KERSTGEDACHTEN
MAANDAG 24 DECEMBER 1945
Lossa nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 90
vVaalwijksche en Langstraatsehe Courant
Een interessante brief van een Lang-
straats' oorlogsvrijwilliger.
De Echo van het Zuiden
Hoofdradactaur Uitgever: JAN TIELEN
Redacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs: 15 cent per week; 11.95
per k artaal
Verschijnt Maandag en Vrijdag
Drukker: Waalwl]kiche Stoomdrukker!) Antoon Holen
Kennummer; 2483
Kerstmis 1945.
Het jaar van den vrede, het jaar
waarin een alles vernietigende oor
log een einde nam. Dit einde werd
begroet1 met tranen van vreugde en
ontroering, met de jubelendste uitin
gen van dankbaarheid. Want de
oorlog is voorbij, er is weer vrede!
hn we keken in dc toekomst met
een onbegrensd vertrouwen. De ver
schrikkingen waren immers voorbij,
er waren geen bedreigingen meer
van dood en verminking, we /.ou
den gaan bouwen aan een nieuwe
wereld. Boordevol optimisme togen
de menschen aan den arbeid, maar
aldra verflauwde de belangstelling.
Waarvoor werken we immers, zoo
zei men tot elkaar, de wereld is
nog even beroerd als vroeger.
En men bad niet geheel en al on
geluk.
Want wat is er terecht gekomen
van alle sclioonc verwachtingen?
Haat en tweedracht in plaats van
liefde en eenheid, wantrouwen in
plaats van vertrouwen; alle goede
plannen en bedoelingen werden ge
remd door onwil en tegenwerking
en er werd gesproken van bureau
cratie en corruptie en van achter-
uitstelling. Men dacht dat de recht
vaardigheid zou tcrugkeeren, maar
deze bleek verder zoek dan voor
heen.
Zoo is liet in eigen land, maar zoo
is het ook overal elders. Precies het
zelfde speelt zich zelfs af bij hen
die dezen oorlog voor ons wonnen;
zij willen nu een plan voor een blij-
venden wereldvrede maken, doch
bespieden eikaars doen en laten met
twijfel, achterdocht en wantrouwen.
En kijken we maar niet verder,
dan naar ons arm Indië, dat in ho-
peloozcn tweespalt verscheurd dreigt
te worden. Waar thans, na drie
maanden bevrijding, Nederlandsche
vrouwen en kinderen nog verblijf
moeten houden in dezelfde concen
tratiekampen waarin ze door de
■Tappen gesleurd werden en waarin
ze nu nog leven moeten in de groot
ste ellende en onder menschontce-
rende omstandigheden, waarin ze
even wreed worden vermoord!
Kerstfeest Vredefeest.
Zoo zou liet moeten zijn ja, maar
hoe ver zijn we er nog van verwij
derd? Ver, heel ver. Zoo ver, dat
dit schoone ideaal nooit verwezen
lijkt zal worden, vooraleer dc
menschheid den vrede zal zien als
een kostbaar geschenk uit God's
hand. We hebben den vrede aan
vaard als iets vanzelfsprekends, a's
iets dat komen moest om ons te
verlossen van die immer martelen
de onzekerheid, maar d&t was niet
genoeg. Toen het Kerstkindje ter
wereld kwam, kwam het als onze
Verlosser; vrede op aarde, zongen
de engelen hoven het armzalige
stalletje van Bethlehem; verlossing
en vrede. Doch niet, dan vooraf den
weg te zijn gegaan van de grootste
smarten met als sluitstuk de tragi-
schen kruisdood on C.nlvarië. Wat
moet er toen eel eden zijn Doch dit
liiden werd eedra"cn door de goede
intPiitie, dat het was voor de verlos
sing der TT»pn«"*hrn uit de duisternis
van het kwaad.
(B
moeten ons durven vernederen en
gerust deemoedig den knie durven
buigen voor liet Kindje in den stal
van Bethlehem, want slechts daar
is redding en uitkomst te wachten.
Materieel gaan we telken dage
vooruit op den goeden weg, geeste
lijk ontbreekt er nog heel veel aan!
NEDERLAND BEMINT CANADA.
Juiste gegevens zijn nog niet be
kend omtrent het aantal Neder
landsche vrouwen en meisjes, die-
liaar „Canadees" naar zijn land
willen volgen. Naar schatting ech
ter zijn het er 5000 a 0000.
