BEGRAFENIS
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
DEN HELD VAN DE LANGSTRAAT
VRIJDAG 13 JULI 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 43
VAN
JAN DE ROOIJ TE SPRANG-CAPELLE.
ENORME DEELNEMING.
INDRUKWEKKENDE PLECHTIGHEID
DIVERSE BERICHTEN.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Hoofdredacteur Uitgever: JAN TIELEN
Redacteur J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs 1 5 cent per week f 1.95 per kwartaal
Drukker: WaalwIJksche Stoomdrukkerij Antoon Helen
Kennummer 2483
Onder overweldigende deel-
ming had j.l. Zaterdagmiddag
teraardebestelling plaats van
stoffelijk overschot van wij-
n Jan de Rooij, die in dienst
in het Vaderland zijn leven of-
rde en op 4 Januari j.l. te
msterdam door den vijand op
aghart'ige wijze werd ver-
oord.
Door de zorgen van den heer
L. van Wijlen (kapitein An-
-é) was de mogelijkheid ge-
:hapen dat' het lijk van dezen
Bid naar Sprang-Capelle werd
srvoerd, alwaar het Vrijdag
middag te half drie arriveerde
i in de Ned. Herv. Kerk werd
Bgebaard. Van dat uur tot de
igrafenis op Zaterdagmiddag
erd onafgebroken bij de met
j vlag gedekte lijkkist een
ïbbele eerewacht betrokken
oor zijn strijdmakkers, terwijl
•n teelten van rouw van schier
lie woningen in de gemeente
venals van den toren de va-
erlandsche vlag halfstok wap-
erde.
De begrafenisplechtigheid was
>t in de kleinste bijzonderheden
p keurige wijze geregeld.
Aan de lijkdienst in de Ned.
[erv. Kerk, die geleid werd
oor Ds. A. Sirag, namen zeer
ele militaire- zoowel als bur-
erlijke autoriteiten deel. Als
ertegenwoordiger van L. K. n.
rins Bernard was aanwezig
lajoor Honing. Het kerkge-
ouw kon de belangstellenden
ij lange na niet allen bevatten.
Toen de ouders van Jan de
ooij het kerkgebouw werden
innengeleid verhieven de aan-
ezigen zich van hun zitplaat-
en, waarna door den jongen-
leer Corn. Groeneveld namens
b verzetsbeweging een palm
de op de lijkkist werd gelegd,
iS symbool van de overwinning
door de jongejuffrouw Nely
in Herpen een namens de bur-
[gerij als symbool van de
eeuwige vreugde.
De lijkdienst werd aange-
yangen met het' zingen van
Psalm 103 vs. 8 en 9: „Gelijk
het gras is ons kortstondig le-
jven" en „Maar 's Heeren gunst
zal over die Hem vreezen, In
eeuwigheid altoos dezelfde we
zen''.
Bij monde van Ds. Sirag. die
daartoe de Geloofsbelijdenis van
Nicéa las, werd hierna met de
Kerk van Christus aller eeuwen
belijdenis des geloofs afgelegd,
waarna lezing ven de H. Schrift:
2|Samuël 1: 17-27, David s klaag-
lied over Saul en Jonathan,
f Na het gebed en het zingen
an Psalm 79: 1 en 4 „Getrouwe
Sod, de heid'ncn zijn gekomen",
[n „Gedenk niet meer aan t
waad dat wij bedreven", hield
>r. Sirag de lijkrede, naar aan-
aiding van het 25e vers van het
toorgelezen Schriftgedeelte
Joe zijn de helden gevallen in
;t midden van den strijdJona-
an is verslagen op uwe hoog-
:n".
Diepe weemoed, aldus Ds. Si-
[ïag, vervulde het hart van Da-
vid, een geen wonder, want hij
ïflad zooeven een Jobstijding
ontvangen. In den strijd tegen
■e gehate Filistijnen zijn van
:raëls beste zonen gevallen, en
^jader dezen was ook de ziels-
griend van David: Jonathan. Hij
fas daaraan verbonden geweest
>or een liefde, zooals hij zelf
gt, wonderlijker dan die dei
."ouwen. Diepe droefheid heeft
[avid aangegrepen en om die
uiten op echt Oostersche
_i»\|ijze grijpt hij naar de harp en
^ngt de klaagzang die Ds. heeft
'orgelezen. In dichterlijke taal
—Beft David uiting aan zijn
gjroefheid en in dat lied keeren
slkens terug de tekstwoorden.
