TULPEN-RALLYE Jmft „MINE FISH" VERF DANSEN Hollandse Nieuwe. I Mangoendjaja. TER DEKKING NET MEISJE bij WILLEM DE HAAN EEN ADVERTENTIE 7 7 Onze Nederlandse W. v. d. Heijden en Zonen MAATCORSETTEN Zr. Maria Anastatia VERLOREN JOS V. d. VELDEN TE KOOP: een nieuwe Van Delft's KINDERWAGEN UWVRMDBN „CRESCENDO' Gedurende BAARDWIJKSE KERMIS HOOGEINDE 82 PRIMA CONSUMPTIE. dit blad heeft voor eenieder grote waarde, om dat dit blad in Waalwijk, de Langstraat en omgeving ALGEMEEN gelezen wordt. (Van onze speciale verslaggever). Om 4 uur loopt met luid ge ratel de eerste wekker af. Na een haastig ontbijt op de ho telkamer spoeden wij ons naar de garage, waar de vol gepakte auto op ons staat te wachten. Tegen 5 uur arri veren wij op de Vijverberg waar 't al een drukte van be lang is en waar inmiddels vele tientallen auto's gestart zijn. Om 5 uur 57 komt onze beurt. Een paar woorden van de startcommissie, een handdruk, goede reis, een vlagsignaal, en dan begint het. Wij zijn ge start, de tocht gaat beginnen. Het eerste stuk in Neder land. Full speed gaat het door voor de boeg, en als volgende doel: Bordeaux, waar we ui terlijk om 3.39 ur in de nacht moeten arriveren. De tocht uit Parijs gaat vlot, langs de Eifeltoren, door Versailles met zijn prachtig paleis, langs Chartres waar wij een vluch tige blik werpen op de schit terende oude kathedraal, die eenmaal werd gebouwd door 't landvolk uit de dorpen in de omgeving, naar Tours, waar wij de Loire oversteken. Verschillende ralley-deelne- mers zijn ons inmiddels weer voorbij gereden en ook wij zijn weer anderen gepasseerd. Het worden al vertrouwde vrienden, die elkander harte lijk toewuiven; er ontstaat, hoe kort ook nog onderweg, toch al een soort sportief bondgenootschap, zo ver van kelijk nog sterk vergroot door 't spannen zoeken naar de goede weg. Want er zijn vele routes die mogelijk zijn en tenslotte is het een wedstrijd en'is iedere rallye rijder wel een „collega", alsook een „concurrent". En eerlijk ge zegd, doen wij het er een beetje om, om zodra er één achter ons blijft rijden, kennelijk om van ons te profiteren, hem voorbij te laten gaan juist voor een moeilijk kruis punt of een stadje. En dat heeft verschillende malen succes. Zo heeft een rijder b.v. prompt een verkeerde weg ingeslagen, die cir ca 20 K.M. om v/as. Bij Linnoges begint het te dagen. In het Oos ten wordt het lichter en wij rijden de opkomende zon egemoet. In de dalen van Auvergne stijgen de nevels op en 't landschap is wer kelijk schitterend. Mist. Den Haag, richting Rotter-, j huis. Bij j;en béhzine-pomp dam. Op alle kruispunten j "L Y l"~1~ -„na staan verkeersagenten en hou den de weg voor de Raliye- i rijders vrij. Het is gelukkig nog niet druk onderweg en ai heel snel komt Rotterdam in het zicht. Inmiddels heeft rij der no. 124 al pech en staat aan de kant van de weg. Niet lang duurt het tot dc grens. Bij Wuestwezel is het een drukte van belang. Over al behulpzame mensen, leden van de R.A.C.