bezochten Drunen GLAS HEUSDEN NiEUWKUIK GEERTRUIDENBERG Het voormalig Cisterciënser- klooster ..Mariëndonk" te Elshout FEUILLETON HET RIJDEND MYSTERIE 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 25 JULI 1949. EERSTE LOKALE VERBETERING ZIJ ONS DOEL" Ook in Drunen zijn plannen gerezen. Zoals in heel veel plaatsen in onze omgeving bestaat er ook in Dongen een comité dat ieder jaar voor de ouden van dagen een uit stapje organiseert. Is het in de meeste plaatsen evenwel iets van de laatste tijd, in Dongen bestaat dit gebruik al bijna vijfentwintig jaar en het initiatief hiertoe werd genomen door de tegenwoordige burgemeester van Drunen, de oud-wethouder van Dongen, de Edelachtb. heer A. Snels. Woensdag j.l. ging men voor de 17e keer op reis (tijdens de bezetting is er van reizen natuur lijk niets gekomen), en via Ois- terwijk en den Bosch arriveerde men om pl.m. 6 uur in Drunen met auto's en autobussen. In de gymnastiekzaal van de Broeders zouden de oudjes ont vangen worden; de zaal was wel willend afgestaan door de Zeer- eerw. Heer Deken, keurig door de broeders versierd, de talel was prima verzorgd door de broeders geholpen door enkele meisjes en veel belangstellenden stonden ge amuseerd toe tc zien toen de oude mensen blij en vrolijk uit de auto's stapten. Maar niet zo gauw had den ze burgemeester Snels en Me vrouw in de gaten of iedereen ging hen begroeten, hen een hartelijk woordje toespreken en even ver tellen hoe het thuis ging. In de zaal sprak de burge meester, ook als oud-voorzitter van het comité de Oudjes een hartelijk welkom toe. Een grote verrassing was het voor hen toen onder de koffie tafel in een het gemengd koor Cantabile kwam binnen stappen en daar onder leiding van de heer Johan Verhoeven enkele mooie liederen begon te zingen, zoals Molenaars Dochterken, van Koop, Boertje van de Klerk, Wiegenlied van Curschman, Schön Rohtraut van Schuman en het Rijdcrtje van Olman. Het koor zong heel mooi en de ouden van dagen vonden 't erg leuk. Een aardige geste was ook, na de tractatie op perziken door burgemeester Snels, de trac tatie op kersen door de directeur van de veiling, de heer Boelen. Kortom, ze hadden het zo goed, dat er tenslotte nog een heleboel eierkoeken over waren, die wer den uitgedeeld aan een aantal Drunense ouden van dagen die verlangend buiten stonden te kij ken. Natuurlijk is er ook gespeecht. Wethouder Verharen uit Don gen, de voorzitter van het comité, was bang, dat, wanneer alle men sen in Drunen zo n goede stem hadden als de leden van Canta bile, de burgemeester dan de twee de stem zou moeten zingen. Maar burgemeester dr. Sweens stelde hem gerust, in Dongen speelde wethouder Snels ook altijd de eerste viool. Er waren natuurlijk woorden van lof en dank aan het adres van de Deken, de broeders, de dames-helpsters, en niet in het minst aan de leden en de direc teur van Cantabile. Ook van de kant der oudjes ontbraken de bedankingen niet en v. Tilburg, die met zijn 86 jaren de oudste van de reizigers was, stak een gloedvolle speech af van wel een kwartier. En een ander bewijs van de levendigheid en de jeugdigheid van de Dongense oud jes was de zwaai aan de ringen die een 73-jarige gymnast maakte. Om half 9 vertrok men weer; maar men liet een goede indruk achter. En de stemmen die wij beluisterden, o.a. die van Burge meester Snels, waren heel enthou siast en zouden niets liever wil len, dan dat er in Drunen ook zo iets georganiseerd zou worden. Binnenkort zal er daarom een ver gadering bijeengeroepen worden. En ongetwijfeld zal dan iedereen zijn medewerking verlenen, om ook de Drunense oudjes een pret tig uitstapje te bezorgen. ii. Nadat