I
Ijl
VRIJDAG 27 JULI 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 47
Waaiwijksche en Langstraatsche Courant
FRATERNIZEEREN.
HET GAAT GOED!!!
HET MOET GOED GAAN!!!
BIJDRAGE MONUMENT
J. DE ROOIJ.
De Echo van het Zuiden
Hoofdredacteur Uitgever JAN TIELEN
Redacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abon
nementsprijs 15 cent per week f1.95 per kwartaal
Drukker: Waaiwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Kennummer; 2483
De geallieerde legers mogen
met het duitsche volk gaan fra-
ternizeeren. Och ja, wij Ne
derlanders zijn maar een dom
volk. Er is zooveel waarover
wij ons dagelijks het hoofd bre
ken en dat wij toch niet begrij
pen. Verbroederen met de duit-
schers Wij kunnen er met ons
verstand niet bij. Maar wij zul
len het wel niet goed voor heb
ben, als wij zoo'n verbroedering
meenen te zien als een verbond
met den duivel.
Thans kruipt 't duitsche volk
als een slaafsche hond rond de
voeten van zijn overwinnaars.
Het heeft jarenlang een geheele
wereld vertrapt en geslagen,
Honderdduizenden onschuldigen
werden op beestachtige wijze
den dood ingedreven. En met
dezulken gaat men zich ver
broederen. Wij begrijpen het
niet', maar daar zijn wij dan
ook maar domme Hollanders
voor. Het' beste dat we hadden,
hadden we veil voor de goede
zaak. Daarvoor hebben we onze
mannen en jongens, vrouwen
en kinderen geofferd. Daarvoor
werden we beroofd en bestolen
en als we in onze simpelheid nu
denken, dat we het gestolene
maar even terug behoeven te
gaan halen, dan geven we weer
blijk van onverstand. Dat' kan
toch immers niet. Dat hebben
de duitschers in gebruik en dat
is niet gestolen. Verklaarde de
Town Major van een duitsche
stad niet zelf The Green Police
does not steal; De Grüne Polizei
steelt niet, toen een groepje
Limburgsche boeren zijn eigen
dom kwam opeischen, dat door
de Grüne gestolen was en thans
op duitsche boerderijen rond
loopt.
Wij weten niets, wij begrijpen
niets.
Maar het is toch of men ons
een klap in het gezicht geeft,
als men ons vertelt dat de ge
allieerde soldaten met het duit
sche volk verbroederen mogen.
Wat zal het Nederlandsche
meisje denken, als zij zich voor
stelt hoe haar geallieerde vriend
thans daar-ginds met zoo'n mof
fenmeid rondloopt. Wat zullen
de vaders en moeders die hun
I jongens naar de duitsche doo-
denkampen zagen wegvoeren,
denken van de geallieerde sol
daten, die met de moordenaars
van hun zonen een verbond van
vriendschap sluiten.
Wij zijn maar domme Hollan
ders.
Het duitsche volk is immers
niet slecht. Het' kan er toch ook
niets aan doen, dat het door
zoo'n gemeene vent' als Hitier
werd misleid; en van die con
centratiekampen heeft het im
mers nooit iets geweten en ons
geklaag over onze armoede is
immers niets dan leugen, want
de duitsche soldaten brach
ten toch altijd zooveel uit Ne
derland mee. Nee, wij weten er
niets van. Wij zijn niet' te be
klagen. De duitschers zelf zijn
te beklagen, dat zij zoo lang
onder het Hitlerjuk moesten
zuchten. Men moet medelijden
met' hen hebben omdat' zij hun
prachtige steden verwoest zagen
onder de neersuizende geal
lieerde bommen. En de duitsche
soldaat was ook zoo beroerd
niet. Hij kon niet anders, hij
moest ook. Hij kon er ook niets
aan doen, dat' hij in Heusden
het raadhuis op moest blazen
on daardoor 135 mannen, vrou
wen en kinderen den dood in
j joeg. Dat is immers plicht, sol-
5 dat'enplicht
En die Engelschen, Amerika
nen en Russen houden ook wel
eens van een verzetje. Zij heb
ben het lang genoeg beroerd
I gehad. En het valt toch heusch
niet mee, je gezicht te
I moeten omdraaien als daar
|zoon charmant' schaam
teloos Gretchen voorbijloopt.
