Victorie Duitschland wint voor Europa op alle Fronten BINNENLAND FEUILLETON BEATE WEET, WAT ZE WIL ADVERTEERT clan een tecken wijst er op, dat Enge land ook nog aan de herleving van an dere complexen, n.l. van 't Koerdische, het Armeensche en het Assyrische complex werkt. De Engclschen hadden het voorne men, evenals in den wereldoorlog, deze landen zelfstandig te maken, om dan met hun hulp op volkomen wettige wijze tot den Kaukasus te kunnen doordringen, en hier het gewenschte contact met de Sowjets tot stand te kunnen brengen. Al deze dingen, zoo vervolgt Meger- le, zouden natuurlijk te meer, daar zij in overleg met Moskou bedreven zouden worden slechts op kosten van Turkije, Irak en Iran verwezen lijkt worden. De schrijver zegt ten slot te, dat deze landen het hun dreigende gevaar reeds hebben ingezien. Al heb ben zij ook lang geweigerd, het levens gevaarlijke verband tusschen den bols- jewistischen en den Engelschen aan val op Europa in zijn geheele draag wijdte te leeren kennen, thans, na het artikel van de Times en na het be richt van de Stockholm Tidningen, is hun de strekking van het Engelsch Bolsjewistische complot duidelijk ge worden. BEKENDMAKING. Ambtelijk wordt het volgende mede gedeeld: In enkele gevallen werd vastgesteld, dat Joden en personen die gedeeltelijk van Joodschen bloede zijn, den hun door een verordening van den Rijks commissaris voor ht|l bezette Neder- landsche gebied opgelegden plicht om zich aan te melden tot op heden niet nagekomen zijn. Wie tot en met den 15den Aug. 1941 aan zijn plicht tot aanmelding geen gevolg heeft gegeven, wordt, ongeacht de in de Verordening van 10 Januari 1941 bepaalde gevangenisstraf, naar een werkkamp gezonden. RAUTER, S.S. Gruppenführer en Generalleutnant der politie. COMMISSARIS VOOR KATH. BOEREN- EN TUINDERSBONI). Het rijkscommissariaat maakt be kend De Rijkscommissaris voor het be zette* Nederlandsche gebied heeft op grond van art. 1 alinea 2 en in den geest van art. 4 alinea 2, zin 2 van de Verordening No. 3/40, Otto Frans Jo- sephus Damave te Voorburg, tot com missaris .van den Katholieken Boeren- en Tuindersbond, alsmede van de door deen bond beïnvloede nevenorganisa ties, vereenigingen en stichtingen be noemd. GEVOLMACHTIGDE KATH. ONDERWIJZERSBOND. Prof. mr. R. van Genechten benoemd. Officieel wordt bekend gemaakt: De commissaris voor niet commër- cieele vereenigingen en stichtingen heeft op grond van art. 1 alinea 2 der Verordening no. 41/41 van den Rijks commissaris voor het bezette Neder landsche gebied, prof. dr. R. van Ge nechten tot gevolmachtigde van den katholieken onderwijzersbond en alle aangesloten vereenigingen benoemd. AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT BEBOET. Van bevoegde zijde wordt medege deeld Aan den aartsbisschop van Utrecht, Mgr. de Jong, is door de Duitsche po litie wegens het niet opvolgen van een hem verstrekte lastgeving een boete van 500.opgelegd. TEXTIELKAARTEN OOK NA 1 SEPTEMBER NOG GELDIG. Nieuwe kaarten kunnen pas later worden uitgereikt. De directeur van het rijksbureau voor d^ distributie van textielproduc ten door den handel deelt mede, dat de werkzaamheden, welke verbonden zijn aan de uitgifte van de nieuwe textiel- kaart niet voor 1 September gereed kunnen zijn. In verband hiermede zal de textiel- kaart van de periode 1 Februari1 September 1941 tot nader, tijdig te verstrekken, bericht ook nog na 1 Sep tember geldig blijven. De punten van de toeslagkaarten en de speciale punten blijven eveneens hun geldigheid na 1 Sèptembe'r be houden. MAATREGELEN TEGEN DE NEDERLANDSCHE UNIE. Het openbaar vertoonen van aanplak biljetten en geschriften en het dragen van het speldje verboden. De commissaris-generaal voor de veiligheid maakt bekend: Op grond van