EEN NIEUWE WERELD.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
EEN „BRANDENDE" KWESTIE
MAAR ZONDER VUUR.
I
iRIJDAG 17 AUGUSTUS 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 53
PRINS RERNHARD, WAT HU WIL DOEN
VOOR LAND EN VOLK.
E ECHO VAN HET ZUIDEN
■Ljdredncteur Uitgever JAN HELEN
va" IdacteurJ. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs1 5 cent per week f 1.95 per kwartaal
Drukker: Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Kennummer 2483
|e staan thans aan den voor-
ld van een nieuw tijdperk
|le wereldgeschiedenis. De
loeroemde en misschien nog
Ir gesmade moderne en tech-
|he twintigste eeuw is nog
i vijftig jaren oud of zij
reeds voor ons geestes-
|ïn het verschiet een tijdperk
onbegrensde mogelijkhe
den ontwikkelingsgang van
moderne samenleving be-
Jrt niets meer tot het onmo-
Jjke. Met fantastische spron-
Izijn wetenschap en techniek
Ie laatste honderd jaar voor
tgegaan. Afstanden bestaan
meer een reis van het'
einde van de aarde naar
andere vraagt niet meer
een dag wij kunnen
Aet leven zoo makkelijk
lelijk maken de vernufstig-
ïdingen staan ons daarbij ten
1ste. Het gemak dient den
Isch, is nooit meer waar ge-
Ikt dan in de jaren die on-
Idellijk aan den oorlog voor-
|ingen.
In waar heeft dit alles toi
lid, zal men zich afvragen
let heeft geleid tot twee we-
loorlogen. De een al bloe-
Ir dan de ander,
let heeft geleid tot een gren.
|oze wereldverdwazing. Tot
vernietieging op groote
laai. Al het verstand en al
1 vernuft kon een volk van
Imillioen menschen niet ont
laten van de grootste tragi-
pedie aller tijden. In het hart
een moderne wereld kon
I dwaze gek 80 millioen men
en naar zijn pijpen laten dan-
en ieder spel laten spelen
J in zijn zwakzinnig machts-
llustig brein vormen had aan-
lomen.
menschen waanden zich
Ids wijzer, steeds machtiger,
Ids verstandiger; zij vonden
luwe wapens uit en concen-
liekampen en een twintigste
|\v op het toppunt van haar
Iruitgang, snelde met rassche
Ireden naar den ondergang.
|/e kunnen thans het geheel
gebeurtenissen en feiten
i de laatste vijftig jaren nog
t overzien. Wat zijn ook vijf-
Ijaren gezien in het licht der
leldgeschiedenis Toch is er
Ischien wel een gevolgtrek-
|g uit te maken want nie-
Jnd zal ontkennen, dat' wij
Ins leven in een tijdperk van
llutie, zooals de wereld nog
lit heeft meegemaakt. De
lede wereldoorlog van deze
Iw is ten einde, of loopt' al-
Ins ten einde. Dat zal niet
Ig meer duren. En daarmede
1 dan. tevens een periode in
J tijdsgewricht worden afge-
len, die een der meest drama-
Ihe geweest is, sinds het be-
der tijden. Een periode,
Jarin het kunnen der men-
len schier een hoogtepunt be-
jvte, maar een periode ook,
|arin het menschdom nog nim-
f zoo volkomen gefaald heeft.
