Waalwijkse en Langstraatse Courant
HIJ VIEL.
Uit de. wijde. wexeJLd
fiSuCfnvae,
Brabanders in de HOOFDSTAD
Land- en Tuinbouw.
Mr. Fr. van Wijck, wethouder.
DONDERDAG 10 MAART 1949.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Redacteur-Verslaggever
W. v. d. MEE Jr.
72e JAARGANG No. 21.
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p. p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38.
SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES„ECHO".
Indonesië is nog steeds In
donesië, d.w.z. een probleem;
het is gisteren in de Veilig
heidsraad geweest, maar van
deze behandeling is ons nog
niets bekend. We verwachten
er trouwens niet heel veel
van. We verwachten eerlijk
gezegd meer van de Ronde-
Tafel-conferentie, maar of die
op de gestelde datum door zal
gaan? Bijna algemeen Iver-
wacht men uitstel. Bovendien
zou het ons niet verwonderen
wanneer men eerst nog eens
even het Republikeins gezag
in Djokja ging herstellen.
Want mijnheer Soekarno
vindt dat de verantwoorde
lijkheid van de op de confe
rentie te nemen besluiten
slechts gedragen kan worden
door een regering en niet door
enkele afzonderlijke personen
die geheel op zich zelf staan.
En ook de federalisten schij
nen al in deze richting te pra
ten, terwijl we van de Veilig
heidsraad ook alles kunnen
verwachten.
Dus erg rooskleurig blijkt
het er niet uit te zien; we zijn
hard op weg het spel te ver
liezen. Meer en meer wordt
dit ingezien. De Republikei
nen willen niet, de Veilig
heidsraad wil niet, want
Amerika wil niet; en dan zijn
wij Nederlanders uitgepraat,
dan hoeven we niet meer aan
te komen met de plechtige
verzekering van onze beste
bedoelingen, dan hoeven we
niet meer op alle mogelijke
manieren onze goede wil te
tonen, dan moeten wij buigen
en dit buigen kunnen wij niet
verbloemen met een door ons
bijeengeroepen Ronde Tafel
conferentie.
Wij hebben als klein land
niets te zeggen, waar de be
langen van de kooplui uit
grote landen in het spel ko
men.
Tot zover iets over In
nesië.
Als getrouw satellietje heeft
nu ook de C.P.N., de Commu
nistische Partij Nederland, bij
monde van haar secretaris,
trouw beloofd aan Moskou en
steun toegezegd aan de legers
van het „vaderland", „wan
neer deze de imperialistische
vijanden tot over hun gren
zen zouden achtervolgen".
Na Thorez en Togliatti, nu
ook heel gehoorzaam en braaf
mijnheer de Groot, die belooft
dat de mensenmassa's de
communisten te hulp zullen
komen.
't Zal er gaan krullen; dezer
dagen is er trouwens vanwege
het partijbestuur al op aange
drongen om het volkslied van
de Sovjet-Unie goed van bui
ten te leren, om het uit volle
borst mee te kunnen zingen
als de „bevrijders" komen. U
stelt er natuurlijk geen be
lang in, anders zouden we 't
wel even afdrukken. O, denkt
U dat het niet nodig zal zijn?
Als het aan U ligt, niet hè?
Het idee conferentie waar
over wij het boven hadden, is
niet nieuw, want vandaag
wordt er in Den Haag een
geopend, een ministeriële Be-
nelux-conferentie, waarop
Voornamelijk de douane-over
eenkomst besproken zal wor
den. En deze conferentie dur
ven wij met een gerust hart
meer succes te voorspellen.
Al gaat het langzaam met de
Benelux, zoals met alle grote
zaken, hier zit de eerlijke,
goede wil van alle partijen
achter, hier zal iets goeds ge
boren worden.
Een enigszins optimistischer
geluid wordt ook vernomen
betreffende de vleesdistribu
tie. Wegens de ietwat ruimere
aanvoer van slachtvee is het
de regering namelijk mogelijk
het vleesrantsoen vanaf mor
gén weer op het oude peil te
brengen en bovendien een ex
tra bon voor een half ons
vlees aan te wijzen; dit zal
bon 024 zijn. En dat in de
Vasten! Wat zeg je, zijn er
genoeg andere dingen waarin
we moeten vasten?