art. 45 der verorde ning no. 138/41 van den Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche gebied over de bescherming van de openbare orde wordt het volgende ver ordend Art. 1. Het aanslaan, aanplakken en op elke andere wijze in het open baar vertoonen van aanplakbiljetten en geschriften, alsmede het dragen van het speldje der Nederlandsche Unie is verboden. Art. 2) Overtredingen van de voor schriften in art: 1 zijn, voor zoover niet volgens andere voorschriften een zwaardere straf is vastgesteld, onder hevig aan de straffen, vastgelegd in art. 45, alinea 2 van de verordening no. 138/41 van dén Rijkscommissaris \oor het bezette Nederlandsche gebied over de bescherming van de openbare orde. Art. 46 der verordening no. 138/41 wordt toegepast. Art. 3) Deze mededeeling treedt in werking op den dag van haar afkon diging mét terugwerkende kracht tot 26 Juli 1941. DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEN LANDBOUW. Benoeming van den heer G. J. Ruiter te verwachten. Naar we vernemen, is een dezer da gen de benoeming te verwachten van den heer G. J. Ruiter, voorzitter van de Friesche Maatschappij van Land- tot directeur-generaal van den Land bouw. DE GIFT VAN DE N.S.V.O. AAN HET DUITSCHE ROODE KRUIS. Dank van den Führer. De minister van staat en -chef van de Prasidialkanzlei, Meissner, heeft aan de leidster van de N.S.V.O., me vrouw De Ruyter, den volgenden brief doen toekomen: „De Führer en Rijkskanselier heeft mij opgedragen u en de leden van de Nederlandsche nationaal-socialistische vrouwen-organisatie hartelijk te be danken voor de belangrijke gift voor het-Duitsche Roode Kruis". Naar men weet werd onlangs ten huize van den Rijkscommissaris door een afvaardiging van de N.S.V.O. een gift van 70.000 voor het Duitsche Roode Kruis aan mevr. Seyss-Inquart ter hand gesteld. Deze gift was het re sultaat van den oproep van de N.S.V.O. naar aanleiding vap de bekendmaking van een rede te Londen, die opwekte tot steun aan de wapens van Stalin. 65.000 BOETE OPGELEGD. Chemische fabriek te Delden verkocht producten te duur. Een chemisch fabriek te Delden heeft zich, naar bij een door het rijksbureau voor chemische producten ingesteld onderzoek bleek, schuldig gemaakt aan ongeoorloofde prijsverhoogingen. Van Mei 1940 tot eind April 1941 werden vele chemische artikelen tegen hooge- rc prijzen verkocht, dan volgens de prijzenbeschikking 1940 no. 1 toelaat baar was. Hoogere grondstoffenprijzen werden zonder meer doorberekend en ook had men de prijzen verhoogd, om dat de brandstoffen duurder waren ge worden, dit alles zonder de vcreischte officieele toestemming tot prijsver- hooging te hebben verkregen. Deze overtreding van de prijzenbe schikking 1940 in). 1 heeft de inspec teur voor de prijsbeheersching te Arn hem berecht, die de N.V. tot een boete van 65.000 veroordeelde. Bij het vaststellen van deze boete werd rekening gehouden-met de on rechtmatig- verkregen winst, welke aanzienlijk was. Ook het feit, dat een overtreding der prijs voorschriften was begaan, werd uiteraard in het bedrag der boete verwerkt. IN DIT BLAD BELASTING-ZAKEN. WIE EEN VOORLOOPIGEN AAN SLAG KRIJGEN. Begin en einde van de belas tingplicht. Ontheffingen en afschrijvingen. De belastingmedewerker van „De Tijd" schrijft: De belastingplichtigen, die daarvoor in aanmerking komen, zullen binnen kort een aangifte moeten doen ten be hoeve van den voorloopigen aanslag der Inkomstenbelasting. De desbetreffende belastingplichti gen krijgen dan te maken met de nieu we bepalingen. Wie komen voor een voorloopigen aanslag in aanmerking? Het zijn de volgende personen: le. Zij, die uitsluitend niet aan loonbelasting onderworpen inkomsten genieten (b.v. renteniers, beoefenaren van een vrij beroep) 