we in onze vorige bij drage gesproken hebben over de geschiedenis van dit kloos ter in het algemeen, gaan we nu eens zien wie zoal de bewoners zijn van dit klooster en welke functionarissen zich alhier bevin den. Allereerst treffen we er aan een groep monniken. In zijn oorspron kelijke betekenis duidt het woord monnik iemand aan, die afge scheiden en afgezonderd van dé wereld leeft, en door zijn geloften bijzonder aan God is toegewijd. Naast,. deze voornaamste groep treffen we er ook novicen aan, die eerst hier hun proeftijd door maken om tot het monnikschap te komen. Een ander niet min der voorname groep van perso nen zijn de lekebroeders. Ook zij legden geloften af, maar vervin gen de monniken bij den arbeid, wanneer deze hun werk, n.I.: „Het Opus Dei" verrichten. Naast de groep van religieuzen treffen wij een andere groep van personen die nauw aan het kloos ter verbonden waren. In het „Li- ber Usuum" heten ze „familiares een instelling, die wel iets weg heeft van de „Derde Orde", die we later in de Kerk zien inge voerd. De „familiares" waren geen knechten, maar ook geen eigenlijke leden van de gemeente; wanneer in de eerste tijd van de Orde sprake is van familiares moeten we daaronder „donati" ol „oblati" verstaan. Deze gaven al hun goederen aan het klooster, werden als broeders behandeld en deelden zo in het leven en ster ven in al de geestelijke goederen van de Orde. Zelfs waren er ge huwden onder hen. Zij deden geen professie, droegen lekenkle- ding en werden te werk gesteld op de hoeven of in de omgeving van 't kloosetr. Het Cisterciënser Menelogium maakt in de korte levensschets van de overleden le den van de Orde, die in geur van heiligheid stierven, geen onder scheid tussen de verschillende klassen van personen. Toch kan men er niet aan twijfelen, dat ve len, die daar „broeder" genoemd worden of bij wie van een intre de in de Orde sprake is, slechts in bovengenoemde zin „oblaten" waren; zo bijvoorbeeld Tescelinus, de vader van St. Bernardus en anderen van meer gevorderde leeftijd, die hun laatste jaren op de abdij te Clairvaux doorbrach ten en er stierven. De „familiares" van een latere tijd (dus ook ten tijde van het be staan van dit klooster Mariën- donk) droegen het religieuse ha bijt en hadden het hoofd gescho ren. Eerst legden zij geen geloften af, maar deden belofte van ge hoorzaamheid in de handen van de prior. Hun levenswijze was minder streng dan die van de monniken. We lezen in de kroniek van dit klooster, dat Prior Everardus van Goch in 1439 bij het stichten van Mariëndonk, behalve enige paters en broeders ook mede neemt een zekere Joannes Gosuini, laicus donatus, wat wil zeggen, Joannes Gozewijns, lekedonaat. Zulke donaten konden een klooster grote diensten bewijzen voor het afdoen van allerlei za ken, waartoe kloosterlingen uiter aard niet zo geëigend zijn, als het beheren van landerijen en derge lijke. Onder de officianten van het klooster neemt de prior van dit klooster de voornaamste plaats in. Hij is de geestelijke en tijde lijke vader van de ganse klooster familie en van ieder in het bij zonder. Daaruit vloeien al zijn verplichtingen voort, die de H. Benedictus in deze twee hoofdre gels schijnt te willen samenvatten. Steeds moet de Prior er aan den ken dat hij in het klooster de plaats van Jezus Christus be kleedt, en er alles verrichten moet, wat Jezus zelf zou doen, indien hij persoonlijk en zichtbaar in het klooster tegenwoordig was. Hij moet de zorg voor de volmaakst mogelijke naleving van den H. Regel als zijn hoofdplicht beschou wen. De Prior heeft het volle en hele bestuur van zijn klooster, ro wel in het geestelijke als