1
1
ERS
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
GELDZUIVEalNC
MAANDAG 17 SEPTEMBER 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 62
-J
N MONDIG VOLK
DE BETEEKENIS VAN DE BOSSCHEN
IN NEDERLAND.
u.
DOOR HET VENSTER.
ONCH
iravenhiu
30
g van ee
de
2.50,
jn gekocl
elle.
'EN"
4 worde
ALWIJ
ende
ingen
DE ECHO VAN
V
;U®PN
oofdradacteur Uitgever: JAN HELEN
•dacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs: 15 cent per week; 11.95 per kwartaal
Drukker: Waalwijkscha Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Konnummer 2483
Us in den bezettingstijd de
tschers een of andere nieuwe
atregel afkondigden, die al dan
sterk ingrijpend was, in het
maatschappelijke leven, was
er reeds bij voorbaat van
;ekerd, dat er een störm van
•test zou opsteken. De geest
verzet, die in ons volk leven-
was, liet zich op zulke oogen
ken niet onbetuigd en men
dan zijn verontwaardiging
niet onder stoelen of banken,
verwenschte de duitsche
atregelen in allerlei toonaarden.
)at was iets vanzelfsprekends,
was immers een, maatregel
den bezetter opgelegd en
irom deugde er niets van.
let zou weinig verwondering
ekt hebben, als .de toen ont-
mentaliteit, om alles af te
en wat van hoogerhand werd
jelegd, ook na de bevrijding
hebben voortgewoekerd. Soms
het er ook wel eens den
lijn van, maar in het algemeen
men toch zeggen, dat ons
k zijn gezonde verstand be
nden heeft. Dat is iets wat tot
gde stemt.
2 Sept.
2 Sept.
2 Sept.
hoogsn
siqaretl
afgele'
:n
val Ei
■oor z
id;
er znv
er richt
t-ederou
vleesd
rdappe
hiervs
ie n ie"
t plaat
zullo
lit bin
ticlpun
seizoen
een J*
word ei
invrna?
■word]
:en z"
len ''e
dpuntc
r DOO
kunne'
der
■Indiër:
•dappcl
er zwi
IB- -(
end
WIJK'
Vij hebben in de afgeloopen
heel critisch leeren zien en
kon ons met mooie praatjes
rad voor de oogen draaien,
idat de ware achtergrond en be
ling van een of andere maat-
toch niet voor ons verbor-
bleef.
let Nederlandsche volk is een
:hter volk en een mondig volk.
:t aanvaardt niet klakkeloos en
ndelings, als de domme duit-
ers, dat wat voorgeschreven
irdt, enkel en alleen om het
dat het een bevel of voor-
irift geldt van hoogerhand. Het
ïvaardt alleen, als het een vol-
ig of zoo volledig mogelijk in-
ht wordt gegeven van de gron-
en noodzakelijkheden, waar
een bepaalde maatregel of
orschrift steunen moet.
Wij hebben dit weer eens te
er kunnen constateeren met de
tgekondigde geldzuivering. Een
atregel zoo verstrekkend en
lomvattend, dat ieder er recht-
ieks in betrokken is, een maat-
ook, die practisch voor
ereen veel zorgen en lasten met
zal brengen.
Toch hoort men niemand klagen
mopperen, of erger nog, schel-
op de regeering. Ieder heeft
vol belangstelling over zijn
io-toestel gebogen en naar de
renzettingen over deze geldzui-
•ing geluisterd of er de kran-
artikelen met aandacht op na
ezen. En men zei, dat het zoo
'd was. Men wist dat dit ko-
n moest en men ziet er ook de
adzakelijkheid van in, omdat
n tot oordeelen bevoegd is en
hoogerhand een behoorlijke
arlichting gekregen heeft,
let gaat er alleen maar om,'of
n het volk behoorlijk voorlicht
van den gang van zaken op
hoogte houdt. Wij willen het
en waarom weten van alles
direct of indirect ingrijpt in
:e maatschappelijke omstandig-
len en wij hebben er recht op
weten, omdat wij een mondig
zijn.
