Gemeenteraad Sprang-Capelle»
HET JOURNALISTEN BESLUIT.
Een Staatsregeling.
daansche versterkingen aan de Irak-
sche grens zijn onder leiding van En-
gelsche officieren uitgebreid, zoo
meldt het D.N.B.
HONDERDEN VLIEGTUIGEN BOVEN
LIVERPOOL.
Het opperbevel der weermacht maakt
bekend
Verscheidene honderden gevechts
vliegtuigen hebben Zondagnacht ver
scheidene uren lang met het grootste
effect de ravitailleeringshaven Liver
pool aangevallen. In de installaties
aan den Oostelijken oever van de Mer
sey, in droogdokken, graan- en wol
pakhuizen en andere voor de oorlog
voering belangrijke doelen ontstonden
talrijke groote branden en van verre
zichtbare oppervlaktebranden van ge
weldigen omvang.
Een tweede belangrijke opslagplaats
aan de Westkust van Midden-Enge-
land werd bestookt met bommen van
het zwaarste kaliber. Andere succes
volle luchtaanvallen waren gericht op
het havengebied en de fabrieken van
Middlesborough aan dc Britsche Oost
kust, henevens op een wapenfabriek
en een nachtvliegveld in Zuid-Enge-
land.
In Noord-Afrika hebben de in de
fortificaties van Tobroek binnenge
drongen strijdkrachten van het Duit-
sclie Afrikakorps herhaalde, door
pantserstrijdkrachten ondersteunde
tegenaanvallen der Britten afgeslagen.
De laatste dagen werden bij deze ge
vechten zestien vijandelijke pantser
wagens stukgeschoten en verscheidene
stukken geschut buitgemaakt.
MATSOEOKA OVER ACTUEELE
PROBLEMEN.
Naar Domei meldt, heeft Matsoeoka,
dc Japansche minister van buitenland-
sche zaken, naar aanleiding van hel
gerucht, als zou hij zich naar de Ver-
eenigde Staten willen begeven om daar
de houding van Amerika tegenover 't
Verre Oosten te hespreken, in een pers.
gesprek verklaard, dat het logischer
zou zijn indien president Roosevelt ot
minister Huil naar Tokio zou komen
om eindelijk eens den werkelijken toe
stand in het Verre Oosten te leeren
kennen. Matsoeoka zeide Amerika te
kennen en precies te weten welke toe
stand thans in de Vereenigde Staten
bestaat.
De minister gaf voorts uiting aan
zijn voldoening over de goede vorde
ringen van de handelsbesprekingen
tusschen Japan en Indo-China, die
aanvankelijk maar langzaam vooruit
kwamen. Ook de handelsbesprekingen
met Nederlandsch-Indië hebben een
gunstig verloop. Matsoeoka zeide er
zeker van te zijn dat de Japansche ai-
gezant, Josjizawa, zijn opdracht zoo
spoedig mogelijk tot een goed einde
zal brengen.
Als gevolg van het neutraliteitsver
drag met de Sowjet-Unie zullen alle
bestaande vraagstukken, zooals de
kustvisscherij en de handelsproble-
men „in de naaste toekomst" geregeld
kunnen worden.
Toen hem werd gevraagd welken
weg hij dacht in te slaan om de Ja-
pansch-Chineesche kwestie te regelen,
beperkte Matsoeoka zich tot de vei-
klaring dat dit een moeilijk vraagstuk
is, hij kon slechts zeggen, dat hij zijn
best zou doen.
Besluit van den Secretaris-Generaal
van het Departement van Volksvoor
lichting en Kunsten betreffende het
beroep van journalist (Journalisten-
besluit).
Artikel 1.
1. Het bij wijze van hoofdberoep
of op grond van een benoeming tot
hoofdredacteur medewerken aan de
vorming van den redactioneelen in
houd van in het bezette Nederlandsche
gebied uitgegeven nieuwsbladen of
van aldaar uitgegeven tijdshcriften,
welke voorlichting geven op het ge
bied van het volksleven is, onverschil
lig of zulks geschiedt door artikelen,
berichten of illustraties, een openbare
taak, welke, voor wat betreft de daar
aan verbonden beroepsplichten en
-rechten, bij dit besluit van Staatswege
wordt geregeld.
2. Zij, op wie deze laak rust, wor
den journalisten genoemd. Niemand
is gerechtigd zich journalist te noe
men, die niet overeenkomstig artikel
7 in het beroepsregister is ingeschre
ven.
3. Alle journalisten zijn in het
Verbond van Nederlandsche Journa
listen vereenigd.
