I
J.c^aenea en u&etdaééen,.
Brabant s riante
ontspanningsoord
dLcn stukje, geschiedenis
„DE SCHOEN" 1949
TENTOONSTELLING=DE
SCHOEN 49
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DONDERDAG 21 JULI 1949.
2
R K. THUISFRONT
„DE SCHOEN" in
't Centrum van
natuurschoon.
Nu onze gemeente zich gaat
opmaken om in een groots opge
zette tentoonstelling de bezoekers
te tonen wat in Kaatsheuvel en
Loon op Zand wordt geprodu
ceerd en in de handel gebracht,
zou men zich kunnen afvragen
hoe in deze beide plaatsen de in
dustrie is gegroeid tot haar hui
dige omvang.
i n
23-27 JULI
LOON OP ZAND-KAATSHEUVEL
toonaangevend zijn in natio
nale zin.
Ook onze middenstand toont
zich van de beste zijde. Ook
hier dezelfde frisse tijdbegrij-
pende demonstratie van be
hoeftevoorziening in onover
trefbare vorm. Een rondgang
door de vele stands bevestigt
de waarheid in de slogan
„zoekt niet elders, dat gij
plaatselijk vindt" D.e midden
stand bewijst hier weer eens
te meer, dat zijn plaats aan
de sociale dis er een is van
een dominerend, dienend ka
rakter, de onmisbare schakel
tussen producent en consu
ment.
De organisators van „De
Schoen" 1949 hebben eer van
hun werk. Aan letterlijk alles
is gedacht. Ruime, sfeer-
scheppende gelegenheden tot
recreatie en vermaak brengen
de bezoeker der expositie een
welkome afwisseling na af
sluiting vanxzijn zakelijk be
zoek, terwijl de dagelijkse
schoenenshow als een pikant
„novum" mag worden begroet.
Dit alles, omlijst als 't ware
door het unieke Sport- en
Wandelpark, maakt de ten
toonstelling „De Schoen" 1949
tot een evenement van natio
nale betekenis.
Moge het zó zijn, dat deze
tentoonstelling voor onze
plaats een nieuwe periode van
opbloei inluidt, dan zal het
Kaatsheuvels belang dat hier
gaat bevorderd worden tevens
zijn een nationaal belang,
waarin de plaatselijke handel
en industrie als voedend cen
trum zijn te zien.
De Voorzitter dei-
Vereniging
„Kaatsheuvels Belang"
J. M. G. v. Kcmenadc.
Steunt onze Jongens in Indiè
STAND No. 11
't Was een gewichtig gebeu
ren in de geschiedenic van 't
Sport- en Wandelpark te
Kaatsheuvel, toen 7 Juli j.L
onder hoge belangstelling de
eerste steen voor de nieuwe
toegangspoort van het Sport
park door Burgemeester Mr.
R. J. Th. v. d. Heijden gelegd
werd.
Deze eerste steen betekent
in de poort zelf de verbinding
tussen fundament en verdere
opbouw van het sierlijk ont
werp, door Architect Edmond
Nijsten. Die steen betekent
nog meer! Die steen is de
hoeksteen tussen de eerste
aanleg en de verdere ontwik
keling van het Sportpark.
Die steen biedt waarborg voor
de uitgroei!
In 1933 is het eerste gedeel
te van het grote ontwerp dooi
de Heide Maatschappij in uit
voering ter hand genomen. In
een complex van 22 ha. bos
en heide zijn sportvelden ont
worpen, wandelpaden aange
legd, aangeplant met goede
densoorten en loofhout. Wat
de natuur daar biedt, is door
mensenhanden verfraaid. De
nieuwe toegangspoort, die een
waardige afsluiting vormt van
de dubbele Sportlaan, gepas
seerd, vindt men een verras
send ontspanningsoord. In de
lommer van oude dennen ligt
een goed ingerichte speeltuin.
Jaarlijks wordt de speeltuin
bezocht door duizenden kin
deren van in en buiten de ge
meente. De schoolvrije jeugd
uit dit centrum van schoen
industrie vindt daar haar ont
spanning. In dit natuurreser
vaat kan men jong en oud in
de vrije tijd aantreffen. In de
naaste toekomst zal dit riante
sportpark worden uitgebreid.
Uitbreiding van sportvelden
en aanleg van waterpartijen
staan op het urgentie-pro-
gram. Met vereende krachten
en daadwerkelijke overheids
steun wordt hier een ontspan
ningsoord uitgebouwd, dat in
geheel de provincie zijn weer
ga niet vindt.