in het tijdelijke. Hij benoemt de Sub prior, Magister, biechtvaders en verdere officianten. De Prior begint alle uren van het klein officie, behalve de Lau den en hij eindigt deze met het vers Dulce nomen. Op het einde van het groot officie zegt hij het vers Fidelium. Hij celebreert op de plechtige feestdagen, alsmede ook de begrafenis van een lid van de gemeente. Hij wijdt de as, kaarsen en nieuw vuur. Na hem komt als voornaamste officiant de Subprior. Deze wordt benoemd door de Prior en is naar zijn mening voor dit ambt het meest geschikt om hem in het vervullen van zijn ambtsplichten bij te staan. De voornaamste plicht van de Subprior of liever de volstrekte vereiste hoedanigheden zijn: een onschendbare liefde voor den H. regel en de kloostergebruiken, een voorbeeldige ijver in het bijwonen van alle oefeningen, en gelijke maat van zachtmoedigheid en krachtdadigheid, die zo onont beerlijk zijn voor het behoud van de goede regeltucht en orde xn het klooster. Vooral moet hij alle middelen aanwenden om de vreJe en de liefde onder de broeders te bewaren, hen een algeheel ver trouwen voor de Prior inboeze men en daarom zelf het voorbeeld geven van innigste verkleefdheid aan de eerste Overste. Na de beide Oversten neemt de novicen meester wel de voornaam ste plaats van het klooster in. Hij is belast met de vorming van de religieuzen in hun eerste klooster- jaren. Van hem wordt daarom vereist, dat hij degelijk onderlegd is in alles wat de kloosterlijke staat en de H. Regel betreft om er anderen in te kunnen onder richten. Hij moet de novicen vor men tot nederige, gehoorzame cn geduldige monniken vol naas tenliefde en liefde zowel voor de inwendige als de uitwendige ver sterving. Een andere niet te onderschat ten post van verantwoording is die van cellerier, die de tijdelijke belangen van het klooster behar tigt en waarneemt. In naam van de Overste koopt en verkoopt hij en gaat verbintenissen aan. Daarna bezit elk klooster nog alsook Mariëndonk, een koster, cantor, Bibliothecaris, alsmede een gastenpater. Al deze functionarissen zijn ge hoorzaamheid verschuldigd aan de Prior en oefenen hun ambt uit in zoverre deze hun vrijheid van handelen geeft. Uit dit alles ziet men, dat onze Ordestichters aan alles dachten en ook voor alles tot in de uiterste punten gezorgd hebben. Onder de Middeleeuwse littera tuur neemt de geschiedenis van de kloosterorden zeer zeker een voorname plaats in. Deze kronie ken zijn door de monniken zeer nauwkeurig bijgehouden en uitge breid en zo van geslacht tot ge slacht ons overgeleverd. Wan neer wij deze geschiedenis door lezen, dan vinden wij hierin het kloosterlevén van de monniken van dien tijd beschreven. Men vindt hierin voorbeelden van man nen, zowel overste als onderdaan, die bovenal uitmuntten door een grote liefde tot God en de naaste. De omstandigheden, waarin zij leefden, waren dikwijls zeer hard en moeilijk voor de menselijke na tuur. Zij leefden dikwijls in nij pende armoede en hadden soms gebrek aan de meest noodzakelij ke levensbehoeften. Hun groot Godsvertrouwen werd echter nim mer beschaamd. In de grootste moeilijkheden wisten zij zich op te voeden tot een hoog mystiek leven en hun klooster tot een centrum te maken van geestelijke en stoffelijke welvaart. Met recht mogen zij met de andere kloos ters genoemd worden de grond leggers van geestelijke en stoffe lijke welvaart van ons vaderland. Zij waren in de Middeleeuwen niet alleen de brengers van het christelijk geloof, maar ook van de cultuur en de beschaving. Hun devies was: vrede met God en de mensen en hiernaar richtten zij al hun daden. Zij mogen daarom voor onze tijd als voorbeelden dienen. Onder deze kloosters mo gen we ook rekenen Mariëndonk, dat ook bet hare heeft bijgedra gen voor ons vaderland. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN EEN OORSPRONKELIJKE AVONTURENROMAN door d'ARGENTY. 31) „Moet ikhem verra den?" klonk het schor. „Ja Joop" zei ze zacht, „vóór hij jou en vóór jij je zelf verraadt". Zuchtend kwam de zware bus tot stilstand voor het stop licht en met een zucht van opluchting liet Lola zich kus sen door twee lippen, die het „ja" niet eens uitspraken. XVI. Vriend of vijand? „Aywaille" mompelde Rave- bek, terwijl hij vooroverboog om iets te onderscheiden van de don kere schimmen der verspreide huizen, waar het licht van de kop lampen juist niet aan tipte. Ze reden langzaam het dorp binnen over de slecht geplaveide hoofdweg van Luik naar het Zui den, langs de Amblève, een zij rivier van de Maas. Aywaille verschool zich zorg vuldig onder de donkere wolken, die het firmament afsloten en het zwakke licht der schaarse lan taarns tot nachtpitjes maakten in een diepduistere doolhof. Deson danks bereikten ze zonder onge- georganiseerd door de fok- en confrölevereniging De officiële opening van deze eerste locale fokveedag te Raamsdonk, werd gehouden door de Edelachtbare Heer Prinsen, burgemeester van deze gemeente. Aan de hand van enige cij fers brengt spreker het nut van deze vereniging naar vo ren. Bij de oprichting in 1937 telde deze vereniging maar 12 leden. Door oorlogsomstandig heden werd hier ter plaatse veel vee weggevoerd, doch na de oorlog is men weer op nieuw begonnen, zodat thans de vereniging een ledenaantal van 55 met een gezamenlijk aantal koeien van pl.m. 450 telt. In 1946 stond de gemid delde productie dezer vereni ging op 3570 kg. melk en 3,14 procent vet. In 1948 was het gemiddelde gestegen tot 4100 kilogram melk en 3,44 vet. De Edelachtb. Heer Burge meester dankte allen die me degewerkt hebben tot het or ganiseren van deze plaatselij ke fokdag en sprak de hoop uit dat deze fokdag stimu lerend zal werken op die vee fokkers, die nog niet van het nut der fok en controle zijn doordrongen. De heer Prinsen volgde met belangstelling, bij na de gehele keuring. Verder waren aanwezig: de heer v. d. Werff, dierenarts; dhr. v. Loon, directeur van de Coöp. Zuivelfabriek en Melk inrichting „RaamsdonkWas pik"; dhr. Castemiller, Hoofd van de Lagere Landbouw school te Raamsdonksveer; de heer Kleijn, voorzitter van de Waalwijkse Fokveedag, te Elshout. Door het groot aantal voor gebrachte koeien, moest ge keurd worden in twee ringen. De jury werd gevormd in ring I door de heer Ir. Tromp uit Breda en de heer Bossers uit Lage Zwaluwe. In kring II keurden de heren Koenraads uit Teteringen en Bastiaansen uit Terheijden. Klasse I. Stieren, ouder dan 10 maanden. Een 2e prijs voor de stier Gerrit I van G. Knaap, ter wijl Leendert van J. C. van Strien een 3e prijs werd toe gekend. Klasse II. Stieren, jonger dan 10 maanden. Eerste werd hier Rinkie's Adema van J. de Craen. Stier tje met goed beenwerk, mist nog iets achter de schouder. Tweede werd Jeltjes Ade ma 3 van Arn. Bink. Derde werd Peter, van J. J. Boons- Staal. Klasse 3. Melkgevende R- en S. koeien, geboren vóór 1 Ja nuari 1944. Een beste klasse melkkoei en, waarvan verschillende met sterke bouw nog op hoge leeftijd. Hier werden 5 eerste, 5 tweede en 4 derde prijzen gegeven. No. 1 werd „Aaltje 2 137598 S" van P. de Bont, een typische melkkoe met ruim kruis en goede productie. Klasse 4. Melkgevende R- en S. koeien, geb. na 1 Jan. '44. Een grote klas melkkoeien met enkele typische koeien aan de kop. Eerste werd hier „Marie 3" 364023 R.v.J. van A. Roovers. Een