-West, wegen wacht, Shell-service enz. De douane is buitengewoon ge schikt, ook de Belgische doua ne werk hard mee en na 10 minuten is alles weer achter de rug .Het is inmiddels 7 uur 15 en om 10 uur moeten we in Brussel zijn. Dat gaat ge makkelijk en ruim half negen zijn we er al, maar we zijn te vroeg en mogen nog niet aan de controle komen. Een klein rondrit je door de stad, Boulevard Adolphe Max, Grand Place, en niet te ver geten, het prachtige Palais de Justice. Om 10.09 uur starten we weer uit Brussel vanaf de Avenue des Arts. Het is in middels druk geworden op straat en het eerste half uur kost ons tijd, want ons ge middelde is maar 38 km. Na een uur hebben we het alweer opgehaald tot 52 km. Toch was de. start in Brussel op windend. Een gaatse race-de ons voorbij en snelde op nau welijks drie wielen bij het Gare du Suö -bassen twee ver keersagenten door, die nóg juist op tijd hun gezondheid redden door op zij te sprin gen. In Mons haalt een klem Fiatje met een leujre Francai- se ons in en gaat oris vrien delijk lachend voorbij. We hebben haar, helaas, op de hele tocht niet weer gezien. Ze schijnt in Parijs uitgevaF len te zijn. De Franse douane levert al even weinig moeilijkheden op en de tocht naar Parijs ver loopt voortreffelijk, 't Groen van de bomen is in België verder dan in Holland, maar in Noord-Frankrijk is 't weer kaler. Intussen merkten we al dat we de hele reis wel bij dezelfde auto's zullen blijven rijden, want telkens gaan wij weer eens een deelnemer voorbij, om daarna weer door een andere, of dezelfde gepas seerd te worden. Vóór Laon haalt 137 ons in, maar ir^Laon rijden wij hem weer voorbij- De nummers 143 en 147, die in Laon juist voor ons rijden, slaan in hun haast een ver keerde weg in en wij zijn ze voor. Om half vier komt Parijs in 't zicht. In de verte ligt de reusachtige stad met haar bo ven alles uitstekende Eifel toren op de lage heuvels langs de Seine. Het weer is voor treffelijk en de stralende zon schijnt over het prachtige Franse land en het kleurige Parijs. Zo stil als het op de grote wegen in Frankrijk is (de benzine is er n.l. zeer sterk gerantsoeneerd), zo druk is het in Parijs. Al spoe dig zijn wij in het centrum, op zoek naar de Place Vendóme, waar de controle is. Soms in rijen van 2x6 au to's naast elkaar gaat het door de straten, waar handige agenten met witte gummi stokken en fluitjes ver ver keer feilloos leiden. Je hoort er haast geen toeteren en toch rijden de drommen au to's snel hun weg. Het valt echter niet mee als wij plot seling een zijweg in moeten en juist op dat ogenblik zes rijen auto's naast ons rijden. Maar 't gelukt en prachtig op tijd arriveren wij aan de twee de controle plaats van deze Tulpen-ralley. Op de Place-Vendóme is 't een drukte en het blijkt nu al hoe leuk het is om op deze controle-plaatsen de verschil lende deelnemers weer te zien én even je ervaringen uit te wisselen. Het geld wordt ge wisseld en om 16.39 uur ver trekken we weer met 550 km. vriendelijkheid en correctheid, overal cadeaux en verrassingen. Auto's, die niet meedoen, stop pen om ons te laten passeren, vrachtauto-chauffeurs, die wij achterop rijden, gaan helemaal rechts rijden, minderen vaart en wenken ons om ons voorbij te laten gaan. tramconducteur in Nij- megken, stopt zijn tram midden op een kruispunt om ons voor rang te geven. En de hele organisatie is prima voor elkaar. Eindelijk om kwart voor 5 komt Noordwijk in t zicht en om 16 uur 48 eindigt onze eerste Tulpencallye, juist op tijd, zonder strafpunten, en zelfs zonder te veel vermoeidheid. Jam mer allen, dat de dag, die stra lend begon, eindigde met een stromende regen, waardoor de feestelijke versiering van Noord- wijk in letterlijke zin in het water viel. Maar de tocht zit er op, en zij is goed volbracht. En al hebben we geen prijs gewonnen omdat de klassementsproeven ,die de volgende, dag plaats hebben, he laas te veel afhankelijk blijken van trucwerk, zoals gladde achter banden, eenzijdige