In dit park gaat „De Schoen"
1949 van KaatsheuvelLoon
op Zand exposeren. Ook de
Middenstand heeft daar haar
tenten opgeslagen. Een scho
ner plaats is voor deze groot
opgezette tentoonstelling niet
te vinden. Door deze keuze is
het welslagen van de expositie
voor een flink gedeelte ge
waarborgd. E. R.
In het hartje van het gulle,
gastvrije en natuurschone
Brabant, ligt onze omvangrij
ke gemeente Kaatsheuvel
Loon op Zand, die de komen
de dagen de vriendelijke gast-
vrouwe zal zijn voor de dui
zenden belangstellenden die
een kennismaking met „DE
SCHOEN" 1949 weten te ap
preciëren.
Ook wij schatten het van
grote waarde, de talloze be
zoekers zo aangenaam moge
lijk op onze Tentoonstelling
te verwelkomen. Met deze ge
dachte, tot grondslag, besloten
wij „De Schoen" 1949 op te
trekken in het wondermooie
Sportpark, als representante
van het monumentale natuur-
ïeservaat, waarin onze ge
meente gelegen is. Tot stand
gebracht tussen een natuur
lijke begroeiing die voor velen
een openbaring zal zijn, kan
deze tentoonstelling qua en
tourage, een unicum genoemd
worden in de ruimste zin van
het woord.
Maar wat onze gemeente
aan natuurrijkdom te presen
teren heeft, blijft niet beperkt
tot de naaste omgeving van
de tentoonstelling. Uren en
uren kan men met volle teu
gen genieten van de „eeuwig
zingende bossen", rijk bevolkt
door de hierbij passendq fau
na, die de rustzoekende wan
delaar kalmeert en zijn dage
lijkse beslommeringen doet
vergeten.
Mogen we U even uitnodi
gen voor een tripje door onze
natuurrijke gemeente met een
respectabele oppervlakte van
5214 h.a.
Vanaf de tentoonstelling zet-
ien we koers naar de molen;
begeven ons dan Oostwaarts
naar het Loons Hoekje en ko
nen linea recta uit in Plant
oon, waar een keur-selectie
van bossen en laantjes U een
sfeervolle ontvangst bereiden.
Oe rijkdom van het berken-
neuken- en dennenlaantje is
liet te beschrijven. De natuur
oor kundige handen gedin
eerd, heeft hier een machts-
ertoon, dat niet anders kan
Jan imponeren. Met een weel
derige onderbegroeiïng van
Vmuikaanse eiken, vogelkers
en een frisse lijsterbes, vormt
iet gehele complex 'n schoon
heid die nog door te weinigen
'ewaardeerd wordt. Midden
n deze schoonheid is de Ach-
erste Hoeve gelegen, rustig
en bezadigd om de sfeer niet
te storen.
Met een kleine grensover
schrijding nemen we even de
Pessaert mee, om onze tocht
.e vervolgen naar de Loonse
duinen, waarvan de Roestel-
berg een ontspanningsoord
voor groot en klein de
joyeuse entree vormt. We blij
ven de duinrand even volgen
tot de Juul, waar we links af
slaan, om na een bezoek aan
de prachtig gelegen ijsbaan
een kijkje te nemer; in de
Mast, het oord met nare her
inneringen aan de voorbije
oorlog. Naast vele particulie
re bezittingen, treffen we hier
ook domeinen aan van: de
Vereniging tot behoud van
Natuurschoon in Nederland.
De Schuur wijst ons hier op.
Voortdwalend door Westloon
en het Land van Kleef, be
geven we ons opnieuw even
buiten de gemeente-grens om
ons wat rust te verschaffen
bij de ontspanning Bos en
Duin. Na een weldoende ver
frissing trekken we over de
gemeentelijke drainagevelden,
de Klampert en de Klokken-
berg naar de Kom van Loon
op Zand, om even de restau-
ïatie-werkzaamheden van het
Kasteel te bekijken en ons te
overtuigen van het verlies van
de prachtige beukenbomen en
de historie-rijke Ruïne.
Via de Loonseberg een uit
loper van de landduinen, gaan
we zigzag verder over het
Kraanven naar Huis ter Hei
de, waar we weer heerlijk
kunnen rondwandelen in de
bossen van de Unitas.
