GEMENGD NIEUWS BURGERLIJKE STAND LAATSTE BERICHTEN VERVOLG PROVINCIAAL NIEUWS ga Aardbeving treft Mexico. Een zware aardbeving heeft Dins dagmiddag van 13 uur 12 tot 13 uur 15 de stad Mexico geteisterd. Talrijke huizen werden beschadigd. Een in aanbouw zijnde bioscoop stortte ge deeltelijk in. Van uit een twaalf verdiepingen bestaanden wolken krabber zijn vijt etages ingestort De muren kwamen neer op straat. Tegelijkertijd woedde in het stads deel Santa Maria een groole brand. Omtrent het aantal dooden zijn nog geen berichten ontvangen. Zooals later werd bericht is door de zware aardbeving van Dinsdag middag de stad Colima, die ongeveer 22.000 inwoners telt, voor 't grootste deel verwoest. Ook talrijke andere plaatsen in den gelijknamigen staat zijn door de aardbeving, die onge veer vijf minuten duurde, meer of minder zwaar geteisterd. Voorts is het in het geheele ge bied gekomen tot uitgestrekte bosch- branden. Bijzonderheden omtrent de katastrophe, die zich in Colima heeft afgespeeld, zijn hier nog niet bekend geworden, aangezien de stad op het oogenblik door de vernieling van de verbindingen en verkeers wegen volkomen van de buiten wereld is afgesneden, in geheel Colima is geen water en licht Aan genomen moet worden, dat talrijke dooden en gewonden te betreuren zijn. De autoriteiten hebben terstond maatregelen genomen om de nood lijdende bevolking zoo spoedig mo gelijk hulp te verleenen. United Press meldt uit Mexico Volgens de tot dusver verkregen opgaven uit de verschillende deelen des lands, die door de zware aard beving werden getroffen bedraagt het totale aantal dooden 174 en aat der gewonden vele honderden. Men vreest echter dat het eindcijfer nog hooger zal zijn, daar nog eenige berichten worden verwacht. Ongeluk op een onbewaakten overweg. Een vrachtauto van de firma J. H. Bevenberg te Loenen is op een onbewaakten overweg onder Eerbeek door een uit Dieren komenden trein gegrepen en een eind meege sleurd. De motor en de cabine werden van het chassis gerukt en ter zijde van de spoorbaangeslingerd. Een 12-jarig jongetje uit Rotter dam, dat uitde auto werd geslingerd, bleek op slag te zijn gedood. De eigenaar Revenberg en een knecht zijn beide zwaar gewond. Een ontzettende brand. Een geweldige brand, door feilen wind begunstigd, heeft zich over 820 huizen van de stad Tojama uitge breid. Ongeveer 5000 menschen werden dakloos. De schade wordt op 1,500,000 jen geschat. Een gefingeerde berooving. Bij de politie te Enschede had zekere M. D I. uit Den Haag aan gifte gedaan van de vermissing van ruim f400 en eenige sieraden. Vol gens zijn mededeeling zou hij door zekeren L. en diens echtgenoote zijn beroofd. Hij had met beiden in een café kennis gemaakt, na sluitingstijd was D. meegegaan naar de woning van L. en den volgenden dag werd het feest vooitgezet. Toen D. weer nuchter was, kwam hij tot de ontdekking, dat hij f400, welke hij ontvangen had om aan zijn patroon af te geven en in be waring had gegeven aan zijn hospita, vermiste. D, deed daarvan aangifte bij de politie; volgens zijn zeggen, had L., toen men de woning van D.'s hospita bezocht, de 400 gulden uit een kast gestolen. L. en zijn vrouw werden daarop aangehouden. Bij onderzoek bleek echter, dat D. zelf het geld had weggenomen en dat het zeer wel mogelijk was. dat het was opgemaakt. Het echtpaar L. werd toen uit de hechtenis ont slagen en D. werd ter beschikking van de justitie gesteld, wegens ver duistering en het dotn van valsche aangifte. WAALWIJK. Van 11 tot 18 