2e. zij, die naast aan de loonbelas ting onderworpen inkomsten, andere inkomsten genieten ten bedrage van 200,— per jaar of meer. (b.v. rente, huren, genot van eigen huis enz.); 3e. zij, die een looninkomen hebben van 4000,of meer; 4e. personen, die eventueel teza> men met hun echtgenoote meer dan één werkgever hebben; 5e. personen, die inkomsten genie ten, waarbij inhouding van loonbelas ting met goedvinden van den belas tingdienst achterwege is gebleven (b.v. geestelijken); 6e. personen, die naast loon fooien genieten (b.v. koffiehuispersoneel) 7e. personen, die door de vrijstel ling van inkomstenbelasting voor be langrijke rubrieken loontrekkenden ongemotiveerd voordeel zouden genie ten (b.v. toepassing van het tarief van art. 10 der loonbelasting, dat toepas selijk is bij de niet geregeld terugkee- rende belooningen, b.v. provisies, om- zetpremies, waardoor men in veel ge vallen aanmerkelijk minder betaalt dan betaald zou zijn als deze provi sies etc. tot het gewone loon zouden zijn gerekend). De personen, die op 1 Januari 1941 belastingplichtig waren, krijgen een voorloopigen aanslag naar het inko men over 1940. Wordt men na 1 Ja nuari 1941 belastingplichtig, dan is bij bovengenoemde categorieën een voorloopigen aanslag mogelijk naar het geschatte inkomen over 1941. Dit voert ons vanzelf tot de vraag: wanneer vangt belastingplicht aan? De volgende gevallen zijn le noe men: 1. Wanneer men zich hier te lande vestigt; 2. wanneer men geboren wordt; 3. bij vrouwen: a. hij ontbinding van het huwelijk, b. wanneer zij duur zaam gescheiden gaat leven. Dit brengt ons weer tot de vraag: wanneer eindigt belastingplicht? Dit is het geval: 1. Bij overlijden; 2. bij verlaten van het land; 3. bij vrouwen: a. bij het begin van het huwelijk, b. wanneer bij feitelijke scheiding het duurzaam gescheiden leven ophoudt. Hieruit volgt dat van ontheffingen in den zin zooals wij die vroeger ken den (bij overlijden, staken van beroep enz.) geen sprake meer is. Wanneer men slechts over een ge deelte van een jaar belastingplichtig is (b.v. iemand sterft in den loop van het jaar, een vrouw treedt in den loop van het jaar in het huwelijk) dan wordt het inkomen tot jaarinkomen herleid, vervolgens het tarief toege past en daarna het belastingbedrag weer herleid in verband met den wer- kelijken duur van het inkomen. Een tweetal voorbeelden zullen veel verduidelijken. Iemand geniet 2000,rente per jaar; hij heeft bovendien een winkel, overige inkomsten heeft hij niet. De zen winkel heft hij op per 1 Augustus 1941. Liquidatiewinst wordt niet ge maakt; de winst tot 1 Augustus 1941 beloopt 700,Deze man betaalt voor 1941 naar een inkomen van 2700,Het tarief wordt gewoon hierop toegepast. Iemand geniet 2000,rente per jaar; hij heeft een winkel, doch op l Augustus sterft hij. De winst tot 1 Augustus 1941 bedraagt 700,Tot 1 Augustus is aan rente genoten 1800,—. Het totaal is 2500,—. Dit wordt nu tot jaarinkomen herleid door vermenigvuldiging met 360 en deelen door 210 (aantal dagen van den tijd, gedurende welken hij belasting plichtig was: 1 Januari tot 1 Augus tus). Vervolgens wordt het tarief toe gepast en het resultaat weer herleid tot de belasting over den tijd, gedu rende welken in werkelijkheid de be lastingplicht bestond door vermenig vuldiging met 210 en deelen door 360. Door deze berekeningen blijft de pro gressie gehandhaafd hij de belasting van het inkomen naar tijdsgelang. Thans noemen wij nog eenige an- deré afwijkingen van de oude rege ling, waar vele belastingplichtigen re kening mee zullen hebben te houden. Afschrijving op gebouwen niet in bedrijf of beroep is geoorloofd. Deze afschrijving bedraagt als regel 10% van de huurwaarde over het kalender jaar. De huurwaarde is te stellen op den normalen huurprijs. Deze huur prijs wordt geschat volgens art. 10 der Personeele Belasting. Is het huis onder normale omstandigheden ver huurd, dan geldt de huurprijs. De ge geven regels voor de. bepaling van de afschrijving gelden niet, wanneer het huis dusdanige gronden heeft, dat de huurprijs of huurwaarde daardoor aanmerkelijk wordt beïnvloed. Een klein huis met zeer veel grond zal dus niet onder de gestelde regels vallen. Men.dient de afschrijving dan op an dere wijze te bepalen. Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 75 ct. „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Door OTFRID VON HANSTEIN. Vertaald door Angelica van Hest. (Nadruk verboden). 2) O ja, een heele verzameling aller liefste familieleden, die me dagelijks alles weer op mijn boterham smeren. Dat wil ik niet! Ik wil op mijn eigen beenen staan/ maar ik kan ook niet goed verdragen dat iedereen hij wien ik om een betrekking kom, tusschen zijn tanden fluit: „Ach, bent u de dach- ter van bankier Serenus?". U hoeft niet te denken dat ik ten onder zal gaan, maar ik wil frissche lucht inademen. Kijkt u maar, ik heb een paar stevige handen en ik heb ook wat geleerd. Maar waarom moet het dan spe ciaal Argentinië zijn? Ook dat is heel eenvoudig. Wat ik zoojuist zei van trouwen met een Argêntijn, is natuurlijk onzin. Ik denk er niet aan, nu niet en later ook niet. Werken wil ik, het doet er niet toe wat ik houd mijn oogen open; ik heb zelfs een revolver in mijn zak voor als het noodig is; mij zal niets gebeuren. U vraagt me, waarom ik juist naar Argentinië wil? Mijn vader was een groot liefhebber van Moor- sche oudheden. Wij hebben driemaal een heelen zomer in Granada doorge bracht en daardoor spreek ik vrij goed Spaansch. Dat is de reden, dat ik Ar gentinië koos. Maar nu maak ik een eind aan ons gesprek, want ik moet de papieren voor de landing nog hij el kaar zoeken. Mijn nieuwe baas zal me aan deJiaven opwachten. Dornbusch stak haar de hand toe. Juffrouw Serenus, ik dank u voor uw vertrouwen. Ik ben zelf een soort avonturier en ik heb er nog geen Hauw idee van, wat er van me terecht zal komen. Ik reis direct door naar Rosario. Als u mij uw adres wilt ge ven, zal ik u steeds het mijne zenden. En als ik u eens goeden raad kan geven Ze stond vlak voor hem en keek hem vast in de oogen. Ik heb gehoopt, dat u dat zéggen zoudt ik wil u graag als vriend hebben. Maar goed begrepen, beslist alleen maar als vriend. Hij glimlachte. Natuurlijk, dat was ook mijn be doeling. Hij wilde met een buiging heengaan, toen ze hem nog eens terugriep. Mijn vrijwillige bicht is nog niet geheel ten einde. Misschien komt er nog een vraag bij u op, waarover u struikelt: Waarom reist een meisje zonder middelen eerste klasse op de „Siërra Morena?" Niet van het geld van mijn vader. Ik heb een klein erf deel van mijn moeder en bezit,zelfs nog een duizendmark-biljet. Tot ik uit Duitschland wegstoomde, was ik me juffrouw Beate Serenus! Wat er nu komt zal niemand weten dan ik; het is dus volkomen onbelangrijk. Tot weerziens,' mijnheer Dornbusch! Hij zag haar na, toen ze met krach tige schreden, sterk, jong en energiek, wegstapte. Egon Dornbusch was volstekt niet verliefd op Beate Serenus, maar toch voelde hij zich nu opgelucht en in zijn schik. Een dapper meisje! Hij zou zich geërgerd hebben, wanneer ze werkelijk als een onnoozel kind in haar ongeluk was geloopen. De boot naderde langzaam de haven van Buenos Aires. Rechts, ver naar voren geschoven, teekenden zich reeds de enorme complexen der brouwerijen van de voorstad Quilmes af; daarna kwamen de grijze gehouwen aan de kust naderbij en langzaam baande zich de „Siërra Morena" een weg door een onafzienbare vloot van groote en klei ne bootjes, die aan de allesbehalve