KERSTGEDACHTEN MAANDAG 24 DECEMBER 1945 Lossa nummers 10 cent 68e JAARGANG No. 90 vVaalwijksche en Langstraatsehe Courant Een interessante brief van een Lang- straats' oorlogsvrijwilliger. De Echo van het Zuiden Hoofdradactaur Uitgever: JAN TIELEN Redacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN Abonnementsprijs: 15 cent per week; 11.95 per k artaal Verschijnt Maandag en Vrijdag Drukker: Waalwl]kiche Stoomdrukker!) Antoon Holen Kennummer; 2483 Kerstmis 1945. Het jaar van den vrede, het jaar waarin een alles vernietigende oor log een einde nam. Dit einde werd begroet1 met tranen van vreugde en ontroering, met de jubelendste uitin gen van dankbaarheid. Want de oorlog is voorbij, er is weer vrede! hn we keken in dc toekomst met een onbegrensd vertrouwen. De ver schrikkingen waren immers voorbij, er waren geen bedreigingen meer van dood en verminking, we /.ou den gaan bouwen aan een nieuwe wereld. Boordevol optimisme togen de menschen aan den arbeid, maar aldra verflauwde de belangstelling. Waarvoor werken we immers, zoo zei men tot elkaar, de wereld is nog even beroerd als vroeger. En men bad niet geheel en al on geluk. Want wat is er terecht gekomen van alle sclioonc verwachtingen? Haat en tweedracht in plaats van liefde en eenheid, wantrouwen in plaats van vertrouwen; alle goede plannen en bedoelingen werden ge remd door onwil en tegenwerking en er werd gesproken van bureau cratie en corruptie en van achter- uitstelling. Men dacht dat de recht vaardigheid zou tcrugkeeren, maar deze bleek verder zoek dan voor heen. Zoo is liet in eigen land, maar zoo is het ook overal elders. Precies het zelfde speelt zich zelfs af bij hen die dezen oorlog voor ons wonnen; zij willen nu een plan voor een blij- venden wereldvrede maken, doch bespieden eikaars doen en laten met twijfel, achterdocht en wantrouwen. En kijken we maar niet verder, dan naar ons arm Indië, dat in ho- peloozcn tweespalt verscheurd dreigt te worden. Waar thans, na drie maanden bevrijding, Nederlandsche vrouwen en kinderen nog verblijf moeten houden in dezelfde concen tratiekampen waarin ze door de ■Tappen gesleurd werden en waarin ze nu nog leven moeten in de groot ste ellende en onder menschontce- rende omstandigheden, waarin ze even wreed worden vermoord! Kerstfeest Vredefeest. Zoo zou liet moeten zijn ja, maar hoe ver zijn we er nog van verwij derd? Ver, heel ver. Zoo ver, dat dit schoone ideaal nooit verwezen lijkt zal worden, vooraleer dc menschheid den vrede zal zien als een kostbaar geschenk uit God's hand. We hebben den vrede aan vaard als iets vanzelfsprekends, a's iets dat komen moest om ons te verlossen van die immer martelen de onzekerheid, maar d&t was niet genoeg. Toen het Kerstkindje ter wereld kwam, kwam het als onze Verlosser; vrede op aarde, zongen de engelen hoven het armzalige stalletje van Bethlehem; verlossing en vrede. Doch niet, dan vooraf den weg te zijn gegaan van de grootste smarten met als sluitstuk de tragi- schen kruisdood on C.nlvarië. Wat moet er toen eel eden zijn Doch dit liiden werd eedra"cn door de goede intPiitie, dat het was voor de verlos sing der TT»pn«"*hrn uit de duisternis van het kwaad. (B moeten ons durven vernederen en gerust deemoedig den knie durven buigen voor liet Kindje in den stal van Bethlehem, want slechts daar is redding en uitkomst te wachten. Materieel gaan we telken dage vooruit op den goeden weg, geeste lijk ontbreekt er nog heel veel aan! NEDERLAND BEMINT CANADA. Juiste gegevens zijn nog niet be kend omtrent het aantal Neder landsche vrouwen en meisjes, die- liaar „Canadees" naar zijn land willen volgen. Naar schatting