5e regeering diene dit in het
te houden. Er is ook na de
rijding veel geklaagd over on
tdoende voorlichting van regee-
gswege. Omtrent vele zaken en
'gen tastten wij volkomen in 't
'ster en daaruit kwam slechts
tevredenheid voort. Dat moet
kunnen voorkomen. Men
'et de menschen helder en dui1
ijk leeren zien, tegen welken
'tercirond en op grond waarvan
s plaats heeft en men bedekke
boel niet, met een sluier van
lpimzinnigheid. Daaruit komen
chts verkeerde gissingen voort,
nadeelig zijn voor een goede
"taliteit.
late gerust het volle licht
"inen od aangelegenheden, die
volk als geheel aangaan. Men
Orkomt dan ongerustheid en
pekt vertrouwen, zonder welke
n enkele regeering behoorlijk
ar taak zal kunnen uitoefenen.
Wanneer men een gezin op
vier personen schat, dan zijn dus
per jaar 250C0 huizen noodig naar
zeer ruwe schatting. Nu schijnt er
een tekort te zijn van 200.000
huizen. De behoefte aan hout
voor het geheele land is mij niet
bekend.
Per hoofd van de bevolking be
zit Nederland zooals we zagen
0,037 H.A. bosch. Men neemt ge
woonlijk aan dat landen met een
areaal bosch per hoofd van meer
dan 0,04 ha. in staat zijn hout te
exporteeren en andere moeten in
voeren. Uit de gegeven cijfers
blijkt dat Nederland reeds sinds
het begin dezer eeuw beneden dit
cijfer gedaald is.
Omstreeks 1900 bedroeg het
boschbestand per hoofd der be
volking ongeveer 0,04 H.A., bo
ven deze grens waren te dien tij
de Finland met 8.7 H.A. per
hoofd, Zweden 3,5, Noorwegen
3,3 per hoofd, Rusland 1,1 per
hoofd, Bosnië 1,9 per hoofd, Bul
garije 1,2 per hoofd. Canada meer
dan 50 H.A. per hoofd.
Voor den oorlog voorzag Ne
derland zich voor 15% in zijn
behoefte aan hout. Men moet ver
wachten dat nu nog geen 10%
van de behoefte van industrie en
mijnen alleen, door inlandsche
productie zal kunnen gedekt wor
den.
Er schijnt volgens een minimum
schatting van eenige maanden ge
leden alleen voor het Zuiden des
lands een tekort te zijn van de
binnenlandsche productie op de
minimum behoefte van 93000 M3
loofhout en 322000 M3 naaldhout,
waarbij geen rekening is gehou
den met de vele militaire opdrach
ten die enkele 10000den M3 be
dragen.
Aanvankelijk heeft men nood
gedwongen getracht dit tekort
eenigszins aan te vullen door im
port uit België en Luxemburg.
Uit deze landen heeft echter nooit
veel import van hout plaats ge
had en ook nu is dit tot kleine
hoeveelheden beperkt gebleven.
Ook Frankrijk bood in dit op
zicht weinig vooruitzichten. De
hóóp is dan ook gevestigd op
Duitschland, totdat de vroegere
leveranciers, Finland, Zweden en
Rusland en Amerika weer inge
schakeld kunnen worden, wat nu,
na beëindiging van den oorlog
wel niet zoolang meer op zich zal
laten wachten.
De inkrimping van de hout-
voorraad, zooals voor beschre
ven, is veel ernstiger dan van in-
dustrieele voorraden, wegens de
speciale eigenaardigheden aan de
voortbrenging van hout verbon
den. Van een zijde verschilt de
productie van hout niet van in-
dustrieele voortbrenging. Er is
vraag en aanbod en naarmate het
lste grooter en het 2de kleiner
wordt stijgt de particuliere en
maatschappelijke waarde-schat-
ting van het artikel. Er zijn even
wel eenige principieele verschillen.