April 1941. Geboren Francisca Cornelia Antonetta Maria, dv. W. A. M. Vos-Ligtenberg. Wilhel- mina Marina, dv. J. Hoogendoorn-Kop- pens. Gijsbertus Cornelius, zv. G. Kooij- mans-Veraa. Elisabeth Anna Maria. dv. Th. C. J. M. van der Heijden-Wouters. Jacoba Maria Gerarda, dv. M. G. van den Bogaerl-Hens, wonende te Papendrecht. Gijsberl Willem, zv. C. J. van Cacm- Melsen, wonende te Sprang-Capelle. Antonius Cornells, zv. H. Maas-van den Hoven, wonende te Drunen. Henrica Francina Wilhelmiha, dv. G. Hombouts- Beerens. Overleden J. B. J. van Helvoirt, oud zestien da gen. Aa. C. M. GrootswageFs, oud 3 weken, wonende te Loonopzand. A. J. van Oostrum, oud 82 jaren, weduw naar van Ja. Bobben. Huwelijksaangiften A. W. Brekelmans, oud 26 jaren en Aa. M. van de Pol, oud 22 jaren. H. J. L. van Breugel, oud 27 jaren, wonende te Amsterdam en Wa. H. A. M. van Delft, oud 28 jaren, te Waalwijk. F. F. X. Cerutti, oud 25j aren, wonende te 's-Gra- venhage en Tha. A. A. van Slobbe, oud 30 jaren, te Waalwijk. C. B. M. Ligt- voet, oud 25 jaren, wonende te Loonop zand en Aa. A. Vervoort, oud 25 jaren, te Waalwijk. H. de Munnik. oud 32 ja ren, wonende te Drunen en Ma. Kogels, oud 25 jaren, te Waalwijk. Huwelijken Th. G. M. van Delft, oud 27 jaren, wo nende te Moergestel en Ma. Weijers, oud 23 jaren, wonende te Waalwijk. II. J. J. Simonis, oud 33 jaren, wonende te Enschedé en Aa. C. Vrinte, oud 32 ja ren, wonende te Waalwijk. Ingekomen Th. W. A. van Lier van Grave. Ha. van Vlijmen van Vlijmen. C. de Jong van Sprang-Capelle. Wa. P. Becrens van Sprang-Capelle. Vertrokken Aa. M. Rockx naar Oud en Nieuw Gas tel. N. J. van Hoof naar Uedem (Dl.). J. J. A. Moll naar Maastricht. Ma. V. Weijers naar Moergestel. ADVERTEERT IN DIT BLAD DE STRIJD IN GRIEKENLAND. Het Italiaansche hoofdkwartier pu bliceert een extra weermachtsbericht, hel 315e, dat luidt: „De divisies van het elfde leger heb ben vanochtend, na bloedige gevech ten, haar opmarsch met onstuimig heid voortgezet, nadat op 14, 15 en 16 April bressen waren geslagen in de verdedigingslinies der Grieken. Het geheele vijandelijke front is in beroe ring." EGYPTE BESLUIT NON-BELLIGERENT TE BLIJVEN. Overeenkomstig het advies van hei Britsche oppercommando. S.P.T. meldt uit Ankara: In overeenstemming met de ziens wijze van de Egyptische regeering en met het advies van het Britsche op percommando, heeft het Egyptische parlement eenstemmig besloten dat Rgypte zijn houding van non-belligc- tie zal handhaven. VOORRADIGE SPIJSVETTEN. Verplichte inlevering op verlangen der Ned. Zuivel-Centrale. De secretaris-generaal van het de partement van Landbouw en Vissche- rij heeft het volgende bepaald: Hij die een hoeveelheid spijsvetten, spijsoliën of vetzuren voorhanden of in voorraad heeft is, indien de Ned. Zuivelcentrale dit verlangt, verplicht, deze hoeveelheid of een door de cen trale te bepalen gedeelte daarvan bij haar in te leveren op een nader door haar te bepalen tijdstip en wijze. Voor het ingeleverde wordt een ver goeding toegekend, welke zal worden vastgesteld door den directeur-gene raal van de voedselvoorziening. BEPERKING GEBRUIK VAN VERF. Voorwaarden waaronder dispensatie van het verbod wordt gegeven. Bij een beschikking van 26 Febru ari 1941 van den secretaris-generaal van het departement van Handel, Nij verheid en Scheepvaart werd hel aan een ieder, dus zoowel aan schilders en industrieele ondernemingen als aan particuliere personen, toegestaan, verf (uitgezonderd drukinkt) te gebrui ken, te verbruiken, te bewerken