SPORT FEUILLETON DE HHEUINSIU Land- en Tuinbouw bonnen. BB Thans zijn geldig: BROOD EN GEBAK: De met 22 genummerde bonnen (broodkaart) geven elk recht op het koopen van pl.m. 200 gram brood of twee rantsoenen gebak. Geldig t.e.m. Zondag 22 Juni. Bon 24 (broodkaart) extra rantsoen van 100 gr. brood of 1 rantsoen ge bak. Geldig t.e.m. Zondag 22 Juni. BLOEM: Bon 8 (bloemkaart) geeft recht op 50 grain brood of Vz rantsoen ge bak of 35 gram tarwemeel, tarwe bloem, roggemeel, roggebloem, zell- rijzend bakmeel of boekweitmeel. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. AARDAPPELEN. Bon 05 (aardappelkaart) geelt recht op het koopen van IV2 K.G. aard appelen. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. MELK: Bon 20 (melkkaart) geeft recht op het koopen van 1% liter melk. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. BOTER OF MARGARINE: Bon 19 en 20 van de boter kaart geeft recht op het koopen van 250 gram boter per bon. Bon 19 en 20 van de vetkaar! geeft recht op het koopen van 250 gram boter per bon met 15 cent reductie per 250 gram. Geldig t.e.m. Zondag 29 Juni. KAA&: Bonnen G7 en 77 (bonkaart alge meen) geven elk recht op hel koo pen van 100 gram kaas. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni (even tueel t.e.m. Zondag 29 Juni). Bon 66 en 70 nog geldig t.e.m. Zon dag 15 Juni). EIEREN: Bon 53 en 88 (bonkaart algemeen) elk rechtgevende op één ei. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. KOFFIE OF THEE: Bon 34 (bonkaart algemeen) geeft recht op het koopen van 40 gram thee of 250 gram koffic-surrogaat. Geldig t.e.m. Zondag 22 Juni. SUIKER: B011 42 (bonkaart algemeen) geelt recht op het koopen van 1 K.G. suiker. Geldig t.e.m. Zondag 22 Juni. VLEESCH EN VLEESCHWAREN: Bon 18 (vleeschkaart) geeft recht op het koopen van 50 gr. vleesch, been inbegrepen, of een half rant soen vleeschwaren. j( Op bon „18 worst, vleeschwaren uitsluitend 'n half rantsoen vleesch waren. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. HAVERMOUT: Bon 24 (bonkaart algemeen) geeft recht op 250 gram havermout, ha vervlokken, haverbloem of aard- appelmeel-vlokken. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. GORT: Bon 25 (bonkaart algemeen) recht gevende op 250 gram gort, gort- mout of grutten. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. VERMICELLI: Bon 26 (bonkaart algemeen) geeft recht op 100 gram vermicelli, ma caroni of spaghetti. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. MAÏZENA: Bon 27 (bonkaart algemeen) geeft recht op 100 gram maizena, gries- meel sago, aardappelmeel, rijststijf- sel, kookstijfsel of gebruiksstijfsel. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. RIJST: Bon 32 (bonkaart algemeen) geeft recht op 250 gram rijst, rijstemeel, rijstgries, rijstebloem of grutten- meel (gemengd meel). Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. PEULVRUCHTEN: Bon 52 (bonkaart algemeen) recht gevende op 500 gram peulvruchten. Geldig t.e.m. Zondag 22 Juni. ZEEP: Bon 35 (bonkaart algemeen) recht gevende op 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling), 120 gram huishoudzeep, 150 gr. zachte zeep, 300 gram zachte zeeppasta, 250 gr. zeeppoeder, of 600 gr. waschpoeder (uitsluitend ten behoeve van was- scherijen of uit oude voorraden. 125 gr. zeepvlokken, 250 gram zelf werkende waschmiddelcn of 200 gr. vloeibare zeep. Geldig t.e.m. Zondag 29 Juni. SCHEERZEEP: Bon „K" van de textiel kaart (paarse kleur), uitgereikt aan mannen en jongens van 15 jaar en ouder, geelt recht op het koopen van 50 gram scheerzeep of een tube of een pot scheercrêine. Geldig t.e.m. Zondag 31 Augustus. PETROLEUM: Zegel „Periode 10" geeft recht op 2 liter. Geldig t.e.m. Zondag 15 Juni. HONDEN- EN KATTENBROOD: Bon 14 van de voederkaart voor honden en katten. Geldig t.e.m. Maandag 30 Juni. VOOR BOEREN EN TUINDERS. 