Industrieele producten hebben
een bekende betrekkelijk korte
omlooptijd, terwijl ook het mo
ment van afzet en dus van reali
seering in geld, in calculaties als
bekend kan worden verondersteld.
Men gaat van deze gegevens uit
bij de calculatie van den prijs.
De voorcalculatie kan men zoo
nauwkeurig uitvoeren dat deze
gemiddeld volkomen met den wer-
kelijken kostprijs overeenkomt.
Hierdoor kan de financiering zeer
economisch worden opgezet en is
de opbrengst zeer regelmatig,
waardoor met een minimum kapi
taal gewerkt kan worden.
Technisch beteekent deze om
standigheid dat bij een eventueele
storinq in de omloop dit steeds op
korten termijn hersteld kan wor
den.
De boschbouw wiikt in deze
omstandigheden van He industriee
le voortbrenging af. Terwijl de be
werking in de looierij van een
half jaar of langer tegenwoordig
al lang wordt geacht, bestaan er
in Amerika bomen die 3000 jaar
oud zijn, dus ouder dan de Griek-
sche beschaving. Het spreekt van
zelf dat dergelijke feiten buiten het
economisch leven staan om de
eenvoudige reden dat een parti
culiere investering allen zin ver
liest wanneer ze zich over meer
dan twee generaties uitstrekt zon
der revenuën af te werpen.
Men heeft evenwel rekening te
houden met een omlooptijd van
het product die hier te lande naar
gelang de soort varieert van 40
tot 130 jaar.
De eenige mogelijkheid tot eco
nomische exploitatie van een
boschbedrijf biedt dan ook een
bedrijf waarin een normale opvol
ging van leeftijdsklassen voor
komt, zoodat de omlooptijd van
het geïnvesteerde kapitaal aan
merkelijk korter is dan van het
product en het kapitaal met be
trekkelijke regelmaat uit de pro
ductie vrijkomt. Deze regelmaat
nu is verbroken. Zooals ik reeds
zeide is er in deze leeftijdsklassen
een gaping van 40 tot 100 jaar
ontstaan. Dit brengt met zich me
de een zeer ernstige storing in de
financiering, behalve het techni
sche feit dat gedurende zeer lan
gen tijd geen hout meer beschik
baar is.
Een andere eigenaardigheid van
het boschbedrijf is dat in tegen
stelling met een industrieel be
drijf van de in het bedrijf voor
komende waarden het groeiende
product veruit de grootste plaats
inneemt. (De waarde van de
grond speelt een zeer onderge
schikte rol). Een groot gedeelte
hiervan kan men theoretisch zeer
goed als productiemiddel beschou
wen. Ook practisch doet men dit.
Er bestaat geen zuivere schei
dingslijn tusschen wat men als
product moet aanmerken en wat
als productiemiddel. Dit wil zeg
gen dat men zich gemakkelijk zal
laten verleiden om in tijden van
schaarschte tot het voortijdig
kappen van houtopstanden van
verschillende graad van rijpte over
te gaan, wat een vorm van roof
bouw is, waardoor men het ge
heele bedrijf kan vernietigen en
economisch de mogelijkheid van
vernieuwing en rationeel beheer
teniet doen.
De lange omlooptijd brengt eco
nomisch zeer groote risico's me
de. Een voorcalculatie voor de
aanvang van de productie is op
een prognosa van minstens 40 jaar
gebaseerd, wat groote verliesmo-
gelijkheden stelt tegenover beperk
te winsten, want waar men in een
industrieel bedrijf de productie
ten tijde van gunstige conjunctuur
min of meer elastisch uit kan brei
den, vermag men dit in het bosch
bedrijf zoowel om technische als
om economische redenen niet. Al
leen wanneer men een zeer lange
periode, zeg maar van twee gene
raties, neemt is er per saldo een
vrij groote zekerheid van een
winst.