4. Het Verbond van Nederlandsche
Journalisten waakt er over, dat de
berocpsgenooten elk voor zich hun
plichten vervullen, en zorgt voor hun
rechten en hun welzijn.
Artikel 3.
1. Dc 'in dit besluit omtrent
nieuwsbladen gegeven bepalingen zijn
eveneens van toepassing ten aanzien
van tijdschriften, welke voorlichting
geven op het gebied van het volksle
ven.
2. Dit besluit is niet toepasselijk
op van ambtswege uitgegeven nieuws
bladen en tijdschriften.
3. Dc Secretaris-Generaal van het
Departement van Volksvoorlichting
en Kunsten bepaalt, welke tijdschrit-
ten worden beschouwd als tijdschril-
ten, welke in den zin van dit besluit
voorlichting geven op het gebied van
het volksleven, en welke nieuwsbla
den en tijdschriften in den zin van dit
besluit van ambtswege worden uitge
geven. Beschikkingen van dezen aard
moeten worden openbaargemaakt in
de Nederlandsche Staatscourant.
Artikel 4.
Onder „medewerken aan de vor
ming van den redactioneelen inhoud
van in het bezette Nederlandsche ge
bied uitgegeven nieuwsbladen of van
aldaar uitgegeven tijdschriften, welke
voorlichting geven op het gebied vaif
het volksleven" wordt mede verstaan:
het verrichten van zoodanigen arbeid,
indien deze niet in het bedrijf van een
nieuwsblad of van zoodanig tijdschrift
plaats vindt, doch bij een onderne
ming, welke bestemd is artikelen, be
richten of illustraties aan nieuwsbla
den of tijdschriften, als vorenbedoeld,
te leveren.
Artikel 5.
1. Journalist kan slechts zijn hij
die:
1) Nederlander is,
2) den leeftijd van 21 jaar heelt
bereikt,
3) vakopleiding heeft genoten,
4) de eigenschappen bezit, welke
noodig zijn om de taak van het voor-
lichten der openbare meening te ver
vullen.
2. Jounalist kan niet zijn hij die
bij rechterlijke uitspraak is ontzet van
een der in artikel 28 van het Wetboek
van Strafrecht genoemde rechten, tij
dens den duur dier ontzetting.
Artikel 6.
I. Vakopleidng heeft genoten hij
die gedurende ten minste één jaar bij
dc redactie van een nieuwsblad of bij
een onderneming, als bedoeld in arti
kel 4, in het bezette Nederlandsche ge
bied is opgeleid en daardoor dc voor
een journalist vereischte kennis heelt
verworven (leerling-journalist) en dit
kan aantoonen door een getuigschrii t
der redactie. De opleiding bij een in
het buitenland uitgegeven nieuwsblad
kan door het Verbond van Nederland
sche Journalisten gelijkgesteld wor
den met de opleiding bij een in het
bezette Nederlandsche gebied uitge
geven nieuwsblad.
Artikel 7.
1. De toelating tot het beroep van
journalist geschiedt op gedaan ver
zoek door de inschrijving in het be
roepsregister van journalisten.
2. Dit beroepsregister wordt ten
kantore van het Verbond van Neder
landsche Journalisten bijgehouden.
Artikel 12.
.1. Journalisten zijn verplicht hun
beroep naar eer en geweten uit te oele-
nen en zich door hun gedrag zoowel
in als buiten hun beroep de achting
waardig te toonen, welke het ver-
eischt.
2. Het is de taak der journalisten
de stof, welke zij behandelen, waar
heidsgetrouw weer te geven en naar
hun beste weten te beoordeelen.
Artikel 13.
Meer in het bijzonder zijn journalis
ten verplicht al datgene uit de nieuws
bladen te weren:
1) wat persoonlijke of groepsbe
langen op een de openbare meening
misleidende wijze met gemeenschaps
belangen verwart;
2) wat er toe leiden kan de belan
gen of het streven naar gemeenschap
van het Nederlandsche volk, zijn cul
tuur of economisch leven te verzwak
ken of de godsdienstige gevoelens van
anderen te kwetsen;
3) wat (jp eer of het welzijn van
een ander wederrechtelijk aantast ot
zijn goeden naam schaadt;
4) wat om andere redenen ii\
strijd is met de openbare orde en goe
de zeden.
Artikel 14.
De uitgever van een nieuwsblad kan
een journalist bij overeenkomst ver
plichten tot het in acht nemen van
richtlijnen ten aanzien van het prin-
cipieele karakter van het nieuwsblad.
De openbare plichten en rechten van
een journalist, welke voortvloeien uit
de artikelen 12 en 13, kunnen door
deze richtlijnen in geen geval worden
aangetast.