27. Steeds wat nieuws. Hoewel men voorheen ook gewoon raakte aan mededeelingen over nieu wigheden, die telkens weer met n 1 ij groote overtuiging aangeprezen wer den en door sommigen met meer of minder succes werden toegepast, toch is het zeer natuurlijk, dat in dezen tijd, nu we onder minder gunstige omstandigheden ons bedrijf moeten uitoefenen, onze aandacht meer dan vroeger getrokken wordt door nieu wigheden van minder ol meer recen- ten datum. Zoo is bijv. van geen recenten da tum de verbouw van brouwgerst. Het heette lange jaren, dat in ons land geen brouwgerst verbouwd kon worden. Maar wijlen prof. Broekema dacht er anders over en meerderen met hem, zoodat er een comité voor verbouw van brouwgerst werd opge richt. En door dit comité is kort ge leden in de korenbeurs te Rotter lam een tentoonstelling gehouden van monsters van in ons land verbouwde gerst, geschikt voor bierbrouwerijen. Het succes van deze tentoonstelling was groot. Het is gebleken, dat er wel degelijk brouwgerst in ons land ver bouwd kan worden. En heel goede ook. Dat er boekweit in ons land ver bouwd kan worden, behoeft geen be toog en daar is geen afzonderlijk co mité voor noodig. In vroeger tijd toch werd er veel boekweit in ons 'and ver bouwd. Verschillende oorzaken wa ren er, die de teelt sterk deden ver minderen. En ziedaar, nog maar kort geleden zagen we weer een lans bre ken voor de teelt van dit aloude ge was. Of de aansporing succes zal heb ben betwijfelen we. Men zal over hei algemeen liever zekerder gewassen verbouwen in plaats van boekweit, dat „wel eens" maar niet altijd een goede opbrengst geelt. Sommigen kunnen er echter nog goed mee over- weg. Als nummer drie noemen we de teelt van zonnebloemen als stoppelge was. Ook dit zagen we dezer dagen aangeprezen. Het moet een goea groenvoedergewas zijn, dat de koeien echter eerst moeten leeren eten, om dat ze door de vrij sterke beharing van de plant, er eerst afblijven. No eenige dagen eten ze het graag, zegt men en het vetgehalte van de melk wordt er zeer gunstig door beïnvloed. Men moet vóór het begin van den bloei oogsten, omdat de stengels dan nog niet houtig zijn. Men kan eind Juli of begin Augustus nog zaaien. Ook minder voedselrijke zandgron den geven een goede oogst. Men zaait op afstanden van 50 c.m. in Juni. Als men in Juli nog zaait dan neemt men 40 c.m. afstand en begin Augustus 30 c.in. Men heeft dan per ha. resp. 1 25 of 30 of 35 kg. zaad noodig. Misschien wil iemand het eens pro beeren. AGRICOLA. (Nadruk verboden) N. V. B. Programma voor morgen Kampioenschap van Nederland. PSV—VSV. Be QuickADO. Afdeeling III. Promotie tweede klas. RigtersbleekPEC. Go AheadVitesse. Afdeeling IV. Promotie tweede klas. ESVNevelo. SET—Veloc, terrein Willem II. DESK—DOSKO. Kampioenschap van Nederland. Heracles zit morgen natuurlijk rustig af te wachten of het kampioenschap haar niet zal worden thuisgebracht. Naar onze meening zal dit wel niet het geval zijn, want PSV zal den thuiswedstrijd tegen VS\' wel in een overwinning omzetten 0111 daarmede haar kansen op den titel te kunnen handhaven. De wedstrijd] Be Quick—ADO is in zoo verre van belang, dat de Groningers hij een overwinning een mooie plaats op de raglijst zouden innemen en zelfs uitein delijk een kansje overhouden op de twee de plaats, al is dit kansje paar klein. Het zal daarom wel een Groningsche ze ge worden. Promotie-competitie 2e klas. Miranda maakt morgen een goede kans haar tweede overwinning te beha len, want Standaard lijkt ons nu niet di rect een ploeg toe, 0111 in deze competi tie een groote rol te spelen. Picus zal het bfj RBC wel stellen, al zullen de Roosen dalers wel op revanche belust zijn, want in Eindhoven verloren zij met 21 en deze cijfers geven toch wel te denken dat het met Picus morgen niet erg vlot loopen zal. Promotie-competitie 3e klas. De oude rivalen ESV en Nevelo komen morgen op het terrein van eerstgenoem de tegenover elkaar te staan. Men kan ervan verzekerd zijn, dat dit een span nende kamp zal worden, want al is deze promotie-competitie nog lang, als ESV morgen verliest heeft zij zoo goed als geen kans meer zich te handhaven. Het zal daarom wel op een Eindhovensche overwinning uitdraaien. SET ontvangt Veloc en kan in het gunstigste geval een gelijk spel uit het vuur sleepen. Voor die Westelijke afdeeling speelt DESK thuis tegen Dosko. Van de krachts verhoudingen kan men hier nog niet veel zeggen, al doet het gelijke spel door DESK vorige week hij Zeelandia behaalt, haar wel een kansje geven. In de haven van Volendam heerscht op het oogenblik een bedrijvigheid van belang in verband met de aalvangst. Er is groote vraag naar aal en de visschers varen er wel bfj. Manden vol aal worden van de boot naar de afslag gebracht. (Polygoon). „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". 