goede, typi sche melkkoe, met iets slappe achterbenen. In deze klasse vielen 3 eerste-, 5 tweede- en 5 derde prijzen, terwijl de laatste 4 nog een eervolle ver- lukken de brug en onmiddellijk daarop de verwaarloosde gevel van het „Hotel du Commerce", waar het gezelschap de nacht wil de doorbrengen. Een beetje vermoeid door haar lange dagtaak slofte Lola naar Hsieh-Fu's privé-compartiment om hem te berichten dat de eerste dagreis ten einde was. Ze vond Ossewaarde gezeten in een stoel tegenover de diplomaat met een krant in zijn hand, waarvan de vreemde letters haar aandacht trokken. De Chinees zelf soesde was. „Aywaille, gentlemen". Aan de andere kant ging gelijk de andere schuifdeur opzij en verscheen de kleine figuur van Liselotte. Hsieh-Fu schrok wak ker. „Ay-what?" „Aywaille, Yi-ku!" zei de secre taresse aan de overkant. Met een ruk schoof Lola haar deur dicht. Yi-ku! Twijfelaar aan de Ouden! Ha, Liang-sjin had zich verraden. Ze sprak Chinees. Be ter misschien dan Nederlands, waarin ze soms de woorden door elkaar haspelde. Yi-ku zei ze te gen haar baas! Een belediging. Dus die kon ze zich veroorloven Meneer de diplomaat liet dus met zich sollen. Liet zich bespot ten, waar anderen bij waren. Nee, een krachtfiguur was hij niet. Voor de rol van Gouden Masker niet zo geschikt Ze hief het hoofd op, omdat ze de stem hoorde van Flipje. „Ik waarschuw u, meneer Wie lewaal. Juffrouw Lijnders loert op u. Ik zou maar niet met haar om gaan!" Wat spookte die halve gare nu weer uit, de chauffeur intimide ren? Bang maken voor haar? Daar bromde de stem van joop: „Ik waarschuw u, meneer van Natteluur tot Droogenbroeck. Juffrouw Liang-sjin loert op u. Ik zou maar niet met haar omgaan! Lola proestte het uit, kon zich toen helemaal niet meer bedwin gen toen ze het onthutste gezicht zag van Antonio Gerardus Leo pold Marinus Flipje, die het voor werp van z'n verdachtmaking niet zo dicht achter zich vermoed had. „O Joop", hikte zij, „pas op, joh, ik loer op je!" „Pas jij op!" riep de op heter daad betrapte student verbolgen uit en hij schuimbekte bijna van woede. „Ik loer op jou en ik zal je te pakken krijgen ook! Gemene bedriegster, je spel is uit! Zo lang zamerhand begin ik te begrijpen waarom ik zo plotseling als je verloofde moest doorgaan. Met die Kareltje was het ook al niet in orde, hè? En nu probeer je deze jongen in te palmen en voor jouw wagentje te spannen. Zal je niet lukken, meisje. Ik ben er ook nog. Ik weet wie je bent en waarom je hier meerijdt. Pas maar op, dat je niet in conflict komt met het Gouden Masker!" „Doe niet zo dwaas. Flipje" verzocht ze. „Vertel liever eerst even waarom je zo boos bent op me." „Boos ben? Waarom ik boos ben? Wéét je dat niet? Vermoed je dat dan niet eens? Snap je niet, dat een verloofd meisje verplich tingen heeft? Dat ze zich niet zó maar mag laten kussen? Dat..." „O, is het dót. De jonkheer is melding kregen. Bij deze laat- sten waren er enkelen van 't grovere, meer ouderwetse ty- Pe- Klasse 5. Melkgevende fokreg. koeien, geb. vóór 1945. Een grote, iets minder uni forme klasse, met een viertal typische melkkoeien voorop. In deze klasse 4 eerste-, 4 twee de- en 3 derde prijzen en 4 eervolle vermeldingen. Bij deze laatsten nog al afwijkin gen in kruis en benen. Eerste werd hier „Jaantje" van J. J. Boons-Staal. Klasse 6. Melkgevende fokreg. koeien, geb. in 1945. Matige klasse met „Bertha" van S. v. Dongen als eerste koe met goede melktekens. In deze klasse 2 eerste-, 3 twee de- en 2 derde prijzen. Klasse 7. Hoogdrachtige R- en S. koeien. Kleine klasse, met ruim ge bouwde dieren, enkele iets zwak op de achterbenen. Eer ste werd hier, na