Een soldaat is maar een soldaat
en men moet van hem het on
mogelijke niet eischen. Dus fra-
ternizeeren maar jongens. Ver
broederen. En niet denken aan
de honderden massa-graven,
waar de droeve overblijfselen en
aanklachten liggen tegen een
barbaarsche regiem. Niet den
ken aan de tot bloedens toe ge
martelde lichamen, niet den
ken aan de uitgeteerde slaven,
niet dénken aan de onpeilbare
smart, die staart uit de holle
oogen van de tot hongerdood
gedoemden.
Fraternizeeren.
Niet denken aan Bergen-Bel-
sen, Buchenwald, Birkenau, Aus-
witz, Neuengamme, Oranien-
burg, Theresienstadt' en de hon
derden andere kampen van ver
schrikking.
Niet denken aan de honderd
duizenden dooden van Lemberg,
of aan de 600 mannen van Put
ten. Niet denken aan de massa-
graven waar vaders en moeders
en kinderen tenslotte de barm
hartigheid vonden, na een weg
van eindeloos lijden. En vooral
niet' denken aan de mogelijk
heid, dat' het eens anders had
kunnen loopen. Dat niet wij,
naaar zij overwinnaars geworden
waren. Dan hadden de duit
schers in Engeland mogen ver
broederen. Maar niet met cho
colade en cigaretten en whiskey,
maar met bajonetten en galgen
en middeleeuwsche folterwerk-
tuigen. Dan had men daar de
mannen en zonen als dwangar
beiders gedeporteerd, de kinde
ren vermoord en de vrouwen
onteerd.
Maar ach, aan die mogelijk
heid wordt niet gedacht, omdat
het geen mogelijkheid is. Hier
bij ons was het wel mogelijk en
in België en Frankrijk en Dene
marken en Noorwegen en al die
andere landen, die jarenlang de
zware soldatenlaarzen meedoo-
genloos over zich heen zagen
gaan. We weten, maaf begrijpen
niet. Zij weten niets, maar mee
nen te begrijpen.
Dus verbroederen maar jon
gens
PROCES-PÉTAIN.
Maandagmiddag om half 2 precies
is in het historische Palais de Justice
te Parijs het proces begonnen tegen
Maarschalk Pétain, die eens „de
held van Verdun" was.
Ter rechtzitting waren o.m. aan
wezig als getuigenLebrun, Revnaud
en Clemenceau, zoon van" den
„Tijger".
Pétain wordt beschuldigd van
deelnemen aan een complot tegen
de binnenlandsche veiligheid van
Frankrijk en van verstandhouding
met de Duitschers.
Na het voorlezen van de dag
vaarding zeide Pétain: „Deze recht
bank vertegenwoordigt het Fransche
volk niet. Ik zal geen vragen be
antwoorden. Het is het Fransche
volk, dat mij bevoegdheden gaf en
ik zal verantwoording afleggen aan
het volk.
Terwijl de Gaulle de strijd voort
zette, heb ik de bevrijding voorbe
reid door het gewonde, doch leven
de Frankrijk bijeen te houden. In
dien Gij mij veroordeelt, veroordeelt
ge een onschuldig man. Ik stel mij
zelf in de handen van Frankrijk".
Hevige incidenten in de rechts
zaal waren oorzaak, dat het verhoor
werd onderbroken.
André Mornet, de 75-jarige open
bare aanklager, die van plan is de
doodstraf te eischen zeide, dat het
een onbeschaamdheid van Pétain
was, de bescherming in te roepen
van de Grondwet der Derde Repu
bliek, welke hij in toenemende mate
had onderdrukt.