In tegenstelling met dc reeds ge
huwde vrouwen wordt voor meisjes
die met Canadeeschc militairen zijn
verloofd, de overtocht niet door de
Lanadcesche regeering betaald; wel
verleent zij bij den overtocht alle
mogelijke medewerking. Echter moet
de betrokkene verklaren, dal hij
het meisje wil trouwen en boven
dien bewijzen, dat hij een positie
heeft en in staat is zijn aanstaande
vrouw te onderhouden.
DE TOESTAND IN INDIë.
Dr. van Mook is in Nederland
aangekomen en houdt besprekingen
met de regeering. Tweeden Kerst
dag gaat' hij mei den minister-pre
sident, minister Logemann en van
Rooy naar Londen, tot een confe
rentie met Atlce en verdere Engel-
sclie regeerders.
In Indic wordt nog steeds gevoch
ten in en om Batavia en vooral Se-
marang is een brandpunt. Een
1(100 man N'ed. troepen zijn thans
in Batavia ingezet voor dc zuive-
rings-actic. Ook op Sumatra is het
alles behalve rustig en op een
eilandje hij Billiton zijn extremis
ten aan land gegaan om later over
te steken naar 't rustige tin-eiland
Billiton. Hollandsche mariniers van
de Kortenaer hebben er een 10-tal
gedood en de rest gevangen genomen
met hun schepen, waarmee ze op
zeeroof uit waren.
Een Hollandsche marinier sneu
velde.
KORTE BERICHTEN.
'I"er Griffie van het Bijzonder
Gerechtshof te s-Gravcnhage is het
verzoek van Mussert ontvangen,
waarin hij cassatie aanteekent tegen
het over hem uitgesproken dood
vonnis.
Onze vooruitzichten op kunst-
niest' zijn niet ongunstig. Een be-
langrijk deel van den wereldvoor-
raad kunstmest hebben wij toege
wezen gekregen. Zoo zullen wij lie
komende jaar een gift aan stikstof
aan onzen bodem toedienen gelijk
aan die van de jaren 1942/43 n.l.
125 kg. per ha. Aan fosfor krijgen
wij de helft en aan kali 1/3 deel
van voor den oorlog.
De Spaar- en voorschootrcgc-
ling zal waarschijnlijk 1 Maart '4ti
worden ingediend en in hoofdzaak
door distributie- en belastingamb
tenaren worden uitgevoerd. De ter
mijn van terugbetaling zal ongeveer
2 jaar zijn.
Er zou weer een bedrag van 7
8 mlllioen mee gemoeid zijn.
De goede intentie.
Die beeft bij ons ontbroken.
Vijf jaren van rampspoed zijn
niet voor niets over de wereld Se_
I komen. De wereld moest lijden om
I te boeten voor hel kwaad en om in
dit lijden gelouterd te worden en er
I schooner en sterker uit op te staan.
I Maar in plaats van deemoedig het
I hoofd te huigen voor dc verdiende
I straf die God ons had opgelegd,
I werden we opstandig en morden en
Ikeerden ons van Hem af. Als er
I een God is, hoe kan hij dit dan toc-
I laten, zoo zei men, maar men ver-
Igat dat God's wegen onnaspeurlijk
|zijn.
Herboren en vernieuwd zou de
wereld uit dezen oorlog gekomen
zijn als zij haar vertrouwen blij—
vend zou hebben gestel^ op het
(Kindje in de Kribbe. Dat heeft zij
In iet gedaan. Integendeel, het Kerst
kindje werd en wordt verguisd, de
Kerk door Hem gesticht stn-i' bloot
laan steeds heftiger aanvallen en
moet alle krachten te weer s'ellcn
lom zich staande te houden tegen
leen golf van Godloosheid en onge-
|loof.
Vrede op aarde aan de menschen
van goeden wil. Maar dc goede wil
Iontbreekt. De menschen zijn koppig
len willen smet het hoofd door den
|muur.
Hoe kan er dan vrede zijn?
Kerstmis 1945.
Overdenken wij in deze dagen,
I onze eigen zonden en gebreken;
lma«k het vaste voornemen pen b°ter
I Hiensch te worden en beweeg door
lliw voorbeeld Uw omgeving hetzelf-
I Ge te doen.