Vijf verschrikkelijke oorlogs
uren liggen achter ons en aan
het einde kunnen we met David
zeggen „Hoe zijn de helden
gevallen". Z. Eerw. denkt daarbij
aan de Grebbenberg, tot de laat
ste gevallene voor het' vuurpe-
leton. Wij kennen hen allen niet,
maar wij brengen hen onze
hulde.
Vanmiddag zijn wij in het'
kerkgebouw samengekomen om
één te gedenken die wij wel
kennen, onzen vriend Jan de
Rooy. Mag ik voor ditmaal deze
stoute vergelijking maken, aldus
Ds. Sirag: hij is onze Jonathan,
die verslagen ligt. Wij oud
illegalen, wij burgers van de
Langstraat, ingezetenen van
Sprang, gij ouders in het bijzon
der, wij moeten onzen klaagzang
uitzingen voor God: „Hoe zijn
de helden gevallen en hoe is
ook Jonathan verslagen. Jan's
jonge leven werd afgesneden
toen hij viel als een held onder
de hand van de moordenaars.
Als wij de klacht van David
overnemen, dan moeten wij geen
verontwaardiging leggen op den
vijand, en niet' ingaan tegen
Gods onbegrijpelijke leiding,
maar ook in dezen zwaren gang
moeten wij de Hand van God
zien; Hij slaat, maar Zijn han
den heelen. Onze klacht getuigt
van diepe droefheid, maar ook
van diepe dankbaarheid, gelijk
David die wist wie hij in Jona
than verloor, die wist' dat Jona
than voor het' vaderland en voor
de zaak des Heeren streed. Van
deze zelfde dankbaarheid, moet
ook onze klaagzang getuigen,
dankbaarheid jegens God voor
wat Hij ons in Jan gegeven
heeft.
Hij heeft de Langstraat bewaard
voor een tweede Duitsche inval,
en hij heeft het Vorstenhuis ge
diend. Hij heeft de Duitsche stel
lingen overgese'nd en daardoor
zijn wij burgers van de Lang
straat bewaard gebleven voor
een niet te beschrijven ramp.
Daarom brenger wij hem onze
hulde, maar danken wij bovenal
dien God, Die hem getrouw deed
zijn tot in den dood, Die hem,
eenvoudige jongen, plaatste in
de rij van Nederlandsche hel
den.
Onze klacht getuigt' naast
droefheid ook van diep geloofs
vertrouwen. David wist ook dat
het Koninkrijk Gods, hoewel
door menschen gediend, toch
met die menschen niet stond of
viel. God kan ook buiten hen
en op Zijn tijd laat Hij ze dan
ook vallen.
David voorziet het Koninkrijk
van Jezus Christus, dat onbe
weeglijk vast staat; met het oog
des geloofs heeft hij geschouwd
in de verre toekomst. Straks
verandert de klaagzang in een
lofzang: Nu is het Koninkrijk
en de zaligheid geworden on-
zes Gods en de macht van Zij
nen Christus.
Dit geloofsvertrouwen heeft
ook Jan de Rooy gehad. Dwars
door al de machten van deze
wereld zag hij dat het Konink
rijk Gods het winnen zou en
hij heeft er zijn leven voor ge
geven. En hij wist het, het kon
niet anders of dat Koninkrijk
zou hem wachten. Hij was niet
de eerste en niet de laatste die
onder de wreede vervolging zijn
Christus vond. Zich tot de ou
ders richtend zegt Ds. Sirag dat
nu hun klacht naast' droefheid
en dankbaarheid ook moet' ge
tuigen van datzelfde geloofs
vertrouwen als van hun zooh.