Natuurlijk worden de Plak-
ke en het Leike niet vergeten
en zonder dat we het weten
belanden we op het Galgen-
eind en stappen door het oude
veengebied De Moer en de
Paalstraat naar de Baan, een
oppervlakte woeste grond, die
reeds voor een groot gedeelte
ontgonnen is. Met een kwart-
draai naar rechts duiken we
op de Duikse hoef en steeds
maar smullend van schijnbaar
eindeloze natuurpracht nade
ren we via Efteling en de na
bij gelegen plantage het einde
van onze tocht, want op de
Heikant aangekomen staan we
plots weer voor onze Tentoon
stelling, waar U een welver
diende rust wacht in de schit
terende restauratie-tent.
Kan ons iemand beschuldi
gen van hoogmoedswaanzin,
indien wij zeggen trots te zijn
op een natuurreservaat, door
zijn uitgestrektheid en geva
rieerdheid, enig in de omtrek.
Zij, die bij gelegenheid van
een bezoek aan „De Schoen"
1949 een vacantie-uitstapje
willen verbinden, kunnen aan
de hand van deze gegevens
lustig rondzwerven in Gods
vrije natuur, waarvan de ge
meente Kaatsheuvel-Loon op
Zand het beschermheerschap
heeft. Piet Borsten.
Opvallend is daarbij dat deze
groei zich heeft ontwikkeld on
danks de minder gunstige geogra
fische ligging en de afwezigheid
van goede verbindingen langs
spoor- en waterwegen, welke om
standigheden in vroegere tijden,
méér dan bij het tegenwoordige
snelverkeer en vervoer, een beletsel zouden moeten vormen
voor een behoorlijke industriële ontwikkeling. Dat deze tóch
heeft plaats gehad wijst wel op een gezonde ondernemings
geest onder de bevolking.
De hoge schrale zandgrond noodzaakte de bewoners van
de oude heerlijkheid Loon op Zand uit te zien naar een an
dere bestaansmogelijkheid dan de landbouw. In de middel
eeuwen was dan ook het afgraven van turf. die in het weste
lijk gedeelte van de heerlijkheid werd aangetroffen, een der
voornaamste middelen van bestaan.
Deze turfwinning deed een nieuwe nederzetting ontstaan,
die met de benaming „vaartkwartier" van het moederdorp
(„straatkwartier werd onderscheiden, en die al spoedig
Ketsheuvel, later Kaatsheuvel, werd genoemd.
Een grote veenbrand maakte omtreeks 1600 een einde aan
deze tak van nijverheid, en thans herinneren nog slechts en-
cele plaatselijke benamingen, zoals Vaartkant, Oude Vaart,
Rode Veer, aan het vroegere bestaan van turfvaarten, waar
langs de turf werd vervoerd naar Holland en Gelderland.
Een nieuw bestaansmiddel werd gevonden in het thuis-
weven voor Tilburgse patroons, dat in de 16e en 17e eeuw
druk werd beoefend. In die tijd schijnt men ook te zijn be
gonnen met het vervaardigen van schoeisel, welke tak van
nijverheid in de Franse tijd reeds een der voornaamste mid
delen van bestaan was, hetgeen blijkt uit de bevolkings-re-
gistratie, op bevel van Napoleon in 1810 gehouden: 14 der
beroepsbevolking onzer gemeente was werkzaam in wat later
.de schoenindustrie zou worden. Het leerlooien is van latere
datum en werd in de 19e eeuw beoefend, hoewel de schoen
nijverheid toch het karakter van de gemeente in die eeuw
bepaalde.
Nadat aanvankelijk de schoen- en muilenmakers voor eigen
rekening werkten en hun waar langs de huizen uitventten,
kwamen de patroons naar voren, die de grondstoffen aan
kochten en door thuiswerkers de schoenen en muilen voor
hun rekening lieten maken en deze aan de tussenhandel af
leverden. In die tijd ontstonden geleidelijk de werkplaatsen
waar onder het oog van de patroons de knechten hun werk
verrichtten. De oudere inwoners kunnen zich deze „goede
oude tijd nog herinneren, toen men niet gebonden was aan
werktijden, toen men er niet aan dacht om op Maandag te
werken en men bij mooi weer de werkstoel in de steek liet
en elders vertier ging zoeken.
