OUD EN NIEUW.
MAANDAG 31 DECEMBER 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 92
Waalwijkscke en Langstraatsche Courant
HET PROCES TE NEURENBERG.
£r™bS?8risd,cn raad v°°r
i?drf]fsS£h,Cn °"d=™™'"8s-
De Echo van het Zuiden
Hoofdredacteur Uitgever JAN TIELEN
Radacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Verschijnt Maandag en Vrijdag
Abonnementsprijs15 cent per week 11.95 per kwartaal m DruMc»^ Waalwjjk.ch» Stoomdrukkerij Antoon Tlel.n
Kennummer; 2483
Voor ons ligt het boek van de
Tijd. Het boek ligt opengeslagen en
194o staat er onder aan de bladzijde.
Dicht opeen geschreven is dit laat
ste blad, waht het had voor de 365
dagen van dit jaar bijna evenveel
plaats noodig als voor even zoovele
jaren ervoor, enkele uitzonderingen
daar gelaten.
Op andere bladen kon men er le
zen, dat op die en die datum een
belangrijk persoon gestorven is, de
Volkenbond is bijeen geweest, er is
een vliegtuig neergestort en een an
der vliegtuig heeft een record-reis
gemaakt, ergens in Zuid-Amerika is
revolutie geweest en een welen-
schappelijke expeditie heeft gepoogd
den Himalaya te beklimmen.
Feiten van belang, inderdaad,
maar hoe zinken zij in het niet,
wanneer wij ze vergelijken met de
gebeurtenissen van 1945. We zouden
ze weer kunnen beschrijven. We
zouden weer eens kunnen herhalen
van het einde van een oorlog, die
wrecder was dan ooit te voren, van
martelingen en concentratiekampen
waaraan een einde werd gemaakt;
we zouden U opnieuw kunnen her
inneren aan een hongerwinter in liet
noorden en aan de ontroerende
vreugde die opsteeg, toen het einde
van den verschrikkclijken strijd ge
proclameerd werd.
Maar ach, wc hebben dit alles al
zoo vaak gedaan, voor zoover ten
minste een zwakke pen bij machte
is, diepste leed en grootste vreugde
onder woorden te brengen; de
sterkste verbeelding moet hier im
mers te kort schieten. Woorden zijn
nimmer in staat datgene weer te
geven, wat leeft in den kern van
de menschenziel, waar hoop en
verwachting worden opgebouwd en
heel vaak slechts teleurstelling kan
worden geoogst.
Het was met een zucht van ver
lichting, dat 1944 werd omgeslagen.
Wij waren hier immers al bevrijd
en wilden maar liefst zoo spoedig
mogelijk beginnen aan 1945, dat
daar als een schoone onbesmette
bladzijde vol hoop en vertrouwen
voor ons latr. Het jaar, waarop wij
alle verwachtingen hadden gesteld,
het jaar dat ons alles brengen zou,
wat wij zoo lang en in zoo sterke
mate hadden moeten ontbeeren. Met
nauwelijks te stuiten ongeduld zag
men 1945 tegemoet, maar heeft het
ons gebracht, wat wij zoo graag ge-
wenscht hadden?
Ja misschien, wij zagen het einde
van den wereldoorlog, zoowel in
west als in oost, maar is daarmede
niet alles gezegd?
Aarzelen wij thans niet, 1945 om
te slaan en aan 1946 te beginnen en
zien wij thans dan ook het verschil
met vorig jaar, toen men met on
geduld de wisseling des jaars ver
beidde?
Inderdaad, er is aarzeling en wan
trouwen gekomen bij de menschen,
want tè vele beloften bleven onver
vuld. Men had zich de toekomst tè
mooi en tè licht afgeschilderd en
voorgesteld, men bad vergeten reke
ning te houden met de harde wer
kelijkheid en de droeve lasten, die
ons als een tweede erfzonde waren
nagelaten. Een wereldrevolutie
wordt niet in een minuut beëindigd
door een pennestreek onder een stuk
papier, noch door overwinningspa-
rade's of bevrijdingsfeesten. En dat
is het, wat wij vergeten hebben.