H"t is nog niet te laat, do<-h vrc-
|<lc on aarde zal alleen moteliik z'in,
lols lipt- vertrouwen in het wonder
1 Van (}or\ Kerstnaeh* wee»*Vop>-t. Toen
Ijs de God geboren die nrediken zou:
IJ'"'1' TJw naasten lief U zelf en
(bemint God boven alles.
T)"ze hoodsehan moet onnieuw ge-
ji-f worden, went de mènsch-
■hoi,] js )>nnr vprfe*er). W"'" i" van
n"oericn wj] j,.^ moef dearin voor-
paan. Wii moeten durven breken
Net de sleur van het verleden, wij
Batavia, 9 December 1945.
Zeer Geachte Redacteur,
Het is nnj niet bekend in hoeverre
U weinig of veel brieven van ons,
dat wil zeggen „oorlogsvrijwilligers',
uit Nederland, die momenteel iri
Indië zitten, ontvangt, maar het lijkt
mij zoo, dat elke brief welkom zal
zijn, aangezien elke militair U wel
iets zal vertellen van zijn persoon
lijke ervaringen en zijn eigen in
zichten in den toestand in het al
gemeen en van hem persoonlijk,
zoodat U zich een indruk over het
geheel kan vormen. Van harte hoop
ik, dat U ook tijd kunt vinden mijn
indrukken te lezen en zoo het Uws
inziens wenschelijk lijkt dit te pu-
blicecren. Niet dat ik persoonlijk op
publicatie gesteld ben, maar gaarne
zou ik willen, dat men in ons land
weet, hoe het staat met de jongens,
die zich zoo grif, meestal met voor
bijzien van eigen belangen, bij de
aanmeldingsbureaux hebben gemeld.
Ik behoor tot de weinigen, die zoo
gelukkig zijn veel kranten te ont
vangen, w.o. Uw blad en zoodoende
ben ik goed ingelicht over den toe
stand in Nederland en ik zie dat
er ook heerlijk „gekankerd" wordt.
Dit is niets te verbazen, want in
een Slaat waar hard aan den op
bouw gewerkt wordt, worden fou
ten gemaakt en het is een van de
middelen om daar tegen tc agec-
ren in de kranten, om zoodoende
de Overheid of waar de fout ge
maakt wordt, gelegenheid te geven,
een en ander recht te zetten. Kran-
tencritiek is gezond in een democra
tisch land, mits zo opbouwend ge
voerd wordt. Ook hier wordt gekan
kerd en "'at vooral door ons: oor-
logsvrijwilligers. Dat heeft zijn re
den en ten deele is het ook ten on
rechte, hetgeen ik U zoo dadelijk
uiteen zal zetten. Wij missen echter
de middelen om critiek uit te oefe
nen en daarom voelen de jongens
zich in hun moeilijkheden soms zoo
verlaten en geheel alleen. Nu moet
toegegeven worden, dat hier op Java
openbare critiek voorloopig nog on-
gewensclit zou zijn, maar ook in
Aus.ralië kregen we niet de minste
leans, want er was geen andere pers
dan dc Regeeringspcrs. Niet dat dc
Australische pers geen stukken op
zou willen nemen, nou maar wat
graag, maar die Australische heeren
hadden we ook allang dóór en die
hebben nu eenmaal niets met onze
in'erne kwesties te maken.
Een van de redenen, dat er hier
onder de jongens ontevredenheid
liecrscht, is dat velen niet hebben
kunnen bereiken wat zij gedacht
hadden. Hier moet mijns inziens
wet een verwijt gericht worden tot
èn aanmeldingsbureaux èn oplei-
dingsVamnen in Nederland en En
geland, waar de jongens nogal veel
briefd is. wat niet in vervulling
kon gaan. Eenmaal in Australië aan
gekomen kwamen de jongens voor
hun belangen op, vertelden wat* ben
beloofd was en kregen meestal dit
a"'woord: „Met beloften gedaan in
Nederland en Engeland kan liièr
eren rekening worden gehouden".
Wn kwamen uit Nederland, dat' na
vijf jaar Moffenleugen en bedrog,
zieh wee., aardig aan hef houden
van beloften en waarheidszin ging
wennen, dus we voelden ons diep
teleurgesteld elke keer, dat we het
zelf moesten hooren en van anderen,
die het ook zoo vergaan was.