57) Dit alles zal u heel vreemd schij nen; u zult ongetwijfeld denken, dtJ» ik niet bij mijn volle verstand ben. Zoudt u me erg onbeleefd vinden, als ik u vroeg, 111e uw naam te zeggen? Wacht! Ik behoor u eerst den mijne te noemen. Ik heet Redmayne. De jonge dame, met wie u zulk een op vallende gelijkenis hebt, is niet maai een oppervlakkige kennis, anders zou ik niet zoo van streek zijn geweest; ze is zelfs geen gewone vriendin, ze is hij zweeg een oogenblik het liefste, wat ik op de wereld heb. Ik zeg u dit, opdat mijn verrassing en ontsteltenis over deze gelijkenis u minder zullen bevreemden. Ze is het liefste, wat ik op heel de wereld be zit, en' haar geluk is mij meer waard dan mijn leven. De tranen sprongen Irene in de oogen; Redmayne hoorde een ge smoord snikje. U schreit! zei hij. Toe, vergeelt u me! Ik zie, dat ik u aan 't schrik ken heb gemaakt; ik zal dadelijk heengaan. Ik had geen recht, u naar uw naam te vragen of zelfs met u te blijven praten; maar ik ben een mensch, die zich ongelukkig voelt, en dan kunnen kleinigheden iemand soms van streek brengen. Ik zal u niet meer vragen, 111e uw naam te zeggen. Irene's lippen bewogen, maar het eerste oogenblik kwam er geen ge luid. Eindelijk zei ze: U zoudt mijn naam niet kennen. Redmayne beefde letterlijk op zijn beenen, toen hij dien klank weer hoorde. Hij kwam een stap dichter naar haar toe en legde zijn hand op haar schouder. Kijkt u 111e aan, alstublieft! zei hij bijna gebiedend. Ik moet uw ge zicht zien. Er was geen ruwheid in zijn stem, maar wel radeloosheid, wanhoop bij na. Irene stond op en keek hem aan, niet bij machte, zich te verzetten; hij staarde een paar seconden naar haar, alsof hij vreesde, dat hij gek zou wor den; toen kwam er een kreet over zijn witte lippen en hij riep haar bij den naam Irene! Haar oogen sloten zich en het leek of ze zou vallen; maar ze herstelde zich weer en bleef hem aankijken, haar hand tegen haar borst gedrukt. Mijn God! Ben ik krankzinnig? riep hij schor. Irene, je bent het! Ik weet het! Wat beteekent die mas kerade? Waarom ben je hier naar toe gekomen? Nog maar kort geleden heb ik je gezien op het bal. Waarom leid je twee levens? Wat beteekent dit al les toch? ik heb het recht, je dat te vragen. Ik ben je voogd mijn lief de voor jou Ja, ik heb het recht, te vragen, waarom je deze zonderlin ge rol speelt! Irene zocht naar woorden. Elk woord, dat hij sprak, zijn „mijn Hel de voor jou" vervulde haar met een zaligheid, die heel haar wezen door huiverde. Weet u het niet? vroeg ze. Ik weet niets. Je aanwezigheid hier is een mysterie voor me totaal onverklaarbaar! Ik vind je hier al leen, ik zag je hier laatst al jou, jrene; jn de vermomming van een dorpsmeisje! Wat beduidt die come- die? Het is geen comedie, zei ze, heel zacht en bevend. Ik ben wat ik schijn, ik bèn een dorpsmeisje. Ik werk op de kweekerij, waar u 111e den vorigen keer gezien hebt. je —werkt daar! Maar waar om? Waarom heb je je vrienden ver laten, je leven van vroolijkheid en ple zier? Maar dat is ook niet mogelijk! Ik zag je op het bal; en gisteravond was je nog op een partijtje, waar ik toevallig ook even kwam je naam stond op de lijst. Dat was ik niet, zei ze bijna on hoorbaar. Jij niet? Niet Lady Irene Mersia? Er is een andere Lady Irene Mer sia, zei ze gedempt. Een andere? vroeg Redmayne, naar zijn voorhoofd grijpend. Ja. O, begrijpt u het niet be grijpt u het niet, mijnheer Redmayne? Ik ik