Toen wij onze vlaggen heschen en
uitbundig onze bevrijders bejubel
den, meenden wij dat met één slag
alles anders, beter zou worden, maar
eerst thans merken we, dat we ons
vergist hebben. Inderdaad materieel
zijn wc er niet- slechter op gewor
den, dit kon men het beste aan den
Kerstdisch merken, maar geestelijk
zijn wc nog niet veel verder geko
men. De mentaliteit der menschen
is er nog niets op voorujt gegaan,
de goede moraal is nog steeds vet
te zoeken en men behoeft zijn oor
zelfs niet speciaal er voor te luis
teren te leggen, om te hooien dat
er nog zoo heel veel ontbreekt. En
dan doelen \ye hier niet op de
aartskankeraars die alleen zorgen
hebben over hunne matcrieelc be
langen, want die menschen weten
nauwelijks wat er aan de wereld
nog ontbreekt. Zij hebben alleen
oog voor de maatregelen van Lief-
tinck, de waarde van het geld en
wat er op het oogenblik nog te ver
diénen valt. Dit moge belangrijk
zijn, maar daardoor wordt de wer
kelijke waarde van het leven niet
bepaald.
U weet nog precies even goed als
wij, hoe direct na de bevrijding tal
van comlté's uit den grond onrc-
zen, die met dé prachtigste bedoe
lingen bezield aan de toekomst gin
gen bouwen. „Waarheid, Gerechtig
heid en Naastenliefde", stond in
hun vaandel geschreven, vaak niet
met dezelfde woorden, maar zij be
doelden het toch alle even goed. Zij
zouden aan een nieuwe wereld be
ginnen, betere menschen gaan ma
ken. de ik-zucht uit gaan bannen en
verdraagzaamheid prediken. En de
tijd sclwn er rijp voor. Het enthou
siasme, was allerwego groot; maat
schappelijke verschillen werden
overbrugd, werknemers, werkgevers,
boeren en middenstanders vonden
elkaar.
En men zag in zijn verbeelding
dit eerste streven grootsclie vormen
aannemen, de menschen zouden er
door begeesterd worden, want ieder
was gelukkig en blij met zijn vrij
heid en al deze gelukkige harten,
zouden ech vruchtbaren voedingsbo
dem zijn voor het zaad, waaruit
een nieuwe wereld zou groeien.
En bezien wij thans de resultaten.
We zijn een stuk achtergeraakt op
Verleden jaar.
Na de bevrijdingsroes kwam de
deceptie en bleek, dat vijf jaren
tyrannie en geestelijke misleiding
ons meer kwaad hadden gedaan,
dan we in de opwinding van het
eerste oogenblik wel vermoed had
den.
We aarzelen daarom terecht, om
het blanke vel 1946 voor ons te ne
men.
Maar het leven stoort zich niet
daaraan. Als de tijd gekomen is,
zal het nieuwe blad er vanzelf zijn
en wij zullen het weer beschrijven
moeten, of wc willen of niet. Wat
Is één Jaar, ln den keten der tijden?
Niets We zien nog ontelbare dicht
geslagen blanke bladzijden voor ons
liggen. En daarom mag één jaar,
dat niet aan alle verwachtingen
voldeed, ons nog niet troosteloos
en wanhopig maken. Misschien is
er in dit jaar, toch wel een korrel
van het goede zaad in de vrucht
bare aarde gevallen en ligt nu te
kiemen, zonder dat wij er zelfs een
vermoeden van hebben. Zal die kor
rel het komende jaar opschieten,
riik en vruchtbaar, gevoed door liet
bloed van al die ontelbaren, die voor
een vredige wereld en een nieuwe
toekomst het offer van hun leven
gaven
Wij durven nog hopen. Een
mensch is optimistisch van nature.
Al is de schaduw nog zoo zwart,
toch ziet hij het ilclit, waarop alle
verwachtingen gesteld worden.
