DE ECHO VAK HET ZUIDEN" H.M. DE KONINGIN WEER IN ONS LAND. Extra-Uitgave van Uitbundige vreugde en diepe ontroering. Waalwijk, 25 Maart 1945. I H.M. spreekt. Breda. Tilburg. Eindhoven. H.M. Koningin Wilhelmina is op 13 Maart in het vaderland teruggekeerd. Dit historische feit voor ons land wel het belangrijkste van den geheelen oorlog vond plaats in het kleine geheel verwoeste Zeeuwsch-Vlaamsche dorpje Eede, welks naam van nu af aan gegrift zal staan in de annalen onzer vaderlandsche geschiedenis. H.M. was gekleed in een bruin mantelcostuum met een bruinen bont en bruine hooge schoenen. Ze droeg een bruin fluweelen hoed gegarneerd met zwart astrakan en een licht bruine veer. Op Haar mantel droeg Ze een rood-wit-blauwe rozette met in het midden een groote zijden margriet. H.M. had deze rozette zelf ontworpen. Eenvoudige boeren en arbeiders verdrongen zich om H.M. De ontroering van het oogenblik werd velen te machtig. Het was een aangrijpend gezicht deze eenvoudige plechtigheid tusschen deze ruïnes van dit kleine land- bouwdorpje. Hier werd geschiedenis gemaakt. De heroverde vrijheid werd hier bezegeld door de terugkomst van Haar, wier persoon voor allen die vriiheid symboliseert. t Spontaan zetten de aanwezigen het Wilhelmus in. Dit was wel het orootste oogenblik van deze treffende gebeurtenis, dit eerste Wilhelmus op vrijen bodem. Het publiek hield niet op en zette het „Wij leven vrij, wij leven blij" in. Honderden malen hebben we dit prachtige vaderlandsche lied gehoord, maar nog nooit heeft het zooveel inhoud gehad en ons zoo diep bewogen als op dezen dag. bezoek bracht aan de plaats van den grooten dijkdoorbraak bij Westkapelle, welke dijk op 3 October 1.1. door de R.A.F. werd gebombardeerd en doorbro ken als een eerste fase van den strijd voor de bevrijding van Walcheren. In dezen strijd heeft Westkapelle zwaar geleden. Het is letterlijk van den aardbodem weggevaagd. De meeste hui zen in het dorpje waren uit hout opge trokken, slechts stukken hout, weinig grooter dan brandhout, zijn overgeble ven. Twee honderd Kapellenaars zijn bij dit bombardement omgekomen in de gol ven; meer dan 80 percent van de manne lijke bevolking is door de Duitschers weg gevoerd. Zwaar, ontzettend zwaar heeft dit dorp geleden. Na een kort bezoek aan Aardenburg stond de zwaar beschadigde historische stad Sluys, waar zoo verwoed gevochten is, op het programa. Te voet overschreed H.M. de grenslijn van de gemeente. Een diepe stilte hing over het stadje, toen de Koningin door de totaal verwoeste straten liep. Dp het marktplein in de schaduw van de monumentale zwaar beschadigde kerk stonden de bewoners in carré opge steld. Up het oogenblik, dat de Hooge Bezoekster dit marktplein betrad, brak een gejuich los, dat voor immer gegrift zal blijven in de harten van allen, die er ge tuige van waren. Ook hier zong de be volking spontaan het Wilhelmus. Pas onder deze dramatische omstandigheden kan men de ware schoonheid en de die pere beteekenis van de woorden onzer vaderlandsche liederen ten volle beseffen. Dit eerste bezoek van de landsvrouwe na de bevrijding droeg een zeer eenvou dig karakter. Geen groots opgezette mili taire parades, geen tot in de puntjes ge organiseerde bijeenkomsten met vervelen de moeizaam uitgesproken speeches. Niets van dit alles. Eenvoudige spontane demonstraties, zonder eenige voorberei ding. Een paar uur voor de Hooge Bezoekster de verschillende steden en dor pen bezocht,waren de