arbitrage, „Dina 198100 S" van S. van Dongen. In deze klasse 2 eer ste- en 3 tweede prijzen. Klasse 8. Hoogdrachtige fok- register koeien. Zeer kleine, matige klasse. Ha prijs voor „Dina 6" van Th. de Bont. lib prijs voor „Rika" van A. J. Zijlmans. Klasse 9. Volbloed melkvaar- zen, al of niet drachtig. Regelmatig, doch wat wei nig ontwikkelde vaarzen, met twee typische vaarzen aan de kop. Eerste werd „Nellij" van J. J. de Bont. Klasse 10. Hiervan waren slechts twee dieren aanwezig. Eerste werd „Nellij" van H. Dank, een zware, iets minder typische vaars. Klasse 11. Twee-jarige vol- bloedvaarzen. Een grote klas met twee beste dieren voorop. Eerste werd „Jetje 4" van A. J. C. W. v. d. Heijden Zonen Waalwijk Tel. 443. de Bont. Goede diepe vaars. Klasse 12. Fokreg. vaarzen, geboren in 1946. Een zeer goede uniforme klasse melkvaarzen, waaron der 4 eerste- en 3 tweede prij zen. Eerste was „Beatrix" van H. Dank. Klasse 13. Fogreg. vaarzen geboren in 1947. Deze klasse werd gesplitst in oudere en jongere vaarzen. Eerste van de oudere vaar zen werd „Dina XI" van Th. de Bont. Eerste van de jon gere vaarzen werd „Betzy II" van Th. de Bont. Klasse 14. Van deze klasse waren er 6 aanwezig. Voorop kwam hier „Nellij II" van P. de Bont, geb. 24-12-'48. Na deze individuele keu ring werden de moeders met afstammelingen geplaatst. Hiervan werd nummer één de groep van: A. J. C. de Bont. 2e P. J. de Bont. 3e Wed. A. C. de Bont. Hierna werden de groepen van één eigenaar bij elkaar gezet. A. J. C. de Bont kreeg een le prijs voor zijn groep met 6 dieren. Beter was 't geweest, wanneer hij er maar vijf, in- ARBEIDSBUREAU WAALWIJK. Vraag en Aanbod. Worden gevraagd s Diverse vr. krachten. Div. fabr. stiksters voor Schoen- en lederw. fabr. Enige schilders Enige metselaars. Een flinke bezorger plm. 20 j. Geroutineerde handsch. stiksters voor lederw. fabr. Pantoffelstiksters voor de fabr. Twee aankomende plaatwerkers Enige timmerlieden. Een jongste kantoorbediende 14/15 jaar. Twee jeugdige magazijnbed. Een huishoudster. Een boerenknecht. Een propagandiste/verkoopster (gunstige voorwaarden). Een overleersnijder en een af- lapper v. Prov. Utrecht (ongeh.). Bieden zich aan Een zandvormer. Enige landbouwhulpen. Een chauffeur. Enige meubelmakers. Twee leerling meubelmakers. Een constructiewerker. Een radio-monteur. Een boekhouder-correspondent. Een vertegenwoordiger. Enige grondwerkers. Een hulpmodelleur. Kantenschrooiers en aan- kloppers. Overleersnijders en een bij- tuiger. Twee machine-bankwerkers. Een geroutineerde telefoniste. Een typiste. Thuisstiksters met jnachine. Een assistent looimeester. Een aankomende handzwikker. Een verstelnaaister. Aank. mann. en vr. kantoor bedienden voor magazijn- en kantooradministratie. Aanmelden dagelijks' tussen 9 12 uur v.m. op het Arbeidsbureau Waalwijk, Grotestr. 339. Tel. 63. Deze bekendmaking is geldig vanaf 25 Juli t.m. 30 Juli 1949. Het Arbeidsbureau Waalwijk verstrekt ook inlichtingen aan ad- spirant emigranten. plaats van 6 geplaatst had, waardoor de groep nog uni former geweest was. Uitslag van de groepen van 3 en 4 koeien: Ia P. de Bont met 4 koeien. Ib Arn. Bink met 3 koeien. Ic W. de Wit rnet 3 koeien. Ha J. Boons-Staal met 3 koei en. lib H. J. Dank met 3 koeien. lie S. van Dongen met 3 koeien. lid H. T. Dank met 3 koeien. Ilia P. de Bont met 4 koeien. Illb P. Boons. IIIc Th. de Bont. Hid J. J. de Bont. Men moet steeds trachten een zo groot mogelijke unifor miteit te verkrijgen. Men kan beter volstaan met 3 unifor me dieren, dan 4 of 5 dieren waarvan er één tussen is waardoor de uniformiteit sterk terugloopt. Kampioene werd „Aaltje II" 137598 S van P. de