De rentabiliteit in het boschbe
drijf is dan ook laag. De eenige
omstandigheid die de bosschen tot
nu toe in stand gehouden heeft is,
dat er personen en instellingen
zijn, die met een lage opbrengst
en een zeer kleine liquiditeit qe-
noeqen nemen ter wille van de be
trekkelijke uiteindelijke waarde
vastheid, die een gediferentieerd
boschcomplex bezit.
Het verlies wat Nederland is
toegebracht is een verlies van toe
komstig inkomen gedurende lange
tijd.
De bosschen als
natuurschoon.
We zullen nu de bosschen be
schouwen uit een oogpunt van
natuurschoon. Ook dit heeft so
ciaal economische aspecten.
Schoonheid als zoodanig sluit
elke economische waardeering uit,
maar schoone dingen zijn wel vat-
Berechting van
Van Genachten.
Op 3 October a.s. des mor
gens 10 uur zal de beruchte
voormalige procureur van het
Haagsche Gerechtshof en com
missaris van Zuid Holland Van
Genechten voor het Bijzonder
Gerechtshof terecht staan.
baar voor een economische waar
deering en ook concreet natuur
schoon.
Over het algemeen zal dit een
subjectieve waardeering zijn, om
dat persoonlijke smaak hier een
rol speelt. Toch zien we hoe lan
ger hoe meer naar mate het con
crete natuurschoon schaarscher
wordt dat dit meer en meer maat-
schappelijk-economisch gewaar
deerd wordt. Niet in dien zin dat
men het exploiteert. Geen eige
naar van natuurschoon heft en-
tréegeld.
Het is echter een feit dat in
streken waar natuurschoon te vin
den is hotels, café s en andere ge
legenheden duurder zijn dan el
ders. De bezoeker is bereid een
opslag te betalen voor het na
tuurschoon.
Wat men geniet in natuur
schoon is geen zuiver geestelijk
goed. Evenals alle consumptie
middelen met een aesthetischen
kant heeft het zoowel een mate
rieel als een geestelijk karakter.
Zij zijn een uiterlijk beschavings
middel en dienen de innerlijke be
schaving en bieden daardoor ruim
te tot geestelijke genietingen.
Van de andere zijde zijn het
cultuurgoederen die men in een
zekere cultuurspheer pleegt te ge
bruiken om zuiver materieele be
hoeften te bevredigen. Zoo ook
natuurschoon. Het is niet nood
zakelijk dat de sentitieve gewaar
wording van het natuurschoon tot
zuiver geestelijke genietingen wor
den. Natuurschoon wordt op ve
lerlei wijze genoten.
lste wordt het terrein wat na
tuurschoon herbergt gebruikt als
aangename verblijfplaats (om te
kampeeren, uit te rusten, te wan
delen, aan sport te doen, enz.),
een zuiver lichamelijke behoefte.
2de kan men het natuurschoon
zelf genieten, een aestetische ge
waarwording, een genieting die
veel grooter beschaving vereischt
dan de voorgaande en waarbij
dan ook eeri groote geestelijke ha-
bitueele gesteldheid vereischt is
om de materie op deze wijze te
gebruiken tot verheffing van den
geest.
3de kan men het zien met het
oog van een kunstenaar of een
mysticus, bij wien de sensitieve
gewaarwording tot zuiver geeste
lijke actie voert. Natuurlijk op de
ze laatset wijze genieten slechts
zeer weinigen. Maar meerderen
genieten op meerdere wijzen ge
combineerd.
Dat er concrete behoefte be
staat op een dezer manieren na
tuurschoon te gebruiken, blijkt uit
het ontzaglijk toegenomen toeris
me. Renkum gaf voor den oorlog
per jaar aan 6000 vreemdelingen
nachtlogies en Rheden aan 7000.
Het aantal dagbezoekers schat
men in Renkum op 120 a 150.000
per jaar. Voor andere provincies
zijn de cijfers lager, b.v. voor Ois-
terwijk 60.000 per jaar.
VICTOR TIMMERMANS,
Econ. docts.
.(Wordt vervolgd).