Laat ons daarom ook thans vol
vertrouwen en resoluut 1945 om
slaan en met een nieuwe frissche
lei beginnen. Ook dit nieuwe jaar,
wordt ons door God geschonken, er
kleeft nog geen enkele ongerechtig
heid aan en daarom zal het onzen
eersten plicht zijn, er voor te wa
ken, dat 1946 onbesmeurd hlijve. El
kander helpend en steunend, moeten
wij ons best doen, om in 1946 de
kentering ten goede te brengen,
zoodat vrede met recht „Vrede" zal
zijn geworden.
DE BISSCHOPSWIJDING VAN
MGR. JOS. BAETEN.
Het was Donderdag de wijdings
dag van Z.H. Exc. mgr. Jos. Baeten,
den coadjutor van Z. II. Exc. mgr.
Hopmans, als titulair bisschop van
Dorylaeunp
De eonseerrtatie, die onder een
overweldigende belangstelling zoo
wel van geestelijke als wereldlijke
autoriteiten plaats had, werd ver
richt door Z. H. Exc. mgr. Hopmans.
Assistent-bisschoppen waren Z. H.
Exc. mgr. dr. Lemmèns, bisschop
van Roermond en mgr. Huibers,
bisschop van Haarlem.
Mgr. Baeten werd geboren te Al
phen 8 April 1893. Priester gewijd
te Hoeven 2 Juni 1917. Kapelaan 'te
Sas van Gent 21 September 1917.
Conrector St. Louis Oudenbosch 24
Januari 1921. Secretaris van liet Bis
dom Breda 27 Augustus 1921. Bouw
pastoor Mariaparochie Ginncken 23
Augustus 1933. Deken van het De
kenaat Ginneken 26 September 1934.
Kannunik Poenit, 11 Maart 1942.
Vicaris Generaal en Deken van Bre
da 19 April 1945.
Onze oud-medewerker de lieer G.
Knepflé zendt ons den navolgenden
mteressantcn brief uit Neurenberg:
Neurenberg, 16 December.
Vanmorgen was ik in de eenige
katholieke kerk, die Neurenberg nog
bezit, de Antonskirclie. Het was een
voorjaarsmorgen in December met
een gulle oVêFvloedige zon, die ech
ter maar een enkele straal hinnen
het kerkgebouw kon doen vallen
om een lichtvlek te werpen op wan
staltige wandschilderingen. De bree-
de zonnestraal kon geen kleur ge
ven aan de trieste droefgeestige
sfeer, die alles in deze stad zelfs
een kerk tijdens de hoogmis
schijnt te moeten omgeven. Mis
schien is het de kleurloosheid van
de afgedragen kleeding der grauwe
massa van kerkgangers, die deze
stemming mede bepaalt. Misschien
is liet de sombere dreun der gezan
gen of de levenlooze toon, waarop
een jongeman de gebeden voorzegt.
Wellicht zijn liet de kartonnen bor
den in de vensters of de metsel-
vlekken op de muren of de gaten
in de gewelven, die herinneren aan
de nachten waarin de oude stad der
Meistersiinger vernietigd werd. Maar
misschien is de oorzaak dieper:
hier in de kerk schijnt een genera
tie te ontbreken. Vooraan zitten de
kinderen, daarachter de mannen en
vrouwen. De mannen zijn bijna al
len menschen op leeftijd, die zoo
niet den winter dan toch den herfst
van het leven zijn ingetreden. Zij
die van de lente in den zomer over
stappen vindt men hier evenwel
niet of zeer sporadisch.
Dat is de generatie, die ontbreekt.
Velen zijn gevallen, anderen leven
nog ver van hun woonplaats het
sombere leven van krijgsgevangene.
Of zij nog ooit in de kerk terug
zullen komen? Ik wil niet trachten
een antwoord te zoeken op deze
vraag, die gij onwillekeurig stelt
wanneer gij een maand lang college
hebt gehad in de nationaal-socialis-
tische leer, zooals zij werkelijk was.