Ivoor dit falen is het op zo'n
l'oelige manier gestraft ge
ilden dat het oude woord
frloggeen juiste waardebe-
|ing voor alle verschrikkingen
Ier is. Als over 50 of 100 jaar
geschiedenis van onze dagen
Ichreven zal worden, dan zal
Pr misschien in te lezen zijn,
J het tijdperk waarin het men-
lelijk vernuft den grondslag
|de voor nieuwe ongelooflijke
[gelijkheden, in bloed en tra-
werd afgesloten,
r^et' dat afsluiten zijn we
fis bezig. Misschien wordt
door weinigen nog maar be-
P maar als het toch ooit dui-
|ijk kan zijn, dat de jaren
voor den oorlog nooit meer
|ugkeeren, dan is dat thans
|h wel. We staan aan den
J°ravond van een nieuwe we
id; Zooals er in onze geschie-
T's van tijd tot tijd punten
Prkomen, waaraan onze aard-
I zich als het ware gestooten
heeft en een nieuwe koers ging
volgen, zoo hebben ook wij
thans -een dergelijk punt bereikt.
Met dit einde van den oorlog
heeft de wetenschap een sprong
genomen, zoo ver, dat zij op
eens in een geheel nieuwe we
reld terecht gekomen is. Een
nieuwe wereld, waarin wij ons
op de een of andere manier allen
zullen moeten gaan aanpassen.
Het leven zal in de toekomst op
geheel andere waarden gegrond
vest worden, als dat in het
verleden geweest is. We zijn
thans met recht gekomen tot een
„Umwertung aller Werten". Zul
len er veel menschen zijn, die
de grootschheid van het tijdperk
waarin ze nu leven, wel ten
volle beseffen? Men heeft de
laatste vijf jaren vaak gevraagd
of het leven „het leven" wel
waard is? Thans is het antwoord
daarop gegeven. Wij menschen
van de twintigste eeuw, met
twee oorlogen achter ons, zijn
grootelijks bevoorrecht, omdat
er voor ons nog ongedachte mo
gelijkheden in het verschiet lig
gen. Jarenlang kan het leven
rustig voortgaan, als een zacht
kabbelend beekje. Plots zullen
dan de golven komen, die het
snel en rusteloos zullen voort
jagen naar nieuwe horizonnen.
Zoo gaat het ook ons. Wij on
dergaan thans precies dezelfde
gewaarwording, als de kleine
jongen, die nooit anders dan in
zijn eigen straat gespeeld heeft,
voor het huis van zijn ouders.
Die niets anders van zijn omge
ving kent, dan het tuintje en
het poortje van het huis van
den buurman en het hondje van
de juffrouw aan de overzijde.
Hij wordt echter wat grooter en
ondanks het verbod van moeder,
waagt hij zich wat verder. Aar
zelend voetje voor voetje, komt
hij aan het einde van ^e straat.
Nog even bedenkt hij zich, maar
dan, resoluut, steekt hij het
hoofd om den hoek en voor
zijn verbaasde blikken, ziet hij
een groot plein voor zich, een
nieuwe wereld, ruimer en groot-
scher dan in zijn stoutste kinder-
droomen.
Zoo zijn wij ook een njeuw
tijdperk ingegaan. Groote uit
vindingen zooals buskruit en de
boekdrukkunst hebben toen
maals de waarde van het leven
veranderd. Ook thans .is de
waarde van het leven veran
derd. De atoomsplitsing heeft'
de geheele wetenschap en daar
mede de menschheid voor
nieuwe mogelijkheden gesteld,
die zelfs in het meest fantasti
sche brein niet zouden zijn op
gekomen. De medische weten
schap heeft geheel nieuwe we
gen en methoden gevonden. Het'
penniciline verricht wonderen
en wat zal daar straks nog niet
meer bijkomen? Zooveel dat wij
in de komende jaren oogen te
kort' komen, om j alle nieuwe
wonderen van techniek en we
tenschap te volgen. De aarde
zal te klein worden en de poor
ten van het heelal zullen zich
voor den almachtigen mensch
gaan openen. Onmogelijkheden
beslaan niet meer. Droomen en
fantasie worden werkelijkheid.
En dan, aan zullen wij ons
misschien opnieuw hebben af te
vragen
Waar zal dit alles toe leiden
Dat kunnen slechts twee we
gen zijn. Leven of vernietiging.