ech ter zijn het er 5000 a 0000. In tegenstelling met dc reeds ge huwde vrouwen wordt voor meisjes die met Canadeeschc militairen zijn verloofd, de overtocht niet door de Lanadcesche regeering betaald; wel verleent zij bij den overtocht alle mogelijke medewerking. Echter moet de betrokkene verklaren, dal hij het meisje wil trouwen en boven dien bewijzen, dat hij een positie heeft en in staat is zijn aanstaande vrouw te onderhouden. DE TOESTAND IN INDIë. Dr. van Mook is in Nederland aangekomen en houdt besprekingen met de regeering. Tweeden Kerst dag gaat' hij mei den minister-pre sident, minister Logemann en van Rooy naar Londen, tot een confe rentie met Atlce en verdere Engel- sclie regeerders. In Indic wordt nog steeds gevoch ten in en om Batavia en vooral Se- marang is een brandpunt. Een 1(100 man N'ed. troepen zijn thans in Batavia ingezet voor dc zuive- rings-actic. Ook op Sumatra is het alles behalve rustig en op een eilandje hij Billiton zijn extremis ten aan land gegaan om later over te steken naar 't rustige tin-eiland Billiton. Hollandsche mariniers van de Kortenaer hebben er een 10-tal gedood en de rest gevangen genomen met hun schepen, waarmee ze op zeeroof uit waren. Een Hollandsche marinier sneu velde. KORTE BERICHTEN. 'I"er Griffie van het Bijzonder Gerechtshof te s-Gravcnhage is het verzoek van Mussert ontvangen, waarin hij cassatie aanteekent tegen het over hem uitgesproken dood vonnis. Onze vooruitzichten op kunst- niest' zijn niet ongunstig. Een be- langrijk deel van den wereldvoor- raad kunstmest hebben wij toege wezen gekregen. Zoo zullen wij lie komende jaar een gift aan stikstof aan onzen bodem toedienen gelijk aan die van de jaren 1942/43 n.l. 125 kg. per ha. Aan fosfor krijgen wij de helft en aan kali 1/3 deel van voor den oorlog. De Spaar- en voorschootrcgc- ling zal waarschijnlijk 1 Maart '4ti worden ingediend en in hoofdzaak door distributie- en belastingamb tenaren worden uitgevoerd. De ter mijn van terugbetaling zal ongeveer 2 jaar zijn. Er zou weer een bedrag van 7 8 mlllioen mee gemoeid zijn. De goede intentie. Die beeft bij ons ontbroken. Vijf jaren van rampspoed zijn niet voor niets over de wereld Se_ I komen. De wereld moest lijden om I te boeten voor hel kwaad en om in dit lijden gelouterd te worden en er I schooner en sterker uit op te staan. I Maar in plaats van deemoedig het I hoofd te huigen voor dc verdiende I straf die God ons had opgelegd, I werden we opstandig en morden en Ikeerden ons van Hem af. Als er I een God is, hoe kan hij dit dan toc- I laten, zoo zei men, maar men ver- Igat dat God's wegen onnaspeurlijk |zijn. Herboren en vernieuwd zou de wereld uit dezen oorlog gekomen zijn als zij haar vertrouwen blij— vend zou hebben gestel^ op het (Kindje in de Kribbe. Dat heeft zij In iet gedaan. Integendeel, het Kerst kindje werd en wordt verguisd, de Kerk door Hem gesticht stn-i' bloot laan steeds heftiger aanvallen en moet alle krachten te weer s'ellcn lom zich staande te houden tegen leen golf van Godloosheid en onge- |loof. Vrede op aarde aan de menschen van goeden wil. Maar dc goede wil Iontbreekt. De menschen zijn koppig len willen smet het hoofd door den |muur. Hoe kan er dan vrede zijn? Kerstmis 1945. Overdenken wij in deze dagen, I onze eigen zonden en gebreken; lma«k het vaste voornemen pen b°ter I Hiensch te worden en beweeg door lliw voorbeeld Uw omgeving hetzelf- I Ge te doen. H"t is nog niet te laat, do<-h vrc- |<lc on aarde zal alleen moteliik z'in, lols lipt- vertrouwen in het wonder 1 Van (}or\ Kerstnaeh* wee»*Vop>-t. Toen Ijs de God geboren die nrediken zou: IJ'"'1' TJw naasten lief U zelf en (bemint God boven alles. T)"ze hoodsehan moet onnieuw ge- ji-f worden, went de mènsch- ■hoi,] js )>nnr vprfe*er). W"'" i" van n"oericn wj] j,.