De Minister van Financiën Prof.
Mr. P. Lieftinck heeft Woensdag
avond om 9 uur een radiorede ge
houden over dé geldzuivering. We
ontleenen daaraan het volgende:
Op Woensdag 26 September
verliest al het thans zich in om
loop bevindende papiergeld zijn
geldigheid.
Deze maatregel heeft betrekking
op alle bankbiljetten uitgegeven
door de Ned. Bank, alle zilverbons
en alle muntbiljetten, die door de
gealliëerde troepen zijn medege
bracht en die vooral in het Zui
den des lands in omloop zijn ge
bracht. Met ingang van denzelf
den dag worden alle tegoeden bij
Banken, Spaarbanken en Giro
instellingen geblokkeerd.
Tien gulden per persoon.
Het zou het beste zijn, als geen
nieuw geld in omloop kwam voor
dat al het oude geld uit de markt
is, dat is dus aan het einde van
de inleveringsweek. Wanneer dit
beginsel in volle gestrengheid
werd doorgevoerd, zou gedurende
meer dan een week het betalings
verkeer geheel stil staan. Om dit
te voorkomen zal ieder gezins
hoofd in staat worden gesteld
vooraf, dat wil zeggen vóór 26
September a.s. een klein bedrag
aan oud geld tegen nieuw geld in
te wisselen. Voor hen die biet le
ven in gezinsverband wordt een
gelijke mogelijkheid geschapen.
Dit nieuwe geld zal worden uit
gereikt door de distributiediensten
tot een bedrag van teen gulden
per persoon.
Op den Zaterdag in de inleve
ringsweek zal de normale weke-
lijksche loonbetaling niet kunnen
plaats vinden, om de eenvoudige
reden, dat er op dien dag geen
betaalmiddelen beschikbaar zullen
zijn. De werkgevers worden uit-
genoodigd om, voor zooveel zulks
verantwoord is, loonvoorschotten
te verleenen, opdat b.v. groote
gezinnen inderdaad in staat zullen
zijn per hoofd ,10.— oud geld
tegen nieuw geld in te wisselen.
Verder zal al het noodige worden
gedaan om ervoor te zorgen, dat
zoo spoedig mogelijk na het eind
van de inleveringsweek op 4,
5, of 6 October dus een dub
bele loonbetaling zal kunnen ge
schieden. Ook de maandsalarissen
over September zullen pas in de
tweede helft van de eerste week
van October kunnen worden vol
daan, evenals de uitbetaling van
wachtgelden, pensioenen en lijf
renten e.d., alles natuurlijk in
nieuw geld.
Maximum 300.
Particulieren mogen gedurende
de inleveringsweek niet meer in
leveren dan driehonderd gulden
per gezin. Voor alleenstaanden
geldt hetzelfde maximum.
Een ieder moet er dus voor
zorgen dat hij, voor dat de inle
vering begint, zoo krap mogelijk
bij kas is en het overtollige geld
reeds vóór dien tijd gestort heeft
op een bank, commissionair,
spaarbank of giro.
Dus: als de officieele inlevering
begint, wordt nog slechts een be
drag van ten hoogste driehonderd
gulden per gezin of alleenstaande
aangenomen. Voor de bedrijven
geldt deze beperking niet.
Zoodra de inlevering is vol
tooid, wordt met een verdere be
schikbaarstelling van nieuw pa
piergeld begonnen, terwijl tevens
de geblokkeerde bank- en giro
rekeningen volgens bepaalde
maatstaven, d.w.z. geleidelijk en
naar behoefte, zullen worden vrij
gegeven.
Voor alle economisch gewensch-
te en gerechtvaardigde transacties
zal volledige betalinqsmogelijkheid
worden geopend. Ongewenschte
transacties daarentegen zullen met
alle kracht worden belet. Het is
spr.'s stellige overtuiging, dat de
zal blijken, die tot dusverre ter
qeldzuivering de best»* maatregel
bestrijding van den zoo gehaten
zwarten handel is genomen.