Een andere weg bestaat dan niet
meer. Het is dan de wereld van
de uitersten geworden,
waarin geen middenweg meer
is.
Leven of vernietiging.
Vernietiging, als de mensch in
zijn grootheidswaanzin, meent
aan God gelijk te zijn. Als de
mensch heerschzuchtig en egoïs
tisch blijft en zijn hoogmoed, niet
kan afleggen, dan zal de weg
naar de vernietiging leiden. De
wapenen voor den volkomen
ondergang zijn reeds gesmeed.
Het menschdom heeft het middel
WINTERTIJD OP
16 SEPT. A.S.
Het ligt in de bedoeling van
de Nederiandsche regeering den
tijd op 16 September a.s. met
een uur te vervroegen. Nederland
keert op dien datum dus terug
tot den Middel Europeeschen tijd.
R.K.
CENTRUM
STAATSPARTIJ.
voor een massale radicale zelf
moord reeds in handen.
Leven. Het leven in al zijn
schoonheid, wanneer de men
schen hun van God gekregen
verstand aanwenden tot welzijn
van de wereld. Wanneer zij de
naastenliefde en de rechtvaar
digheid gaan betrachten; wan
neer zij, zooals wij ook in ons
vorig nummer reeds zeiden, in
hun medemenschen weer broe
ders kunnen zien, geschapen
naar God's beeld en gelijkenis.
Dan zal de toekomst ongeken
de vrede en welvaart kunnen
brengen. Dan zal al het nieuwe
kunnen dienen tot meerder ge
luk van het menschdom en tot
vergrooting van de levensvreug
de.
Meer dan ooit, zal het dan
waard zijn te leven 1
Naar „Het Binnenhof" verneemt
zal het Centrum voor Staatkundige
Vorming, uitgaande! van het Dage-
lijksch Bestuur der R.K. Staatspartij,
binnenkort in werking treden.
Als voorzitter van dit Centrum zal
optreden Prof. Mr. C. P. M. Romme,
als secretaris Mag. Dr. Stokman
O.F.M. In overleg met den voorzit
ter der R.K. Staatspartij Mr. Dr. P.
J. Witteman zijn een aantal katho
lieken uitgenoodigd in dit Centrum
zitting te nemen.
De oprichtingsvergadering zal
worden gehouden op Woensdag 22
Augustus des middags om 1 uur in
Den Bosch.
MAANS OP- EN ONDER
GANG 1945.
17 Aug. op 16.34 onder 1.00
18 Aug. op 17.39 onder 1.38
19 Aug. op 18.41 onder
20 Aug. op 19.33 onder 2.27
Zons op- en ondergang 1 945.
17 Aug. op 6.26 onder 21.01
18 Aug. op 6.27 onder 20.59
19 Aug. op 6.30 onder 20.57
20 Aug. op 6.31 onder 20.55
Een vertegenwoordiger van
„Amsterdamsch Dagblad" heeft
een belangwekkend onderhoud
gehad met Z.K.H. Prins Bern-
hard.
De Prins vertelde den persman
in dit openhartig en ongedwon
gen gesprek: Er is één ding,
dat ik nooit zou kunnen: stil
zitten". De Prins wil zijn gan-
sche werkkracht stellen in
dienst van het land. Maar hoe?
dat hangt van de Regeering
af. „Zij bepaalt, waar zij mij het
beste kan gebruiken''. Als lid
van het Koninklijk Huis, aldus
de Prins, mag ik nooit in de po
litiek betrokken worden en in
dien ik ooit aan een bepaalde
verantwoordelijkheid gebonden
zal zijn, zullen mijn daden altijd
gedekt moeten worden door een
bepaalden minister. Daar zit een
moeilijkheid.