remming, enz., toch hebben we voor ons het ge voel, dat wij het er behoorlijk afgebracht hebben. En de Tulpen- rallye in haar geheel blijkt een waar succes te zijn, dat voor een niet gering deel te danken is aan de voortreffelijke organisatie van de R.A.C. West. Wij hopen van harte, dat er nog vele rJftyes zullen volgen. staat een hele serie ralley rijders, die, voordat de nacht valt, hun tank nog vol willen hebben. Ook wij hebben al een paar keer getankt en bij Tours staan wij opnieuw bij een pomp, als een hele colon ne deelnemers ons voorbij gaat. Het is stil op de Franse we gen en van de- auto's die wij tegen komen, zijn de meeste, merkwaardigerwijze, Holland se toeristen. Tours is erg verwoest door de oorlog. Op een marktplein, waar wij met een luid gepiep 'n bocht nemen, staat een heel gezelschap jonge Fran?aises, die ons nog 'n laatste vrolijke groet toeroepen, en dan valt langzaam de avond over het wijde, zacht glooiende Franse land. De schaduwen wor den langer en de zon gaat bloed rood onder. Voor 't laatst zien wij de lentepracht van dc bloei ende appelbomen langs de weg en dan wordt het donker. De eer ste nacht. Onze hele wereld is dan de kleine cabine van onze dap pere Hiilman, die tot nu toe zon der mankeren Voortgerend heeft langs de lange wegen. Een van ons drieën zal het eerst gaan slapen. Achterin is de „slaapkamer" en ook de „provi siekamer". Eerst komt nog weer eens een heerlijke rollade voor de dag en wij eten ons „souper". Ik doe mijn pantoffels aan, die ik daarna vrijwel de hele tocht heb aangehouden (wat zeer is; aan te bevelen voor zo'n lange rit) en heb dienst voor de „navigatie" tot 10 uur. Dan zal ik slapen en vanaf Bordeaux zal ik opnieuw de weg uitzoeken. V/ij hebben nl. telkens 1 chauffeur, 1 „naviga tor", die met de kaart en met een zoeklicht werkt (wat buitenge woon handig blijkt en waardoor wij een grote voorsprong hebben op onze voor- en achterrijders) en 1 die moet slapen. Maar van dit laatste komt niet veel, want de tocht is er veel te interessant en opwindend voor. 't Zal dan ook aan het eind' blijken dat wij niet meer dan ongeveer 5 uur ge slapen hebben in 't geheel. Om'half elf tanken wij nog 'ns in Poitiers en drinken haastig 'n kop koffie in een klein café. waar een aantal Franse boeren brood zit te eten en wijn drinkt, 't Is er gezellig en de waardin blijkt vol belangstelling voor de rallye. Maar we hebben geen tijd meer. Wij wassen ons hoofd met eau de cologne om fit te bliiven en ook de waardin doet mee. „Bonsoir madame, au revoir en voort gaat het weer, de donkere nacht in. Bordeaux 2 uur 9. Ineens zit ten we midden in de drukte. Een heel Hollands autodorp midden in de stad. Aan de controle is kof fie en worst te kriigen. Een En gelsman, die wij George Formby doopten, omdat hii daarop lijkt en omdat hij kan lachen met de ene helft van zijn gezicht en ernstig kan blijven met de andere helft, ligt op een bank te slapen. Wii proberen ook nog even een half uurtje te dutten en zetten onze beide wekkers op kwart over 3. Erg best gaat het niet, maar het geeft toch even een beetje rust. Waalwijk, Tel. 443 3.39 uur: Start uit Bordeaux. Voor ons ligt 't Franse hoogland, naar ons gevoel 't moeilijkste tra ject. Wij hebben besloten niet lanqs de hoogste wegen te rijden, zodat ons traject iets langer wordt en wel ruim 700 K.M. tot Lvon. Wij rijden over Perigueux, Lin noges, Montlucon, Lapalisse. Zo wel voor de chauffeur als de „na vigator" is dit traject een zware opgave en onze chauffeur heeft nog geen kwartier geslapen sinds vanochtend. Toch lapt hij t hem feilloos tot Lyon. Vóór Perigueux gaat no. 130 ons voorbij, hij zat ons al een hele tijd op de hielen, maar nog geen twee minuten later rijdt hij verkeerd en dat is nu al de derde keer deze avond. Het sportieve element wordt nu wer- Maar dan gebeurt er iets wat minder prettig is. 