Artikel 17.
De hoofdredacteur is verplicht, in
overeenstemming met den inhoud van
zijn arbeidsovereenkomst en met even
tueele aanvullende instructies van
den uitgever, een schriftelijk plan van
werkverdeeling op te stellen, waaruit
moet blijken welk gedeelte van den
redactioneelen arbeid elke journalist
moet verrichten en in hoeverre deze
tegenover andere journalisten de be
voegdheid bezit hun aanwijzingen te
geven.
Artikel 18.
1. De journalisten van een nieuws
blad dragen voor den redactioneelen
inhoud daarvan in zooverre de be
roeps-, straf- en civielrechtelijke ver
antwoordelijkheid, als zij de bijdra
gen daartoe zelf hebben geleverd of
deze tot opneming hebben aangewe
zen.
Artikel 20.
1. Elk journalist is krachtens zijn
inschrijving in het beroepsregister lid
van het Verbond van Nederlandsche
Journalisten.
2. Het Verbond van Nederlandsche
Journalisten is een rechtspersoonlijk
heid bezittend publiekrechtelijk li
chaam. Zijn zetel is gevestigd te
's-Gravenhage.
Artikel 20.
1. Een journalist, die in strijd han
delt met een der in de artikelen 12, 13
17 of 18, derde lid, genoemde beroeps
plichten pleegt een beroepsovertre
ding. De Secretaris-Generaal van het
Departement van Volksvoorlichting er:
Kunsten kan den journalist bestrai-
fen met:
1) een waarschuwing;
2) een geldboete;
3) doorhaling van zijn inschrij
ving in het beroepsregister.
Zaterdag is in Tivoli te Utrecht een
vergadering gehouden van het Ver
bond van Nederlandsche Journalisten,
ter gelegenheid van het afkondigen
van het Journalisten-besluit door het
Departement vpn Volksvoorlichting
en Kunsten.
Aan het verslag van het A.N.P. ont-
lecnen wij daarover het volgende:
Als spreker nam de Secr.-Gen. van
het Dept. van Volksvoorlichting en
Kunsten, Dr. T. Goedewaagen, het
woord, die dc bemoeienissen van den
Staat op het gebied der Volksvoor
lichting door radio, film en pers be
handelde. Na de ordening der radio en
film uiteengezet te hebben, zegt spr.,
dat evenals deze twee organen de pers
in het verleden al evenzeer haar ver
plichtingen vergat en in zooverre niet
„actueel" en „op de hoogte" bleek te
zijn als zij ons volk meende te moe
ten voorlichten in een richting, die
moest uilloopen op de gebeurtenissen
van Mei 1940 en waarvan ons volk
toen het slachtoffer geworden is.
Middels den raad van voorlichting
der Nederlandsche pers, ontstond toch
in de tweede helft van 1940 het Ver
bond van Nederlandsche Journalisten
als een gesloten corporatie van allen,
die schrijvend bij de pers betrokken
zijn en die den journalist op een ander
niveau brengt, dan waarop hij thans
staat.
Staatszorg voor de persvoorlichting
beleekent, evenals dit-bij de radio en
film het geval is geweest:
le. het verwijderen van die elemen
ten, die den gezonden ontwikkelings
gang tegenhouden, bewust ot onbe
wust
2e. het losmaken en activeeren van
die krachten, die bevorderlijk zijn voor
de verheffing der Nederlandsche pers
en tevens de concentratie en gelijk-
richting dier krachten op één doel. De
journalist wordt een openbaar func
tionaris.
De overheid wil door middel van t
Journalistenbesluit den journalist on
der haar toezicht hebben, hem leiding
geven, hem voor misstappen behoe
den. Maar op de basis van verantwoor
de eenstemmigheid en gelijkgericht
heid eischt zij van hem, dat hij in
rijke variatie zijn vrijheid aan den dag
legt ten bate van de leidende volksche
idee onzer dagen.
Zooals de pers het publiek opvoedt,
zoo voedt de overheid de pers op tot
bewustzijn van hooge volksche en
geestelijke waarden. Van deze taak is
de nationaal-socialistische politicus
zich bewust.
In den geest van deze idee leze men
ook het Journalistenbesluit.
Richtlijnen voor den journalist.
Hierna sprak de directeur van het
perswezen, de heer N. Oosterbaan.
Deze gaf eenige algemeene richtlij
nen, om den journalist te helpen zijn
taak te vervullen:
1. De bouw van het nieuwe Europa
berust op de vrije samenwerking van
gelijkgerechtigde volksgemeenschap
pen, staande onder de opperleiding
van Adolf Hitler, Führer aller Ger
manen..