Nadat de argumenten van de ver
dediging, dat het 'gerechtshof onbe
voegd was om deze zaak te be
rechten, waren weerlegd, werd de
zitting voor korten tijd verdaagd.
Toen Pétain weggeleid werd, greep
een jonge ongewapende officier zijn
hand en kuste deze.
Meer dan 1000 politie-agenten en
brandweerlieden bewaken liet ge
rechtsgebouw.
Herinnert U zich nog hoe dik
wijls die woorden: „Het' gaat
goedin de afgeloopen jaren
tot ons gesproken zijn. Het gaat
goed, en het was een lange lijst
van namen Rusland, ^Noord
Afrika, Sicilië, Italië, invasie en
tot slotbevrijd
t Ging goed, ook in ons ei
gen land. We hebben ons verzet
tegen iedere maatregel waarte
gen we ons maar konden ver
zetten. We braken af en sabo
teerden, wat verkeerd was werd
goed.
Daaronder is een streep ge
zet, kwaad is weer kwaad, maar
op deze nieuwe weg vorderen
we slechts langzaam en velen
kunnen slechts heel moeilijk
wennen aan de nieuwe richting
die we kozen.
We gaan vooruit, langzaam,
maar het gaat! Ieder bericht dat
tot ons komt over herleving,
over hervatting van arbeid,
over vrijwillige hulp bij de
oogst, ze stemmen ons tevreden.
Hebben we niet te veel naar de
schaduwzijde gekeken en ge
klaagd en gekankerd, en te wei
nig gelet op het zonnelicht dat
doorbreekt
Ook op cultureel gebied is er
een kentering ten goede. Men
begint genoeg te krijgen van
minderwaardige cultuuruitingen.
Nu de ware kunstenaar zijn
plaats weer kan
innemen op het
Maatschappelijke
Wederopbouw
Langstraat
podium zullen
t de derderangs-
artisten weer
spoedig het veld moeten ruimen,
en heusch we kunnen er niet
rouwig om zijn.
Bezinning, zoo klinkt het
alom, nu* de vreugderoes is uit
geslapen. Gelukkig zijn de klan
ken van ons cultureele leven
niet allemaal mineur. Tegenover
de feiten van half leege zalen
zijn nu andere geplaatst die een
taal spreken die ons veel aan
genamer in de ooren klinkt. Het
eerste jeugdconcert te Waal
wijk trok een volle zaal. Hoe
het' tweede zal worden weten
we nog niet, maar liederen van
Schubert', Schumann, Haydn,
Purcell en verschillende Neder
landsche componisten, en de na
men der uitvoerenden garan
deeren van die zijde zeker een
succes. Ook de Brabantsche
Opera was in zeer korte tijd
uitverkocht. Zoo iets is verheu
gend, en geeft' prettige voor
uitzichten. De belangstelling is
er, maar nu moet deze worden
geleid in de goede richting.
Dit is ook door verschillende
kunstminnaars ingezien, en
daarom hebben zij contact' met
elkaar opgenomen en hebben zij
een stichting in het leven ge
roepen dit tot taak heeft het
cultureele leven van de geheele
Langstraat op zoo breed moge
lijk terrein te bevorderen.
Nu denkt de een natuurlijk:
Zie zoo, al weer een organisatie
erbij; een ander denkt: dat is
een concurrent van onze too-
neelclub, neen, daar mag niets
van komen. Beiden denken ver
keerd.
Naast de vele nuttige ver-
eenigingen die onze Langstraat
rijk is, ontbrak nog juist deze.