Bont. Koe met goed exterieur en kg. melk kon in het vet iets hoger zijn. Res. kampioen: „Dina" 198100 S van S. van Dongen. Wij menen te mogen op merken dat deze eerste fok dag, die te Raamsdonk ge houden werd, geslaagd mag heten. Het materiaal dat aan wezig was, alsmede regeling en verzorging op het terrein, was goed in orde. Na afloop sprak de heer P. de Bont als voorzitter der vereniging een woord van dank aan allen die hebben medegewerkt tot het welsla gen van deze dag, waarna de heer Tromp een korte indruk van deze fokdag weergaf. Ass. R.V.C. Bastiaansen. jaloers. Jij mag Liang-sjin natuur lijk wel omhelzen, hè?" De slungel bloosde als een schooljongen. „Pas maar op, knaapje", ver volgde zijn verloofde meedogen loos, „dat je niet in conflict komt met het Gouden Masker en wees mij maar diep dankbaar, dat je dank zij die verloving aan Karel tje ontsnapt bent. Kareltje had jou wel eens in kunnen rekenen, als hij geweten had van je verhou ding met Liang-sjin." De student droop af. Staart tus sen de benen. „Wie was dat, die Kareltje?" informeerde de chauffeur. „Kareltje? Dat is mijn baas. Meer mag ik je daar niet van vertellen, Joop. Zorg er voor, dat geen Kareltje je ooit te pakken krijgt, want dan zou het slecht met je aflopen." „U moet oppassen voor die conductrice", waarschuwde bin nen de veilige muren van een af gesloten hotelkamer een secreta resse haar tijdelijke meester. „Zij weet alles af van het Gouden Masker." Ze spraken Engels omdat Os sewaarde bij hen was. „Wat weet ze dan?" vroeg de ingenieur met een duidelijke frons in zijn voorhoofd. „Zij weet wie het is, wat hij doet, van de cocaïne en van 't geld in haar tas. Zij is geen ge wone conductrice. Zij spionneert." „Ik niet geloven", mompelde Hsieh-Fu. „Die tolk van u is ook niet te vertrouwen, Yi-ku" vervolgde Li selotte. „Die jonkheer speelt een dubbele rol hier. Hij smoest met Lola. Hij heeft geprobeerd mij uit te horen, maar ik heb hem uitge hoord. Hij geeft zich uit voor ge heim agent van de C.I.D. en voor spion van het Gouden Masker, net naar het uitkomt." Ossewaarde kwam overeind van het bed en stapte op de spreekster toe. „Wat voor bewij zen heb jij, meisje? Hoe kun je dat zo beweren, allemaal?" „O, die Lola bespionneert Hsieh-Fu. Zij kijkt in zijn koffers en heeft er ook wat uitgehaald. „Uitgehaald!" stoof de Chinees plotseling op. „Wat?" vroeg Ossewaarde dreigend. „Een zakje. Ik weet niet wat er in zat, maar 't was een zakje, zó groot." Ze gaf de maat aan met haar kleine handen. „Dit zakje?" In stomme verbazing staarde Liang-sjin naar het grauwe papier, dat Ossewaarde haar onverwachts voor de neus hield. „Ja, dat... dat was het. Ik zag het door het glas. Ze haalde het uit een valies en stak het in haar rechter uniformzak." „Dat klopt", zei de ingenieur tegen de gele man naast hem, „dit zakje heb ik uit haar uniformjas tevoorschijn gehaald. Je begrijpt zeker wel wat er in zit?" „No..." aarzelde Hsieh-Fu. „Cocaïne!" verklaarde Osse waarde kalm. Zijn blauwe ogen rustten op het tanige vel van de Oosterling, dat scheen te verble ken ondanks het geelachtige schijnsel van de brandende sche merlamp. Schoolreisje. De leerlingen der hoogste klas sen der O. L. school maakten on der leiding van de onderwijzers een reisje per bus naar Den Haag en Scheveningen. Bezocht wer den: t Mauritshuis, Panorama Mesdag, Binnenhof met gevangen poort en natuurlijk werd gezwom men en pootje gebaad aan het strand te Scheveningen. Geslaagd en bevorderd. Van de eerste naar de tweede klasse Sted. Gymn. te Den Bosch: H. Schimmel. Mej. v. Berge-Henegouwen slaagde voor het Mulo-diploma A. Op de Mode-Vakschool der Eerw. Zusters