^ moef dearin voor- paan. Wii moeten durven breken Net de sleur van het verleden, wij Batavia, 9 December 1945. Zeer Geachte Redacteur, Het is nnj niet bekend in hoeverre U weinig of veel brieven van ons, dat wil zeggen „oorlogsvrijwilligers', uit Nederland, die momenteel iri Indië zitten, ontvangt, maar het lijkt mij zoo, dat elke brief welkom zal zijn, aangezien elke militair U wel iets zal vertellen van zijn persoon lijke ervaringen en zijn eigen in zichten in den toestand in het al gemeen en van hem persoonlijk, zoodat U zich een indruk over het geheel kan vormen. Van harte hoop ik, dat U ook tijd kunt vinden mijn indrukken te lezen en zoo het Uws inziens wenschelijk lijkt dit te pu- blicecren. Niet dat ik persoonlijk op publicatie gesteld ben, maar gaarne zou ik willen, dat men in ons land weet, hoe het staat met de jongens, die zich zoo grif, meestal met voor bijzien van eigen belangen, bij de aanmeldingsbureaux hebben gemeld. Ik behoor tot de weinigen, die zoo gelukkig zijn veel kranten te ont vangen, w.o. Uw blad en zoodoende ben ik goed ingelicht over den toe stand in Nederland en ik zie dat er ook heerlijk „gekankerd" wordt. Dit is niets te verbazen, want in een Slaat waar hard aan den op bouw gewerkt wordt, worden fou ten gemaakt en het is een van de middelen om daar tegen tc agec- ren in de kranten, om zoodoende de Overheid of waar de fout ge maakt wordt, gelegenheid te geven, een en ander recht te zetten. Kran- tencritiek is gezond in een democra tisch land, mits zo opbouwend ge voerd wordt. Ook hier wordt gekan kerd en "'at vooral door ons: oor- logsvrijwilligers. Dat heeft zijn re den en ten deele is het ook ten on rechte, hetgeen ik U zoo dadelijk uiteen zal zetten. Wij missen echter de middelen om critiek uit te oefe nen en daarom voelen de jongens zich in hun moeilijkheden soms zoo verlaten en geheel alleen. Nu moet toegegeven worden, dat hier op Java openbare critiek voorloopig nog on- gewensclit zou zijn, maar ook in Aus.ralië kregen we niet de minste leans, want er was geen andere pers dan dc Regeeringspcrs. Niet dat dc Australische pers geen stukken op zou willen nemen, nou maar wat graag, maar die Australische heeren hadden we ook allang dóór en die hebben nu eenmaal niets met onze in'erne kwesties te maken. Een van de redenen, dat er hier onder de jongens ontevredenheid liecrscht, is dat velen niet hebben kunnen bereiken wat zij gedacht hadden. Hier moet mijns inziens wet een verwijt gericht worden tot èn aanmeldingsbureaux èn oplei- dingsVamnen in Nederland en En geland, waar de jongens nogal veel briefd is. wat niet in vervulling kon gaan. Eenmaal in Australië aan gekomen kwamen de jongens voor hun belangen op, vertelden wat* ben beloofd was en kregen meestal dit a"'woord: „Met beloften gedaan in Nederland en Engeland kan liièr eren rekening worden gehouden". Wn kwamen uit Nederland, dat' na vijf jaar Moffenleugen en bedrog, zieh wee., aardig aan hef houden van beloften en waarheidszin ging wennen, dus we voelden ons diep teleurgesteld elke keer, dat we het zelf moesten hooren en van anderen, die het ook zoo vergaan was. Een tweede reden was, dat velen niet op dc plaats werden gezet, waar ze thuis hoorden, zoodal alle ambi tie verloren ging. Ik noem de vol gende gevallen. Een auto-monteur, die graag weer in zijn eigen vak ging, na de militaire training door- loopcn tc hebben, werd bij den kwartiermeester op het kantoor ge zet, terwijl zijn groep nog wel tot den transportdienst behoorde. Een zeer bekwaam vliegtuigmecanicien heeft ongeveer een jaar moeten vechten om eindelijk „in opleiding" ie kunnen komen voor vliegtuig- monteur. En zoo zou ik er veel en veel meer op kunnen noemen. Niet dat er ergens een teveel van was hoor, vast niet, want het' Neder landse!