inwoners nog on kundig van Haar komst. De schoolkinde ren hadden geen speciale liederen ge leerd. Zij zongen uit volle borst de liederen, die ze tijdens de bezetting niet mochten zingen; zij zongen ze nu met een ijver en een gloed, die allen, die aanwezig waren, diep trof. De Koningin sprak met de waardig heidsbekleders, die getoond hadden hun autoriteit waardig te zijn. Ze sprak met de familieleden van gefusilleerden, met ondergrondsche werkers en menschen, die door de oorlogshandelingen zwaar waren getroffen, kortom met de nieuwe aristocratie van Nederland. De menschen, die actief aan den verzetsstrijd hebben meegedaan. Een Koningin kwam tot haar volk, een moeder tot haar kinderen. Dit kwam overal zoo prachtig tot uiting. Met tranen in de oogen sprak de Sluysenaar Gustaaf Tange met de Koningin en ver telde Haar van zijn zestienjarig dochter tje, dat bij het bombardement was omge komen. Vader Scheerens vertelde van zijn zoon: „Als een held is hij gestorven antwoordde de Landsvrouwe. Via Oostburg, waar de menschen als het ware uit de ruïnes puilden, Schoon- dijke, Breskens, IJzendijke en Philippine werd de reis voortgezet naar Sluiskil, waar de nacht werd doorgebracht. Maar alvorens deze plaats bereikt werd, moest H.M. het GentTerneuzen-kanaal op een veerpont oversteken. Duizenden juichen de landgenooten stonden aan beide oevers opgesteld, toen de langzame veerpont het kanaal overstak. Het was een waarlijk majestueuze apotheose van dezen eersten dag, die H.M. weer doorbracht temidden Harer onderdanen. In al de genoemde plaatsen, onderhield H.M. zich op ongedwongen wijze gedu rende langeren of korteren tijd, met de bevolking en overal speelde zich hetzelfde enthousiaste en aandoenlijke tooneel af. Het hoogtepunt van den tweeden dag van het bezoek van H.M. Koningin Wil helmina aan Zeeuwsch-Vlaanderen was een op het laatste oogenblik geïmprovi seerde diep treffende plechtigheid, die plaats vond in Terneuzen. Na afloop van het vastgestelde pro grama stelde de burgemeester aan H.M. voor een bezoek te brengen aan de Westsluis, waar in September van het vorige jaar, tijdens den bevrijdingsstrijd vier Terneuzenaren, die poogden de Duit- sche springstoffen onder de sluis weg te nemen, door de Duitschers waren dood geschoten. Diep bewogen stond H.M. voor deze plek stil. Daar deze plechtigheid geheel geïmproviseerd was, had de Hooge Be zoekster geen krans of bloementuil om op deze plaats neer te leggen. Ze nam de groote rood-wit-blauwe rozet, die ze op den mantel droeg en legde deze op den bazaltsteen. Twee minuten lang bleef H.M. voor deze plek de dooden herdenken. H.M. had een persoonlijk woord voor de na bestaanden der overleden helden. „Op deze plaats moet een monument worden opgericht", besloot H.M. De reis werd voortgezet en onderbroken in Zaamslag, Axel en Hulst en overal daverden in de prille lentelucht de toe juichingen. Heerlijke zonneschijn zette op de eerste twee dagen praal bij aan den tocht. Op den derden dag van Haar bezoek aan de provincie Zeeland maakte H.M. een tocht per „duck" door het over stroomde gebied van Walcheren. Zes uur lang reed en vaarde H.M. in dit amphibie voertuig over het zwaar ge troffen eiland. Geen pen ter wereld kan de ontroering beschrijven, die zich meester maakte van de luttele honderden menschen, die nog in het vrijwel geheel verwoeste West kapelle wonen, toen H.M. te voet een geweest, reiken wij elkander weer voor het eerst de hand, zien elkander