BEGRAFENIS WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT DEN HELD VAN DE LANGSTRAAT VRIJDAG 13 JULI 1945 Losse nummers 10 cent 68e JAARGANG No. 43 VAN JAN DE ROOIJ TE SPRANG-CAPELLE. ENORME DEELNEMING. INDRUKWEKKENDE PLECHTIGHEID DIVERSE BERICHTEN. DE ECHO VAN HET ZUIDEN Hoofdredacteur Uitgever: JAN TIELEN Redacteur J. A. A. VAN DEN DUNGEN Abonnementsprijs 1 5 cent per week f 1.95 per kwartaal Drukker: WaalwIJksche Stoomdrukkerij Antoon Helen Kennummer 2483 Onder overweldigende deel- ming had j.l. Zaterdagmiddag teraardebestelling plaats van stoffelijk overschot van wij- n Jan de Rooij, die in dienst in het Vaderland zijn leven of- rde en op 4 Januari j.l. te msterdam door den vijand op aghart'ige wijze werd ver- oord. Door de zorgen van den heer L. van Wijlen (kapitein An- -é) was de mogelijkheid ge- :hapen dat' het lijk van dezen Bid naar Sprang-Capelle werd srvoerd, alwaar het Vrijdag middag te half drie arriveerde i in de Ned. Herv. Kerk werd Bgebaard. Van dat uur tot de igrafenis op Zaterdagmiddag erd onafgebroken bij de met j vlag gedekte lijkkist een ïbbele eerewacht betrokken oor zijn strijdmakkers, terwijl •n teelten van rouw van schier lie woningen in de gemeente venals van den toren de va- erlandsche vlag halfstok wap- erde. De begrafenisplechtigheid was >t in de kleinste bijzonderheden p keurige wijze geregeld. Aan de lijkdienst in de Ned. [erv. Kerk, die geleid werd oor Ds. A. Sirag, namen zeer ele militaire- zoowel als bur- erlijke autoriteiten deel. Als ertegenwoordiger van L. K. n. rins Bernard was aanwezig lajoor Honing. Het kerkge- ouw kon de belangstellenden ij lange na niet allen bevatten. Toen de ouders van Jan de ooij het kerkgebouw werden innengeleid verhieven de aan- ezigen zich van hun zitplaat- en, waarna door den jongen- leer Corn. Groeneveld namens b verzetsbeweging een palm de op de lijkkist werd gelegd, iS symbool van de overwinning door de jongejuffrouw Nely in Herpen een namens de bur- [gerij als symbool van de eeuwige vreugde. De lijkdienst werd aange- yangen met het' zingen van Psalm 103 vs. 8 en 9: „Gelijk het gras is ons kortstondig le- jven" en „Maar 's Heeren gunst zal over die Hem vreezen, In eeuwigheid altoos dezelfde we zen''. Bij monde van Ds. Sirag. die daartoe de Geloofsbelijdenis van Nicéa las, werd hierna met de Kerk van Christus aller eeuwen belijdenis des geloofs afgelegd, waarna lezing ven de H. Schrift: 2|Samuël 1: 17-27, David s klaag- lied over Saul en Jonathan, f Na het gebed en het zingen an Psalm 79: 1 en 4 „Getrouwe Sod, de heid'ncn zijn gekomen", [n „Gedenk niet meer aan t waad dat wij bedreven", hield >r. Sirag de lijkrede, naar aan- aiding van het 25e vers van het toorgelezen Schriftgedeelte Joe zijn de helden gevallen in ;t midden van den strijdJona- an is verslagen op uwe hoog- :n". Diepe weemoed, aldus Ds. Si- [ïag, vervulde het hart van Da- vid, een geen wonder, want hij ïflad zooeven een Jobstijding ontvangen. In den strijd tegen ■e gehate Filistijnen zijn van :raëls beste zonen gevallen, en ^jader dezen was ook de ziels- griend van David: Jonathan. Hij fas daaraan verbonden geweest >or een liefde, zooals hij zelf gt, wonderlijker dan die dei ."ouwen. Diepe droefheid heeft [avid aangegrepen en om die uiten op echt Oostersche _i»\|ijze grijpt hij naar de harp en ^ngt de klaagzang die Ds. heeft 'orgelezen. In