} Indische Leger was in Aus tralië in opbouw en men kon alle menschen gebruiken in alle dien sten. Een derde reden was de Nica. Dit is echter geheel buiten schuld van dc Nica on van de Legerleiding, maar liet gaf voor de O.v.w.'ers toch reden lot aanstoot. Zooals U he kend zal zijn moest om van de ge allieerden transportdienst gebruik te kunnen maken, alles gemilitairi- seerd zijn en zoodoende en misschien nog wel om andere, mij niet heken- de redenen. verscheen de Nica in uniform. Dit waren echter in vele gevallen technici e.d. en die moes ten (en wilden!) toch minstens ver dienen, wat zij reeds in Nederland vóór of in den oorlog verdiend had den. Vele Nica-menschen gingen dus in Londen eerst op jacht naar hun rang alvorens definitief te teekenen. Het gevolg was, dat de Nica uit kwam met een strepen, sterren en halken-leger en zich ook volledig als militair deden gelden. Zoodoen de keken wij oorlogsvrijwilligers zoo eens rond ons heen ais er oen stelletje Nederlanders bij elkaar wa ren cn dan zagen we ons soldaten o.v.w.'ers tusschen al die rangen zilten, terwijl wij waarschijnlijk dc kastanjes uit het vuur zouden moe ten halen. Dit idee was niet erg prettig. Maar nimmer heb ik een verwijt daarover gehoord en dit is geenszins bedoeld om tegenstelling tc scheppen tusschen Nica en leger, want de samenwerking en verhou ding was en is steeds goed en zal steeds goed blijven. U kunt zich echter wel voorstellen dat het nog al eens stak, temeer daar een rang nu eenmaal altijd wat meer in zijn beurs heeft, dan oen gewoon soldaat. In het algemeen moet ik echter zeggen, dat de meeste jongens hij hun aanmelding zich niet volkomen gerealiseerd hebben, wat het eigen lijk zeggen wil, te teekenen als „oorlogsvrijwilliger". En daarbij komt, dat over liet algemeen te wei nig waardeering geuit wordt voor den oorlogsvrijwilliger. Het moet U ook bekend zijn, dat hier in Indië de scheiding tusschen officieren en minderen vóór den oorlog nog al tamelijk groot was en een soldaat was niet zoo erg in lel n'e in Nederland het geval was. Wij hebben daar nog dcil onaan- g' namen nasleep van. al is er dan ook veel verbeterd. V^Jen hier in Indië kunnen zich niet voorstellen, dat wij oorlogsvrijwilligers van al len rang cn stand ons geheel belan geloos gemeld hebben voor den oorlog hier in den Pacific. Zij den ken nog teveel aan „Jan-soldaat" zooals die voor den oorlog hier van uit Nederland kwam binnen vallen en zij zien het verschil daar nog niet in. Nog een opmerkelijk feit wil ik even naar voren brengen. In Austra lië viel het op, dat dc jongeren uit Nederland veel vlotter en vrijer met de Indonesiërs van ons leger omgin gen, dan de ouden liet- deden, die uit Indië zelf kwamen. We hebben daar weieens een opmerking over moeten hooren, soms terecht eii soms ook ten onrechte. Het kwam dik- wij Is voor dat een Indonesiër zich vreemd gevoelde onder onze collegi aliteit' maar heel dikwijls werd liet gewaardeerd door de Indonesiërs cn we hebben er veel plezier van ge had want in den lijd, dat er moei lijkheden waren, juist voor ons ver trek uit Australië, bleken wij veelal een goede schakel te vormen 'us- schcn hen die het in Indië op den ouden voet wilden voortzetten en de Indonesiërs, die de nieuwe rich ting uit wilden. Wij waren het veel al, die de beide riehtingen van el- kaars