van aan gezicht tot aangezicht in diepe bewogen heid over al hetgeen over U, en door Uw leven is heengegaan. Gij kunt U moeilijk de ontroering voorstellen, die zich bij deze hereeniging met U van mij meester maakt. Mijn reis door Zeeuwsch-Vlaanderen en door Walcheren zal steeds behooren tot de grootste belevenis in mijn leven; diep ben ik getroffen door het groote leed, dat over velen Uwer is gekomen en dat gij allen zoo moedig met vele dappere leden van de verzetsbeweging weet te dragen. Met trots heb ik kennis gemaakt In dit diep ernstige oogenblik, waarin wij thans verkeeren, waarin de orkaan van den oorlog over ons vaderland woedt, en de bevrijding van ons volk nog niet is voltooid, waarin onze toe komst nog moet worden opgebouwd, geestelijk en stoffelijk, reiken wij elkan der de hand, als bewijs van onze eens gezindheid, van onzen vasten wil voor dat eene doel: een waarachtige volksge meenschap op te bouwen, en een nieuw en schooner vaderland te doen herrijzen. Dit oogenblik vraagt niet om woorden, maar om daden, bevrijdingsdaden, die ons brengen moeten uit de zorgen en den druk, waaronder wij leven tot het eind doel, dat wij voor ons geestesoog zien. Wij weten, dat het een langen weg is, die voor ons ligt, die niet gemakkelijk zal zijn, maar met de beproefde Zeeuw- sche taaiheid en volharding zullen wij er komen. Hoe zwaar Uw druk en benauwenis geweest is, hoeveel offers Uw dapperen (Namaak en nadruk uitdrukkelijk verboden. Theo van Delft Alle rechten voorbehouden.) Nog slechts enkele honderden menschen leven tusschen deze ruïnes. Zij, met het gevolg van Hare Majesteit, waren de eenigen, die aanwezig waren bij het meest ontroerende schouwspel, dat zich tot nu toe op dezen tocht afspeelde. Nadat H.M. zich door den burgemees ter had laten voorlichten omtrent den om vang van den ramp, liep H.M. door het geheel verwoeste dorp naar de plaats van den dijkdoorbraak. Diep ontroerd zwij gend keek de Koningin naar het groote gat. Een stokoud vrouwtje in Zeeuwsch costuum zette plotseling met een zwakke stem het Wilhelmus in, dat onmiddellijk werd overgenomen door de aanwezigen. Het vrouwtje gaf met haar oude hand de maat van het Volkslied aan. Het was een moment, dat allen, die er bij tegenwoor dig waren, nooit meer zullen vergeten. Doch evenmin zullen de bewoners van Middelburg, Serooskerken, Oost-Kapelle en Domburg de indrukwekkende momen ten vergeten, tijdens welke H.M. in hun midden vertoefde en zoo intens van Hare algemeene belangstelling blijk gaf. De bewoners van deze streken hebben van het oorlogsgeweld gruwelijk geleden maar geen klacht kwam over de lippen der bewoners over het leed, dat over hen gekomen was, als zij zich met de Konin gin mochten onderhouden. Op den laatsten dag van Haar bezoek aan Zeeland heeft H.M. een kleine groep Zeeuwen toegesproken in het Paleis van Justitie te Middelburg. Voor deze gele genheid had H.M. een select gezelschap rond zich heen geschaard. Naast de ouders van gefusilleerden, de oud-illegale werkers en de voornaamste oorlogs slachtoffers merkten wij ook de voor naamste provinciale hoogwaardigheidsbe- kleeders op. In het gezelschap, dat in de rechtszaal met spanning de komst van H.M. afwachtte, bevonden zich velen in Zeeuwsche kleederdracht. Bij den ingang van het Paleis werd H.M. welkom geheeten door den waar- nemenden Burgemeester van de stad. Vrijwel onmiddellijk na het betreden van de zaal, nam H.M. het woord: „Na bijna vijl jaar