dichterlijke taal —Beft David uiting aan zijn gjroefheid en in dat lied keeren slkens terug de tekstwoorden. Vijf verschrikkelijke oorlogs uren liggen achter ons en aan het einde kunnen we met David zeggen „Hoe zijn de helden gevallen". Z. Eerw. denkt daarbij aan de Grebbenberg, tot de laat ste gevallene voor het' vuurpe- leton. Wij kennen hen allen niet, maar wij brengen hen onze hulde. Vanmiddag zijn wij in het' kerkgebouw samengekomen om één te gedenken die wij wel kennen, onzen vriend Jan de Rooy. Mag ik voor ditmaal deze stoute vergelijking maken, aldus Ds. Sirag: hij is onze Jonathan, die verslagen ligt. Wij oud illegalen, wij burgers van de Langstraat, ingezetenen van Sprang, gij ouders in het bijzon der, wij moeten onzen klaagzang uitzingen voor God: „Hoe zijn de helden gevallen en hoe is ook Jonathan verslagen. Jan's jonge leven werd afgesneden toen hij viel als een held onder de hand van de moordenaars. Als wij de klacht van David overnemen, dan moeten wij geen verontwaardiging leggen op den vijand, en niet' ingaan tegen Gods onbegrijpelijke leiding, maar ook in dezen zwaren gang moeten wij de Hand van God zien; Hij slaat, maar Zijn han den heelen. Onze klacht getuigt van diepe droefheid, maar ook van diepe dankbaarheid, gelijk David die wist wie hij in Jona than verloor, die wist' dat Jona than voor het' vaderland en voor de zaak des Heeren streed. Van deze zelfde dankbaarheid, moet ook onze klaagzang getuigen, dankbaarheid jegens God voor wat Hij ons in Jan gegeven heeft. Hij heeft de Langstraat bewaard voor een tweede Duitsche inval, en hij heeft het Vorstenhuis ge diend. Hij heeft de Duitsche stel lingen overgese'nd en daardoor zijn wij burgers van de Lang straat bewaard gebleven voor een niet te beschrijven ramp. Daarom brenger wij hem onze hulde, maar danken wij bovenal dien God, Die hem getrouw deed zijn tot in den dood, Die hem, eenvoudige jongen, plaatste in de rij van Nederlandsche hel den. Onze klacht getuigt' naast droefheid ook van diep geloofs vertrouwen. David wist ook dat het Koninkrijk Gods, hoewel door menschen gediend, toch met die menschen niet stond of viel. God kan ook buiten hen en op Zijn tijd laat Hij ze dan ook vallen. David voorziet het Koninkrijk van Jezus Christus, dat onbe weeglijk vast staat; met het oog des geloofs heeft hij geschouwd in de verre toekomst. Straks verandert de klaagzang in een lofzang: Nu is het Koninkrijk en de zaligheid geworden on- zes Gods en de macht van Zij nen Christus. Dit geloofsvertrouwen heeft ook Jan de Rooy gehad. Dwars door al de machten van deze wereld zag hij dat het Konink rijk Gods het winnen zou en hij heeft er zijn leven voor ge geven. En hij wist het, het kon niet anders of dat Koninkrijk zou hem wachten. Hij was niet de eerste en niet de laatste die onder de wreede vervolging zijn Christus vond. Zich tot de ou ders richtend zegt Ds. Sirag dat nu hun klacht naast' droefheid en dankbaarheid ook moet' ge tuigen van datzelfde geloofs vertrouwen als van hun zooh. Gij, inwoners van de Lang straat aldus gaat Z.E. verder van welke geloofsovertui ging gij ook zijn moogt, sta mij toe U het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Het is met de dood niet' uit, maar dat is het begin. God roept ook U tot de zaligheid en wij prediken U Jesus Christus en Die ge kruist, Die Zijn leven gaf voor