Alle steden hebben hun kunst
kringen, en waarom wij in de
Langstraat niet Wij behoeven
toch niet steeds achteraan te
komen. Er moet een einde Jco-
men aan: er is hier nooit wat
te doen, je moet altijd ergens
anders heen om iets goeds te
zien of te hooren. Hierachter
zetten we nu voorgoed een dik
ke punt. Dat is verleden tijd, dat
is voorbij
In de stichting „Waaiwijksche
Kring voor Kunst en Weten
schap", tot stand gekomen op
initiatief van Maatschappelijke
Wederopbouw, hebben allen,
allen gevonden; daar is plaats
voor den fabrikant, voor den
middenstander, voor den arbei
der, kortom voor iedereen. Al
deze namen moeten we aantref
fen zooals we alle standen en
richtingen vertegenwoordigd
vinden in de naamlijst van de
stichters. Hier is geen tegen
strijdigheid van belangen moge
lijk tusschen de verschillende
standen en groepen van de be
volking. Iedereen is het meeste
gebaat met het allerbeste en
het allermooiste dat geboden
kan worden.
Daarom is het niet voldoende
over de mogelijkheden te praten,
neen, de mogelijkheden moeten
werden benut. Er moeten daden
worden gesteld, en, hebben we
goed gehoord dan zullen daden
spoedig volgen.
Ons Vaderland heeft kunste
naars van internationale ver
maardheid op ieder gebied:
zangers en zangeressen, "pianis
ten, violisten, cellisten voor
drachtkunstenaars en nog vele
anderen; ons land telt honder
den geleerden, reizigers, specia
listen op elk terrein die boeiend
weten te vertellen van hun werk
en hun onderzoekingen. Van
deze mannen en vrouwen, die
mede de roem vormen van Ne
derland kunnen wij allen leeren.
Zij kunnen ons doen schouwen
in het' schoone en verhevene
wat kunst en wetenschap den
menschen biedt'. Daarom is het
goed dat er hier een kring is
gevormd die waarlijk groote
kunstenaars tot ons wil brengen
om ons het schoone en edele
meer bekend te maken en ons
leven daardoor te verrijken. Na
men die ons via de luidspreker
zijn bekend geworden, moeten
meer worden dan klank alleen.
Tot nu toe was het maar al
te veel het voorrecht der groo
te- stadsbewoners deze kunste
naars persoonlijk te kunnen be
wonderen. Maar deze kunste
naars behooren aan het geheele
volk en zij moeten het geheele
volk kunnen bereiken. Iedereen
heeft behoefte aan geestelijke
ontspanning.
Juist' daarom zijn de plannen
die men in Waalwijk heeft van
zoo groot belang. Het' enthou
siasme van de organisatoren
moet' overslaan op de geheele
Langstraat. Wérkt de bevolking
niet mee dan kan er onmogelijk
iets worden bereikt, en lukt het
nu niet, dan lukt het nooit meer!
Een mislukking is niet zoo erg
voor den man die beschikt' over
een auto, want die kan heel
gemakkelijk in de groote steden
van ons land hooge entreeprij
zen betalen, maar het is veel
erger voor de meesten van ons
die niet kunnen beschikken
over eén gemakkelijk middel
van vervoer, die het' moeien
doen met fietsen met harde
banden of heelemaal geen ban
den. Komen de kunstenaars niet'
tot ons, wij kunnen niet tot
hen gaan, en wij blijven dan
aangewezen op minderwaardige
films die door filmkantoren wor
den verspreid en die we thuis
gestuurd krijgen.
Onze eigen kunstenaars, onze
musici en tooneelsplers behoe
ven niet' bang te zijn dat er een
nieuwe concurrent is bijgeko
men, want de nieuwe stichting
wil niet dooden en stuk maken,
maar tot leven wekken en goede
voorbeelden geven waaruit' wij
allen nog kunnen leeren. Nog
altijd geldt het Nederlandsche
spreekwoord: „Goed voorgaan
doet goed volgen".
Bevolking van de Langstraat',
zorgt ervoor dat binnenkort
geen artikel behoeft te verschij
nen met als opschrift: „Een
groot' plan mislukt", want als
4e Verantwoording.