Want gij weet,, dat die mannen, die
op dit oogenblik dc bloem van het
volk zouden moeten uitmaken, van
af de schoolbanken zijn opgevoed
mei beginselen, die spotten met alle
begrippen van niensclielijklieid en
verstand. De jeugd van Duitschland
is besmet en dat is eon van de
dingen die het leven hier nog zwaar
der belast dan de ruïnes, die gij
vtxir oogen hebt bij eiken stap, dien
gij doet. En overal waar ge hier
menschen bijeen ziet, in de kerk,
bij een tramhalte, in een winkel of-
op een station, krijgt ge den droef
geest igen indruk dat zij zijn losge
scheurd uit hun eigen leven en niet'
weten waarheen zij zullen gaan.
Dat de Duitschers nog geen stand
punt tegenover hun nieuwe leven
hebben ingenomen en doelloos rond
gaan blijkt ook uit de onverschillig
heid, waarmee zij schuin tegenover
do Antonskirche voorbijgaan aan
liet grijze gebouw, waaruit de vier
vlaggen der vereenigdc naties ste
ken en waarop de beeltenis van
Hugo de Groot is aangebracht. Wan
neer ik afzie van de scheldwoorden,
die de kellncr, de kapper, de chauf
feur en de waschvrouw gereed hou
den voor het moment, waarop ik ze
naar hun indrukken over het pro
ces vraag, dan heb ik nog nauwe
lijks eenig teeken gevonden, waar
uit ik afleid dat het Duifsche volk
een meer dan oppervlakkige belang
stelling voor het oordeel over de
Nazi-grooten aan den dag legt. De
scheldwoorden zijn onwaarachtig en
vermoedelijk afkomstig van hen,
die liet hardst hebben gejuicht toen
nog maar enkele jaren geleden deze
misdadigers van-w ereldformaat hun
parades hielden langs het partij
hotel, waarvan nu niets meer over
is dan enkele geblakerde stukken
muur. I)e Duitsche kranten, die
thans weer tweemaal per week en
in groote oplage verschijnen, beste
den zeer veel ruimte aan verslagen
oyer liet proces, zooal niet uit eigen
beweging dan toch vanwege den
zachten druk, dien de bezettingsauto
riteiten uitoefenen. Zij worden on-
gewijfeld ook wel met' graagte gele
zen, maar ik weet niet of de indruk,
die ermee gemaakt wordt niet ave
rechts is. Want iedere Duitscher
grijpt het proces en de gruwelijke
bijzonderheden, die over het nazi
regiem worden verteld, met graagte
aan om af te geven op „de gang
sters", die hij gelegenheid gat-
twaalf jaren te regeeren op een wij
ze, die in elk vredelievend beschaafd
land reeds binnen weinige maanden
ontmaskerd zou zijn. Hij doet daar
mee niet anders dan zijn eigen
schuld afschuiven op een groepje
menschen, wier ster gevallen en
wier oordeel althans voor de histo
rie alreeds geveld is voordat de
rechters van Neurenberg hun laat
ste woord hebben gesproken. Dat
is het meest ontmoedigende van al
mijn sombere ervaringen in Duitsch
land, dat ik in dit volk geen be
grip heb gevonden voor de werke
lijke betcekenis van een proces als
dit en voor de situatie, waarin dit
volk zich geplaatst heeft. Want
voor het gros der menschen hier
is er geen vuiltje aan de lucht, be
halve het- verlies van huis en goed
en Herrenvolk-rantsoen. Zij zijn
brutaal genoeg om U te vragen na
Uw kerstvaeantie e<;n pondje boter
mee uit' Holland te brengen en zich
te beklagen over een vleeschrant-
soen, dat op het oogenblik nog der
tig proeent liooger is dan dat in
Nederland of in Tjechoslowakiie.
En als zii op Goering schelden, dan
weet gij dat zii het niet doen omdat
hii e«n ..conspirator" of een ..wnr-
eriminal" is, maar alleen omdat hij
niet zijn woord gehouden heeft en
de Britsclie vliegtuigen niet boven
de alleenzaligmakende Heimat heeft
verjaagd.