Gij, inwoners van de Lang
straat aldus gaat Z.E. verder
van welke geloofsovertui
ging gij ook zijn moogt, sta mij
toe U het evangelie van Jezus
Christus te verkondigen. Het is
met de dood niet' uit, maar dat
is het begin. God roept ook U
tot de zaligheid en wij prediken
U Jesus Christus en Die ge
kruist, Die Zijn leven gaf voor
ons allen. Het Koninkrijk Gods
bestaat eigenlijk uit gevallen
helden die aan den voet van
het kruis terneer vielen.
Straks gaan wij afscheid ne
men van Jan: wij beloven dan
voortaan in zijn voetspoor te
wandelen en niet onze eigen
eer te zoeken. Z.E. denkt aan
het geweldige lied in een con
centratiekamp gedicht
„Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden met de volle
[schoven,
Maar doe mij in den oogst
[gelooven
Waarvoor ik dien."
We spreken het uit: O God
doe ons gelooven in den oogst
waarvoor ook dezen gevallen
held gediend heeft: laat ons Uw
oogst aanschouwen. Ds. Sirag
eindigt met bet couplet van het
Wilhelmus
Oorlofmijn arme schapen
Gij zijt in grooten nood.
Uw heden zal niet' slapen,
Al zijt gij^ nu verstrooid.
Tot God wilt U begeven,
Zijn heilzaam woord neemt aan,
Als vrome Chrst'en leven:
't Zal hier haast' zijn gedaan.
Nadat op verzoek van Ds.
Sirag staande één minuut stilte
in acht was genomen, werden
het le en 6e couplet' van het
Wilhelmus gezongen, waarna
Ds. Sirag in dankgebed voorging
Na den slotzang (Psalm 116:
4) en de Zegenbede vindt de
samenstelling van den lijkstoet
plaats, onder leiding van den
heer v. Herpen.
Het stoffelijk overschot van
Jan de Rooy werd grafwaarts
gedragen door zijn makkers die
met hem gestreden hebben in
de verzetsbeweging André en
die hun werk deden hier en aan
de overzijde van de Maas.
Een groot aantal prachtige
kranzen werden door zijn strijd
makkers en de leden der Ned.
Herv. Jongelingenvereeniging
„Timotheus" mede grafwaarts
gedragen. Onder deze kransen,
bloemenmanden enz. zagen wij
er van den Bevelhebber van de
Binnenlandsche Strijdkrachten,
van Kapitein André, van G. O.
I. W. uit verschillende plaatsen
uit de Langstraat', van de Trans
portcolonne Ned. Roode Kruis
afd. Waalwijk, enz. enz., terwijl
een krans van de familie van
Jan de Rooy de met de vlag
gedekte kist sierde.
In de lijkstoet volgden o.m. na
de ouders en de familie de Ker-
keraad der Ned. Herv. Kerk en
de genoodigden, Dr. Winkelman
en de vriend van den overlede
ne Bas Werther, voorts de ver
tegenwoordiger van Z. H. H.
Prins Bernhard Majoor Honing,
Kapitein André (dhr. A. L. v.
Wijlen, die per auto volgde,
zulks als gevolg van een hem
overkomen auto-ongeluk), de
medestrijders uit de verzets
groep, de vertegenwoordiger
van den Militairen Commissaris
uit het district Den Bosch, Kapt.
Hert er, de Gew. Commandant
der Binnenlandsche Strijdkrach
ten, de oud-miMtaire comman
dant te Waalwijk e. o. kap.
Gruppelaaar, en verder deputa
ties van gemeenten en van G.
O. I. W. uit Vlijmen, Drunen,
Waalwijk, Waspik, Raamsdonk,
Loonopzand en 's Gravenmoer;
de heer Kuysters, Adm. der B.
S., deputatie van de Politieke
f Recherche, de directeur van de
Alg. Begraafplaats te Haarlem,
die de opdracht betreffende de
opsporingen van het lijk van
Jan de Rooy had uitgevoerd en
alzoo had medegewerkt dat
het lijk naar Sprang kon worden
vervoerd vertegenwoordigers
van Maatschappelijke Weder
opbouw Waalwijk, van Waal-
wijks Belang, de Transportco
lonne van het Ned. Roode Kruis
afd. Waalwijk, en verder depu
taties van vereenigingen uit
plaats en omgeving, als Ned.
Herv. Jongelingenvereeniging
Timotheus, Personeel der Chr.