Een tweede reden was, dat velen
niet op dc plaats werden gezet, waar
ze thuis hoorden, zoodal alle ambi
tie verloren ging. Ik noem de vol
gende gevallen. Een auto-monteur,
die graag weer in zijn eigen vak
ging, na de militaire training door-
loopcn tc hebben, werd bij den
kwartiermeester op het kantoor ge
zet, terwijl zijn groep nog wel tot
den transportdienst behoorde. Een
zeer bekwaam vliegtuigmecanicien
heeft ongeveer een jaar moeten
vechten om eindelijk „in opleiding"
ie kunnen komen voor vliegtuig-
monteur. En zoo zou ik er veel en
veel meer op kunnen noemen. Niet
dat er ergens een teveel van was
hoor, vast niet, want het' Neder
landse!} Indische Leger was in Aus
tralië in opbouw en men kon alle
menschen gebruiken in alle dien
sten.
Een derde reden was de Nica.
Dit is echter geheel buiten schuld
van dc Nica on van de Legerleiding,
maar liet gaf voor de O.v.w.'ers toch
reden lot aanstoot. Zooals U he
kend zal zijn moest om van de ge
allieerden transportdienst gebruik
te kunnen maken, alles gemilitairi-
seerd zijn en zoodoende en misschien
nog wel om andere, mij niet heken-
de redenen. verscheen de Nica in
uniform. Dit waren echter in vele
gevallen technici e.d. en die moes
ten (en wilden!) toch minstens ver
dienen, wat zij reeds in Nederland
vóór of in den oorlog verdiend had
den. Vele Nica-menschen gingen dus
in Londen eerst op jacht naar hun
rang alvorens definitief te teekenen.
Het gevolg was, dat de Nica uit
kwam met een strepen, sterren en
halken-leger en zich ook volledig
als militair deden gelden. Zoodoen
de keken wij oorlogsvrijwilligers
zoo eens rond ons heen ais er oen
stelletje Nederlanders bij elkaar wa
ren cn dan zagen we ons soldaten
o.v.w.'ers tusschen al die rangen
zilten, terwijl wij waarschijnlijk dc
kastanjes uit het vuur zouden moe
ten halen. Dit idee was niet erg
prettig. Maar nimmer heb ik een
verwijt daarover gehoord en dit is
geenszins bedoeld om tegenstelling
tc scheppen tusschen Nica en leger,
want de samenwerking en verhou
ding was en is steeds goed en zal
steeds goed blijven. U kunt zich
echter wel voorstellen dat het nog
al eens stak, temeer daar een rang
nu eenmaal altijd wat meer in zijn
beurs heeft, dan oen gewoon soldaat.
In het algemeen moet ik echter
zeggen, dat de meeste jongens hij
hun aanmelding zich niet volkomen
gerealiseerd hebben, wat het eigen
lijk zeggen wil, te teekenen als
„oorlogsvrijwilliger". En daarbij
komt, dat over liet algemeen te wei
nig waardeering geuit wordt voor
den oorlogsvrijwilliger.
Het moet U ook bekend zijn, dat
hier in Indië de scheiding tusschen
officieren en minderen vóór den
oorlog nog al tamelijk groot was en
een soldaat was niet zoo erg in lel
n'e in Nederland het geval was.
Wij hebben daar nog dcil onaan-
g' namen nasleep van. al is er dan
ook veel verbeterd. V^Jen hier in
Indië kunnen zich niet voorstellen,
dat wij oorlogsvrijwilligers van al
len rang cn stand ons geheel belan
geloos gemeld hebben voor den
oorlog hier in den Pacific. Zij den
ken nog teveel aan „Jan-soldaat"
zooals die voor den oorlog hier van
uit Nederland kwam binnen vallen
en zij zien het verschil daar nog
niet in.
Nog een opmerkelijk feit wil ik
even naar voren brengen. In Austra
lië viel het op, dat dc jongeren uit
Nederland veel vlotter en vrijer met
de Indonesiërs van ons leger omgin
gen, dan de ouden liet- deden, die
uit Indië zelf kwamen. We hebben
daar weieens een opmerking over
moeten hooren, soms terecht eii soms
ook ten onrechte. Het kwam dik-
wij Is voor dat een Indonesiër zich
vreemd gevoelde onder onze collegi
aliteit' maar heel dikwijls werd liet
gewaardeerd door de Indonesiërs cn
we hebben er veel plezier van ge
had want in den lijd, dat er moei
lijkheden waren, juist voor ons ver
trek uit Australië, bleken wij veelal
een goede schakel te vormen 'us-
schcn hen die het in Indië op den
ouden voet wilden voortzetten en
de Indonesiërs, die de nieuwe rich
ting uit wilden. Wij waren het veel
al, die de beide riehtingen van el-
kaars ideeën op de hoogte brachten
en zoodoenden konden ze elkaar he
ter begrijpen en benaderen.