Nadere mededeelingen over vrij
geven van geblokkeerd geld, kan
men tegen het eind van de inle-
veringweek tegemoet zien.
Het doel.
T.a.v. de bedoeling, die met de
besproken maatregelen wordt na
gestreefd, zei de Minister o.m.:
Vervolg op pag. 2.
VII.
Gisteren ging er een zwa-ce
piet aan mijn venster voorbij.
ïk erger me iedere keer blauw,
als ik .zie, dat die vent nog los
loopt, want ik maak me sterk, dat
hij ook een slordige duit aan de
moffrikanen verdiend heeft.
Om zoo te zeggen: een econo
mische collaborateur, die zijn
beurt nog krijgen moet.
Maar wanneer?
Zijn gezicht stond niets opge
wekt.
Bepaald somber zelfs.
Kan ik me voorstellen.
Want het zal me niets ver
wonderen, als het hem niet mee
zou vallen te leven van dat ééne
armzalige tientje.
"Vroeger was hij gewend, het
geld te laten waaien.
Dat men ook geld kon laten
rollen, heeft hij niet meegemaakt,
want toen had hij nog niets. Hij
heeft in dien tijd misschien wel
eens een zilveren gulden gezien,
maar daar bleef het ook bij.
Toen kwamen de moffen en
met hen papier en nog eens pa
pier. Onafzienbare bergen papier
in alle soorten en kwaliteiten en
mijnheer de zwarte piet dacht, ik
moet zien mijn part daarvan te
krijgen.
Het is hem gelukt ook.
Het duurde niet lang, of hij
had zijn zakken vol en omdat hij
niet wist, dat geld ook rollen kan,
liet hij het maar waaien. Gaf
toch niets. Morgen stapte hij wel
weer naar zijn vriendjes en die
maakten het verlies van vandaag
ruimschoots goed.
Als je maar wist hoe je het
aan moest leggen.
Hij heeft er een goed leventje
van gehad.
Maar nu zit hij in de put.
Had je dat gezicht moeten zien,
toen hij voorbij kwam.
Ook voor hem is de pret nu
voorbij. Weg lekkere borrels en
zwarte cigaretten en malsche bief
stuk en gewichtige actetasschen in
lichtgeel varkensleer geschoeide
handen met een-enkel-eerste-Am-
s ter dam.
Zwart leer en zwarte schoenen
en dikke portefeuilles met nog
dikkere sigaren en bontmantels en
gouden horloges en briljanten rin
gen en nieuwe meubels met radio
en-pick-up in stijl.
En elders?
Tobbende moeders over het
schoeiselvraagstuk hunner kinde
ren. Hoe kom je er aan? Het dis
tributiekantoor is ook niet scheu
tig! Ja, dan toch maar een paar
zwarte, al kan het er niet af. Het
is toch al zoo'n passen en meten
om rond te komen. Alles even
duur. En die kinderen hebben
zooveel noodig.
Maar als het moet, dan moet
het.
Je kunt die stumpers toch niet
op hun bloote voeten naar school
sturen.
Vijftig gulden!
Ze zien er goed uit, maar na
twee weken waren ze reeds te
slecht om nog met den vuilnis
man mee te geven.
Dat zijn de tegenstellingen, die
ik voor mijn venster zoo duidelijk
kon waarnemen. Als je je oogen
open zet, zie je veel.
Thans zal ook al dat papier
gaan, naar de plaats waar het
thuis hoort.
Mijnheer de zwarte piet kan het
in zijn kast leggen, op mooie
hoopjes en hij mag er naar kij
ken en hij zal het misschien ook
nog wel eens door zijn vingers
laten glijden en denken aan de
dagen van weleer, die thans voor
goed voorbij zijn.
Hii heeft wel-is-waar zijn mooie
spullen nog, te midden waarvan
hij troont als een vogel in een
vergulde kooi.
M=iar ook dat zal zijn beurt
nog krijgen!
KIJKGRAAG.