ons allen. Het Koninkrijk Gods bestaat eigenlijk uit gevallen helden die aan den voet van het kruis terneer vielen. Straks gaan wij afscheid ne men van Jan: wij beloven dan voortaan in zijn voetspoor te wandelen en niet onze eigen eer te zoeken. Z.E. denkt aan het geweldige lied in een con centratiekamp gedicht „Ik zal de halmen niet meer zien Noch binden met de volle [schoven, Maar doe mij in den oogst [gelooven Waarvoor ik dien." We spreken het uit: O God doe ons gelooven in den oogst waarvoor ook dezen gevallen held gediend heeft: laat ons Uw oogst aanschouwen. Ds. Sirag eindigt met bet couplet van het Wilhelmus Oorlofmijn arme schapen Gij zijt in grooten nood. Uw heden zal niet' slapen, Al zijt gij^ nu verstrooid. Tot God wilt U begeven, Zijn heilzaam woord neemt aan, Als vrome Chrst'en leven: 't Zal hier haast' zijn gedaan. Nadat op verzoek van Ds. Sirag staande één minuut stilte in acht was genomen, werden het le en 6e couplet' van het Wilhelmus gezongen, waarna Ds. Sirag in dankgebed voorging Na den slotzang (Psalm 116: 4) en de Zegenbede vindt de samenstelling van den lijkstoet plaats, onder leiding van den heer v. Herpen. Het stoffelijk overschot van Jan de Rooy werd grafwaarts gedragen door zijn makkers die met hem gestreden hebben in de verzetsbeweging André en die hun werk deden hier en aan de overzijde van de Maas. Een groot aantal prachtige kranzen werden door zijn strijd makkers en de leden der Ned. Herv. Jongelingenvereeniging „Timotheus" mede grafwaarts gedragen. Onder deze kransen, bloemenmanden enz. zagen wij er van den Bevelhebber van de Binnenlandsche Strijdkrachten, van Kapitein André, van G. O. I. W. uit verschillende plaatsen uit de Langstraat', van de Trans portcolonne Ned. Roode Kruis afd. Waalwijk, enz. enz., terwijl een krans van de familie van Jan de Rooy de met de vlag gedekte kist sierde. In de lijkstoet volgden o.m. na de ouders en de familie de Ker- keraad der Ned. Herv. Kerk en de genoodigden, Dr. Winkelman en de vriend van den overlede ne Bas Werther, voorts de ver tegenwoordiger van Z. H. H. Prins Bernhard Majoor Honing, Kapitein André (dhr. A. L. v. Wijlen, die per auto volgde, zulks als gevolg van een hem overkomen auto-ongeluk), de medestrijders uit de verzets groep, de vertegenwoordiger van den Militairen Commissaris uit het district Den Bosch, Kapt. Hert er, de Gew. Commandant der Binnenlandsche Strijdkrach ten, de oud-miMtaire comman dant te Waalwijk e. o. kap. Gruppelaaar, en verder deputa ties van gemeenten en van G. O. I. W. uit Vlijmen, Drunen, Waalwijk, Waspik, Raamsdonk, Loonopzand en 's Gravenmoer; de heer Kuysters, Adm. der B. S., deputatie van de Politieke f Recherche, de directeur van de Alg. Begraafplaats te Haarlem, die de opdracht betreffende de opsporingen van het lijk van Jan de Rooy had uitgevoerd en alzoo had medegewerkt dat het lijk naar Sprang kon worden vervoerd vertegenwoordigers van Maatschappelijke Weder opbouw Waalwijk, van Waal- wijks Belang, de Transportco lonne van het Ned. Roode Kruis afd. Waalwijk, en verder depu taties van vereenigingen uit plaats en omgeving, als Ned. Herv. Jongelingenvereeniging Timotheus, Personeel der Chr. School, Cat'echesenten, Chr. Gem. Zangvereen. Exelsior, Gymnastiekvereen. Pro Patria, Kaatsheuvelsche Oudstrijders, Chr. Besturenbond, Ned. Herv. Mannenvereeniging, Afd. Chr. Fabrieksarbeidersbond, Patrimo