en/of te verwerken, onder voorwaarde, dat bij het gebruiken en verbruiken liet door den directeur van de Sectie verf en verfgrondstoffen van het Rijksbu reau voor Chemische Producten en daarvoor vast te stellen voorschrift no. 1 voor de uitvoering van schilder werken in acht wordt genomen. Onder verf wordt in dit verband verstaan alle gereede verfproducten in den ruimsten zin van het woord, zoo als b.v. alle soorten aangemaakte ver ven, verf dik in olie, lakverven, lak ken, vernissen, stopverf, plamuur. Met ingang van 1 Mei 1941 zal ge noemd voorschrift vervallen, terwijl met ingang van denzelfden datum voorschrift no. 2 voor de uitvoering van schilderwerken van kracht zal worden. Met ingang van genoemden datum zal het gebruiken, verbruiken, bewer ken en/of verwerken van verf (uitge zonderd drukinkt) dus slechts toege staan zijn onder voorwaarde, dat daarbij het voorschrift no. 2 voor de uitvoering van schilderwerken in acht wordt genomen. HET ZILVEREN JUBILEUM VAN Dr. LANGEMEIJER. Aanbieding van het Dr. Langemeijer- fonds. Heden, Vrijdag 18 April, herdacht Dr. Langemeijer zijn zilveren jubile um als arts dezer gemeente. Alhoewel zelf wars van alle feestvertoon. heeft hij tenslotte toch moeten zwichten voor den aandrang van tal van zijden om de gelegenheid te geven, hem ter gelegenheid van dit jubileum geluk te wenschen en wij gclooven dat de jubi laris daarvan geen spijt gehad zal heb ben. De overgroote en hartelijke be langstelling zullen hem ongetwijfeld goed gedaan hebben, als zoovele blij ken van dankbaarheid en waardee ring. Tevens gaf dit jubileum aanleiding tot de vorming van een Dr. Lange- meijerfonds, om daaruit de verple- gingskosten voor armlastigen en bc- hoeftigen, voor wie een langer ver blijf in liet Ziekenhuis gewenscht is, te kunnen voldoen. Dit laatste vooral was reeds langen tijd een wensch van den jubilaris en het zal hein'zeker tot tevredenheid stemmen, dat die wensch nu met zijn jubileum in vervulHVi'g is gegaan. Voor dit fonds is een bru- to-bedrag bijeengebracht van ruim TOM RADERSMA: PLOEGEN EN ZAAIEN, EINDELIJK... MAAIEN. De eerste boeren. Ze trokken over de vlakten, ze von den nergens rust. Zij waren ook no maden en het zwerven zat hen in 't bloed. Maar de grond die riep en wachtte, 't Wachten werd beloond. De zwervende herders gaven gehoor aan de roep van de aarde en de rusteloze zwervers werden boerenvolk. Bereid voor hun bestaan te vechten, bereid te vechten met de belovende grond. De brandende vraag. Hoe moesten deze boeren de grond voorbereiden en geschikt maken voor bebouwing? De brandende vraag sinds dien! Men begreep dat, indien men zaad in de aarde wilde brengen, de grond eerst moest worden losgewoeld. Maar hoe? Men nam een stok, waaraan een haakvormige tak was bevestigd. Die trok men door de grond, nadat men de haakvormige tak puntig had gemaakt en gehard in het vuur. Toen liet ijzer zijn intrede deed, werd de tak van een ijzeren punt voorzien. Dit was de eer ste verbetering van het eerste land bouwwerktuig. De ijzeren punt maak te bet omwoelen van de grond gemak- keiijker en men kon het werktuig lan ger gebruiken. Vanzelfsprekend slijt hout, ook al is het in vuur gehard, sneller dan ijzer! Bovendien was hel werktuig nu ook te gebruiken als hak- werktuig, wat van groot belang was in streken met geringe regenval. Daar immers kon de bodem van een bijna ontoegankelijke hardlttid zijn ingevol ge uitdroging. Hel hier besproken ploeg-werktuig heeft veel overeen komst met 'n landbouw-werktuig, dat