Maar laten wij de Duitschers voor
wat zij zijn: lastige kinderen voor
onbedreven opvoeders als de Ame-
rikaansche bezetters zijn, en blik
ken we in de rechtzaal, waar voor
de eerste maal in de historie wordt
recht gesproken voor het front van
vier vlaggen van naties, die de we
reld omspannen. Men kan nog nau
welijks spreken over het proces. De
dageüiksche zittingen hebben tot
nog toe nog slechts het karakter
van colleges gehad en het steekspel
tusschen gerechtigheid en onrecht
mort nog komen. Het is de vraag of
hef zal komen en of dit een proces
zal worden, dat min of meer over
eenstemt met de bestaande brTi*>_
pen omtrent procesvoering. Gedu
rende een maand zijn de aanklagers
der mogendheden. dot is te zeggen
van twee mogendheden omdat do
andere twee nog steeds op hun ver
traagde beurt zitten te wachten, nu
reeds bezig met het opstapelen van
de bewijsstukken. In mijn kamer
u.cb ik er al kasten van vol en ze
zijn hier zoo kwistig te krijgen, dat
men gevaar loopt er ofwel docuinen-
tenkleptomanie ofwel documenten
koorts van te krijgen. Hef eerste
overhcersclit nog, tenminste bij de
journalisten die alleen om dien
ijver de gemakkelijke thealerstoelen
waarin ze het proces volgen wei
verdiend hebben. De verdedigers
zijn welhaast aan dc koorts toe, ten
minste een hunner liceft reeds
openlijk de verzuchting geslaakt',
dat hij het niet meer kan bijbeenen.
In elk geval zal er als we een maand
verder zijn een zoodanige stortvloed
van materiaal over de beschuldig
den en bun verdedigers zijn uitge
stort, dat men zich nauwelijks kan
voorstellen, dat een hunner er nog
in zal slagen bet hoofd boven deze
pnpiergolven uit te houden. Het ge
wicht van de duizenden, stuk voor
stuk vernietigende documenten, die
voor het proces zijn aangedragen
lijkt te zwaar om iets groots te
wachten van de verdediging. Het
staat nu al wel vast hoe die in
hoofdzaak gevoerd zal worden. Na
tuurlijk wordt de bevoegdheid van
bet gerecht betwist, maar de for-
meele motieven die daarvoor zullen
worden aangevoerd zijn te zwak om
de nieuwe poort van internationaal
recht, die door het tribunaal-charter
is opgericht, te rammeien. Verder
zullen Duitsche ministers wel be
nepen genoeg kunnen zijn om te
zeggen wat ook de gcmecne man in
de straat zegt: „Ich wusste es
nicht" of „Weil ich es musste"1.
Is dit proces dat wil zeggen de
wijze waarop het gevoerd wordt',
dan niet zoo groot als we het had
den verwacht. Ik zou dit r£êt graag
zeggen want de dingen, die in de
groote helverlichte zaal onthuld zijn
zijn zoo on (stellend van omvang,
dat ze nauwelijks meer menschelijk
klinken. De dagelijksche berichtge
ving heeft daaromtrent ongetwijfeld
veel verteld en liet is hier niet de
plaats om weerzinwekkende passages
uil de stukken, die het derde rijk
ons naliet, te gaan ciieeren. nr wa
ren uren van intense spanning in
tieze zaal, een spanning uie niet
verwekt wordt door de gellèele en
tourage, die alleen maar gericht
kan zijn op het aileiucn van uen
geest, maar die eiiKei en aiiëen ge-
uragen werd door de brokstukken
uit oneven en rappor een waarin ue
ware bedoelingen der leidende nazis
uitmunt weruen. Wij allen hebben
liet nationaal-sociaiisme zoo lang
liet zich manifesteerde als een ver
werpelijke leer beschouwd. Na Neu
renberg weten wij dat het heel iets
anuers was: in net geheel geen leer
doch een brute dierlijKe mu narij,
waarin menschen zijn afgezonken
tot een pen, waarin niet aiie men
schelijk gevoel gebroken is. Ver
overing, moord, vernietiging, besti
aliteit. Ziedaar d« uiterste consequ
entie, waaiioe liet nazi-bewind
of oin met Sir Shawcross te spre
ken „deze internationale misdacli-
gersbende" liet eeuwige „Deutsch-
lant-i ueber alles" gevoerd heeft-.