't Begint te mis- en. En steeds dichter worden de mistnevels, zodat wij onze snel heid moeten terugbrengen tot ca. 40 K.M. Maar 't begin hebben wij hard gereden, zodat wij wel wat speling hebben. No. 105 heeft zich al weer eens in de weg vergist, want hoewel hij zo straks nog voor ons was, komt hij ons nu weer achterop. Bij Montlucon rijdt no. 108 ons voorbij en rijdt direct daarna een verkeerde weg in, met een ra zende vaart. Die zullen we voor lopig wel niet meer zien. Roanne is de stad van de knap pe meisjes: dat vindt tenminste onze tweede chauffeur, die daar door bijna een fietser omver rijdt. Bij een spoorweg, die maar niet open wil, rijdt een weinig spor tieve Zweed een hele rij rallye rijders voorbij, en gaat links van de weg vooraan staan, onder luid protest van de anderen. Dan komt tegen twee uur Lyon in zicht. Tegelijkertijd begint 't te regenen, wat minder prettig is. Om 14.10 komen wij in Lyon aan. Net nog even tijd om een kwartiertje door de stad te lopen en een paar winkels binnen te gaan. Maar om 14.51 moeten we al weer verder, en dan gaat t. weer terug naar 't Noorden. Eerst door het mooie land van Bourgogne, waar overal de wijn akkers op de heuVfels liggen met hun rijke „chateaux". In de oude hoofdstad Dyon stoppen we even om sinaasappels te kopen en ba nanen. Dit blijkt de hele tocht .steeds weer het beste voedsel te zijn om fit te blijven. Een paar sinaasappels en weg is de slaap en de vermoeidheid. No. 140 staat vlak achter ons en koopt bij 't zelfde tentje bana nen. Na Bourgondië komt het land van de Marne, en van St. Diziër tot Reims heb ik werkelijk een paar uur geslapen. De nacht is inmiddels opnieuw gevallen en weer zien we alleen het licht van onze koplampen en horen we het pittige en feilloze gebrom van on ze motor. De wagen houdt zich prima. Nog niets is er aan ge weest. Door de radio horen we even. een verslag van de Tulpen- rallye, en lachen we een beetje over de rijke fantasie van de re porter, die overigens een heel smakelijk verhaal opdist; en dan komt Reims. Een stad, waaraan we geen prettige herinnering zullen hou den. Nergens is de weg zo slecht aangegeven en om reeds 12 uui lijkt de stad al haast uitgestor ven. Wij rijden mis, en weer mis en nog eens een keer. Maar ein delijk zijn we er dan toch uit. Dan begint echter een ware duivelrit, want tot overmaat van ramp vergissen wij ons een uur bij de tijdberekening. Waarschijn lijk door onze slaperige hoofden, maar we berekenen dat voor een route van 180 km. nog maar 3 uur hebben, met inbegrip van de grens. Racen jongens, anders ha len we het niet meer! En ineens zijn we alle drie weer klaar wak ker en brullen we werkelijk door dé donkere nacht. Spoorlijnen en trambanen, die de weg kruisen, zijn geen oponthoud weer. Of ze goed of slecht liggen, geeft niet, vooruit maar, geen vaart minde ren, alleen maar „kop in, jon gens" en dan wil het wel eens, dat onze Hiilman met zijn vier wielen tegelijk van de grond springt. Maar ook de nieuwe Vredesteinbanden houden zich voortreffelijk, ze liggen muurvast, en we hebben geen lekke band ge had. Om 