De Prins was echter van mee
ning, dat er wel een manier te
vinden is, waarop hij zijn ver
langen om naar vermogen aan
het herstel van ons land te kun
nen meewerken, kan bevredigen,
zonder staatsrechtelijk met zijn
positie in conflict te komen. De
Prins zeide in verband met een
toespeling op zijn eventueele
positie als Prins-gemaal, dat dit
probleem niet urgent' is. „Het is
vooreerst absoluut noodig, dat
de leiding der staatszaken nog
lang blijft berusten in de be
kwame en deskundige handen
der Koningin".
Overigens is er gemakkelijk
een oplossing te vinden om aan
zijn drang tot werken te vol
doen.
„Ik heb immers reeds zitting,
aldus de Prins, in den Raad van
State, in den Economischen
Raad en in den Mijnraad. In die
functies kan ik toch reeds di
rect heel hard werken in het
landsbelang.
„Daar komt nog iets bij: in de
zen oorlog in Engeland, Amerika
en Frankrijk zeel veel connec
ties en goed vrienden gekregen
in hooge kringen. Daarvan kan
ik, bijvoorbeeld door het voeren
van besprekingen, een uitermate
nuttig gebruik maken in het be
lang van het land."
De Prins zeide voorts op een
desbetreffende vraag, dat hij
geen ambities koestert', als le
gerleider op te treden. Zijn am
bitie is: Indië. „Zoodra de Re
geering mij een taak in Indië te
vervullen geeft, ga ik En igraag!
Het liefst als militair, maar als
het anders moet, ga ik met even
veel enthousiasme".
Na den oorlog heeft de Prins
drie wenschen
Ten eerste wil hij niets liever
dan naar beste krachten mee
werken aan den opbouw van
ons nieuw, jong, Nederlandsch
leger. Ten tweede zou hij dol
graag zijn steentje willen bij
dragen tot' het economisch her
stel van ons land. En ten derde
sou hij graag zijn energie willen
wijden aan de vorming van de
jeugd.
„U hebt dus tóch militaire
ambities
„Zeker, maar slechts in dien zin,
dat ik toezicht' kan uitoefenen
op de gééstelijke vorming van
het leger.
Wij moeten een leger hebben,
dat het vertrouwen van het' volk
heeft.
En het kan: want de Neder
iandsche soldaten zijn pracht
kerels. Wat in 1940 gebeurd is:
opgeven van ons militair verzet,
omdat de middelen tot verdedi
ging ontbraken, mag niet meer
voorkomen.
„Alleen zal ons leger nooit'
voldoende sterk kunnen zijn,
want daarvoor is ons land te
klein, maar het leger dat wij
op de been kunnen en móe
ten brengen, moet een goed
leger zijn, goed uitgerust en
vooral met een goeden geest".
RIJKSBUREAU BOUW
MATERIALEN OPGEHEVEN.
Het rijksbureau voor bouwmate
rialen is opgeheven. Tot opheffing
heeft hiertoe eveneens bijgedragen
het feit, dat op het rijksbureau voor
bouwmaterialen malversaties aan het
licht zijn gekomen. Het bleek n.l.,
dat vergunningen, recht gevend op
den aankoop van bouwmaterialen,
op ruime schaal aan belanghebben
den uit de kringen der Ned. bouw
nijverheid zijn verstrekt tegen in
ontvangstneming van steekpennin
gen en goederen in natura. Het in
gestelde onderzoek leidde tot eenige
arrestaties. Bij de opheffing van het
rijksbureau voor bouwmaterialen
zijn alle ambtenaren, die aan dit
bureau verbonden zijn, ontslagen.
Hiervap zal een deel, na onderzoek
van hun gedragingen, wederom bij
het rijksbureau voor ceramische
producten in dienst gesteld kunnen
worden.
SCHEPEN KOMEN TERUG.
De stroom van binnenvaartsche
pen, die uit Duitschland terugkeeren,
houdt nog steeds aan. Via Emden
komen thans vele botters uit Urk
en Zeeland naar Delfzijl. Zij wach
ten in het Damsterdiep tot zij door
het M. G. aan den rechtmatigen
eigenaar worden overgedragen.