Je bedoelt zeker de sigaret
ten? Ja, er schijnt genoeg ta
bak te zijn, maar dan moet ie
nog verwerkt worden. We
rookten hem in de oorlog toch
ook zo? Ja maar toen.
Kravchenko schijnt uitge
praat te zijn, althans in zijn
eerste proces. Want hij schijnt
er zin in gekregen te hebben;
naar verluidt bereidt hij een
tweede proces voor, nu tegen
„Ce Soir", eveneens weer een
mooie reclame-stunt. Wij zijn
werkelijk benieuwd wat voor
een vonnis de rechters zullen
distilleren uit dit geharrewar.
Een feit van grotere beteke
nis voor de wereldpolitiek is
het vervangen van Molotof
door Visjinsky. De meeste
commentaren op deze gebeur
tenis zijn niet erg gunstig.
Visjinsky is niet meer dan
stipt uitvoerder van wat het
Kremlin wil en daarom noemt
men 't geen promotie van Vis
jinsky, maar eerder een de
gradatie van het kabinet van
buitenlandse zaken. De be
noeming van Molotof zou men
dan moeten zien tegen de ach
ter van de bedoeling, 't kern
kabinet rond Stalin te ver
sterken.
Over 't algemeen verwacht
men een straffere politiek en
ziet men de maatregelen als
een reactie op het mislukken
van de „koude oorlog" tegen
het Westen.
Bovendien, het blijft com
munisme, of nu Molotof, Vis
jinsky, Gromyko of wie dan
ook minister van buitenlandse
zaken is en communisme blijft
verderfelijk en een vijand van
de vrijheid.
Over de predikanten die in
Sofia terecht staan, kunnen
we eigenlijk kort zijn. Neem
het verslag van Kardinaal
Mindszenty, verander de na
men en ge bent niet ver van
de juiste toedracht af. Duide
lijker blijkt dat deze proces
sen allen volgens het zelfde
model worden geconstrueerd.
Dinsdag is er uitspraak ge
daan in hun zaak.
1500 ton huiden en 800 ton
looistof zijn verloren ge
gaan, toen het Poolse
vrachtschip „Katowice" op
de Westerg'ronden bij Ter
schelling in een zware
Noord-Oosterstorm aan de
grond liep en doormidden
brak.
De 26 opvarenden werden
door de „Brandaris" ge
red.
DE NIEUWE STATUS VAN
WEST-INDIË.
Volgens het wetsontwerp inte
rim-regeling voor Suriname en de
Nederlandse Antillen, thans voor
advies bij de Staten ingediend,
zal de landsregering van Surina
me en de Nederlandse Antillen
bestaan .uit de Landsregent en de
aan de Staten verantwoordelijke
regeringsraad.
Voor de Nederlandse Antillen
zal de wijziging in de positie van
de landsregent nog belangrijker
kunnen zijn, omdat krachtens de
interim-regeling bij algemene
maatregel van bestuur zelfstan
digheid zal worden verleend aan
de eilanden Aruba en Curagao,
hetgeen met zich mee zal brengen
besnoeiing van de bevoegdheid
van de landsregering.
ROOM VERKRIJGBAAR.
Thans zijn de beperkende be
palingen tot het bereiden en afle
veren van room ingetrokken, zo.
dat room, bereid uit volle melk
(koffieroom met tenminste 20 pet.
vet en slagroom met ten minste
40 pet.) evenals voor de oorlog
weer vrij verkrijgbaar zal zijn.
Ook het verbod tot verwerking
van room in ijs, z.g. ijs-composi
tie of ijsmix, is ingetrokken.
NATIONALE RESERVE.
Er zijn nieuwe richtlijnen vast
gesteld voor de werving van de
manschappen voor de Nationale
Reserve.
In de eerste plaats kunnen alle
mannen van de lichting 1935 en
ouder toetreden, soldaten zowel
als dienstplichtig kader en reser
ve-officieren. Verder soldaten
van de lichtingen 1936 tot en met
1940.
