is. Er werd toen 2 dagen in de week les gegeven en deze lessen waren druk bezocht door meisjes uit de omge ving. Het leerplan van dezen cursus is zeer uitgebreid en bevat o.m. wasschen, stoppen, koken, warenleer enz. B. en Wwillen geen verhinderend beletsel vormen deze kennis bij te brengen en stellen voor de gevraagde subsidie te verleenen. Dit kan ten deele geschieden in het beschikbaar stellen van het gym nastieklokaal van de Oude school "in Capelle. Er zal dan nog maar een klein bedrag overblijven. De raad kan zich daarmee vereeni gen. Afrekening vergoedingen bijz. lager onderwijs. De voorzitter deelt mede, dat de ge meente van de bijz. school te Sprang nog een voorschot te vorderen heeft van 97.02 en van die te Capelle van 171.64, resp. over de jaren '34-'38 en 35'37. In totaal werd over die jaren aan voorschotten verstrekt aan de school te Sprang 7852.12, aan de school te Capelle 4228.36. Het punt voorzieningen in verband met de invoering van het vak Lich. Oefeningen aan de openbare lagere school, werd van de agenda afgevoerd, daar nog geen advies was ingekomen van de inspectrice van het l.o. Voorstellen van den heer Versteeg. De voorzitter wil te dien aanzien al leen in het kort mededeelen, dat B. en W. die voorstellen niet kunnen onder steunen en dus ook niet overnemen. Wat spr. zelf betreft, zegt hij zich bui ten de discussies te houden. Spr. heeft er indertijd het zijne van gezegd en de heeren kennen zijn standpunt. De heer van Willigenburg (weth.): Wat is de KEMA De heer Versteeg verdedigt zijn voorstellen dan als volgt: De heer van Willigenburg zal op de woorden van den heer Versteeg weinig antwoorden. Wanneer deze het meent, zooals hij het voorstelt dan is dat zijn goed recht. «Men moet echter ook het standpunt van een ander kunnen eer biedigen en niet rneenen dat daar lui heid of zwakheid achter zit. De heer Versteeg heeft gegeneraliseerd en g.e- predikt. Spr. vraagt zich af: wat is Zon dagsheiliging, als men dit tot uitdruk king wil brengen op de overheid? Is dat dan voor het eerste of voor het vierde gebod. Of soms voor alle tien? Spr. kan een standpunt begrijpen en eerbiedigen, maar hij verwacht dan ook, dat men het standpunt van een an der eerbiedigt en nogmaals gezegd, daar geen luiheid of angst achter zoekt. De heer Versteeg kan de woorden van den wethouder niet begrijpen, als hij het program van de A.R. nagaat. Daarmee is alles gezegd. De heer Verheijden was oorspronke lijk van plan, over deze kwestie niets te zeggen, maar kan daar nu toch niet overheen. Spr. betreurt het, dat men in deze droeve tijden over een dergelijk onderwerp twist en tweedracht gaat zaaien. Wij moeten probeeren één te zijn. Spr. kan daar nog wel een heele boom over op zetten, maar heeft daar nu geen zin in. De heer Versteeg wil zijn voorstellen dan eenigszins wijzigen aan de hand van de Zondagswet. Spr. meent dat het mogelijk is cafésluiting toe te passen, gedurende den tijd dat er kerkdiensten zijn. De voorzitter zegt, dat op bevel van hooger hand, de Zondagswet tijdelijk buiten werking is gesteld. Spr. vraagt den secretaris het betreffende schrijven even op te zoeken. De heer Versteeg wenscht toch een wijziging in dien geest, als het mogelijk is. De heer Verheijden zegt, dat nu vele verkeersmiddelen ontbreken. Het gaat dan toch niet aan bij voorkomende ge vallen de menschen in de kou te laten staan, als er een café in de buurt is. Dit zou wel het geval zijn, als de voorstel len van den heer Versteeg werden aan genomen. Spr. zegt dat men toch maar goed moet begrijpen, dat we nu infèen heel andere wereld leven. Spr. heeft dat al onder 4 oogen tot den heer Ver steeg gezegd, maar wil het nu nog wel eens in het publiek zeggen. Wees voor zichtig, zegt spr. Hij kan het ingenomen standpunt wel begrijpen, maar dat zit voor het grootste deel in je opvoeding, wendt spr. zich tot den heer Versteeg. Men moet in deze omstandigheden eens wat verder kijken, dan zijn neus gang is, anders komt men er niet. Spr. maant nogmaals tot groote voorzichtigheid. De heer Versteeg: Men moet niets anders volbrengen, dan God van ons eischt. De voorzitter vraagt of het voorstel van den heer Versteeg gesteund wordt. Dit is niet het geval. Het kan dus verder geen punt van bespreking meer