4.37 moeten we in Brussel zijn. Er zijn nog meer laatkomers en iedereen probeert het eerste aan de grens te zijn. Dan rijdt de ene verkeert, dan weer een an dere, maar ze blijven toch dicht bij elkaar. Wij binden op een ge geven ogenblik een nek-aan-nek race aan met een 39-er Lincoln- Zephir en... winnen deze, want we zijn het eerst aan de grens. En dan gebeurt het, dat we met snerpend gepiep om 4 uur 35 stoppen bij de controle en dat het blijkt, dat het nog maar 3.35 is. Ezels, die wij zijn! Enfin, 1 uur slapen voor ons alle drie tegelijk, is de beloning. In de vroege och tend van Donderdag komen wij weer terug in Nederland. Daar is alles subliem in orde. Aan de grens begint het al. Iedereen staat klaar om ons te helpen, en vanaf dat ogenblik is het waarlijk een zege tocht. Breda, Arnhem, Leeuwarden, Noordwijk. Overal verkeersagen ten, die een voorbeeld zijn van „Bij ons in de tropen" zijn aan bepaalde dingen, bepaalde namen en uitdrukkingen verbonden en zo gebeurt het onherroepelijk, dat een onderdeel, kersvers uit Ne derland, bij zijn- aankomst in In donesië wordt begroet met„Hé, daar heb je die Hollandse Nieu we Het is het ongeschreven recht van de oude rotten, die nieuwe lingen als onmondige „baroes" te behandelen en hen zij het dan op een zachtzinnige wijze te ontgroenen. Zij voelen zich groei en naast deze onervaren „jochies" en het is de gelegenheid bij uit stek om het hele arsenaal van sterke verhalen af te vuren. U zou dit onprettig en ongast vrij kunnen vinden, maar het is nu eenmaal de gewoonte en de nieuweling doet het beste alles met een rustige glimlach te aan vaarden. Wij waren gedurende enige da gen bij zó n bataljon „Hollandse Nieuwe", dat een week tevoren was gearriveerd en was onderge bracht op een suikerfabriek ten Zuiden van Probolinggo. Het comfort was er nu bepaald niet zoals ze dat in Nederland ge wend waren daar moeten immers de omstandigheden gedurende on ze afwezigheid van bijna dertig maanden zo ongelooflijk verbe terd zijn) maar was toch volgens de militair-tropische maatstaven redelijk te noemen. Het moet trouwens gezegd worden dat de jongens (meren deels afkomstig uit West-Brabant en Zeeland) er zich prachtig doorheen sloegen en al het onge rief met het nodige optimisme on dergingen. Er moesten stellingen rond hel I kamp worden gegraven. Schoppen ontbraken en zouden nog wel een paar dagen op zich laten wachten. Geen nood, met bajonetten en stukken blik werd de zaak in twee dagen voor el kaar gebokst. Enkele malen werd er 's nachts reeds een dankbaar gebruik van gemaakt, toen de fa briek beschoten werd. Een bende die in de omgeving rondzwierf, vond het blijkbaar lollig om de lui Wat schrik aan te jagen. Ze vergisten zich trouwens, want de wachtposten hielden zich goed en ze gingen zich niet te buiten aan wild vuren in de ruimte wat vaak de reactie is bij iets dergelijks. Het was natuurlijk een hele sen satie en onbekend' als ze waren met de omgeving, de mentaliteit van benden en de mogelijkheden van zo'n aanval, voelden ze zich verre van rustig. Enkelen zagen wat bleek om de neus, maar de meerderheid nam het nogal kalm op en mocht zoigts wel, zolang het maar niet al te bont werd gemaakt door de kerels aan de andere zijde van t prikkeldraad. Er werden je allerlei vragen gesteld, waar je smakelijk om moest lachen. Niet omdat ze zo dom waren, maar omdat ze je de den denken aan de tijd, dat je zelf diezelfde dingen vroeg en ande ren om je lachten. De meesten vonden het