Een van de opmerkelijke dingen
was ook, dat de meeste Indonesiërs
weinig of niets van de Radiorede
van de Koningin, welke vrijheid cn
zelfbestuur toezegde afwisten, om
dat er door de Nederlandsen Indi
sche Regeering en Legerleiding bij
na niets van gepubliceerd was. Zij
leefden dus, evenals wij in verschil
lende dingen, in onwetendheid cn
dat zou funest hebben kunnen wor
den. Nog levendig herinner ik mij
de gesprekken tusschen ons cn do
Indonesische jongens op de „Van
Heutz" die ons naar Java bracht.
Hot ging soms hard tegen hard,
maar we hielden vol en wij hebben
die jongens van onze goede Neder
landsche bedoelingen kunnen over
tuigen. Vele officieren van de bo
vendekken hebben nooit beseft, wat
daar op het achterdek (waar de
meeste Indonesiërs bivakkeerden)
door ons jongeren uit Nederland is
geredeneerd en gedebatteerd en ik
hen absoluut overtuigd, dat het heel,
heel veel heeft bijgedragen tot de
onderlinge goede verstandhouding.
Als ik naga, dat we een lijstje had
den van Indonesiërs, waarvan we
wisten, dat ze zouden desertceren
naar Soekarno, dat 36 namen be
vatte, toen we 2 dagen aan boord
waren en dat er nu slechts 3 (de
werkelijk allerdomsten, waarmee
niet le redeneeren viel) verdwenen
zijn, dan is dat een succes, dat' ons
zeer tevreden stemt.
Voor vandaag besluit ik maar en
een volgende maal hoon ik U meer
t» vertellen over le toestanden hier
in Batavia, di* U misschien rok in
teresseren
Met de meeste Hoogachting,
S. J. ruitfvbfrg.
Sold. S. J. Ruitenberg nr. 10130414
Dcnartcment van Oorlog Afd F
T> v ta VT A NTcrl. Tndlë.
VAN GENECHTEN ERKENT
ZIJN FALEN.
„Verbitterde verstandelijke
hoogmoed".
De brief, welken mr. R. van Ge-
ncchten vóór zijn zelfmoord aan den
griffier van het Bijzonder Gerechts
hof te Den Haag heeft geschreven,
is thans openbaar gemaakt.. Mr. van
Genechten zegt daarin, dat hij zich
in de eenzaamheid van zijn cel zijn
schuld hoe langer hoe meer bewust
is geworden. Hij geeft dan aan, op
grond waarvan de nationaal-socia-
listen een andere houding meenden
te moeten innemen dan de over-
grootc meerderheid der bevolking:
zij verwachtten, dat het nationaal-
socialisme *t volk sterker en cultu
reel rijper zou maken cn dat bij den
ondergang van Duitschland Europa
in het bolsjewisme ten onder zou
gaan. Hij erkent dan, dat' geen van
de overwegingen door de feiten wor
den bevestigd rn dat het nationaal-
sociplisme juist datgene gebracht
heeft, wat hij van het bolsjewisme
meende te moeten duchten.
Dc vergissingen, die wij begaan
hebben, aldus de brief, zijn dan
ook ie fundamenteel om door een
beroep o" goede trouw gedekt te
worden. Wanneer men zich in een
zoo critischcn tijd als liet Neder
landsche volk heeft meegemaakt,
afscheidt van de overgroote meer
derheid en van de politiek dei-
wettige regeering, kan dit alleen
verontschuldigd worden doordat
men blijkt juist te hebben gezien.
Daarbij komt in mijn persoonlijk
geval, dat ik er mij bewust van ben
geworden, dat ik door mijn optre
den het Nederlandsche volk ten
diepste heb gegriefd, zulks alhoewel
ik mij er steeds ten zeerste mede
verhonden heb gevoeld en zeer ge
lukkig was temidden er van te kun
nen leven. De oorzaak van dit op
treden ligt' in een verbitterden vcr-
standeliikcn hoogmoed.