stond voor de deur van de bibliotheek, dien avond, toen mijn va der u de geschiedenis van mijn ge boorte vertelde. Hij schrok op en zijn gezicht werd heel wit. Ik hoorde ieder woord. Ik begreep, dat ik geen recht had op mijn naam, op den titel, dien ik gedragen had. Dienzelfden avond verliet ik het huis. Je verliet het huis? vroeg hij schor. Ja. Zoudt u dat ook niet gedaan hebben, als u in mijn plaats was ge weest? Ik verliet het huis ik liet het verleden achter me en den vol genden dag kwam ik hier. Ik heb hier een onderdak, een toevlucht gevon den; ik werk voor mijn brood, zooals het iemand van mijn afkomst rest. Laat laat me den tijd 0111 na te denken één oogenblik. Hij steun de het hoofd in de handen. Ik begrijp het ik begrijp het. Toen sprong hij plotseling op van den boomstanj, waarop hij zich had laten neerzakken. Maar die andere! Irene, weet je wel, dat er iemand is, een indringster, die jouw plaats inneemt, jouw naam ge stolen heeft, zich uitgeeft voor Lady Irene Mersia? Groote hemel! Het is niet te geloóven? Ik kan het maar niet verwerkenMaar het is waar, er is een meisje, dat zooveel op je lijkt, dat ze je zuster zou kunnen zijn. Ze heeft iedereen misleid ze heelt mij neen, mij niet; ik heb me niet la ten misleiden. Er was iets in ine, dat me waarschuwde, dat zich verzette tegen dit bedrog. Maar wie kan het zijn? Ze is geen bedriegster, geen in dringster tot op zekere hoogte, zei Irene. Ze is mijn halfzuster, mijn va- der's dochter, het meisje, waar hij u Ik heb geen plaats, geen bezit in de wereld, dan wat ik 111e zelf verschaf. Met het verleden heb ik afgedaan. En heb je Terence dan vergeten? vroeg Redmayne heesch. Terence, met wien met wien je zou gaan trou wen Ik heb hem niet vergeten; maar ik zou nooit met hem hebben kunnen trouwen. Ik was geen partij meer voor hem. En en sinds ik ben weg gegaan, heb ik leeren inzien, dat ik het hem zelfs niet had mogen beloven, toen ik nog van niets afwist dat ik hem niet had mogen trouwen, zelfs al was ik Lady Irene. Waarom niet? vroeg hij snel, bij na heftig. Moet ik daar antwoord op ge ven? Omdat ik niet van hem houd, Ik der s doenter, nei meisje, v>a*» - van vertelde, het kind van zijn eerste, nooit van hem gehouden heb. wettige vrouw. Ze was mijn kame nier; ook zij luisterde het gesprek af tusschen u en mijn vader, dien avond in de bibliotheek. Ze maakte zich aan me bekend en eischte haar rechten op; en ik gaf toe. Had ik geen ge lijk? Gelijk? Neen, duizendmaal neen! Je deed niet goed door je thuis te ver laten het is van jou; je vader heeft het je vermaakt; hij liet je een onme telijk fortuin na. Ik zou dat nooit kunnen aanne men; ik zou haar daarmee bestelen. Maar hoe kon je dan toch zon der één woord al je vrienden verlaten, allen, die je liefhebben? Denkt u, dat me dat niets ge kost heeft? zei ze, haar handen krach tig ineengeklemd. Dat is me juist het allerzwaarst gevallen; al het andere was niets, daarbij vergeleken; en ik heb het verlies van alles wat ik moest achterlaten, ontzettend diep gevoeld. Maar ik deed, wat ik voor het beste hield. Wat ik nóg voor het beste houd. schaam me er over, dat ik dat beken nen moet, maar het is zoo. Ik heb het vroeger zelf niet begrepen. Haar hoofd zonk op haar borst; ze zag den glans niet, die op zijn gezicht kwam, de plotselinge vreugde, die uit zijn oogen straalde. En nu moet u gaan, zei ze met zéér zachte stem. U moet 111e alleen laten en niet meer terugkomen. Ik maak het hier uitstekend, zooals u ziet; en als ik misschien niet volko men gelukkig ben, ben ik toch in elk geval tevreden en geheel verzoend met mijn lot. De menschen, bij wie ik woon, zijn meer dan goed voor me, en Toe, gaat u nu, en laat u me naar mijn werk terugkeeren. Ik kan je niet laten gaan! stiet hij uit. Ze trachtte haar handen uit zijn greep te bevrijden, maar hij hield ze stevig vast; hij zag echter, dat ze beef de, en dwong zichzelf tot kalmte. (Wordt vervolgd) rr1/rimn. cctiaani nip pr over. dat ik dat I)C

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 4