School, Cat'echesenten, Chr.
Gem. Zangvereen. Exelsior,
Gymnastiekvereen. Pro Patria,
Kaatsheuvelsche Oudstrijders,
Chr. Besturenbond, Ned. Herv.
Mannenvereeniging, Afd. Chr.
Fabrieksarbeidersbond, Patrimo
nium, Zondagschoolvereeniging,
Bestuur Ned. Roode Kruis afd.
Waalwijk, Gez. Kath. Jeugdbe
weging Waalwijk, R.K. Werk-
meestersbond Waalwijk, Fabri
kantenkring Kaatsheuvel, Perso
neel Schoenfabriek Wennekes
Kaatsheuvel, Zangvereeniging
't Rozeknopje Capelle, Kath.
Verkennersgroep Waalwijk,
Chr. Jeugdver. Eben Haësar
Waalwijk, Kath. J. M. Kaats
heuvel, R. K. Werkl. Bond
Kaatsheuvel enz. enz.
Nadat op de algemeene be
graafplaats alhier het stoffelijk
overschot in de groeve was
neergelaten en de talrijke kran
sen rond de groeve waren neer
gelegd, werd door den verte
genwoordiger van Z. K. H. Prins
Bernhard, Majoor Honing een
krans op het' graf gelegd, als
mede namens Kapitein André en
namens de Transportcolonne
van het' Roode Kruis.
Majoor Honing, als eerste in
de rij der sprekers sprak ver
volgens als volgt
Als vertegenwoordiger van
den Bevelhebber der Neder
landsche Strijdkrachten, Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins
Bernhard der Nederlanden,
breng ik Jan de Rooy, die ge
vallen is voor God, Koningin
en Vaderland, Zijne hulde.
Namens de heer A. L. van
Wijlen [Kapt. André), die we
gens een aut'oongeval niet per
soonlijk kon spreken, sprak de
heer H. Kerst, die namens Kapt.
André voorlezing deed van het
geen hij had willen zeggen.
Hij zeide daarin o.m. dat Jan
de Rooy door meerderen als
held gevierd werd, maar besef-
fe men waarom Jan de Rooy
met recht dien naam mag dra
gen; het was bij hem alleen een
dienen van het Vaderland. Één
maal sprak hij zijn Kapitein over
een belooning, n.l. toen hij hem
vroeg hem te helpen opdat hij
de gelegenheid zou krijgen als
ons land bevrijd was, Indië mede
te helpen bevrijden.
Zoodra wij hier bevrijd waren
bood hij aan over de rivieren
te gaan. De pogingen daartoe
mislukten meermalen en bij het
oversteken kon hij reeds door
een list uit' de handen van den
vijand blijven. Het werk door
Jan gedaan is werk van kerels
dat ons in herinnering brengt
namen en daden uit de historie.
Kapitein André vertelt' verder
van het overseinen van de be
richten door Jan, die door Dick
Vlaming werden opgevangen
in het oude raadhuis te Capelle
toen daar juist een V-l neer
kwam en de laatste onder het
puin bedolven, nog zorgde dat
de berichten direct aan zijn chef
werden doorgegeven: dat' was
in de critieke dagen voor Kerst
mis en het gevaar bestond dat
de Duitschers van hieruit' naar
Antwerpen zouden doorstooten.
Om anderen te sparen, gaf Jan
zich vrijwillig in handen van
den vijand en toen verraadde
Jan zijn superieuren niet, maar
zweeg en leed en ging den dood
in voor ons, hier in de Lang
straat en voor het' Vaderland.
Is dat' geen held Zijn nage
dachtenis moet worden geëerd
door den vrede zoo te beleven
dat wij ons niet behoeven te
schamen. Het verheugde Kapt.
André, er in geslaagd te zijn
zijn lichaam vrij të krijgen, op
dat het hier in zijn dorp ter
aarde besteld kon worden. Hij
dankt in dit verband voor de
medewerking die hij daarbij in
Amsterdam en Haarlem mocht
ontvangen. De ouders wenschl'
hij tenslotte toe dat de Heere
God hen moge sterken, en dat zij
zich mogen troosten met het
geen wij met de gansche Chris
tenheid belijden „Wij geloo
ven de opstanding der dooden
en een eeuw'g leven".