In ieder geval hebben allen die
zich verbinden aan de Nationale
Reserve, hier tevens hun mobili
satiebestemming. Dat houdt dus
in dat zij niet opgeroepen zullen
worden als gewoon dienstplich
tigen.
Dit geldt ook voor de lichtin
gen 1941 tot en met 1944 (de
buitengewoon dienstplichtigen)
waarvan er sommigen thans op
geroepen worden.
Tot de reserve kunnen verder
toetreden alle verdere buitenge
woon dienstplichtigen en alle niet
dienstplichtigen, zoals de afge-
keurden en zij die wegens broe-
derdienst vrijstelling kregen.
CENTRALE STIERENKEU
RINGEN ZWARTBONT EN
ROODBONT VEESLAG
NOORDBRABANT IN 1949.
De Rijksveeteeltconsulent voor
Noordbrabant, Ir. A. Th. Ariëns,
F. D. Rooseveltlaan 47 te Gin-
neken, maakt bekend, dat de Cen.
trale Stierenkeuring voor de
Roodbonten zal gehouden wor
den te 's-Hertogenbosch op Dins
dag 3 Mei a.s. en voor de Zwart
bonten te Breda op Donderdag
12 Mei a.s. De aangiften voor
beide Centrale Stierenkeuringen
behoren met alle gegevens (af-
stammingspapieren) ingezonden te
zijn bij bedoelde Rijksveeteeltcon
sulent vóór 10 April 1949.
Men diene er wel aan te den
ken, dat op deze keuringen de
stieren worden uitgezocht voor
de Nationale Tentoonstelling, die
dit jaar vanwege- het N.R.S. zal
worden gehouden te 's-Hertogen
bosch.
Onder deze rubriek vonden we
in „Edele Brabant" 't volgende
artikel van „Tot den Kattenhof",
gewijd aan een geboren Waal-
wijker, Mr. Frans van Wijck.
„Dat is een lange visite che-
weist, meheir", zegt de rijwielbe
waarder, als ik het mooie stille
17e eeuwse binnenplein van het
Amsterdamse Raadhuis af kom.
Mijn onderhoud met Mr. Fr. van
Wijck, Wethouder van Finantiën
en Gemeentebedrijven der stad
Amsterdam, duurde inderdaad
lang, al was het niet zó lang als
de vlotte bewaarder wel dacht,
want het werd plotseling uitge
steld. Ik was er op voorbereid.
Een wethouder doet uur na uur
blijkbaar niets anders dan als
maar confereren.
Mr. van Wijck ontving me in
de hoge, grote wethouderskamer
achter een imposant bureau, me
critisch monsterend bij 't binnen
komen. Dat leek me interessant.
Van de weeromstuit deed ik het
ook. Hij is een tengere figuur, tè
tenger voor zo n wijdse stadhuis
zetel. Hij heeft de uitgesproken
lichaamsbouw en hoofdvorm van
de intellectueel. Nu ik er verder
over nadenk bril af bij het lezen
van een stuk, uiterlijk zeer be
heerst en kalm tot op het gemoe-
delijk-provinclale af in doen en
spreken, paart hij hieraan de ver
rassende snelheid van denken en
reageren, die de typische stads
mens met zijn innerlijke nervosi
teit steeds vertoont, nu lijkt hij
op die Franse politicus Robert
Schuman. Van Wijck heeft iets
van een Fransman over zich en
vandaar wellicht zijn enigszins
artistieke haren, die zijn, overi
gens kalen schedel, van achter
niet misstaan. Soms kijkt hij me,
met allebei de armen op tafel het
hoofd steunend, doordringend en
scherp aan en lijkt het me of hij
vlug e*n beslissing gaat nemen in
een haastige bespreking. De ma
nier waarop hij spreekt, lijkt me
onbewogen en routine-werk, op.
gedaan in talloze conferenties.