Om deze redenen heeft li ij ge
meend. de aanteekening van hef be
roep in cassatie tegen de sententie
van het Riizonder Gerechtshof te
moeten intrekken. Ten slotte blijkt
uit zijn schrijven, dat hij in de mee
ning verkeerde door een vriiwilligen
dood en niet door liet afwachten
v"1 een gerechte st»-nf een zoen
offer te kunnen brengen.
RIJKSVAKSCHOOL VOOR
LEERLOOIERS EN
SCHOENMAKERS.
Herhaaldelijk hebben wij in onze
kolommen een lans gebroken voor
onze Rijksvakschool, in dier voe
ge, dat wij 't nuttig, zelfs nood
zakelijk achtten, dat het onder
wijs aan deze school op hooger
peil werd gebracht en op de
tweede plaats, dat de commissie
van Bijstand, bestaande uit man
nen uit theorie en practijk, de
leiding van dit instituut zou ter
zijde staan. Wij wisten ons in
goed gezelschap, n.l. van de
kopstukken uit de vakgroep en
uit de industrie, die met energie
hun pogingen in deze richting
hebben voortgezet en met succes.
Wij vernemen thans met groote
voldoening, dat Zijne Excellentie
de Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen zijn goed
keuring heeft gehecht aan het plan
om de Rijks-Vakschool voor leer
looiers en schoenmakers te bevor
deren tot een inrichting met Mid
delbaar Onderwijs.
De toelatingseischen en het
leerplan zullen dienovereenkomstig
worden gewijzigd. Men hoopt in
September a.s. met dit nieuwe
leerplan te beginnen. De cursus in
de looierij-afdeeling zal dan van
één tot twee jaar worden ver
lengd.
Zijne Excellentie heeft tevens
goedgevonden dat de Commissie
van Bijstand aan de Rijksvak
school, die onder de bezetting was
opgeheven, wederom zal worden
ingesteld.
Een en ander is voor_de_Nedcr-
landsche Schoen- en Lederindus
trie een zeer groote voldoening.
Het is zeer waarschijnlijk dat,
wanneer straks weer meer nor
male economische toestanden zul
len gaan heerschen, aan de Neder
landsche Schoen- en Lederindus
trie zeer hooge eischen zullen
[worden gesteld. Het is daarom
Ivan het grootste belang dat de
toekomstige leiders van beide in
dustrieën, gevormd worden in
een onderwijsinrichting waar hun,
naast prima vakkennis, tevens een
hooge graad van algemeene ont
wikkeling, handelskennis, bedrijfs
leer, inzicht in economie en effi
ciency wordt bijgebracht.
Vooral voor de Lederindustrie
is deze bevordering van zeer groo
te beteekenis. Lang heeft men in
looierskringen het looien van le
der graag tot een empirische we
tenschap gerekend. Meer en meer
komt men echter tot de overtui
ging dat het productieproces op
zuiver wetenschappelijken grond
slag berust en dient te worden
opgebouwd op een gefundeerd
wetenschappelijk onderricht.
Indien onze beide industrieën
in de toekomst gelijke tred zullen
kunnen houden met, of zoo mo
gelijk een voorsprong zullen we
ten te verkrijgen op de ontwik
keling buiten onze grenzen, dan
zal de nieuwe «-koers van onze
Rijks vakschool daartoe thans een
zeer belangrijke bijdrage kunnen
leveren.
DE DRIE MINISTERS TE MOSKOU.
In Iran nemen de opstandelingen,
daarin blijkbaar door de Russen
gesteund, een steeds dreigender hou
ding aan tegenover dc regcering in
Teheran. Zij hebben een gcheele
provincie bezet- en willen naar hun
zeggen, federatief met de regcering
samenwerken.
De premier Hatimi heeft een uit
voerige verklaring afgelegd, waarin
hij zeide dat de regeering genood
zaakt was haar garnizoenen in Ad-
zerbeidjan te versterken; maar dat
zij daardoor door een naburige be
vriende en geallieerde mogendheid
verhinderd werd; zelfs werden de
ze troepen verhinderd zich terug te
trekken en bestuurscentra door de
rebellen bedreigd en bezet.
Deze beweging druischt recht
streeks in tegen het landsbelang en
de grondwet. Hij deed een beroep
op 't volk en de bevriende mogend
heden. di" de onschendbaarheid van
Iran hebben gewaarborgd, om de
regcering te helpen, speciaal van
Engeland en Amerika.
De?e aangelegenheid komt nu ter
sprake in Moskou op de conferentie.
1
:n
E.