Burgemeester Smit sprak ver
volgens mede namens de bur
gemeesters uit de Langstraat en
de bevolking, en wees er op dat
Jan de Rooy bij de uitvoering
van zijn gevaarlijke opdracht
het belangrijkste bereikt heeft,
zoodat' aanstonds plannen en
maatregelen genomen konden
worden om de plannen van den
vijand te verhinderen, waardoor
hij naar den mensch gesproken,
onze gemeente en wellicht ge
heel Brabant van een wissen
dood redde. Terwijl velen meen
den allerlei ongemotiveerde cri-
tiek te moeten uitbrengen, gaf
hij zijn leven. De burgemeester
herinnert' aan het bijbelwoord,
dat er geen grooter liefde is
dan dat iemand zijn leven geeft
voor zijn vrienden, en dat' heeft
Jan de Rooy gedaan. Hij is hier
boven met den palmtak der
overwinning getooid en mag de
overwinning van Zijn Koning
meevieren in onverderfelijkheid.
Jan rust na de strijd in het land
van de eeuwige vrede.
De vertegenwoordiger van
den Mil. Commandant in het'
District Den Bosch, bracht na
mens majoor Thomas, die ver
hinderd was, een eeresaluut aan
de groeve van Jan de Rooy, de
held van de Langstraat, voor
heen een van het' geheime leger
der Binnenlandsche Strijdkrach
ten, die zijn werk voor het Va
derland bezegeld heeft met het
grootste offer, zijn leven. Zijn
jonge leven is een voorbeeld
voor zijn collega's en hemzelf.
Wij eeren je als een vaderland-
sche held. Rust zacht bij je god
delijke Vader. De grootste troost
voor ouders en familie is, dat hij
gevallen is voor een heilige
zaak. Wij kunnen niet beter
doen dan zorgen dat het nieuw
herboren Nederland Jan's offer
waard is.
Verder werd het woord ge
voerd door een vertegenwoor
diger uit' het land van Altena,
door den vertegenwoordiger van
de Gemeenschap Oud Illegale
Werkers Sprang-Capelle, Dr.
Stalborgh, door den vertegen
woordiger G. O. I. W. in het
District Breda, dhr. Koster uit
Raamsdonk, die er in het bijzon
der op wees dat wij moeten
verstaan, wat het wil zeggen
dat wij, mede door het offer
van Jan de Rooy en door de
offers van alle gevallenen,, weer
vrij zijn, n.l. dat wij weer God
mogen dienen naar Zijn Woord
op alle terrein <Ies levens, in
Kerk, Staat en Maatschappij. Ga
met ons het leven in, aldus spr.,
en maakt van die vrijheid geen
karikatuur, maar arbeid aan den
opbouw van ons Nederland.
De heer A. Dees, hoofd der
Chr. School, sprak namens het
personeel der school aan de
groeve van een oud-leerling die
veel grooter werd dan wij allen,
die liever bloode dan doode Jan
waren, en liever onderdoken als
er gevaar dreigde.
Namens de catechesenten en
vrienden sprak Sj. van der Schans,
die o.a. zeide dat Jan altijd
reeds gezegd had zich direct te
zullen melden wanneer anderen
voor zijn werk zouden moeten
sterven.
De heer Dijkshoorn sprak als
afgevaardigde van de Ned.
Herv. Jongelingsvereeniging Ti
motheus, waarvan de overlede
ne een trouw lid was, en wees
op de schrille tegenstelling van
deze dag met de bevrijdingsfees
ten van vorige week, welk feest
mogelijk was geworden door het
offer van Jan, en de waarschu
wing deed uitgaan om aan den
Schepper te gedenken in de
dagen der jongelingschap.
De heer C. Braspenning, die
namens de Chr. Besturenbond
Sprang-Capelle en de onderaf
delingen Fabrieksarbeiders en
sociale studieclub sprak, wees
op het feit dat Nederland meer
mannen heeft voortgebracht die
nog spreken nadat zij gestorven
zijn, waartoe ook Jan de Rooy
behoort, die in zijn jonge leven
reeds de banier van Koning
Jesus op alle levensterrein wil
de planten, waarom hij een
voorbeeld voor ons, zal blijven.