Onder de terugkeerende schepen
was ook de tweede groote zand
zuiger, n.l. de N.U.M. 18 uitPapen-
drecht. Ook sleepbooten zijn onder
de „repatrieerenden".
Maatschappelijke
Wederopbouw
Langstraat
Het is nog niet allemaal voor
elkaar in het lage landje aan
de Noordzee. Ook in Waalwijk
niet. Dit is een vrij onnoozele
en tevens overbodige bewering.
We stellen dit' feit' hier dan ook
niet vast om die bewering zelf.
Maar we willen vandaag nog
eens een concreet geval aanha
len, dat voor velen een bron van
ontevredenheid is, en even den
vinger leggen op een wonde
plek, die het
vlotte verloop
van den weder-
opbouw van on
ze maatschappij
sterk belemmert. We bedoelen
de voorziening van verwar
mingsmiddelen voor kookdoel-
einden.
Op dit gebied is de toestand
nog alleszins onbevredigend.
Waalwijk kan daarover mee
praten. De huismoeders zitten
daar met de moeilijkheid, dat ze
vijf maal per week een warmen
maaltijd kunnen bereiden. En
hoe ze daarbuiten iets warm
willen krijgen, wordt' aan ieders
initiatief overgelaten want de
gaskraan laat hen voor het ove
rige zonder meer in den steek.
Sommigen, bij wie de druk van
het gas op die feestelijke vijf
„gasdagen" onvoldoënde is,
schijnen in aanmerking te kun
nen komen voor kolen of petro
leum voor kookdoeleinden.
De oplossing van dit vraag
stuk is niet zoo simpel als ze
op het eerste gezicht misschien
inziet. Sommige optimisten sug-
gereeren de gaslevering maar
heelemaal stop te zetten en in
plaats van de kolen die de gas
fabriek thans opslorpt, ieder ge
zin maar een mudje kolen per
maand te verstrekken. De radi-
calisten vergeten echter twee
dingen. Op de eerste plaats, dat
onze kolenpositie dit op den
duur toch niet zou verdragen en
op de tweede plaats, dat deskun
digen hebben uitgemaakt, dat
een mud kolen aanzienlijk min
der verwarmingsvermogen zou
opleveren dan zelfs de zoo
krappe gasvoorziening nu doet.
Ook petroleum zou hier o.i.
geen afdoende oplossing geven,
omdat er lang niet voldoende
petroleumstellen' zijn. Wat dan
„Hout"! hooren wij van alle
kanten roepen. En waarachtig,
men zqu zoo zeggen, dat hier
mee het ei van Columbus is ont
dekt. Maar bij nadere beschou
wing is deze oplossing in wer
kelijkheid heel wat bedenkelij
ker dan een oppervlakkige kijk
op de zaak zou doen vermoeden.
Want er is eenvoudig geen hout
beschikbaar
Nu zal menigeen misschien
zeggen: ja, maar er staat toch
hout in de bosschen en als de
overheid er niet voor zorgt, dan
haal ik het zelf maar op eigen
risico en gelegenheid. Tegen de
ze redenering zijn echter vele
ernstige bezwaren aan te voe
ren.
Want het hout, dat men op
die manier weghaalt, behoort
aan een ander en men begaat
dus diefstal. Alleen in uiterste
noodzaak zou men tot een der
gelijk eigen gereid optreden mo
gen overgaan. En deze uiterste
noodzaak zal wel niet zoo gauw
aanwezig zijn, aangezien er al
tijd nog de mogelijkheid bestaat,
van een accoord met een bosch
eigenaar teneinde b.v. een
sprokkelvergunning te verkrij
gen. Met dat dunne hout is men
echter, als men verder heele
maal niets heeft ook nog maar
ten halve gered, zoodat de nei
ging bij dergelijke sprokkelaars
zal opkomen om ook dikker
hout, met name stevige stammen
aan den tand té voelen, voor
zoover bij boomen althans van
tanden gesproken kan worden.