thans nog in Nederlandsch Indië bij de grondbewerking wordt gebruikt. Het is de „patjol", die zeer veel ge lijkenis vertoont met'het werktuig van de eerste landbouwers. De eerste ploegen. De eerste ploegen hebben de vorm van een haak en zijn voorzien van een ploegstaart. De aldus gebouwde ploe gen werden gebruikt door de Assy- riërs en Babyloniërs, terwijl ook de Chinezen dit soort ploegen kenden. Het eerste ploegen was eigenlijk niet meer dan een openscheuren van de grond. De eer van de ploeg. De oude volken zagen in het ploe gen een overwinning van den mens op de aarde. Het ploegen werd dan ook zeer hoog geschat. Hoe hoog zal uil bet volgende blijken. In China was 't gewoonte, dat op een bepaalde dag zelfs de keizer de ploeg ter hand nam en een stuk land bewerkte. De Grieken gaven den landbouwer en de ploeg de eer hen van goddelijke afstamming te beschouwen. Zij had den een godin van den landbouwer: Demeter, en de held Bezyges vereerden zij omdat hij hen leerde een stier voor de ploeg te spannen. De ploeg wordt verbeterd. Toen bleek, dat het eenvoudig open scheuren van de grond niet voldoende was, wijzigden de Grieken de ploegen. Hierdoor ontstond een ploeg, in staat de aardkluiten en graszoden te door snijden en om te keren. Weer later werden voor aan de ploegboom wielen aangebracht, waarmede de „karploeg" haar intrede deed. De Romeinen na men de ploeg van de Grieken over. Zij voorzagen de ploeg van een ijzeren ploegschaar en ploegmes, waardoor de ploeg belangrijk verbeterd was. Een voor rondom een stad. Evenals bij de Grieken had ook bij de Romeinen de ploeg een zinnebeel dige betekenis. Was er een stad ge sticht, dan werd rondom de stadsmuur een voor getrokken, zinnebeeld van voortuitgang. Verwoestten de Romei nen een stad, dan werd de grond om geploegd. Dit beduidde, dat de stad niet meer herbouwd mocht worden. De Germaanse ploeg. Zoals de Romeinen de ploeg over namen van de Grieken, zo namen de Germanen haar weer over van de Ro meinen. Hoezeer de ploeg ook bij hen in ere stond, blijkt uit een middel eeuws wetboek, waarin het stelen van een ploeg werd gelijkgesteld met een... moord De Romeinse houten ploeg met ijze ren schaar werd omstreeks het jaar 1000 nog in bijna ongewijzigde vorm gebruikt. Oorspronkelijk volgde de zaaier onmiddellijk den ploeger. Eerst later ontstond de ploeg, die tegelijk zaaide en de voorloper was van de la tere zaaimachine. De ploeg in de 18de en 19de eeuw. Eerst in de 18de eeuw werd de ploeg in West-Europa opnieuw verbeterd en sedert de tweede helft van de I9de eeuw zien wij ploegen, geheel uit ijzer of staal vervaardigd, verschijnen. De verbetering van de ploeg is regel matig voortgegaan. Thans kent men stoppelploegen, scheurploegen, bieten- ploegen, kipploegen, wendploegen, drievorenploegen enz. Hoe de ploeg werd voortbewogen. Oorspronkelijk werd de ploeg door mensen getrokken. Waar slavernij be stond werd deze arbeid aan de onvrij en toegewezen. Ook bejaarden, vrouwen en kinderen moesten soms de grond bewerken, terwijl de mannen ten strij de trokken. De Grieken spanden ossen of stie ren voor de ploeg en in de middel eeuwen zien wij het paard voor de ploeg. In de 18de eeuw kende men ook ineerscharige ploegen, die dan be spannen werden met 8 a 10 trekdieren. Een indrukwekkend beeld van kracht. Toen kwam het ogenblik dal men trachtte wegen te vinden om de dier lijke trekkrachten te vervangen dooi de krachten der natuur. Een poging om de wind aan het voortbewegen van de ploeg dienstbaar te