Tot slot sprak de heer J. v
Herpen, die zich in 't bijzonder
tot de ouders richtend, zeide te
weten, dat zij hun zoon niet ge
dwongen hadden afgestaan. Als
illegale werkers, zegt spr., vra
gen wij geen pluim op den hoed,
maar wij vragen alleen mede
werking in den strijd voor ons
vaderland.
Spr. dankt vervolgens de spre
kers en de aanwezigen allen
voor hun belangstelling, en
dankt verder op verzoek en na
mens de familie de Rooy, die
zoo diep getroffen waren dat zij
dit niet onder woorden konden
brengen, voor het betoonde me
deleven. Jan was een instrument
in de hand van den Koning der
Koningen; daarom alleen dank
aan Hem, die over zijn leven
beschikte, want' wij weten, Jan
is thuis.
De heer v. Herpen verzoekt
Majoor Honing den dank voor
INLEVERING VAN
100 GULDEN BILJETTEN.
's-Gravenhage, 9 Juli 1945. (A.N.P.-
Aneta). Het Ministerie van Financiën
deelt mede
De bank- en muntbiljeiten van
honderd gulden verliezen met ingang
van 9 Juli 1945 de hoedantgheid van
wettig betaalmiddel en worden
buiten omloop gesteld.
leder kan zijn honderd gulden
biljetten voor Zaterdag 14 Juli in
leveren bij een Handelsbank of
Boerenleenbank. De bank opent
voor het bedrag van de ingeleverde
biljetten een rentelooze rekening,
die voorloopig geblokkeerd blijft.
Het ontvangstbewijs en de ge
blokkeerde rekening worden gesteld
tnn name van degenen, die bij den
aanvang van 9 Juli eigenaar waren.
De tegoeden zijn niet overdraagbaar.
Voor bijzonderheden zie men de
bekendmakingen, die op alle post
kantoren en verscheidene andere
plaatsen zijn opgehangen.
Het is de bedoeling der regeering,
dat men al dadelijk met de saldi
der geblokkeerde rekeningen belas
ting zal kunnen betalen en zekerheid
zal kunnen stellen voor toekomstige
belastingen.
De regeering wijst er met nadruk
op, dat bona fide houders van
honderd gulden biljetten geen vrees
behoeven te koesteren voor de uit
eindelijke bestemming van hun bezit.
De Minister van Financiën prof.
Mr. P. Lieftinck heeft Maandagavond
in een korte radiotoespraak den
genomen maatregel toegelicht.
zijn tegenwoordigheid aan Z. K.
H. Prins Bernhard wel te willen
overbrengen.
Hij brengt dank aan Burg.
Smit en in hem aan alle burge
meesters van de Langstraat en
de burgerij en zegt dat het 't
streven is om straks ter nage
dachtenis van Jan de Rooy een
monument op te richten.
Verder dankt hij Ds. Sirag
voor de leiding van den lijk
dienst en aan de medestrijders
an Jan de Rooy en zegt dat
men er van overtuigd kan zijn
dat deze dag voor de familie
de Rooy een onvergetelijke zal
zijn
Ds. Sirag leest hierna Zondag
1 van den Heidelbergschen Ca
techismus, doch dankt vooraf de
heer v. Herpen namens allen
voor de uitnemende wijze waar
op hij de begrafenisplechtigheid
heeft voorbereid en geleid.
Tenslotte wordt gezongen
„Hallelujah, eeiwig dank en
eere" enz. en gaat Ds. Sirag voor in
dankgebed.
Bij het verlaten van de groeve
brachten de militaire autoritei
ten en medestrijders een laatste
eeresaluut'; de Transportcolonne
Rootfe Kruis afd. Waalwijk
bracht de vaandelgroet. Diep
onder den indruk verlieten de
duizenden belangstellenden den
doodenakker.
UITBREDING TREINVERKEER
Vanaf 9 Juli is de treinenloop
in Zuid-Nederland aanzienlijk
gewijzigd en uitgebreid.