ideeën op de hoogte brachten en zoodoenden konden ze elkaar he ter begrijpen en benaderen. Een van de opmerkelijke dingen was ook, dat de meeste Indonesiërs weinig of niets van de Radiorede van de Koningin, welke vrijheid cn zelfbestuur toezegde afwisten, om dat er door de Nederlandsen Indi sche Regeering en Legerleiding bij na niets van gepubliceerd was. Zij leefden dus, evenals wij in verschil lende dingen, in onwetendheid cn dat zou funest hebben kunnen wor den. Nog levendig herinner ik mij de gesprekken tusschen ons cn do Indonesische jongens op de „Van Heutz" die ons naar Java bracht. Hot ging soms hard tegen hard, maar we hielden vol en wij hebben die jongens van onze goede Neder landsche bedoelingen kunnen over tuigen. Vele officieren van de bo vendekken hebben nooit beseft, wat daar op het achterdek (waar de meeste Indonesiërs bivakkeerden) door ons jongeren uit Nederland is geredeneerd en gedebatteerd en ik hen absoluut overtuigd, dat het heel, heel veel heeft bijgedragen tot de onderlinge goede verstandhouding. Als ik naga, dat we een lijstje had den van Indonesiërs, waarvan we wisten, dat ze zouden desertceren naar Soekarno, dat 36 namen be vatte, toen we 2 dagen aan boord waren en dat er nu slechts 3 (de werkelijk allerdomsten, waarmee niet le redeneeren viel) verdwenen zijn, dan is dat een succes, dat' ons zeer tevreden stemt. Voor vandaag besluit ik maar en een volgende maal hoon ik U meer t» vertellen over le toestanden hier in Batavia, di* U misschien rok in teresseren Met de meeste Hoogachting, S. J. ruitfvbfrg. Sold. S. J. Ruitenberg nr. 10130414 Dcnartcment van Oorlog Afd F T> v ta VT A NTcrl. Tndlë. VAN GENECHTEN ERKENT ZIJN FALEN. „Verbitterde verstandelijke hoogmoed". De brief, welken mr. R. van Ge- ncchten vóór zijn zelfmoord aan den griffier van het Bijzonder Gerechts hof te Den Haag heeft geschreven, is thans openbaar gemaakt.. Mr. van Genechten zegt daarin, dat hij zich in de eenzaamheid van zijn cel zijn schuld hoe langer hoe meer bewust is geworden. Hij geeft dan aan, op grond waarvan de nationaal-socia- listen een andere houding meenden te moeten innemen dan de over- grootc meerderheid der bevolking: zij verwachtten, dat het nationaal- socialisme *t volk sterker en cultu reel rijper zou maken cn dat bij den ondergang van Duitschland Europa in het bolsjewisme ten onder zou gaan. Hij erkent dan, dat' geen van de overwegingen door de feiten wor den bevestigd rn dat het nationaal- sociplisme juist datgene gebracht heeft, wat hij van het bolsjewisme meende te moeten duchten. Dc vergissingen, die wij begaan hebben, aldus de brief, zijn dan ook ie fundamenteel om door een beroep o" goede trouw gedekt te worden. Wanneer men zich in een zoo critischcn tijd als liet Neder landsche volk heeft meegemaakt, afscheidt van de overgroote meer derheid en van de politiek dei- wettige regeering, kan dit alleen verontschuldigd worden doordat men blijkt juist te hebben gezien. Daarbij komt in mijn persoonlijk geval, dat ik er mij bewust van ben geworden, dat ik door mijn optre den het Nederlandsche volk ten diepste heb gegriefd, zulks alhoewel ik mij er steeds ten zeerste mede verhonden heb gevoeld en zeer ge lukkig was temidden er van te kun nen leven. De oorzaak van dit op treden ligt' in een verbitterden vcr- standeliikcn hoogmoed. Om deze redenen heeft li ij ge meend. de aanteekening van hef be roep in cassatie tegen de sententie van het Riizonder Gerechtshof te moeten intrekken. Ten slotte blijkt uit zijn schrijven, dat hij in de mee ning verkeerde door een vriiwilligen dood en niet door liet afwachten v"1 een gerechte st»-nf