Niet te verwonderen is het, wanneer bij de overgang van
de 19e naar de 20e eeuw, toen de machine haar intrede deed
in het productie-proces, de verandering voor velen te groot
was. De machine bracht arbeidsverdeling en deed de fabrie
ken ontstaan, waarin op regelmatige tijden gewerkt moest
worden. De rust en de romantiek van de werkstoel verdwe
nen, het„Maandagvieren" moest, zij het waarschijnlijk onder
protest, worden opgegeven. Een machine immers kost geld
wanneer zij niet wordt gebruikt. Het gemoedelijke handwerk
moest plaats ruimen voor de zakelijke machinale productie
in de fabrieken.
Bovendien werd de verhouding tussen patroon en werk
nemer anders van aard. Zij werden als het ware meer van
elkander verwijderd.
Intussen moest met de machines aanvankelijk nog worden
geëxperimenteerd. Niet alleen waren deze nog gebrekkig,
men kende ook het productie-apparaat nog niet voldoende,
men moest het arbeids-tempo en de arbeidsprestaties nog be
palen.
Deze wordingsperiode der moderne schoenindustrie was
tegelijkertijd een schiftingsproces, waarbij alleen de onder
nemer die met zijn tijd mee kon zich heeft gehandhaafd.
Een nieuwe generatie die van jongs af aan met de fabriek
opgroeide, was nodig om de schoenindustrie in haar nieuwe
banen snel te doen uitgroeien, waarmede gelukkig een sociale
verzorging van de arbeiders gepaard ging.
De snelle groei der schoenindustrie dwong de leerlooie
rijen tot een soortgelijke ontwikkeling. Een nieuwe looi-ine-
thode bracht het looiproces terug van jaar tot 3 maan
den. Ook hier een kristallisatie die alleen de goed-geoutil-
leerde bedrijven deed overblijven.
Daarnaast ontwikkelde zich in de laatste jaren een hand
schoenen- en lederwarenindustrie van betekenis. Aan de uit
bouw van deze industrietak wordt met kracht gewerkt door
een aantal veelbelovende bedrijven.
Zo werd in een halve eeuw de schoennijverheid onzer ge
meente omgevormd tot een industrie van nationale betekenis,
met een productie van 2,5 millioen paren lederen schoenen
per jaar, hetgeen neerkomt op 1 /5 deel van de gehele Neder
landse schoenenproductie.
De opbloei na de oorlog werd evenwel niet uitsluitend
dienstbaar gemaakt aan verhoging van de kwantiteit, ook
aan de kwaliteit van, het product werd de nodige aandacht
besteed. Toen eenmaal een bepaalde graad van verzadiging
op de schoenenmarkt bereikt was, ging het publiek immers
eisen stellen. Dat aan die eisen wordt voldaan, daarvan gaat
„De Schoen" 1949 de bewijzen leveren.
Kaatsheuvel, Juli 1949.
M. H. J. VAN NIEUWSTAD,
Gemeentesecretaris.
BESCHERMHEER
Prof. Dr. J. E. DE QUAY, Commissaris der Koningin
in de Provincie Noord-Brabant.
ERE-COMITÉ
Ere-Voorzitter J. W. VAN HEESBEEN, Voorzitter
Kamer v. Kooph. en Fabr. voor de Langstraat.
Voorzitter Mr. R. J. TH. VAN DER HEIJDEN,
Burgemeester Gem. Loonopzand.
Leden
G. GROOTSWAGERS, Wethouder, Kaatsheuvel.
P. J. BROEDERS, Wethouder, De Moer.
M. H. J. VAN NIEUWSTAD. Gem. Secretaris.
Mr. E. M. J. A. SASSEN, Oud-Minister Overzeese
Gebiedsdelen, Vught.
H. MANNAERTS, Buitengewoon Lid Ged. Staten
Nrd.-Brabant, Tilburg.
Mgr. J. GROEN, M.S.F., titulair Bisschop van Shiba.
Apost. Vic., Bandjermassin.
A. J. VAN DEN BREKEL, Deken-Pastoor,
Kaatsheuvel.
F. J. KLIJN, Pastoor, Kaatsheuvel.
H. SCHOENMAKERS, Pastoor Loonopzand.
AUG. MANNAERTS, Voorz. Federatie Ned. Schoen-
fabr. en voorz. Vakgroep Schoenindustrie,
Tilburg.
Mr. B. J. M. VAN SPAENDONCK, Alg. Seer. Ned.
Kath. Werkgeversver., Tilburg.