De stations Nijmegen, Wy-
chen, Ravenstein en Oss zullen
dan wederom voor reizigersver
keer opengesteld zijn. Budel is
inmiddels eveneens opengesteld.
Driemaal daags loopt een trein
van Nijmegen en terug naar Til
burg.
De treinen van Blerick via
Eindhoven richting Roosendaal
loopen als dan niet meer via
's Hertogenbosch, maar via
Oisterwijk naar Tilburg, waar zij
aansluiting krijgen van Nijme
gen. De ochtendtrein loopt door
naar Vlissingen, de middagtrein
tot' Goes met busverbinding tot
Middelburg, evenals tot' dusver.
Evenzoo loopt er nu 's mid
dags een trein Vlissingen-Ble-
rick via. Oisterwijk. Verder on
dergaat de treinenloop in Zee
land geen belangrijke wijzi
gingen.
Van Eindhoven naar Den
Bosch en terug zullen dagelijks 5
treinen loopen. Sommigen gaan
d >or naar Weert. Op verschil
lende tusschentrajecten zijn
voorts nog enkele treinen inge
legd, o.a. Eindhoven Hel
mond, Eindhoven Heeze,
Leende en WychenNijmegen,
Bovendien loopen reeds ingaan
de 4 Juli bussen tusschen Ble
rick en Roermond in aansluiting
op de reizigerstreinen Roermond
Maastricht en EindhovenBle
rick. Aan het herstel van het
baanvak Roermond Blerick
wordt hard gewerkt, de ver
wachting is, dat dit' baanvak
in den loop van Augustus weer
gebruikt zal kunnen worden.
HOE STAAT HET MET DE
STROOMVOORZIENING IN
NOORD-BRABANT.
Wist' gij lezer, dat een groot
deel van Noord-Brabant' thans
de electrische energie ontvangt
van 'n drijvende Amerikaansche
scheepscentrale? Deze gekop
peld met het Belgische hoog
spanningsnet van uit Antwerpen
zendt den stroom via het on
derstation Roosendaal naar de
centrale te Geertruidenberg.
Daar wordt' deze hooggespannen
stroom omgevormd op een la
gere spanning en van hieruit
teruggeleverd naar Roosendaal
via Breda en verder naar Til
burg: Eindhoven en Helmond.
De beide onderstat'ions te 's Her
togenbosch en Uden worden ge
voed vanuit de centrale Nijme
gen over een provisorische lijn.
Nijmegen-Uden.
U ziet, er komt nog al wat
kijken en het verwondert ons,
dat de st'rooomvoorziening ge
zien de tallooze moeilijkheden
toch nog zoo behoorlijk func
tioneert in deze provincie. Men
moet niet vergeten, dat in het
najaar 1944 alle electriciteitsop-
wekmachines in Geertruiden
berg werden vernietigd en de
onderstations waar de stroom
van hoogspanning werd omge
zet in lagere spanning werden
o.a. in Roosendaal en Breda ge
heel, in Eindhoven en Helmond
gedeeltelijk verwoest. In een
kort onderhoud dat wij dezer
dagen met de directie der P.N.
E.M. te 's-Hertogenbosch had
den, stelde deze ons enkele in
teressante gegevens ter hand,
waar o.m. het volgende ont
leend is
Wanneer op een lijn met dub
bel circuit isolator door een of
andere oorzaak defect raakt en
met een der circuits dus wordt
uitgeschakeld,konden wij vr°®"
ger direct het andere circuit in
bedrijf nemen en was de stroom-
onderbreking direct opgeheven.
Dit laatste is nu helaas met al
tijd gelijk. Thans moeten wij
eerst de storing opzoeken en
herstellen voor dat de stroom-
levering weer kan plaats vin
den.
Dit lijkt U misschien eenvou
dig, maar als wij U nu zeggen,
dat de afstanden tusschen twee
stations meestal 15-50 Km.
bedragen en dwars door bos-
schen, moeras- en heidevelden
en landbouwakkers buiten de
bebouwde kommen der gemeen
ten loopen, kunt' U zich mis
schien een beeld vormen hoe
veel tijdverlies het herstellen
van fouten vraagt, terwijl b.v.
in de avonduren slechts tot
j
k
n
li
n
r,
i,
n
e