nium, Zondagschoolvereeniging, Bestuur Ned. Roode Kruis afd. Waalwijk, Gez. Kath. Jeugdbe weging Waalwijk, R.K. Werk- meestersbond Waalwijk, Fabri kantenkring Kaatsheuvel, Perso neel Schoenfabriek Wennekes Kaatsheuvel, Zangvereeniging 't Rozeknopje Capelle, Kath. Verkennersgroep Waalwijk, Chr. Jeugdver. Eben Haësar Waalwijk, Kath. J. M. Kaats heuvel, R. K. Werkl. Bond Kaatsheuvel enz. enz. Nadat op de algemeene be graafplaats alhier het stoffelijk overschot in de groeve was neergelaten en de talrijke kran sen rond de groeve waren neer gelegd, werd door den verte genwoordiger van Z. K. H. Prins Bernhard, Majoor Honing een krans op het' graf gelegd, als mede namens Kapitein André en namens de Transportcolonne van het' Roode Kruis. Majoor Honing, als eerste in de rij der sprekers sprak ver volgens als volgt Als vertegenwoordiger van den Bevelhebber der Neder landsche Strijdkrachten, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden, breng ik Jan de Rooy, die ge vallen is voor God, Koningin en Vaderland, Zijne hulde. Namens de heer A. L. van Wijlen [Kapt. André), die we gens een aut'oongeval niet per soonlijk kon spreken, sprak de heer H. Kerst, die namens Kapt. André voorlezing deed van het geen hij had willen zeggen. Hij zeide daarin o.m. dat Jan de Rooy door meerderen als held gevierd werd, maar besef- fe men waarom Jan de Rooy met recht dien naam mag dra gen; het was bij hem alleen een dienen van het Vaderland. Één maal sprak hij zijn Kapitein over een belooning, n.l. toen hij hem vroeg hem te helpen opdat hij de gelegenheid zou krijgen als ons land bevrijd was, Indië mede te helpen bevrijden. Zoodra wij hier bevrijd waren bood hij aan over de rivieren te gaan. De pogingen daartoe mislukten meermalen en bij het oversteken kon hij reeds door een list uit' de handen van den vijand blijven. Het werk door Jan gedaan is werk van kerels dat ons in herinnering brengt namen en daden uit de historie. Kapitein André vertelt' verder van het overseinen van de be richten door Jan, die door Dick Vlaming werden opgevangen in het oude raadhuis te Capelle toen daar juist een V-l neer kwam en de laatste onder het puin bedolven, nog zorgde dat de berichten direct aan zijn chef werden doorgegeven: dat' was in de critieke dagen voor Kerst mis en het gevaar bestond dat de Duitschers van hieruit' naar Antwerpen zouden doorstooten. Om anderen te sparen, gaf Jan zich vrijwillig in handen van den vijand en toen verraadde Jan zijn superieuren niet, maar zweeg en leed en ging den dood in voor ons, hier in de Lang straat en voor het' Vaderland. Is dat' geen held Zijn nage dachtenis moet worden geëerd door den vrede zoo te beleven dat wij ons niet behoeven te schamen. Het verheugde Kapt. André, er in geslaagd te zijn zijn lichaam vrij të krijgen, op dat het hier in zijn dorp ter aarde besteld kon worden. Hij dankt in dit verband voor de medewerking die hij daarbij in Amsterdam en Haarlem mocht ontvangen. De ouders wenschl' hij tenslotte toe dat de Heere God hen moge sterken, en dat zij zich mogen troosten met het geen wij met de gansche Chris tenheid belijden „Wij geloo ven de opstanding der dooden en een eeuw'g leven". Burgemeester Smit sprak ver volgens mede namens de bur gemeesters uit de Langstraat en de bevolking, en wees er op dat Jan de Rooy bij de uitvoering van