maar raar, dat er benden zo maar in je nabijheid rondzwierven en dat je die niet even ging opruimen. Ze konden zich niet indenken, dat je grote kans had op de verdach te plaats niets aan te treffen en dat zo'n troep er zelfs bij vuur- contact nog vaak in slaagde door ravijnen en dichte begroeiing te ontkomen. Ook afstanden en uitgestrekt heden waren voor hen een open baring. Ja, het zei toch heel wat. dat één bataljon een gebied be zette zo groot als Noordbrabant. Verder was er natuurlijk de stroom van vragen over ziekten, het al of niet gevaarlijk zijn van insecten, of officieren ook mee op patrouille gingen, of er vaak ver lof gegeven werd, wat nou eigen lijk een buitenpost was en al die dinqen meer. Bij elkaar genomen heerste er een prettige stemming en een op gewekte werklust. Dat maakte t dan ook mogelijk, dat reeds de tiende dag na aankomst een can- tine kon worden geopend, welis waar nog bescheiden aangekleed en nog niet ruim voorzien van al lerlei, maar die dan toch 't begin vormde van gezelligheid en ont spanning, twee artikelen, die op de duur voor iemand in de tro pen onmisbaar zijn. Toen we het bataljon verlieten, moesten we wel denken: „Die Hollandse Nieu we fikst het wel." Mangoendjaja ligt aan de rivier de Moesi in het hart van Zuid-Sumatra. Mangoend jaja is een naam die iets zegt, Mangoendjaja is een plaatsje die op de stafkaarten in Dec. 1948 met een pijltje aangege ven werd, Mangoendjaja is 'n boorterrein van olie. Maar de naam is momenteel belangrij ker dan de werkelijkheid. Olie is een vieze, kleverige sub stantie en de oevers van de Moesi bestaan uit modder en moeras, ook een vieze en kle verige substantie. En de sol daten van de ost-cie van 5-3- 'R.I., die hier zitten, voelen zich ook vies en kleverig, want de warme wind brengt weinig verademing en de bloedhete zon verdampt het water van rivier en moeras, zodat de atmosfeer vochtig en lauw is, de hele dag door. Na vijftien uur varen van Palembang, voorbij Sekajoe, verraden een paar „kerstbo men" de aanwezigheid van Blanda's. Om de laatste bocht van de eindeloos kurketrek- kende rivier worden goedangs loodsen en schuren zichtbaar. De eerste indruk is dezelfde als van Pendoppo of Djambi, waar ook olie-terreinen lig gen: boortorens, machines, buizen, pijpleidingen, turbi nes, tanks, vaten en wat nog meer des oliemans is. Bij nadere inspectie blijken de torens niet boven een put, doch boven modder te staan, de buiken van de machines branden niet, doch zijn uitge brand, de buizen en leidingen zijn tot verroeste en verbogen stangen verwaarloosd en alles wat eens glimmend of gepoetst metaal was, is nu bruin en vlekkerig. Cement is afgebrokkeld, wegen zijn vuil en verwaar loosd, stenen huizen verdwe nen. De militairen slapen in de houten sekolah, bureaux zijn in de vervuilde krani- woningen gevestigd. De be volking, met wat Chinezen en Indiërs, miert langs de kam pongweg tussen geiten, kip pen en honden. Wanneer men er een vorige-eeuwse trein bij denkt, zou dit het tafereel voor een film over landver huizers kunnen vormen. Nu is het slechts een kampong langs de Moesi, zoals er hon derdtallen zijn, in het hart van de moerasjungle van Z.