2. Tot het bereiken van het groote
doel: de bundeling van alle Germaan-
sche krachten, wordt in de Nederland
sche pers doorloopend actieve aan
dacht geschonken aan de cullureele,
economische en militaire mogelijk
heden, welke de aaneensluiting der
Germaansche volken biedt.
3. Aan de geestelijke, zedelijke en
materieele versterking van ons eigen
volksleven wordt voortdurend gear
beid, aangezien alleen een sterk volk
een sterke leiding kan aanvaarden.
4. Tegenover de bekrompen ge
scheidenheid der maatschappelijke
klassen, de onnoodige toespitsing dei-
godsdienstige verschillen en de pogin
gen tot instandhouding der partij
schappen, stelle de pers steeds weer
opnieuw de volkseenheidsgedachte,
daarbij rekening houdende met de rij
ke verscheidenheid van stam en streek.
5. Tot het Nederlandsche volk moe
ten worden geacht te behooren allen,
die van Nederlandschen bloede zijn,
doch ook zij alleen!
6. Aan de middelen tot het voorko
men of lenigen van den stoffelijken
nood zal in de pers veel aandacht moe.
ten worden besteed. Gedacht wordt
hierbij aan landwinning en ontgin
ningswerkzaamheden, aan de propa
ganda voor den productieslag, aan dc
actie voor Winterhulp e.d.
7. Een beter begrip zij door de pers
aangekweekt voor de positie van den
bodembewerker, wiens arbeid de natie
voedt. Ons raszuiver hoerendom is de
belangrijkste drager der volksgemeen
schap.
8. De door eenzijdige verstandaan
bidding ontstane minachting voor den
handenarbeid, dient in de pers met
kracht le worden bestreden. Eerbied
voor den arbeid en afkeer van een pa
rasitair bestaan een ieder ingeprent.
9. De pers versterke door doeltref
fende artikelen en verhalen bij de
jeugd den zin voor orde, lucht en ka
meraadschap.
10. Wil de pers haar verantwoorde
lijke taak als medeopvoedster des volks
met vrucht kunnen uitoefenen, zoo zal
zij, naast het vereischte zelfrespect,
den eerbied van iederen Nederlander
moeten verwerven. Voorwaarde dhar-
toe is, dat zij in hechte solidariteit en
onwankelbare waarheidsliefde haar
arbeid verricht, deloyale methoden uit
haar midden bant en met vaste hand
de openbare meening in de juiste rich
ting helpt stuwen.
Vervolgens nam de voorzitter van 't
verhond, de heer P. J. van Megchelen,
het woord, die een overzicht gaf van
den inhoud van het Journalistenbe
sluit.
HITLERJUGEND EN JEUGDSTORM.
In het Concertgebouw te Amster
dam heeft Zondagmiddag een gemeen
schappelijke feestelijke bijeenkomst
plaats gehad van de Hitier Jugend en
den Nationalen Jeugdstorm, ter gele
genheid van het bezoek van den Ju-
gend-führer van hel Duitsche rijk
Artur Axmann.
De hoofdstormer, C. van Geelker
ken, heeft daar een korte toespraak
gehouden, waarin hij den Reichsju-
gendführer, de verzekering gaf, dat
deze bij zijn terugkeer naar Duitsch-
land, het besef mee kan nemen, dat
onze jeugd klaar is, manmoedig en
trouw, klaar, om straks de jeugd van
het geheele volk te richten op de ide-
aleji van den nieuwen tijd.
In het nieuwe Europa zullen de
Duitsche nationaal-socialistische be
weging en de N. S. B. schouder aan
schouder gaan en zal ook de Hitler-
jeugd met de uwe in goede kameraad
schap verbonden zijn (applaus). Wij
marcheeren gemeenschappelijk als
broeders.
Op de toespraak van den rijksjeugd
leider volgde een luid applaus. Daarna
bracht Hauplbannführcr dr. H. Lin-
denburger een drievoudig sieg heil op
den Führer uit, dat door de aanwezi
gen met een krachtig heil werd beant
woord.
ZES KINDEREN GEDOOD DOOR
ENGELSCHE BOM.
ln den nacht van Vrijdag op Zater
dag vlogen enkele Engelsche vliegtui
gen ons gebied binnen. De meeste
bommen richtten geen schade aan. Fe
betreuren is echter een voltreffer op
een boerderij, bewoond door een echt
paar met zeven kinderen; van deze
zeven kinderen werden er helaas zes
gedood en één zwaar gewond. (ANP)
l)e raad dezer gemeente kwam Vrij
dagavond in openbare vergadering bij
een onder leiding van burgemeester
Smit. Secretaris de heer Visser. De
heer Timmermans was afwezig.