gescheiden té zijn hebben gebracht, hoezeer Uw steden en Uw dorpen verwoest zijn, Uw akkers en hofsteden onder water staan, gij zijt weer vrije menschen en het grootste gedeelte van Zeeland is van den vijand gezui verd. Voor U staat dus de weg open voor opbouw en herstel. Temidden van onze zorgen en ons ont zaggelijk leed over onze landgenooten, die nog niet bevrijd zijn, zorgen en leed, die ons geen oogenblik met rust laten, is Uw weer vrij zijn het groote lichtpunt. Met U dank ik God daarvoor. Ik breng hulde aan al Uw mannen en vrouwen, die in de donkere jaren, die achter ons liggen, taaien, onverzettelijken weerstand boden. Ik breng hulde aan de legers on zer bondgenooten voor htm, voor ons gevoerden moedigen strijd, hulde aan de mannen van onze Brigade, die zijde aan zijde met hen den bevrijdingsveldtocht hebben meegestreden. Hulde aan onze wakkere jonge mannen van het verzet, die zoo dapper hebben meegevochten en zich, evenals de Brigade, met krijgsmans- roem en lauweren hebben overdekt. Ik houd mij overtuigd in aller geest te handelen, indien ik U voorstel, thans eenige oogenblikken van eerbiedige stilte in acht te nemen als hulde aan al Uw helden, die vielen bij het volbrengen van hun plicht in hun prachtigen onverzette lijken weerstand tegen den overweldiger, aan hen, die schouder aan schouder stre den met onze bondgenooten en den dood vonden, bij den strijd om onze bevrijding en aan hun Canadeesche, Poolsche en Britsche strijdmakkers". De woorden van H.M. werden door de aanwezigen in ontroerende stilte aange hoord. Nu en dan tijdens de rede hoorde men het zachte geschrei van een baby, het dochtertje van een gefusilleerde, dat met haar moeder de plechtigheid bij- woond. Een dramatische noot, die de velen, die later per radio naar deze rede zullen luisteren, een idee zal geven van het karakter van dezen tocht. Het hoofd van de illegale beweging in Walcheren nam daarna het woord. In eenvoudige, maar diep treffende woorden schilderde hij de groote trouw der Zeeu wen jegens H. M. Hij wees op het werk, dat de ondergrondsche werkers tijdens de bezetting voor hef vaderland hebben gedaan. „Prachtkerels zijn het, Majesteit, prachtkerels". Hij wees er op, dat de rol van de illegaliteit nu een andere is ge worden en dat allen eendrachtig moeten samenwerken voor een nieuw en beter Nederland. Hij legde er den nadruk op, dat een nieuw Nederland moet herrijzen, waar hervormingen op velerlei gebied in gevoerd zullen moeten worden en beves tigde plechtig dat de voormalige onder grondsche werkers loyaal zullen mee wer ken om dat groote doel te bereiken. Deze rede van den leider van de ver zetsbeweging in Walcheren was een de monstratie van groote beteekenis. Hier stond de woordvoerder van de nieuwe aristocratie van Nederland. De aristo cratie van het verzet, die hier haar trouw aan H. M. bevestigde. Als vroeger H. M. de Koningin een bezoek aan een stad bracht, werden de gewoonte getrouw de plaatselijke autori teiten aan H. M. voorgesteld: de burge meester, het hoofd van de school, de directeur van de gemeentelijke waterlei ding etc. Positie, meer dan karakter, was de maatstaf, die werd aangelegd bij de keuze der uitverkorenen. Op dezen tocht is dat geheel veranderd. De Koningin on derhoudt zich met de menschen, die daad werkelijk bewezen hebben hun leven veil te hebben voor het vaderland; de men schen, wier trouw boven allen twijfel ver heven is. H. M. beëindigde Haar drledaagsch bezoek