zijn gevaarlijke opdracht het belangrijkste bereikt heeft, zoodat' aanstonds plannen en maatregelen genomen konden worden om de plannen van den vijand te verhinderen, waardoor hij naar den mensch gesproken, onze gemeente en wellicht ge heel Brabant van een wissen dood redde. Terwijl velen meen den allerlei ongemotiveerde cri- tiek te moeten uitbrengen, gaf hij zijn leven. De burgemeester herinnert' aan het bijbelwoord, dat er geen grooter liefde is dan dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden, en dat' heeft Jan de Rooy gedaan. Hij is hier boven met den palmtak der overwinning getooid en mag de overwinning van Zijn Koning meevieren in onverderfelijkheid. Jan rust na de strijd in het land van de eeuwige vrede. De vertegenwoordiger van den Mil. Commandant in het' District Den Bosch, bracht na mens majoor Thomas, die ver hinderd was, een eeresaluut aan de groeve van Jan de Rooy, de held van de Langstraat, voor heen een van het' geheime leger der Binnenlandsche Strijdkrach ten, die zijn werk voor het Va derland bezegeld heeft met het grootste offer, zijn leven. Zijn jonge leven is een voorbeeld voor zijn collega's en hemzelf. Wij eeren je als een vaderland- sche held. Rust zacht bij je god delijke Vader. De grootste troost voor ouders en familie is, dat hij gevallen is voor een heilige zaak. Wij kunnen niet beter doen dan zorgen dat het nieuw herboren Nederland Jan's offer waard is. Verder werd het woord ge voerd door een vertegenwoor diger uit' het land van Altena, door den vertegenwoordiger van de Gemeenschap Oud Illegale Werkers Sprang-Capelle, Dr. Stalborgh, door den vertegen woordiger G. O. I. W. in het District Breda, dhr. Koster uit Raamsdonk, die er in het bijzon der op wees dat wij moeten verstaan, wat het wil zeggen dat wij, mede door het offer van Jan de Rooy en door de offers van alle gevallenen,, weer vrij zijn, n.l. dat wij weer God mogen dienen naar Zijn Woord op alle terrein <Ies levens, in Kerk, Staat en Maatschappij. Ga met ons het leven in, aldus spr., en maakt van die vrijheid geen karikatuur, maar arbeid aan den opbouw van ons Nederland. De heer A. Dees, hoofd der Chr. School, sprak namens het personeel der school aan de groeve van een oud-leerling die veel grooter werd dan wij allen, die liever bloode dan doode Jan waren, en liever onderdoken als er gevaar dreigde. Namens de catechesenten en vrienden sprak Sj. van der Schans, die o.a. zeide dat Jan altijd reeds gezegd had zich direct te zullen melden wanneer anderen voor zijn werk zouden moeten sterven. De heer Dijkshoorn sprak als afgevaardigde van de Ned. Herv. Jongelingsvereeniging Ti motheus, waarvan de overlede ne een trouw lid was, en wees op de schrille tegenstelling van deze dag met de bevrijdingsfees ten van vorige week, welk feest mogelijk was geworden door het offer van Jan, en de waarschu wing deed uitgaan om aan den Schepper te gedenken in de dagen der jongelingschap. De heer C. Braspenning, die namens de Chr. Besturenbond Sprang-Capelle en de onderaf delingen Fabrieksarbeiders en sociale studieclub sprak, wees op het feit dat Nederland meer mannen heeft voortgebracht die nog spreken nadat zij gestorven zijn, waartoe ook Jan de Rooy behoort, die in zijn jonge leven reeds de banier van Koning Jesus op alle levensterrein wil de planten, waarom hij een voorbeeld voor ons, zal