Nadat de voorzitter de vergadering
met het formuliergebed geopend had,
werden de notulen der vorige verga
dering onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken:
1. Bericht van den secretaris-ge
neraal van het Departement van Han
del, Nijverheid en Scheepvaart, dat de
wijziging van de verordening op de
Winkelsluitingswet 1930 is goedge
keurd;
2. schrijven van Ged. Staten, dat
de wijziging van de begrooting 1940 is
goedgekeurd;
3. teruggekomen is de wijziging
van de veldwachtersverordening, waar
in de kindertoelage van 60.op
75 was gebracht. Deze verorde
ning moet namelijk zoodanig geredi
geerd worden, dat de tijdelijke kindei-
toelage van 60.— verhoogd wordt
met een tijdelijke toelage van J 15.
De raad gaat daarmee accoord.
Vervolgens komt aan de orde: gun
ning verkoop Voorland van t Vaai t-
land.
De voorzitter.zegt dat bij de behan
deling van den verkoop van het Voor
land van het Vaartland de maximum
prijs, volgens de Pachtkamer, van
2600.— is bereikt. Voor dien prijs
waren er vijf gegadigden, die allen
voldoen aan de eischen: het zeil be
arbeiden van het land en deskundig
zijn in de bewerking. Het komt B. en
W. daarom voor, dat het de beste op
lossing is den verkoop bij loting toe
te wijzen.
De heer Verheijden vindt loting het
eerlijkste, maar hij kan zich toch met
den verkoop niet vereenigen. Er kun
nen er genoeg geweest zijn die gaarne
drie tot drie en een halt duizend ge
geven hadden, toen de verkoop op
hield. Spreker heeft vernomen dat het
land wel voor 150.per jaar ver
huurd kan worden. Hij vindt daarom
het vastgestelde verkoopsbedrag niet
billijk, de prijs is veel te laag. In de
groote familie die spreker heeft, zijn
meer dergelijke gevallen aan de hand
geweest, waarbij door schatters de
prijs is aangewezen; meestal kwam t
dan echter verkeerd uit.. Hij is zeil al
tijd voor een vrije markt geweest,
want het publiek schat zelf wel. Spr.
kan zich derhalve met het besluit niet
vereenigen.
De voorzitter zegt dat men dan maar
moet besluiten niet tot gunning over
le gaan, maar het land aan dc gemeen
te te houden. B. en W. hebben daar
geen bezwaar tegen.
De heer de Bas vindt den prijs even
eens te laag en-kan zich daarom vol
komen met de meening van den heer
Verheijden vereenigen. Spreker ziet
echter ook bezwaren als men 't 'land
gaal verhuren, want wie moet men het
dan geven?
Wethouder Middelkoop zegt dat de
raad den huurprijs kan bepalen, waar
na de vijf gegadigden zelf kunnen uit
maken wie het hebben wil.
De heer de Bas vraagt of men niet
gebonden is aan een zekeren maxi-
mum-verhuurprijs.
Wethouder Middelkoop antwoordt
dat voor de verandering 't land 30.—
per jaar opbracht, maar het was toen
dan ook niet veel waard. Nu staan de
zaken eenigszins anders.
De heer de Bas is van meening dat
er nu misschien wel enkele uitgescha
keld worden. Een kooper is, niet altijd
een huurder.
De heer Verheijden zou het perceel
voor één jaar willen verhuren. In zijn
familie heeft men ook dergelijke ge
vallen gehad, waarbij men zich toen
gewend had tot dc Pachtkamer of bij
die instantie waar men er voor zijn
moest; deze ging daarmee accoord.
Spreker zou dat ook hier toegepast
willen zien.
Wethouder van Willigenburg merkt
op, dat men zich hier op het stand
punt moet stellen wat gemeentebelang
is. Spreker staat het zoo voor, dat men
zich af moet vragen wat bij verkoop
voor 2600.de rente is. Als het
verschil miniem is met de huurop
brengst, zou spreker het beter vinden
het land aan dc gemeente te houden,
want dan blijft het vast, terwijl men
daar, wat het geld betreft, nog zoo
zeker niet van is. Spreker is er daar
om voor het land te verhuren en de
twee laatste huurders in de gelegen
heid te stellen mee te dingen.
De heer Verheijden vraagt of de mo
gelijkheid niet bestaat dat men er
volkstuintjes van maakt.
De voorzitter zegt dat zulks ni^t in
het belang van het land is. Spreker
vraagt of een verhuurprijs van 150
voor het land, dat een oppervlakte be
slaat van 1.58.60 ha., gped is.
vcjo 90