Moord en bestialiteit niet uit afweer
of uit wraak, maar „planmussig",
als weloverwogen consequentie van
rassenwaan en biologische „Weltan
schauung". Hetgeen over deze don
kere vijf jaren, waarin Europa in
den afgrond werd gezogen, onthuld
is iu-eic zoodanig het karaicter van
een ontzaglijke collectieve waanzin,
dat het bijna onwaarschijnlijk aan
doet daarvoor thans een en twintig
genroken, onttakelde mannen in dc
verdachtenbank te zien zitten. Men
voelt hier aan alles, dat het niet
gaat om hen, al waren zij raderen
in de machine, die milliocnen men
schen aan den loopenden baud ver
nietigd heeft. Het gaat veeleer om
den geest van een geheel volk, dat
met ontstellende vaardigheid en
lichtzinnigheid deze machine ge
bouwd heeft als gold het de vervul
ling van een zending. Het gaat ten
slotte om het heele wezen, dat be
sloten ligt in den eersten regel van
liet nog steeds bestaande volkslied
„Deutschland ueber alles in der
Welt". Maar de Duitschers, die dat
weten, die zult ge hier vergeefs zoe
ken.
toch beseffen wij na deze Neuren-
bergsche weken beter dan wie ook
dat er nooit documenten en nooit
geschiedenisboeken zullen zijn, die
u0»1 zu,,p" bunnen weergeven
den u menschelijk leed, dat gele
den vn'iin iC- 8ende bij zonder he-
en riT linb hiei' 'n de grootp massa
tén n, ,e".er.ln wcg ais de fei-
m de historie. De tijd heelt de
Hierin "kce" «enadige zachtheid,
noe Jéi £,e.ure"berg ban men ons
,>eI het ontzaggelijke woud la-
mnof. ni ja,n menschelijkc skeletten,
bet menschelijk leed, dat
vei stor\ en is en nog flauw aan den
het vm,rVa" J proces nagloeit als
«eeaan h?" d<: dic is ontler-
gegaan. Hier zullen we de kreet
met hooren van de moeder, die haar
kinderen zag verbranden en liet is
kHeht" deze g'Santische aan*
dr"v»frt r on wezen 1 ij bs in zich
ai aagt. Ge voelt er uit, dat er din
gen zijn, zoo groot dat ze niet door
f".were:bH'-iben rechter kunnen
worden geoordeeld. Neurenberg is
a .m onschatbare betcekenis als het
nver L ,g?r Yin de mcnschlieid
over oorlog, oorlogsdrijvers en oor-
vahSZI,hïtlgC V°Ik,;n- maar de vlam
Innric menfpbelijk Hidcn Zinkt
reeds m den afgrond van den tijd
s geveld' w* "lensc,U!|Übc vonnis
ts geveld. Ep de wereld leeft ver
weet ,^aarhfn? In Duitschland
weet men bet met. Maar ik bad in
de eenige katholieke kerk, die uit
de ruines van Neurenberg opsteekt
dat w.j de wijsheid, de kS en
«Lu mogen krijgen om den
goeden weg te volgen.
G. A. KNEPFLé.
VREDE IN CHINA?
i„?0et1Ieidfr dep communistische de-
J"t .Tsio°nbing, generaal
isjoCicn Lai, heeft verklaard, dat
de communistische partij een „offi-
i schriftelijk vastgelegd"
ooi stel voor onvoorwaardelijke
overgave gereed heeft. Dit voorst ei
aal worden overgelegd wanneer be
den, na een onderbreking van vijf
weken, dc onderhandelingen tus-
mnn'1 ,de "^"^Partij en dc com
munisten worden hervat.
wWq wenschen onmiddellijk den
dal? al hel81"6 A D» iS hc'angrijber
™r"„ïeïea,n"to.C VOe«d« d" 8e"
DE GEALLIEERDEN EN SPANJE.