Opvallend voor een man uit de
practijk vind ik dat hij voor zich
zelf en voor mij, bij een of andere
kwestie, mogelijkheden openbaart,
liever gezegd, het probleem een
probleem laat zijn zonder het di
rect apodictisch op te lossen. Ik
geloof dat hij het wetenschappe
lijk aspect van zijn werk niet
schuwt, nee, het ook zoekt. Ook
een man die de waarde van
grootse ideeën voor de practijk
niet ontkent, maar ze tracht op te
nemen in de telkens te stellen
weloverwogen daad. Nooit uitge
laten en bijwijlen verschrikkelijk
nuchter. Het sprankelend licht in
zijn donkere ogen in het vermoei
de gezicht, dat telkens tegen de
zetelrug steun zoekt, doet mij veel
meer vermoeden aan werklust en
ambities dan mij bekend is. Zijn
opmerkingen, slechts zelden in een
kort betoog (dan wordt hij weer
Brabander) opgenomen, snijden
altijd direct hout„De gemeente
bestuurder moet in een stad als
Amsterdam noodzakelijk meer
globaal te werk gaan als in een
Brabantse stad. Daar kan men
het individuële van ieder geval
meer in aanmerking nemen dan
hier. Ja, wat zal ik verder zeg
gen. Ik zie weinig of geen finan
ciële gemeenteproblemen die wij
hier hebben, waarvan de aard
enige besprekingspunten zou op
leveren voor een stad uit 't Zui
den. Als wethouder ontmoet ik
dan ook geen wethouders uit Bra
bant. De Benelux brengt mee dat
ik me wel op de hoogte stel van
de financiële regelingen in Ant
werpen en Brussel. In ons eigen
land hebben wij vaak besprekin
gen op dit gebied met Rotterdam
en Den Haag. Maar natuurlijk
ben ik voor een grotere toenade
ring van Zuid «n Noord. Vooral
DE MECHANISATIE IN DE
LANDBOUW.
De mechanisatie staat op het
ogenblik in landbouwkringen in
het middelpunt der belangstelling.
Door grote demonstraties wordt
aan belanghebbenden getoond,
wat wel het beste is voor hun be
drijven, en wat met diverse mer
ken kan worden bereikt.
Kort geleden had een belang
rijke demonstratie van het z.g.
Ferguson systeem plaats op een
terrein in Voorburg, waarbij ver
tegenwoordigers van het Ministe.
rie van Landbouw, Stichting van
de Landbouw, Landbouwhoge
school te Wageningen en vele
landbouwconsulenten aanwezig
waren.
Hier heeft men bewezen, wat
op een terrein, hetwelk in alles
behalve goede conditie verkeert,
met dit systeem bereikt kan wor
den.
Ondanks de gladheid van de
grond, die eerst stijf bevroren
was, maar later in een poel van
modder en slijk was veranderd,
zodat de wielen nu en dan weg
gleden en de ploeg, de eg en de
cultivator geen kans hadden de
grond te grijpen, wist men toch
voor 't grote gezelschap de kwa
liteit van de Ferguson te demon-
streden.
De gemakkelijke bestuurbaar
heid van de tractor werd aange
toond door binnen een omheinde
ruimte van 5 bij 7 meter de grond
tot de laatste vierkante centime,
ter te bewerken, zonder dat zelfs
de sporen van de tractorbanden
achterbleven op het land.
De kracht werd gedemonstreerd
door de „heuvelhoop", waarbij
zonder enige moeilijkheden een
steile heuvel, door de trekker met
aanhangwagen geladen met 3 ton
grint, werd genomen.
Jarenlang heeft men gezocht
naar een middel om te voorko
men dat de tractor zou „steige
ren", wanneer de ploeg of eg te
gen een of ander obstakel onder
aarde stootte. Bij de Ferguson
heeft men de oplossing gevonden,
daar werktuig en tractor hier één
geheel vormen en de druk van de
grond op het werktuig de achter
en (door zijn 3 punts ophanging)
óók de voorwielen belast en
dus de tractor omlaag duwt.
De hydraulische hefinrichting
stelt de tractorbestuurder in staat
om het aangehaakte werktuig te
lichten, terwijl ook de diepte kan
worden geregeld.
Het nut van de mechanisatie
van de landbouw en de noodzaak
van de bevordering daarvan werd
hier doeltreffend aangetoond.