uitmaken. De voorzitter doet dan nog enkele mededeelingen. Spr. zegt dat eertijds in den raad besloten was, de havens te baggeren. Er was toen gerekend op 3000 m3 voor een som van 1200. Het is echter 9363 m3 geworden, voor een bedrag van 4122.36. De heer de Bas meent, dat het hog bijna niet te zien is dat er zooveel mod der is uitgehaald. Spr. vraagt waar mea met die modder dan allemaal gebleven is. Een en ander lijkt spr. maar moei lijk te controleeren. De voorzitter zegt, dat de controle is uitgeoefend door den gemeente-opzich ter. Deze was zeer ingewikkeld, daar er nu ineens op den kant gebaggerd werd. Vroeger ging het in aken en daar men wist hoeveel er in een aak ging, behoefde men het aantal maar te tellen, om te weten hoeveel er uitgehaald was. De heer de Bas is toch nieuwsgierig hoe de controle in dit geval dan ge beurd is. De voorzitter is ook geen deskundi ge, maar wil in de volgende vergade ring wel een rapport voorleggen van den gemeenteopzichter. De heer Verheijden zegt dat het dan nog veel onduidelijker zal zijn. Spr. heeft de berekeningen gezien en noemt deze als oud zakenman, zeer approca- tief. Intusschen heeft de secretaris het schrijven van de Zondagswet-toepas sing meegebracht, waarop de voorzit ter den heer Versteeg mededeelt, dat deze voorloopig buiten werking is ge steld, door de bezettende macht. De voorzitter deelt vervolgens nog mede, dat de Algemeene Begraafplaats nagenoeg gereed gekomen is. Spr. wil de heeren uitnoodigen om deze eerst daags gezamenlijk eens te gaan bezich tigen. De heer Kerst heeft vanuit de verte het lijkenhuisje gezien. Misschien komt er toch niets in zegt spr., en dan was het goed te gebruiken als schuilplaats bij toespraken, bijv. in den winter als het koud is, of bij slecht weer. Mijnheer de Voorzitter, Naar aanleiding van het voorstel-Versteeg heb ik de eer namens de rechtsche raadsfractie het volgende te verklaren. Alhoewel wij persoonlijk als A.R. en C.H. over Zondagsheiliging gelijk denken als de heer Versteeg, toch kunnen wij op principieele gron den zijn voorstel niet steunen. Ook zouden wij in dezen tijd hierover geen debat hebben gezocht; gedwongen zijnde, zullen wij hierover ons standpunt uiteen zetten. Naar onze meening is de taak der Overheid, het bevorderen van Zondagsrust en niet van Zondagsheiliging, daarom vragen wij van de Overheid: le. dat zij zelf op den Zondag, zooveel mo gelijk rusten zal en dat in al haar ver takkingen; 2e. dat zij in die richting haar wetgeving heeft te sturen; 3e. dat zij in haar arbeidswetgeving en in haar concessiën geheel of gedeeltelijk stil stand van zaken op den rustdag bedingt en dat om tweeërlei doel: a. Vrijlating van. den dag des Heeren; b. Het belang des volks te dienen. Over het laatste hebben wij niet veel te zeg gen, dat wordt vrijwel algemeen aanvaard, ook in andere kringen dan de onze. Maar vrijlating van den dag des Heeren is het hoofddoel. De overheid erkenne den Zondag als den dag des Heeren en daarin ligt dan vanzelf den roep dien dag te heiligen, maar zij dwingt daartoe niet, wijl dit buiten haai* taak zou vallen. Zij roept daartoe slechts de noodige rust in het leven. Hoe van die rust gebruik gemaakt wordt is wel van groote beteekenis voor den De groote gemeenten en de provincies van Nederland be zitten eigen electrische netten. Om de mogelijkheid te schep pen, electrotechnisch materiaal te keuren, hebben zij samen een laboratorium gesticht. Dat laboratorium voor de Keuring van Electrotechnisch Materiaal te Arnhem wordt kortheids halve met Kema aangeduid. Het staat onder leiding van Prof. Ir. J. C. van Staveren. Door een daartoe aangewezen commissie van de KEMA worden voorschriften vastgesteld voor electrotechnisch materiaal. Iedere fabrikant kan zijn kabels, stofzuigers, schakelaars, strijk bouten, gloeilampen, of wat dan ook, aan de Kema opzenden en het KEMA-laboratorium stelt dan vast of aan deze voor schriften is voldaan. De eischen voor gloeilampen zgn vele. Zij worden gekeurd op veiligheid en lichtgevend vermogen, op stroomverbruik, blijvende helderheid en levens duur. De Kema geeft Philips het recht te verklaren, dat de Philips „Bi-Arlita" lampen aan alle eischen voldoen en dat de „Bi-Arlita" lampen, die U in den winkel vindt, onder voort