maken, mis lukte. Maar men zocht verder. De stoommachine wordt uitgevonden. Niet lang nadat James Watt de stoommachine had uitgevonden, werd de stoomkracht reeds toegepast in de landbouwbedrijven voor het aandrijven van verschillende landbouwmachines. Op de ploeg werd de stoomkracht ech ter eerst toegepast toen de stoomma chine verplaatsbaar werd. Eenmaal zover, volgden de uitvindingen elkaar in snelle vaart op. De stoommachine werd verbeterd door den Amerikaan Rlenkinshop in 1811, door den Oos tenrijker Bauer en nog door vele an deren. Al deze stoommachines reden voor de ploeg. Het jaar 1846 bracht in het stoom ploegen een ingrijpende verandering. Toen werd voor het eerst de ploeg door het land getrokken, terwijl de stoommachine op rails langs de akker reed. Hoewel in die tijd zeer opzien barend, bleek deze uitvinding toch niet te voldoen en vond deze wijze van ploegen dan ook geen ingang. De stoomploeg van 1849. Drie jaar later, in 1849, werd een uitvinding gedaan die meer succes mocht behalen. Hierbij werd de ploeg langs een touw over de akker heen en weer getrokken. Het touw was aan de ene zijde bevestigd aan de stoomma chine en aan de andere zijde aan een ankerwagen en werd door een draaien de trommel aan de stoommachine of locomobiel opgewonden. Nadat de staalkabel was uitgevonden, voldeed 't systeem zeer goed. Althans in het land van zijn geboorte: Engeland. Daar buiten heeft zij weinig waardeering ge vonden. In ons land is zij slechts in één groot landbouwbedrijf in gebruik geweest. Maar ook de stoommachine werd weer verdrongen. De motor- kwam nu aan de beurt. De motortrekker. De explosie-motor, die veel lichter was en bovendien veel goedkoper, ver drong de stoommachine op zeer be sliste wijze. De noodzaak, de ploeg aan een kabel door het land te trekken was nu vervallen. De benzinemotor werd zo licht gebouwd, dat zij over 't land rijdende, de ploeg gemakkelijk kon voorttrekken. Een bezwaar bleek echter de hevige grondpersing. Dit be zwaar werd echter allengs tot uiterste geringheid teruggebracht door 't aan brengen van brede wielen en vooral door rupsbanden. De motortrekkcr is zeer algemeen geworden. Akkerbouw in Caesar's tfid en later. De akkerbouw in Caesar's tijd om vatte niet meer dan verbouwing van wat rogge en haver, afgewisseld mei wild grasland. Meerdere jaren bleef 't zo liggen. Men liet het eenvoudig aan de natuur over.oin de terpen heeft men stro van granen, korrels van haver of tarwe, lijnzaad en duivenbonen ge vonden. Of hier van een „stelsel" sprake is, is niet bekend. Ten tijde van Ivarel de Groote kan men echter tot op zekere hoogte al wel van een stelsel spreken. Voor de keizerlijke landgoederen althans wer den reeds bepaalde voorschriften ge geven voor de teelt van de gewassen. De landbouw omvatte granen, de tuin bouw: bonen, erwten, maanzaad, kool rapen enz. In deze tijd kwam in Zuid-Duitsch- land en Gallië het zogenaamde cfrie- slag-stelsel meer en meer in gebruik. Dit stelsel, waarbij twee jaar graan werd verbouwd, gevolgd door één jaar braakligging mefebemesting, was reeds bij de Romeinen bekend. In onze streken bleef men waar schijnlijk de oude Germaanse wissel bouw nog zeer lang trouw. Eerst toen de bevolking zich uitbreidde en men leerde mesten, werd het mogelijk gro tere hoeveelheden rogge als brood graan op dezelfde akker te verbouwen. Zo ontstond wat men noemt de „eeu wige roggebouw". vnB De grond wordt voorbereid. Het zaad valt in de voren.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 6