Voor een dergelijke demonstra
tie mag de landbouw dan ook
dankbaar zijn, zij kan er veel
voordeel van trekken.
Kippen in de boomgaard.
Nee, mijnheer B. te V., laat u
niet van de wijs brengen. Enige
tijd geleden schreef ik reeds dat
men zeer goed kippen in de boom
gaard kon houden, dus houdt u
zich daar maar aan, want kippen
in de boomgaard is zowel goed
voor de fruit- als voor de hoen
derteelt. Daarom breidt de kip-
penhouderij zich in de fruitstre-
ken zo geweldig uit. Als 'n boom
in een klein rennetje staat, waar
de grond tot een korst gelopen
wordt door dé kippen, dan zal
die boom gaan treuren, maar in
een boomgaard is 't heel anders.
Hokken met losse schotten.
Iemand die kans heeft nog al
eens te moeten verhuizen, doet
verstandig de hokken van losse
schotten te maken, zó dat de
wanden uit elkaar genomen kun
nen worden. Het is niet duurder
en het hok lijdt bij de verplaat
sing niets.
Natuurlijk en kunstmatig broeden.
Teneinde de pluimveestapel op
peil te houden, is het nodig, dat
jaarlijks een gedeelte van die sta
pel wordt verjongd, m.a.w. dat
jonge hennen de plaats van ou
dere innemen en deze laatste op
geruimd worden. De fokker zal
zijn kuikens broeden op natuur
lijke dan we] op kunstmatige wij
ze. De grootfokker zal zijn toe
vlucht tot kunstmatig broeden
moeten nemen, terwijl hij, die
slechts een gering aantal kuikens
wenst groot te brengen, de na-
tuurijke weg zal volgen.
De voordelen van natuurlijk
broeden zijn wel deze
a. Het hoogste percentage kui
kens, altijd als de broedhen
goed haar plicht vervult
b. Weinig werk gedurende de
broedperiode.
Nadelen zijn
a. De fokker is afhankelijk van
de kip, wat betreft het tijdstip
van broeden
b. Breken van eieren en bevuilen
van 't broednest döor de hen
c. Een klein getal kuikens van
dezelfde leeftijd, wat bij ver
zorging van meerdere tomen
meer werk meebrengt.
Wordt vervolgd.
Met de opvatting van de heer
E. J. R. te A. ben ik 't volmaakt
eens, dat men met het toedienen
van levertraan voor ons pluim
vee voorzichtig moet zijn. Velen
denken met steeds een flinke do
sis te geven, het aantal eieren op
te voeren. Dat is verkeerd. Een
even goede uitwerking heeft
Dohijfral-Droog of Vitacom, deze
cultureel. Wat zouden we daar.
voor kunnen doen Voor Maas
tricht en Zuid-Limburg financie
ren we „de Maastrichter Staar"
of schilderijententoonstellingen.
Maar Brabant is nog zo erg in
de groeitijd. De plotseling opge
komen steden zijn nog zo jong.
Ik vind dat men in Brabant te
veel laat afhangen van gemeen
telijke subsidies. De gemeenten
kunnen toch finantieel samenwer
ken om iets te bereiken. De Lang
straat b.v. (om de ligging der
plaatsen nu direct geen gunstig
voorbeeld) kan toch, met behoud
der gemeentelijke zelfstandigheid,
finantieel een geheel vormen ter
bereiking van een of ander. Ik
ben voor gemeentelijke autonomie
en dus ook voor eigen verant.