aan Zeeland in Goes, alwaar aan het gejuich, dat hier zooals op alle plaat sen opsteeg, een nieuwe noot werd toe gevoegd. De aanwezige auto's mengden hun claxons in het pandemonium. Ongeveer een half uur verbleef de Hooge Bezoekster in Goes. Op de grens van de provincie nam H. M. afscheid van den Commissaris en dankte hem voor de vele zorgen en attenties, Haar tijdens dit bezoek betoond. De waarnemend Commissaris der Ko ningin in Noord-Brabant Jhr. Smits van Oyen verwelkomde H. M., toen Deze de provincie betrad. Het eerste officieele bezoek van H. M. aan Noord-Brabant gold Bergen-op-Zoom, waarna Roosen daal aan de beurt was. Ook hier was df belangstelling enorm. In tegenstelling met Zeeland waren te Bergen-op-Zoom cn Eter ook in Roosendaal de groepen, die aan H. M. werden voorgesteld, niet in de openlucht opgesteld, maar stonden deze binnen het stadhuis. Het te Zeeland gevolgde systeem gaf aan de aanwezigen en het publiek veel meer voldoening; bovendien was de keuze van diegenen, die aan H. M. werden voorgesteld in Zeeland ruimer geweest. Oud-illegale werkers, oorlogsslacht offers en familieleden van getroffenen en gefusilleerden waren thans de auto riteiten op het Bredasche stadhuis. De in het purper gekleede bisschop van Breda bracht een bezoek aan de Koningin. In een plas zon voor het Bredasche stadhuis stonden zij opgesteld: de nieuwe autoriteiten der stad, mannen en vrou wen, die in de jaren der bezetting ge toond hebben karakter en een warmvoe lend vaderlandsch hart te bezitten. Zij stonden niet óp, maar terzijde van de trappen naar het bordes. Karakteris tiek voor hun houding en hun daden, die niet om een officieel „voetstuk vra gen. De moeder van ons zoo zwaar ge troffen land praat er in allen eenvoud met een moeder van een door de brute slagen van den overweldiger gehavend gezin. Zij praat er met een eenvoudig man, een jachtopziener. Wat offerde hij voor het vaderland? Hij geeft een sober relaas: er was een geheime zender in zijn woning ondergebracht. Er vertoefden langen tijd een aantal dappere ondergrondsche wer kers in zijn huis. De groep was in Sep tember tot 12 leden aangegroeid. Toen kwamen de Duitschers. Een hevig vuur gevecht. Verschillende Hunnen werden gedood. Maar de strijd was ongelijk. Vijf dappere vaderlanders werden vermoord, zeven anderen werden gevangen geno men, gemarteld en later gefusilleerd. In den kelder werden handgranaten gegooid en fosforprojectielen. De vrouw en drie kinderen van den jachtopziener werden vermoord, de vijf overige kinderen moes ten naar het ziekenhuis worden overge bracht. Zij herstelden, maar dragen nog de wonden, die moordenaarshanden hun toebrachten.De jachtopziener ontsnapte, doch werd later gegrepen. Kort voordat hij ter dood zou worden gebracht, werd hij uit de Duitsche beulshanden gered. Een sober relaas. Maar hoe aangrijpend moet de indruk geweest zijn, die onze Koningin in deze eenvoudige gesprekken van mensch tot mensch opdeed. Voor alle vensters verdringen zich de kijkers, ja tot zelfs op de transen van de prachtige O. L. Vrouwe kerk, exempel van Brabantsche Gothiek, waar o.a. Graaf Hendrik III van Nassau, Reinier van Chalons en Anna van Eg mond van Buren, de eerste gemalin van Willem den Zwijger, begraven liggen, hebben zij een plaatsje gevonden. De belangstelling is enorm, maar bui ten worden de eenige duizenden niet af geschrikt door het lange wachten. Ook al vertoeft de Koningin ruim twee uur op het Bredasche