durende controle van het KEMA-laboratorium staan. N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN EINDHOVEN mensch zelf, maar de overheid heeft hier geen dwingende taak. De overheid heeft alleen te zorgen dat zij die den Sabbath willen heiligen, daarin door ande ren niet gehinderd worden. Dwang tot heiliging is alleen de taak der Kerk, zij trachte het volk door haar prediking en haar vermaan hiertoe op te voeden. Heeft de overheid alzoo niet een positieve taak, wel heeft zij een negatieve taak. De overheid heeft te zorgen dat de Zondags heiliging zich vrijelijk kan ontwikkelen door het scheppen en handhaven van uitwendige voor waarden. Zij zorge dat de godsdienstoefeningen niet worden gehinderd door getier of geraas in de buurt van kerkgebouwen, dat geen kwaadwil ligen de rust aldaar verstoren, dat de gewijde stemming op den openbare weg niet worde weg genomen, door rumoer of venten. Zij geve haar personeel zooveel mogelijk ge legenheid de kerk te bezoeken en geve alzoo zelf een goed voorbeeld. Mijnheer de Voorzitter, Ook ten opzichte van het vloekverbod kunnen wij niet meegaan. Ook op dit terrein staat het voor ons niet vast, dat hier een taak ligt voor de overheid, maar wat meer is, hier is moeilijk uit te maken, wat men onder vloeken moet verstaan en wat strafbaar kan gesteld worden. Het zou ons inziens alleen een taak voor de overheid kunnen liggen, als er sprake was van opzettelijk lasteren van Gods Naam, maar gelukkig komt dit hier niet voor. Alzoo, mijnheer de Voorzitter, kunnen wij de voorstellen-Versteeg niet steunen. Mijnheer de Voorzitter, Een zware en ver antwoordelijke taak om deze voorstellen, het tegengaan van het ontheiligen van Gods Dag, in Uw Raad te verdedigen rust op me. De vraag of de overheid geroepen is tot deze taak beantwoorden wij vanzelf met ja, en wel op grond van Gods Woord, hetwelk wij dan ook gebruiken willen om dit voorstel te verde digen. Om aan een geuit bezwaar omtrent het woord „Zondagsheiliging" tegemoet te komen, wil ik even opmerken, dat de overheid geroe pen is om (dan juister uitgedrukt) het ontheili gen van Gods Dag tegen te gaan, wanneer dit in 't openbaar geschiedt, en eveneens tegen te gaan dat Gods Naam in 't openbaar wordt ge lasterd. M. d. V., Zie mij niet aan als zou ik mij zelf beter achten dan één Uwer, ja het omgekeerde is eerder waar. Maar de nood is mij opgelegd en wee mij, ja wee ook U, zoo gij deze zaken niet bevordert. Mogelijk zullen er wezen die dit alles dwaasheid vinden. Dit is niets nieuws. Maar weet dan dat God juist het dwaze dezer wereld heeft uitverkoren om het wijze dezer wereld te beschamen. Ook eigen eer begeeren wij niet, maar wij zoeken de eere Gods. En nu, mijne heeren, zie voor Uzelf toe wat gij te doen hebt. Weet dat gelijk ten tijde van Koning David de verderfengel stond tusschen den hemel en de aarde, met het uitgetrokken zwaard in de hand om toe te slaan, en ook thans staat die Engel gereed. Gij, mijne heeren, de z.g. rechtsche zijde dezer Raad, gij weet zelf het beste hoe Uw program ma luidt. Zeg nu niet, het is thans geen tijd, het is wel de tijd; let toch op de bedreigingen, maar ook op de beloften des Heeren. Zijn bedreigingen worden uitgevoerd, omdat Hij op allerlei wijze wordt onteerd. En indien het nu de tijd niet is, wanneer is het de tijd dan wel geweest. Hoeveel jaren hebt gij uw programma reeds. Zie voor uzelf toe, o ik bid U dat gij niet in het oordeel der ver harding valt. Kiest thans wien gij dienen zult, Christus of de wereld. Wees niet dubbelhartig, wees niet lauw, opdat God U niet uitspuwe. Weet ook dit, dat een overheid niet alleen verantwoordelijk is voor zichzelf, maar ook voor diegenen over wie zij gesteld is, ik bedoel dit, wanneer een koning zondigt, zoo doet hij dit niet voor zichzelf alleen, maar ook komt de straf op zijn onderdanen. M. d. V., Ik wenschte wel dat ik Uw Raad kon en mocht bewegen, zich met deze voor stellen te vereenigen, wetende de schrik des Heeren. Mijne heeren, tenslotte, eenieder wete zijn verantwoordelijkheid, eens zal dit van U ge vraagd worden of gij dit gelooven wilt of niet. Zoo gij deze voorstellen tegenstaat, zal deze ure U eens in 't aangezicht vliegen. Ik heb gezegd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 2