woordelijkheid. De nieuwe finan-
tiële regeling tussen Rijk en Ge
meente heeft dezegedachte be
vorderd. Amsterdam heeft nu een'
sluitende begroting. Dat is een
tijd geleden. Getallen vindt u in
dit staatje der gemeentefinantiën
1949." Wellicht lijken ze U met
mij interessant„Uitkering uit
het gemeentefonds": 52 millioen
„Netto opbrengst der belastin
gen" 31 millioenTotaal ont
vangsten 86 millioen. Enkele
getallen van de uitgaven zijn
„openbare veiligheid" (politie,
brandweer, en luchtbescherming)
ruim 1 Yi millioen „openbare
werken, verlichting en stadsreini
ging" ruim 16 millioen„volks
gezondheid" (zieken-, krankzin
nigen- en armenverpleging) 15
millioen onderwijs openbaar,
lager, bijna 7 millioen bijzonder
lager 4J/j millioen; middelbaar on
derwijs bijna 2 millioen; hoger
onderwijs ruim 8J/£ millioen; nij
verheidsonderwijs ruim 1 milli
oen totaal 20 millioen. Voor
stadsschouwburg en musea
700.000.En zo gaat de lijst
verder. Zou het niet interessant
zijn om uit te rekenen hoe hoog
bepaalde posten worden voor een
gezamenlijke groep Brabantse ste
den met een inwonerstal als Am
sterdam. Het zou een relatieve
uitkomst geven die niet alleen
theoretisch van belang is.
Belasting is een onuitputtelijk
onderwérp van bespreking. Moge
Amsterdam niet onuitputtelijk zijn
in het vinden van belastingmoge.
lijkheden. De Wethouder vertelt
me „Een merkwaardige belas
ting die men in het Zuiden niet
kent denk ik, is de z.g. Brand
verzekeringsbelasting. Iedereen die
hier onroerend goed heeft, be
taalt naar gelang zijn premie
daarvan belasting. Daaruit wordt
de Brandweerdienst bekostigd.
Ook het precario zal men in Bra
bant niet kennen. Men betaalt
hier belasting van alles wat aan
huizen, winkels of gebouwen bo
ven de gemeentegrond is aange
bracht, dus b.v. voor lichtrecla
mes, uithangborden, stoepen, hek
ken en zelfs naamplaten aan de
muur of lantaarns." (Verklaart
dit waaróm de Amsterdamse
Wethouder van Finantiën zijn
privé naambord aan zijn woon
huis niet aan de voorgevel, maar
aan de binnenmuur van de op
gaande trap liet bevestigen
Ons gesprek is niet volledig ten
einde gekomen. En ik vroeg tot
slot de volgende levensbijzonder
heden van de man met wie ik in
teressante zaken besprak. „Ik ben
in Waalwijk geboren 15 Nov.
1902 en ging in Tilburg naar het
Odulphus-Lyceum, maakte In
Leiden candidaats-. en in Nijmegen
doctoraal rechten. Voor internati
onaal recht ging ik naar Parijs en
vestigde me toen als advocaat in
Amsterdam, en ben als zodanig
nog werkzaam. In 1935 werd ik
lid van de Gemeenteraad en volg
de Romme in '37 op als voorzit
ter van de Rath. Raadsfractie,
toen hij Minister van Soc. Zaken
werd. DeDuitse tijd bracht me
van 42 tot begin '44 als gijzelaar
in St. Michielsgestel. Vroeger had
ik sociale, zaken, sinds enkele ja
ren finantiën en sinds de wisse
ling der communisten kreeg ik
Gemeentebedrijven er bij."
„Ja, ik zetel in de stoel van de
beroemde Wibaut. Ondanks alles
was hij een man van formaat, van
uitzonderlijk groot formaat."
producten zijn onschadelijk en
daarvan kan een grote dosis ge
geven worden.
Ik houd mij altijd aanbevolen
Voor goede wenk en goede raad.
Want kippenvrienden zijn daar
zeker
Terdege mee gebaat.
KIPPENVRIEND.
De personeelsbezetting van
het departement van econ. zaken
en de daaronder ressorterende
diensten en instellingen is van
33,383 man op 1 Jan. 1946 te
ruggelopen tot 12.518 op 1 Jan.
1949. Op 1 Febr. 1949 bedroeg
hun aantal 12.134.
Zeven Vietnamezen kwa
men gistermorgen om het leven,
toen een bom geworpen werd bij
de centrale markt van Saigon;
44 anderen werden gewond, van
wie 12 ernstig.
Aan allen die in Indonesië hun laatste
rustplaats vonden en aan hen die
treuren om een verlies.
Jan Meijs is gesneuveld.