blijven. Tot slot sprak de heer J. v Herpen, die zich in 't bijzonder tot de ouders richtend, zeide te weten, dat zij hun zoon niet ge dwongen hadden afgestaan. Als illegale werkers, zegt spr., vra gen wij geen pluim op den hoed, maar wij vragen alleen mede werking in den strijd voor ons vaderland. Spr. dankt vervolgens de spre kers en de aanwezigen allen voor hun belangstelling, en dankt verder op verzoek en na mens de familie de Rooy, die zoo diep getroffen waren dat zij dit niet onder woorden konden brengen, voor het betoonde me deleven. Jan was een instrument in de hand van den Koning der Koningen; daarom alleen dank aan Hem, die over zijn leven beschikte, want' wij weten, Jan is thuis. De heer v. Herpen verzoekt Majoor Honing den dank voor INLEVERING VAN 100 GULDEN BILJETTEN. 's-Gravenhage, 9 Juli 1945. (A.N.P.- Aneta). Het Ministerie van Financiën deelt mede De bank- en muntbiljeiten van honderd gulden verliezen met ingang van 9 Juli 1945 de hoedantgheid van wettig betaalmiddel en worden buiten omloop gesteld. leder kan zijn honderd gulden biljetten voor Zaterdag 14 Juli in leveren bij een Handelsbank of Boerenleenbank. De bank opent voor het bedrag van de ingeleverde biljetten een rentelooze rekening, die voorloopig geblokkeerd blijft. Het ontvangstbewijs en de ge blokkeerde rekening worden gesteld tnn name van degenen, die bij den aanvang van 9 Juli eigenaar waren. De tegoeden zijn niet overdraagbaar. Voor bijzonderheden zie men de bekendmakingen, die op alle post kantoren en verscheidene andere plaatsen zijn opgehangen. Het is de bedoeling der regeering, dat men al dadelijk met de saldi der geblokkeerde rekeningen belas ting zal kunnen betalen en zekerheid zal kunnen stellen voor toekomstige belastingen. De regeering wijst er met nadruk op, dat bona fide houders van honderd gulden biljetten geen vrees behoeven te koesteren voor de uit eindelijke bestemming van hun bezit. De Minister van Financiën prof. Mr. P. Lieftinck heeft Maandagavond in een korte radiotoespraak den genomen maatregel toegelicht. zijn tegenwoordigheid aan Z. K. H. Prins Bernhard wel te willen overbrengen. Hij brengt dank aan Burg. Smit en in hem aan alle burge meesters van de Langstraat en de burgerij en zegt dat het 't streven is om straks ter nage dachtenis van Jan de Rooy een monument op te richten. Verder dankt hij Ds. Sirag voor de leiding van den lijk dienst en aan de medestrijders an Jan de Rooy en zegt dat men er van overtuigd kan zijn dat deze dag voor de familie de Rooy een onvergetelijke zal zijn Ds. Sirag leest hierna Zondag 1 van den Heidelbergschen Ca techismus, doch dankt vooraf de heer v. Herpen namens allen voor de uitnemende wijze waar op hij de begrafenisplechtigheid heeft voorbereid en geleid. Tenslotte wordt gezongen „Hallelujah, eeiwig dank en eere" enz. en gaat Ds. Sirag voor in dankgebed. Bij het verlaten van de groeve brachten de militaire autoritei ten en medestrijders een laatste eeresaluut'; de Transportcolonne Rootfe Kruis afd. Waalwijk bracht de vaandelgroet. Diep onder den indruk verlieten de duizenden belangstellenden den doodenakker. UITBREDING TREINVERKEER Vanaf 9 Juli is de treinenloop in Zuid-Nederland aanzienlijk gewijzigd en uitgebreid. De stations Nijmegen, Wy- chen, Ravenstein en Oss zullen dan wederom voor reizigersver keer opengesteld zijn. Budel is inmiddels