een zoen offer te kunnen brengen. RIJKSVAKSCHOOL VOOR LEERLOOIERS EN SCHOENMAKERS. Herhaaldelijk hebben wij in onze kolommen een lans gebroken voor onze Rijksvakschool, in dier voe ge, dat wij 't nuttig, zelfs nood zakelijk achtten, dat het onder wijs aan deze school op hooger peil werd gebracht en op de tweede plaats, dat de commissie van Bijstand, bestaande uit man nen uit theorie en practijk, de leiding van dit instituut zou ter zijde staan. Wij wisten ons in goed gezelschap, n.l. van de kopstukken uit de vakgroep en uit de industrie, die met energie hun pogingen in deze richting hebben voortgezet en met succes. Wij vernemen thans met groote voldoening, dat Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen zijn goed keuring heeft gehecht aan het plan om de Rijks-Vakschool voor leer looiers en schoenmakers te bevor deren tot een inrichting met Mid delbaar Onderwijs. De toelatingseischen en het leerplan zullen dienovereenkomstig worden gewijzigd. Men hoopt in September a.s. met dit nieuwe leerplan te beginnen. De cursus in de looierij-afdeeling zal dan van één tot twee jaar worden ver lengd. Zijne Excellentie heeft tevens goedgevonden dat de Commissie van Bijstand aan de Rijksvak school, die onder de bezetting was opgeheven, wederom zal worden ingesteld. Een en ander is voor_de_Nedcr- landsche Schoen- en Lederindus trie een zeer groote voldoening. Het is zeer waarschijnlijk dat, wanneer straks weer meer nor male economische toestanden zul len gaan heerschen, aan de Neder landsche Schoen- en Lederindus trie zeer hooge eischen zullen [worden gesteld. Het is daarom Ivan het grootste belang dat de toekomstige leiders van beide in dustrieën, gevormd worden in een onderwijsinrichting waar hun, naast prima vakkennis, tevens een hooge graad van algemeene ont wikkeling, handelskennis, bedrijfs leer, inzicht in economie en effi ciency wordt bijgebracht. Vooral voor de Lederindustrie is deze bevordering van zeer groo te beteekenis. Lang heeft men in looierskringen het looien van le der graag tot een empirische we tenschap gerekend. Meer en meer komt men echter tot de overtui ging dat het productieproces op zuiver wetenschappelijken grond slag berust en dient te worden opgebouwd op een gefundeerd wetenschappelijk onderricht. Indien onze beide industrieën in de toekomst gelijke tred zullen kunnen houden met, of zoo mo gelijk een voorsprong zullen we ten te verkrijgen op de ontwik keling buiten onze grenzen, dan zal de nieuwe «-koers van onze Rijks vakschool daartoe thans een zeer belangrijke bijdrage kunnen leveren. DE DRIE MINISTERS TE MOSKOU. In Iran nemen de opstandelingen, daarin blijkbaar door de Russen gesteund, een steeds dreigender hou ding aan tegenover dc regcering in Teheran. Zij hebben een gcheele provincie bezet- en willen naar hun zeggen, federatief met de regcering samenwerken. De premier Hatimi heeft een uit voerige verklaring afgelegd, waarin hij zeide dat de regeering genood zaakt was haar garnizoenen in Ad- zerbeidjan te versterken; maar dat zij daardoor door een naburige be vriende en geallieerde mogendheid verhinderd werd; zelfs werden de ze troepen verhinderd zich terug te trekken en bestuurscentra door de rebellen bedreigd en bezet. Deze beweging druischt recht streeks in tegen het landsbelang en de grondwet. Hij deed een beroep op 't volk en de bevriende mogend heden. di" de onschendbaarheid van Iran hebben gewaarborgd, om de regcering te helpen, speciaal van Engeland en Amerika. De?e aangelegenheid komt nu ter sprake in Moskou op de conferentie. 1 :n E.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1945 | | pagina 1