Mr. Dr. N. H. L. VAN DEN HEUVEL, Dir. Dioc.
Middenstands Ver., 's-Bosch.
F. BRUSSEL, Voorz. Ned. R.K. Fabr. Arb. Bnd.
St. Willibrordus, 's-Hage.
J. VAN HAM, Notaris, Kaatsheuvel.
J. VAN KEMENADE, Voorz. Ver. Kaatsheuvels
Belang, Kaatsheuvel.
R. E. H. RAAYMAKERS, Med. Drs. Arts,
Kaatsheuvel.
H. W. A. SMALS, Med. Drs. Arts, Loonopzand.
P. J. M. WIJTENBURG, Med. Drs. Arts, Kaatsheuvel.
Lii iu
H. oCHICKEKQANTZ
VERKLARING DER TEKENS:
1. Tentoonstellingshallen 6. Tennisbanen
2. Lunapark 7. Watersport
3. Sportvelden
4. Tribune
5. Paardensport
8. Wielerbaan
9. Speeltuin
10. Paviljoens
11Paardenstal
12. Bos
13. Visvijver
P. Parkeerplaats.
Wanneer straks duizenden
bezoekers „DE SCHOEN" 1949
in het Sportpark zullen be
zoeken, is dit niet de eerste
maal dat duizenden dit unieke
park bezoeken.
De laatste 15 jaren immers
heeft vooral het Sportpark de
ontwikkeling van diverse
sporten mogelijk gemaakt en
de Kaatsheuvelse sportclubs
hebben het in die afgelopen
jaren zover gebracht dat hun
prestaties van meer dan loca
le betekenis werden en daar
door een massa publieke be
langstelling trokken.
Momenteel is er iedereen
van overtuigd dat een indu
strieplaats de nodige recrea
tie-ruimte en sportvelden no
dig heeft. In het begin der
dertiger jaren was dit inzicht
niet aanwezig en de ontwik
keling van de sport hier ter
plaatse heeft bewezen dat op
de allereerste plaats aan en
kele voorwaarden moet zijn
voldaan wil er van een be
hoorlijk georganiseerd en op
voedend sportleven sprake
zijn.
Wil een dorp op sportgebied
iets betekenen, dan moet o.i.
aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
1. Men moet beschikken
over de nodige bekwa
me leiders.
2. Men moet beschikken
over de nodige goede
speelvelden en goede
lokalen.
3. Een gezonde financiële
opzet.
4. Eenheid en geen ver
snippering in een be
paalde tak van sport die
in groot verband naar
buiten moet optreden.
Punt 1 is altijd het moeilijk
ste. Een sportclub waarin jon
gens van 13 jaar en ouder zijn
georganiseerd, moeten steeds
onder leiding staan, dit be
tekent dus dat niet alleen op
Zaterdag en Zondag de leiding
in de weer moet zijn, maar
practisch elke dag. Het meren
deel der leiders moet dus zijn
gehele vrije tijd in dienst van
de sport stellen en vanzelf
sprekend over de nodige be
kwaamheid beschikken. Op de
duur aan zal dit probleem ge
makkelijker worden wanneer
de actieve leden, die altijd in
groot clubverband hebben ge
speeld, een leidende functie
aanvaarden.
Punt 2 is ook een zeer nood
zakelijke voorwaarde. Wij leg
gen speciaal de nadruk op
goede velden en goede loka
len. Alleen van goed onder
houden velden en lokalen gaat
een opvoedende werking uit.
Punt 3. De financiële opzet
moet gezond zijn en gezond
blijven. In een sportclub wor
den begrotingen opgezet en
zuinig geleefd, maar elke gro
te sportclub heeft een aantal
kostenfactoren die precies 't
zelfde blijven, of de club nu
boven of onder aan de com
petitie-ladder eindigt. Wij
noemen reiskosten, velden,
kleed- en waslokalen, training
en materiaal.
Wij zijn er niet mee klaar
de jeugd een bal en een veld
te geven. Jeugd wil strijd en
jeugd wil prestaties leveren.
De strijd moeten zij gaan strij
den in andere dorpen en ste
den; dus reiskosten. Om op
de sportieve ladder te stijgen
moet er gestudeerd worden,
dus training en training onder
deskundige leiding, dus lei
ding die geld kost. Ómdat een
sportclub aan iedereen die de
sport volgens een opgesteld
reglement wil beoefenen
speelgelegenheid moet geven,
moet de club over méér vel
den, lokalen en materiaal be
schikken, dus meer investe
ring.