eveneens opengesteld. Driemaal daags loopt een trein van Nijmegen en terug naar Til burg. De treinen van Blerick via Eindhoven richting Roosendaal loopen als dan niet meer via 's Hertogenbosch, maar via Oisterwijk naar Tilburg, waar zij aansluiting krijgen van Nijme gen. De ochtendtrein loopt door naar Vlissingen, de middagtrein tot' Goes met busverbinding tot Middelburg, evenals tot' dusver. Evenzoo loopt er nu 's mid dags een trein Vlissingen-Ble- rick via. Oisterwijk. Verder on dergaat de treinenloop in Zee land geen belangrijke wijzi gingen. Van Eindhoven naar Den Bosch en terug zullen dagelijks 5 treinen loopen. Sommigen gaan d >or naar Weert. Op verschil lende tusschentrajecten zijn voorts nog enkele treinen inge legd, o.a. Eindhoven Hel mond, Eindhoven Heeze, Leende en WychenNijmegen, Bovendien loopen reeds ingaan de 4 Juli bussen tusschen Ble rick en Roermond in aansluiting op de reizigerstreinen Roermond Maastricht en EindhovenBle rick. Aan het herstel van het baanvak Roermond Blerick wordt hard gewerkt, de ver wachting is, dat dit' baanvak in den loop van Augustus weer gebruikt zal kunnen worden. HOE STAAT HET MET DE STROOMVOORZIENING IN NOORD-BRABANT. Wist' gij lezer, dat een groot deel van Noord-Brabant' thans de electrische energie ontvangt van 'n drijvende Amerikaansche scheepscentrale? Deze gekop peld met het Belgische hoog spanningsnet van uit Antwerpen zendt den stroom via het on derstation Roosendaal naar de centrale te Geertruidenberg. Daar wordt' deze hooggespannen stroom omgevormd op een la gere spanning en van hieruit teruggeleverd naar Roosendaal via Breda en verder naar Til burg: Eindhoven en Helmond. De beide onderstat'ions te 's Her togenbosch en Uden worden ge voed vanuit de centrale Nijme gen over een provisorische lijn. Nijmegen-Uden. U ziet, er komt nog al wat kijken en het verwondert ons, dat de st'rooomvoorziening ge zien de tallooze moeilijkheden toch nog zoo behoorlijk func tioneert in deze provincie. Men moet niet vergeten, dat in het najaar 1944 alle electriciteitsop- wekmachines in Geertruiden berg werden vernietigd en de onderstations waar de stroom van hoogspanning werd omge zet in lagere spanning werden o.a. in Roosendaal en Breda ge heel, in Eindhoven en Helmond gedeeltelijk verwoest. In een kort onderhoud dat wij dezer dagen met de directie der P.N. E.M. te 's-Hertogenbosch had den, stelde deze ons enkele in teressante gegevens ter hand, waar o.m. het volgende ont leend is Wanneer op een lijn met dub bel circuit isolator door een of andere oorzaak defect raakt en met een der circuits dus wordt uitgeschakeld,konden wij vr°®" ger direct het andere circuit in bedrijf nemen en was de stroom- onderbreking direct opgeheven. Dit laatste is nu helaas met al tijd gelijk. Thans moeten wij eerst de storing opzoeken en herstellen voor dat de stroom- levering weer kan plaats vin den. Dit lijkt U misschien eenvou dig, maar als wij U nu zeggen, dat de afstanden tusschen twee stations meestal 15-50 Km. bedragen en dwars door bos- schen, moeras- en heidevelden en landbouwakkers buiten de bebouwde kommen der gemeen ten loopen, kunt' U zich mis schien een beeld vormen hoe veel tijdverlies het herstellen van fouten vraagt, terwijl b.v. in de avonduren slechts tot j k n li n r, i, n e

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1945 | | pagina 1