- Sumatra, waar men weinig last van gasten of dienstrei- zigers heeft. De radio in de cantine enige verbinding met de pa radijzen van Batavia, Ceylon, Singapore en Sydney geeft non-stop-geluid, niet omdat men luistert in de gespannen hoop iets over demobilisatie op te vangen, maar omdat dit de enige ontspanning is. In deze streken, waar 5-3-R.I. nu reeds een goed jaar zit, is al leen Willy Vervoort doorge drongen en heeft de aalmoe zenier een keer een film af gedraaid; toevallig komen we op de terugweg een ander Niwa-gezelschap tegën. Dan gaat men de radio waarderen en vangt men ook allerlei ge ruchten over demobilisatie op. Soms arriveert ook hier de tandarts. Over dit noodzake lijke kwaad hoeft weinig ge schreven te worden: voor het leger is zijn prompte verschij ning op de voorste posten een mooie prestatie, voor ieder militair afzonderlijk een be nauwd en soms pijnlijk ge val. Ik zie liever een pelopper dan een tandarts, sprak een gezwollen kaak tussen twee teugen limonade door. Ook rijden in Mangoendja ja weer enkele burgers rond, die schade taxeren, herstel werkzaamheden plannen en aanvangen en van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de weer zijn zonder zich door naaste of verre toekomst te laten ontmoedigen. Tugboat's, LCVP's, Mirubboten en hek- wielers varen de Moesi op en af, four ageren en drijven handel. Ook hier in deze bar re woestenij zitten Nederland se militairen, die de zaak gaande houden. Zij vegen zich het bezwete voorhoofd af en zetten de radio aan, als ze van patrouille terugkomen. Leggen een pipercubvlieg- veldje aan in de rimboe en denken aan Gilze-Rijen, ma ken eindeloze prauwpatrouil les en denken aan de Holland se meren. Deze Brabanders fixen het wel! Heden ontvingen wij het droeve bericht uit Freiburg (Duitsch- land) dat aldaar is overleden in den ouderdom van 71 jaar onze lieve Moeder, Behuwdmoeder en Grootmoeder Mevrouw MARTHA KIRSCHNER geb. F«ldmann L. van Iersel-Kirschner J. van Iersel en Kinderen. Waalwijk, 2 Mei 1949. Dr. Van Royen heeft ver klaard, dat hij, na hetgeen hem ter kennis was gekomen over de resultaten van het be zoek van Moh. Rum aan Ban- ka, nog steeds hoopt, dat in de komende dagen het begin van het accoord zal worden ge vonden in het kader van het doel der voorbereidende con ferentie. VANAF 118.50 met ieer bezet 25.00 met buikband en ieer bezet. TEVENS ALLÉ REPARATIE'S 2eZElNE6a WAALWIJK IEDERE DONDERDAG van 11.- tot 4 uur. de Engelsche volbloedhengst Zondag 8 Mei a.s. hoopt onze geliefde dochter en zuster (Mej. G. Damen) haar plechtige geloften af te leggen in het klooster der Zusters Faanciscanessen te Oirschot. Familie W. DAMEN- OERLEMANS Leostraat 174Kaatsheuvel 1 gouden armband met slot 1 Sierspeld 1 Kinderpistool groote maat 1 Step (rood-zwart gevlamd) S. v. p. terug te bezorgen bij MATHIEU VESTERS Gasthuisstr. 14 KAATSHEUVEL GEVRAAGD: voor dag ol dag en nacht. G. WITLOX, Hoofdstraat 107 KAATSHEUVEL VANAF HEDEN zijn de boorden aangenomen Klokkanlaan 8 LOONOPZAND geen 15 cent maar 1 3 CSfll. Tevens DEPOTHOUDER GEVRAAGD voor Kaatsheuvel. op Kogellagers. Heistr. D 46 a SPRANG—CAPELLE Dressoirs vanaf f40.—, Linnenkas ten vanaf f40.—, Wastafels vanaf f 15.Theemeubels vanaf f 10 Vloerkleeden vanaf f 50Spiegels vanaf f 10—, Spiralen vanaf f 12 Haarden, Tafels. Bakfiets zo goed als nieuwEnz enz. VAN DER SLUYS, Laageinde 92 (voor 3 jaar goedgekeurd) Buitengewoon geschikt voorfok ken van luxe paarden. Dekgeld (50.- contant (behalve voor geregistreerde En gelsche volbloed merriën Vooruit bespreken bij Steenfabriek „DE RIETSCHOOF" Nederhemert (tussen Zaltbommel en'Heusden). TELEFOON 245 ZULT U VINDEN in de grote collectie fraaie muziekplaten bij WAALWIJK. in

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1949 | | pagina 7