fraaie haven van de Argcntijnsche hoofdstad iets indrukwekkends geven. Beate stond al lang weer op 't dek en keek naar het-land. Vuil van zand en leem spoelden de golven der La Plata, die zich hier bijna tot een baai verwijdde, om het schip. Een lichte nevel lag over de groote stad, schoor- steenen rookten. Sirenen van schepen loeiden, kleine politiebooten schoten pijlsnel door het water. Als een licht, lachend feest had voor eenige dagen de sprookjesachtige baai van Rio de Janeiro voor Beate gelegen, als een weekdag vol zwaren arbeid doemden daar de sombere schuren en fabrieksgebouwen van Buenos Aires voor haar oogen op. De deksteward riep met luide stem: De dames en heeren der eerste klasse worden verzocht, voor pas- en politio-controle in den rooksalon te komen. Een van de eersten was Egon Dorn busch; hij legde zijn papieren en zijn contract als ingenieur bij de machine fabriek Gonzales Co. op tafel. Hij ontving zonder eenige moeite de noodige stempels en haastte zich weer naar zijn hut terug. Door het gesprek met Beate had hij waarachtig vergeten zijn koffers te pakken. Veel was het niet dal hij bij zich had, ook geen duizendmarkbiljet in zijn portefeuille, doch slechts nau welijks tweehonderd mark. Wat hin derde dat? De firma, waarbij hij in dienst kwam, had hem zijn boot- en spoorbiljet thuis gezonden en als hij eenmaal in Rosario was, begon hij ook dadelijk te verdienen. Kort na Egon verscheen Beate Se renus voor de tafel, waaraan de heeren zaten. Zij liet haar papieren en haar contract zien,maar de beambte zag haar verwonderd aan en stond op. Een oogenblik, alstublieft, Senho- rita! Zij gevoelde zich buitengewoon on gerust, toen de beambte met haar naar de conversatiezaal ging. Zij voelde de blikken der andere reizigers en 't was haar, alsof zij weer de Beate Serenus der laatste dagen in Berlijn was. Spreekt u Spaansch? Ja, Senhor. Bent u zangeres? Ik? Neen. Of danseres? Hoe komt u op die zonderlinge vraag? Ik heb opdracht, om u deze vra gen te stellen. U kunt op dit papier lezen, dat ik als gezelschapsdame van een Duit sche, die met een Argentijn getrouwd is, naar Tucuman ga. Naar Don Erico Valezza. Juist. Weet u, dat deze heer bezitter is van een cabaret van den zooveelsten rang? Wat zegt u? Senhorita, het spijt mij u te moe ten mededeelen, dat u niet kan worden toegestaan aan land te gaan. Beate schrok geweldig. - Mijn papieren zijn toch in orde. U moet mij goed begrijpen: deze maatregel wordt uitsluitend in uw ei gen belang genomen. Er zijn talrijke gevallen voorgekomen waarin jonge meisjes, die lichtzinnig op adverten ties ingingen, waarin betrekkingen werden aangeboden, haar ongeluk te gemoet zijn gegaan. Daarom is er een wet uitgevaardigd, dat alleenreizende meisjes, die geen betrekking hebben bij menschen welke bij de politie als onberispelijk bekend staan, die geen familie in Buenos Aires hebben of hier gekomen zijn om te trouwen, niet aan land mogen gaan. En een derge lijk huwelijk moet dan nog onmiddel lijk plaats vinden. Beate was heelemaal terneergesla gen. Ik moet aan land; ik ben u voor uw waarschuwing heel dankbaar en zal natuurlijk niet naar Tucuman gaan. Ik ben gezond en bezit nog dui zend mark. Ik zal een andere betrek king zoeken. Het spijt mij, Senhorita, maar ik ben slechts beambte en niet in staat, de wetten te veranderen. Dus moet ik Het beste is, dat u op het schip blijft en daar u, zooals u zegt, nog geld bezit, reist umaar weer naar Duitsch land terug. Het spijt mij u deze teleur stelling te moeten aandoen, maar onze regeering is zich van een zware ver antwoordelijkheid bewust. Hierna maakte de beambte een be leefde buiging, legde de papieren op tafel en liet haar alleen. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 2