De uitgaven stijgen meer
dan de inkomsten in een
dorpsclub naar gelang er in
een hogere klas in landelijk
verband wordt gespeeld, om
dat een dorp uit eigen midde
len maar een beperkt aantal
bezoekers kan opleveren. In
het kort komt 't bij een finan
ciële opzet van een voetbal
club in de 2e klas K.N.V.B.
met 10 elftallen hier op neer,
dat de club uit contributies
en entree's alles kan betalen,
behalve de training.
Deze kosten moeten worden
opgebracht door de echte
sportliefhebbers, de clubaan
hangers, die onder alle om
standigheden hun club trouw
blijven en zij die er prijs op
stellen dat de naam van de
ploeg op sportgebied naar
buiten wordt uitgedragen.
Punt 4 sluit zeer nauw aan
bij punt 1, 2 en 3. Bij ver
snippering in een zelfde tak
van sport komt punt 1 in de
knel (bekwame leiders) punt
2 (goede velden en lokalen)
en zeker punt 3 (de financiële
basis).
Wordt er versnipperd, dan
klopt de begroting niet meer
en het allereerste waarop be
zuinigd wordt is de training,
dat weer tot gevolg heeft dat
de prestaties gaan dalen. Het
is daarom op een dorp een ge
biedende eis dat de éénheid
gehandhaafd wordt, wil men
niet zeer veel moois kapot
maken.
Is aan deze voorwaarden
voldaan, dan bestaat er een
zekere garantie dat 't sport
leven zich ontwikkelt tot ple
zier en lering van de jongens
en tot ontspanning van de kij
kers. Is het reeds van grote
betekenis dat de kijkers naast
hun werk er een gezonde en
goedkope liefhebberij op na
houden waarover zij de ge
hele week kunnen spreken en
lezen, de sportman leert in
zijn club spelenderwijs dingen
die hem ook in het dagelijkse
leven van pas komen. Hij leert
dat hij met 10 andere moet
samenwerken om iets te be
reiken, hij leert dat er van de
elf een grote baas is op het
veld, zijn aanvoerder. Hij
wordt op het veld gestraft als
hij het reglement overtreedt
door de scheidsrechter. Hij
leert dat er, wil hij als sport
man iets bereiken, getraind en
aangepakt moet worden. Hij
weet na enkele jaren oefenen
door onderlinge samenwer
king en besprekingen een be
paalde, beredeneerde tactiek
toe te passen.
De clubleiding moet steeds
in de weer zijn deze sport-
deugd aan te wakkeren en van
de andere kant zorg dragen
dat de sport niet overdreven
wordt. Daarom heeft elk sport-
lid maar één, af en toe twee,
oefenavonden in de week, met
op tijd beginnen en op tijd
eindigen. Zodoende controle
voor de ouders en nog tijd
voor studie of andere zaken.
Tot slot nog dit: Wij heb
ben dit artikeltje geschreven
op verzoek en de gedachten
hierin neergelegd zijn zuiver
persoonlijk. De tijd ontbreekt
ons leiders nu eenmaal van
alles kennis te nemen wat er
de laatste jaren over sport
wordt geschreven. Is sport, en
dan de voetbalsport in het bij
zonder, een noodzakelijk
kwaad, een eis van de tijd?
Zijn er geen belangrijker,
mooiere dingen voor de jeugd,
b.v. muziek? Wij geloven het
wel, maar daarnaast vraagt de
werkende jeugd om de sport
die nu eenmaal ook geleerd
moet worden. Het is echter in
genedele onze bedoeling om
alleen het voetballen als al
leen zaligmakend te beschou
wen. Onze leiders, die ook in
tal van andere verenigingen
een functie bekleden,staan
daar borg voor.
Als voetballers doet het ons
veel plezier dat nu op het
Sportpark de grote tentoon
stelling „DE SCHOEN" 1949
wordt gehouden. Het Sport
park dat voor ons 15 jaar ge
leden werd aangelegd, dat
door de voetbalprestaties reeds
bekend is geworden, ver bui
ten ons gewest. Graag heeft
D.E.S. één van zijn broodno
dige velden opgeofferd, met
de vaste overtuiging dat zij
ook straks niet vergeten zal
worden. Sj. Smit
Voorz. R.K.V.V. D.E.S.K.