alhier slaagden voor lingerie de dames M. van Loon, C. van Rijswijk, N. de Vaan, M. Kleinloog en I. van Mierlo. Voor costuumnaaien: J. Trim- bach, W. de Vaan, R. Verheij, J. v. d. Fier, L. Schreuder, C. Meiresonne, M. Kleinloog, S. Kra- er. V.V. Heusden. Dinsdag a.s. vergadert de v.v. Heusden in café Verheij. De agenda vermeld o.m. jaar verslagen secr. en penningm., Ver kiezing bestuursleden, Aantal te spelen elftallen enz. Geslaagd. Dezer dagen slaagde aan de Universiteit van Leuven de Wel- eerw. Pater P. Vermeer O. Gist. alhier voor het doctoraal examen kerkelijk recht. Brandweer. Dinsdagavond werd door de Edelachtb. heer Burgemeester in het café van de heer Heijkant aan 21 leden van de Vrijwillige brand weer-brigade een volledig uniform uitgereikt. In een kleine toespraak kwam zijn wens naar voren dat de leden de korpseer hoog zouden houden. Terug uit Indië. Woensdag arriveerden de oor logsvrijwilligers de heren H. El- zerman en A. Waas, die beiden ruim drie jaren het vaderland in de Oost gediend hebben. De resp, buurten hadden een aardige ver siering voor de ouderlijke woning aangebracht, terwijl in de straten vanuit elke woning de nationale driekleur wapperde. ACHTER HET IJZEREN GORDIJN. Ruim 1500 priesters gedood, verbannen of verdwenen. Achter het IJzeren Gordijn le ven zestig millioen katholieken, die aan de zorgen zijn toever trouwd van ruim 22.000 priesters. Sinds het einde van de oorlog zijn in deze landen minstens 1500 priesters gedood, in de gevange nis geworpen of eenvoudig „ver dwenen". Dit cijfer berust op ge-, gevens, die de Vaticaanse admi nistratie uit de Oosteuropese lan den ontving. Maar de gegevens worden schaarser en komen moei lijker binnen, nu de Kerkvervol ging op last van Moskou en de Kominform verscherpt is. De zestig millioen katholieken in de landen achter het IJzeren Gor dijn zijn blootgesteld aan de gro te aanval op de vrijheid. Hun priesters vangen de eerste en ge vaarlijkste stoot op: zij verdwij nen en laten na enige tijd een le ge plek achter in de boeken van het Vaticaan. HAARLEMSE TRAM RAMT AUTOBUS IN ZANDVOORT. 14 gewonden; zes slachtoffers in ernstige toestand. Vrijdagmiddag om kwart over vijf heeft te Zandvoort een naar Haarlem rijdende tram van de Noord-Zuid Hollandse Tramweg Maatschappij een bus met 25 Rot terdammers geramd. Van de pas sagiers* een gezelschap vacantie- gangers, werden 14 mensen ge wond, van wie er drie zware, drie zeer ernstige en acht lichte ver wondingen hebben opgelopen. Vier ziekenauto's uit Haarlem en Zandvoort hebben de zes pas sagiers, die er het ernstigste aan toe waren, naar genoemde plaat sen gebracht. De oorzaak van het ongeluk is te wijten aan de chauf feur van de autobus, die niet goed op de hoogte was van de plaatse lijke situatie en geen aandacht heeft besteed aan het zogenaamde slingersein, dat is opgesteld bij de overgang aan de Bentveldseweg. MILITAIR HULPPLAN V.S. MAANDAG BIJ CONGRES. Truman vraagt 1130 millioen voor West-Europa. Na een bijeenkomst van het Amerikaanse kabinet op het Wit te Huis is officieel meegedeeld, dat president Truman Maandag 't regeringsprogram voor militaire hulp aan het buitenland aan het Congres zal voorleggen. Onder dit plan, dat de „ruggegraat" van het Atlantisch Verdrag moet worden, zal voor een bedrag van 1 milliard 130 millioen dollar Amerikaanse militaire hulp wor den verstrekt aan de leden van het Atlantisch Pact. Voor militai re hulp aan Griekenland en Tur kije, en waarschijnlijk ook voor Zuid-Korea en Iran (Perzië) zal in totaal een bedrag van 320 mil lioen dollar worden gevraagd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1949 | | pagina 2