stadhuis, de wachtende schare blijft hardnekkig samengepakt rondom het Marktplein. Even wordt het gezicht der Koningin zichtbaar voor een der geopende ramen op een bovenverdie ping van het raadhuis. Met Brabantsch enthousiasme wordt een samenzang aan geheven: „Oranje boven, Oranje boven, leve de Willemien!" De Koningin kan niet nalaten er voor het geopende ven ster wuivend voor te danken. Om half zes komt er beweging in de rij van auto's voor het stadhuis. Een chauffeur manoeuvreert zijn wagen over het trottoir tot bij de trappen van het bordes: de Bisschop van Breda, Mgr. P. Hopmans, in het bisschoppelijk purper ge kleed, komt zijn opwachting bij de Ko ningin maken. In een der zalen heeft een hartelijk onderhoud plaats tusschen de hoogste landelijke en hoogste kerkelijke autoriteit in het Bredasche diocees. Twee hoogwaardigheidsbekleeders, die hun le vensavond bereikt hebben en voor wie deze jaren van bezetting, jaren van groote kommer en zorg beteekenden. De rijen van wachtenden hebben zich door den langen duur van het bezoek binnen eenigszins gedund, maar toch ble ven yelen samengedrongen, om het ver trek der Koningin te zien. Een wacht meester der marechaussee beloont inmid dels eenige hardnekkig met hun vlaggen wapperende kleuters met een stuk cho cola. Zij houden het stevig in hun knuist jes, want „het is chocolade van onze Koningin", zoo roepen ze triomfantelijk. De wachtmeester lacht eens. Hij heeft zelf kinderen Te ongeveer kwart voor zes komt er opnieuw beweging in de rij der volg auto's. Halzen worden uitgerekt, vlagge tjes zwaaiend opgeheven. Voor de ge opende vensters verdringen zich weer de hoofden van wachtenden. Een enthousiast gejuich golft over het Marktplein als de Koningin, zichtbaar onder den indruk van al hetgeen zij ook hier weer vernam, naar buiten treedt. Zij lijkt eenigszins ver moeid, maar dat weerhoudt haar niet om vriendelijk wuivend afscheid te nemen van de wachtende Bredanaars, die Haar het laatst zagen in de twintiger jaren bij het eeuwfeest van de Koninklijke Mili taire Academie. Den volgenden ochtend, op den zesden dag van Haar verblijf in bevrijd gebied, bracht H. M. de Koningin geheel onver wacht nog een bezoek aan de Groote Kerk op de Markt te Breda, waar Zij gezeten tusschen de eenvoudige kerk gangers den dienst bijwoonde, die werd voorgegaan door Dominee Mijnaartse. In den middag bracht H. M. een be zoek aan Tilburg, waar een contingent van de Stoottroepen stond opgesteld. H. M. inspecteerde de soldaten en onderhield zich geruimen tijd met de leden van den staf. Om lid van de stoottroepen te kun nen worden, moet men actief hebben deel genomen aan het verzet tijdens de be zetting. H. M. liet zich door vele leden van de stoottroepen vertellen, hoe zij actief aan den ondergrondschen weerstand had den deelgenomen. Na afloop van de in spectie marcheerde het contingent langs H. M„ die met zichtbaar genoegen de parade gadesloeg. Zoo groot was Haar enthousiasme, dat Zij met luid handge klap uitdrukking aan Haar voldoening gaf. Na afloop van de parade liet H. M. de leden van het College van Commissa rissen van Landbouw, Handel en Nijver heid aan zich voorstellen, waarna Zij zich naar het Paleis-Raadhuis begaf om te confereeren met de leiders der ver zetsbeweging en de nagelaten betrekkin gen van gefusilleerden en oorlogsslacht offers. Bij het bereiken van het Trappis tenklooster „de Koningshoeve" op den weg van Tilburg naar Eindhoven hield H. M. even