Eigenlijk doet de naam er niet toe. Zovelen zijn ge
vallen. 212 in een maand.
Ik ken hen niet van naam. Ik heb hen nooit gezien.
Toch ken ik ze; voor mij heten ze allemaal Jan Meijs,
de goede vriend die viel.
Het zijn soldaten, van welke rang dan ook, met de
zelfde uniform, dezelfde moeilijkheden en dezelfde
gedachten aan thuis zoals Jan en ik.
Al die jongens hebben geleefd zoals wij. In kam
pongs, op verre buitenposten, in een grote, hete stad,
op een droog bureau of in een stinkende werkplaats.
Ze maakten veel plezier onder elkaar, richtten zelf
cantines in en hadden gezellige avonden. Ze zagen
dezelfde films en dezelfde Niwa-gezelschappen.
Ze gingen op actie, ze zwoegden en zweetten, ze
vochten en hoorden de kogels fluiten.
Lachend en vol goede moed vertrokken ze, omdat
ze wisten dat het moest en goed was.
Omdat de verantwoordelijkheid van ons volk het
eiste.
Ze wisten weinig van politiek. Ze wisten niet waar
om Australië ons vijandig was en hun goede daden
door de Veiligheidsraad tot roof werden gekleineerd.
Waarom de demarcatielijn als een ondoordringbare
muur voor hen werd opgezet.
Ze kankerden er op, net zoals op de slechte rijst, het
lekke dak en die rot peloppers.
Maar ieder van hen wist maar al te goed hoe nodig
zijn aanwezigheid hier was.
Vaak heb ik met Jan Meijs gesproken over de volken
van Indonesië en hij zei dan: ,,'t Is een geluk voor
hen dat wij hier zijn, anders werd dit schone land
één strijdgewoel".
Jan bewonderde het land en het volk. Hij was schil
der. Zijn verlof bracht hij niet door in een stad, maar
ergens op een stille plek in een kampong, of waar
ook, om een mooi aquarel te maken.
Vaak ben ik met hem naar een gamelan, wajang
voorstelling of sendiwara (Javaans toneel) geweest.
Als we dan samen naar het kamp terugliepen, sprak
hij er over.
„Heb je die kop van de hoofdfiguur gezien en die
laatste dans?" of „Herinner je je het thema uit de
gamelan nog?" Hij neuriede het dan.
Zovelen zijn er die zoiets zouden zeggen. Misschien
zijn er van hen ook door God geroepen.
Zoals bijna alle anderen, is Jan op actie gesneuveld.
Een kogel maakte een einde aan een leven dat veel
beloofde. Een jongen met talent en goede vooruit
zichten.
Wij stonden aan zijn groeve en velen huilden. Hoe-
velen zullen die dag, 25 Januari, rond een graf van
een vriend of makker gestaan hebben? En al de
andere dagen?
Wij weten het niet.
Wel weten we dat ze niet voor niets gevallen zijn.
Mannen, die van ons zijt heen gegaan, Gij hebt Uw
strijd gestreden, vrijwillig of geroepen doet niets ter
zake. Gestreden voor het land en volk, dat God 300
jaar lang aan ons heeft toevertrouwd. Op de weg
naar souvereiniteit had dit volk Uw steun nodig. En
heeft ook Uw leven gevraagd.
Zij kunnen getroost zijn.
Gij vielt voor de vrijheid van 60 millioen mensen.
Later zal God van ons rekenschap vragen. Van ieder
persoonlijk, maar ook van onze regering en van ons
volk.
Niet voor de UNO moeten wij verantwoording af
leggen, maar voor God!
Het is goed als gij kunt zeggen: „Vader, ik heb ge
streden voor de millioenen, waarover Gij ons de ver
antwoordelijkheid hebt opgelegd".
Mannen, hebt dank voor hetgeen Ge voor ons en de
volken van Indonesië hebt gedaan.
Velen onthouden U die dank, maar wij, Uw wapen
broeders weten wat Gij gedaan hebt en waarvoor
Ge gevallen zijt.
Weest gerust, wij vergeten U niet.
God hebbe Uw ziel.
Simon van Adelberg.