FrNnL,iL F' p-.verneemt, heeft de
t i ansche regeering via de te Pariis
geaccrediteerde ambassadeurs van
tnnnift1"001* finten en Groot-Brit-
tannic, antwoord ontvangen op haar
S,I,etïffe,,de dc verhouding niet
nLr u Y antwoord komt hierop
neer, dat de regeering der V.S. geen
sympathie koestert voor hot regime
van generaal Franco en dat de VS
H met Groot-B-rittannië en
mLAIi bcsprebingen ie voeren
r nïf.v-T fen °Pz'ehte van
de officiecle Spaansche regeering.
Het antwooi tl van Engeland legt "r
rZTllnl, d"n nadruk op. dat
Groot-Brittannië
„om principieele
Wij hebben uren lang geluis
terd naar rapporten, die getuigen
van menschonteerende afdwaling
wij hebben bonderden bladzijden
gelezen over barbaarschheden, die
niemand in onze eeuw voor moge
lijk gehouden zoü hebben, wij heb
ben het hoofd moeten afwenden bij
het zien van de films, die dit alles
in beeld brachten, wij hebben ons
als mensch geschaamd over foto's,
die ons werden getoond. Wij hebben
in documenten gelezen, dat Poolsche
kinderen voor het aangezicht hun
ner moeders in het vuur werden ge
worpen door SS-mannen, die dit
werk lachend en met een sigaar in
den mond verrichten. Wij hebben
naakte joodsche vrouwen over de
straten zien voortjagen. Maar dat
was niet meer dan twee regels uit
duizenden van dergelijken inhoud
of niet meer dan een onderdeel van
bewijsstuk nummer PS-2356. Wij
hebben hier vaak zinnen gelezen,
die wij in geschiedenisboeken zou
den willen zien vastgelegd, maar
redenen" „iet wil ingrijpen in
genSn! ongele-
SOCIAAL-ECONOMISCHEN
RAAD TE TILBURG.
In het raadhuis te Tilburg is de
sHchtingsacte verleden van den
dertLLiSti<1\linfi de 6érstv in Ne-
tiaHpf uW.anA ,ot stand op inï-
seh^rJ-ï hct' Comité voor maat-
scliappelijken wederopbouw. j)e
Raad bestaat uit de voorzitters van
de plaatselijke standsorganisaties en
«LV ,onder voorzitterschap van
prof. dr. Fr. v. d. Ven.
,voor?il'Gr, van het Comité,
prof. dr. M. Cobbenhagen, gaf een
expose van de voorgeschiedenis en
wees er vervolgens op, dat dc Raad
JL u°«P;0rg,an,IS.aUc bed°elt te zijn
Zijn doel is den bedrijfsvrede te
dienen, in dezen zin, dat in hef al-
pcn sfeer wordt geschapen,
waarin de werkers hun sociaal-eco
nomische, godsdienstige en cultu-
reele belangen veilig gesteld weten.
TWINTIG JAAR WERD
DOODSTRAF.
De Bijzondere Raad van Cassatie
heeft A. L. W. Steentjes uit Zalt-
bommel, die in Januari 1942 om
zelf verlichting van slraf en een
belooning van 250 te verkrijgen,
eenige personen uit het Westland
wegens het verrichten van sabotage-
handelmgen hij de politie te Naald
wijk aanbracht, tengevolge waar
van een van hen werd geëxecuteerd
en een ander in gevangenschap ovcr-
l?cd' y.eroordeeld tot de doodstraf.
Het Bijz. Gerechtshof had hem 20
jaar gevangenisstraf opgelegd.
RADIO NEDERLAND IN
OVERGANGSTIJD.
Het bestuur der stichting „Radio
Nederland in overgangstijd" heelt
benoemd tot leden van het dhge-
lijksch bestuur de heerenJ. B.
Broeksz en mr, L. G. A. Schiich-
ting; lot secretaris van het bestuur:
nar. Pb. de Vries tevens tijdelijk
juridisch adviseur; tot programma
directeur: dr. E. Spelberg en tot di
recteur voor den wereldomroep: II.
J. v. d. Broek.