3e verantw. f 1325.97
J. K. te Waalwijk f 3.50
J- V. te Capelle 10.
G. P. te Capelle 10
Buurtcoinité Heistraat 138 22
Buurtcoinité trampad
Gr- Kruis geb. 118.15
M. K. te Rucphen 2.50
Gezin M. G. Loonopzand 10.
A: M. te Waalwijk 10
Kerkbuurt Sprang (2e gift) 113,—
N. N. te Waalwijk 10.
N. N. te Capelle 10
Handboogscliutterij E. 111. M. 20.—
Mej. R. te Capelle 2 50
Bus uitgang schoenfabriek
Waalwijk 64.42
Buurtcom. k. Nieuwstraat
en van station tot J. Bogers 76.—
J. v. d. H. te Vrijh.-C. 10
Bemanning Hrs. M. Sumatra
Winterdijk 65.
Buurtcom. Gouden Bruiloft
le Crispijnstr. W'wijk 121.—
H. v. O. te Waspik 10.—
Fr. v. H. te Breda 3.
15e pr. Boerenwagen
Westeinde Sprang 10.
Prijs wagen „Aanval Cap.
veer Jan. 1945" 34.50
Buurtschap Molensteeg 104.50
Buurtcom. H'vaart
Spoorlijn—Kanaal 80.
Buurtcom. einde N'vaart 119.50
Buurtcom. Cap. Zuid 22.39
Personeel Stadhuis Breda 38.50
Muziekver. Kunst na Arbeid
Capelle 53.75
Mevr. M. d. R. v. Z.,
v. d. D. W. te V. C. 25.—
N. N. Waspik 10.
Overschot V wagen Sprang 25.—
W. S, te Sprang 10.
N. N. io._
Totaal f 2676.31
J. VAN HERPEN, Vrijh.-Capelle.
DE KONING NAAR
BERCHTESGGADEN.
Het Belgische parlement
hield Vrijdagmiddag een de
bat over de Koningskwestie,
nadat een voorstel der Ka
tholieken om het tot Dinsdag
uit te stellen met 9667
stemmen was verworpen.
Minster-president van Acker
legde een uitvoerige verklaring
af, waarin hij o.m. zeide, dat de
Koning geen landverraad ge
pleegd heeft, maar in een Duit
sche overwinning geloofde
waardoor hij zooveel fouten
maakte, dat hij niet langer het
vertrouwen en de autprileit be
zit zijn hooge plichten te ver
vullen.
De Koning, zoo vervolgde v.
Acker, ging vrijwillig naar
Berchtesgaden, waar hij een
onderhoud met Hitler had.
Hij teekende weliswaar geen
overeenkomst, maar het is
toch waarschijnlijk, dat hij
eenige toezeggingen deed.
Daar zou o.m. besproken zijn
de onafhankelijkheid van België
en de handhaving van het Vor
stenhuis. v. Acker roerde dan
het huwelijk van den Koning
aan en de figuur van oud-mi
nister Baels om vervolgens te
verklaren, dat de Koning zich
tijdens de bezetting niet verzet
heeft tegen de meest flagrante
inbreuken op de internationale
wetgeving als het deporteren v.
burgers. Zijn protest kwam laat
en was zwak. De Koning was
evenmin het symbool van het
verzet' tegen de onderdrukkers.
Na deze verklaring, volgde
het debat.
De herdenking van den Belgi
schen nationalen feestdag op 21
Juli, den verjaardag van de
troonsbestijging van Leopold I,
is afgelast. De Prins-Regent
heeft het ontslag van de katho
lieke ministers nog niet aan
vaard.
U dan zegt: „Er is ook nooit
iets te doen", dan zal men U
terecht vragen „waarom niet,
wiens schuld is dat'', en wat
zult' U dan kunnen antwoorden
Bevolking van de Langstraat,
het moet' goed gaan, als U allen
meedoet.