Maar U begrijpt de bedoeling
En daar,zit'm nu' juist de kneep!
Wie dat hout neemt, stookt
nu misschien een paar weken
of maanden langer, maar bena
deelt de toch al zoo precaire
houtpositie van ons land, en op
de duur komen de gevolgen
van dezen onbezonnen daad op
de gemeenschap en aldus ook
op den dader zelf neer. Want
er is momenteel een ontzaglijk
tekort aan hout in ons land,
hetgeen o.a. sterk zijn ingoed
doet gevóelen op de productie
van de mijnen. Want deze heb
ben massa's stammen noodig,
het z.g. „mijnhout". Zonder dat
zijn er geen kolen, en zonder
kolen loopt we ondervinden
het maar al te goed de hee-
le samenleving spaak.
Als men maar heel even rond
ziet in de eens zoo boschrijke
streken, valt het direct op, hoe
zeer de bosschen gedund zijn.
Dat heeft vele oorzaken. De
voornaamste is wel, dat' de
Duitschers in den bezettingstijd
onnoemelijke perceelen hebben
weggekapt voor allerlei mili
taire doeleinden. Bovendien zijn
wij al dien tijd verstoken ge
weest van aanvoer van buiten,
terwijl wij toch steeds voor het
overgroote percentage op ge
ïmporteerd hout waren aange
wezen. Ontzettend veel hout is
er ook dezen afgeloopen winter
nog verdwenen door den wilden
kap van particulieren, die in
de kou zaten.
Wanneer men over dit alles
even nadenkt, zal men wel móe
ten inzien, dat het absoluut on
verantwoord is onze bosschen
nog verder uit te dunnen. Over
motieven van aesthetischen of
anderen aard zullen we dan
nog maar zwijgen, al weegen
ook die zwaar genoeg. En zul
len vele jaren noodig zijn om
onzen achterstand in de bosch-
begroeiïng weer eenigermate in
te halen.
Maar er is nog een andere
uitweg. Sommige origineele
geesten zullen de oplossing, die
we nu gaan suggreeren afge
zaagd vinden, maar ze blijft dan
toch altijd nog reëel genoeg.
Aldus, we hebben het aan de
Duitschers te danken, dat we er
zoo krap met onzen stook voor
zitten. In Duitschland staat nog
hout genoeg. Laat hen dan o.a.
wij zeggen onder andere
trachten de ons berokkende
schade te herstellen door hun
hout aan ons af te staan. Er zijn
nog N.S.B.-ers genoeg die niets
te doen hebben. Laat Max Blok
zijl, in overeenstemming met
zijn eigen verzoek, zich met de
andere landverraders verdien
stelijk maken voor den weder
opbouw van zijn volk en Va
derland door dat hout te gaan
kappen.
Maar hoe moet het vervoerd
worden, zult U zeggen Eenvou
dig genoeg. Wij hebben nl. ge
hoord, dat wij ook nog een
Motor Transport Brigade bezit
ten, die in Helmond een.wagen
park moet hebben van tegen de
400 wagens. Deze Brigade
schijnt, zeer tegen den zin der
werkwillige jongens, practisch
weinig te doen te hebben. Zou
die zich dan hier niet eens nut
tig kunnen maken Het plan is
uitvoerbaar en als men nu eens
eventjes de bureaucratie buiten
werking stelt, zijn we er.
„We hebben al een „huipao
tie „Zuid helpt Noord" gehad.
We hebben nu ook al een
„Noord helpt Zuid" en het
Noorden „adopteert" alle mo
gelijke getroffen plaatsen in het
voormalige gevechtsgebied.
Waarom zou er in een jovialer
bui nu ook niet eens een actie
„Duitschland adopteert de Lang-''
straat" kunffen komen Wat
denken onze huisvrouwen hier-