stil. De Trappisten, die voor deze gelegenheid hun zwijgplicht hadden mogen breken, stelde deze geste zeer op prijs. Een heerlijke lentezon stond boven het met vlaggen en Oranjedoeken versierde Eindhoven, toen H. M. de Koningin zich Maandagochtend op weg begaf naar het samenzijn met de daartoe uitverkorenen. De doffe stemming, die hier zoolang had geheerscht als gevolg van den oor logsdruk had als bij tooverslag plaats, gemaakt voor een verkwikkende feest vreugde. Als een electrische schok was het door de menschen gegaan: „De Koningin is erl" Het klonk nog ietwat onwezenlijk, als iets uit een heel ver verleden. Wie zich op straat begaf en wie deed dat niet? ontwaarde al spoedig het van ouds vertrouwde beeld der na tionale hoogtijdagen: Het rood-wit-blauw wapperde fierder dan ooit van gevels en daken de doorde Nazi's besmeurde Prin- cevlag was thans verdwenen de men schen, getooid met oranje, de kinderen met mutsen en vlaggetjes; het jarenlang met zooveel zorg gehamsterde materiaal voor het feest, dat toch eens gevierd zou worden, kwam rijkelijk voor den dag en het enthousiasme, evenaarde de geest drift van de Zeeuwen. Op het voorplein en het bordes van het van Abbe-Museum, waar H. M. ont vangen zou worden, hadden ontelbaren een plaats gevonden. Padvindsters en padvinders vormden met de Stoottroepen de eerehaag en daarachter blonk het ko per van de Eindhovensche Postharmonie, die in gala-uniform was aangetreden en ae nationale liederen blies. De kleuren van vlaggen en uniformen van allerlei aard vormden een bont geheel, -dat nog gemarkeerd werd door het prille groen van de bottende boomen. Een tafereel, zooals in geen jaren aanschouwd. Eindelijk was dan het groote moment aangebroken. Om tien minuten over half elf naderde de stoet en even later stonden de wachtenden van aangezicht tot aan gezicht met Haar, Wier komst men zoo lang had verbeid. De Koningin stapte uit de auto en lachte en wuifde naar alle kanten. De „hoera's" schenen geen einde te nemen. De afzettingwerd verbroken, iedereen stormde naar voren en om toch maar een glimp van de Koningin op te vangen. Plechtig klonk het Wilhelmus, dat allen daarop aanhieven. Begeleid door den minister van Bin- nenlandsche Zaken, dr. Beel en den bur gemeester van Eindhoven, den heer Ver dijk, die de Koningin bij Haar aankomst had begroet, betrad H. M. het Museum. In de groote zaal van het gebouw werd H. M door een honderdtal Eindhovena- ren hartelijk begroet; het waren plaatse- selijkc notabelen, zoowel als leden van de voormalige verzetsbeweging, vroegere gijzelaars en nagelaten betrekkingen van oorlogsslachtoffers. H. M., die bij het be treden van het Museum een bouquet in ontvangst had genomen, aangeboden door Carla Huismans, de dochter van den nieuw benoemden minister van Financiën, zette zich aan de aan het einde der zaal geplaatste tafel en sprak met heldere klankvolle stem de volgende rede uit. DE KONINGIN SPREEKT. „Eindelijk heb ik gevolg kunnen ge ven aan een lang gekoesterden wensch bevrijd Nederland te bezoeken en U allen weer te zien. Gij zult U moeilijk kunnen voor stellen wat het voor mij beteekent na bijna vijf jaren scheiding thans voor de eerste keer op vaderlandschen bo dem te toeven, met het beeld voor oogen van al wat gij heb moeten door staan van den meedoogenloozen en niets ontzienden vijand, gevolgd door Uw bevrijding die nog zooveel offer»

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1945 | | pagina 1