Ondernemingsraden.
Waalwijkse en Langsiraaise Courant
Bestuur uitgebreid.
STRAATNAMEN IN
GROOT-VLIJMEN.
KEES DE RUI1TER.
Invloed van Provinciaal
Nederlandse Biljarlwereld huldigt
Een duideli)ke uiteenzetting.
Dit jaar kampioenswedstrijd
in Waalwijk?
MAANDAG 13 FEBR. 1950.
Uitgever
Waal wijkje Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO m HEI ZUIDEN
72e JAARGANG No. 14
Abonnement
lö cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
Twee grote strijdpunten.
De Tweede Kamer heeft verle
den week het wetsontwerp op de
Ondernemingsraden zonder hoof
delijke stemming aanvaard. Al
leen de Staatkundig Gereformeer
den en de Communisten waren
tegen. De eersten konden hun
stem aan dit ontwerp niet geven
omdat zij uit principiële overwe
gingen voorstanders zijn van een
volkomen vrije economie.
De kwestie van de medezeggen
schap in de bedrijven staat de
laatste jaren in het middelpunt
der belangstelling. En dat is geen
wonder. Als men het bedrijfsleven
zo wil organiseren dat er een sa
menwerking ontstaat tussen de
werkgevers en de werknemers
dit is inmiddels geschied in de
wet op de P.B.O. dan is het
logisch dat men zich niet alleen
met eën groep van bedrijven be
zig houdt, maar dat men ook aan
dacht schenkt aan de ondernemin
gen zelf.
Hoewel alle partijen behal
ve de bovengenoemde geen
bezwaren hadden tegen de hoofd
gedachte. die in dit wetsontwerp
tot uitdrukking was gebracht, kon
de Regering het toch niet eerder
in haar zak steken dan nadat zij
het op verschillende punten gron
dig gewijzigd had. Evenals bij de
P.B.O. moesten ook thans weer
compromissen gesloten worden,
compromissen hoofdzakelijk over
het vraagstuk hoe groot de Over
heidsinvloed moet zijn.
De vertegenwoordigers van dë
verschillende vakverenigingen heb
ben in de Tweede Kamer dit var
kentje bijna geheel gewassen. Een
wetsontwerp, dat door de man
nen van de vakvereniging wordt
behandeld, levert bijna altijd een
interessant debat op. -Veelal zijn
zij goede sp-ekers, helder als glas.
Het zijn de afgevaardigden die
iets met vuur en gloed kunnen
verdedigen en bestrijden.
Wat gaan de
Ondernemingsraden doen 1
De ondernemingsraden, die dus
samengesteld woiden uit arbei
ders en de werkgever in een be
drijf, krijgen een zeer belangrijke
taak. Allereerst op sociaal terrein.
Vraagstukken als vacantietijden,
werkroosters. ploegdiensten.
schafttijden, kleedgelegenheden e.
d. zullen punten van overleg
worden in deze raad. Maar dit is
niet het enige. Over de sociale
medezeggenschap van de arbei
der wordt practisch geen strijd
meer geleverd. De medezeggen
schap op economisch gebied ligt
echter heel wat moeilijker. Hier
omtrent bepaalt het wetsonwerp,
dat de ondernemingsraad voor
stellen kan doen en ook kan ad
viseren over de economische en
technische gang van zaken in het
bedrijf. Terwijl het hoofd der on
derneming tevens verplicht wordt
gesteld om periodiek mededeling
te doen omtrent de economische
gang van zaken. In het algemeen
kan men zeggen en zo staat
het ook in het wetsontwerp om
schreven dat de ondernemings
raad tot taak heeft, met erken
ning van de zelfstandige functie
van de ondernemer, bij te dragen
tot een zo goed mogelijk function-
neren van de onderneming.
De samenstelling.
In bedrijven met minder dan
vijftig man zal zo'n raad drie le
den tellen. Al naar gelang het be
drijf groter wordt, stijgt het aan
tal leden tot maximaal vijfentwin
tig. In bedrijven waar minder dan
25 man werkzaam zijn, kan men
in bepaalde gevallen ook een on
dernemingsraad oprichten. De ver
plichtstelling daartoe geschiedt
echter niet automatisch. Als voor
zitter van de raad treedt 't hoofd
der onderneming op. De leden
van de raad worden gekozen door
de arbeiders, die 21 jaar zijn en
die tenminste één jaar onafgebro
ken in het bedrijf werkzaam zijn.
Men kan slechts lid van de onder
nemingsraad worden als men 23
jaar is en drie jaar in de onder
neming heeft gewerkt. De candi-
daten worden gesteld door de
vakorganisaties. Iedere bedrijfs-
genoot mag echter kiezen. Het
toporgaan van het bedrijfsleven,
de Sociaal Economische Raad, zal
bepalen wanneer de verplichting
om een ondernemersraad in te
stellen, ingaat. Dit zal echter niet
langer dan drie jaar na het aan
nemen van de wet mogen duren.
In bepaalde gevallen kan de S.
E.R. ontheffing van de verplich
ting verlenen. Daarvoor is echter
de goedkeuring van de Kroon no
dig. Zolang de bedrijfschappen
nog niet zijn opgericht, zullen er
bedrijfscommissies uit groepen
van ondernemingen worden in
gesteld, die er voor moeten zor
gen dat de zaak goed marcheert.
Plaatsruimte maakt het uiter
aard niet mogelijk om alle interes
sante punten in het Kamerdebat
onder de loupe te nemen. Er wa
ren echter twee zaken, waarover
menig woordje is gevallen. De ene
kwestie ging over het verband
tussen de publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie en de Onderne
mingsraden; de andere over de
wijze waarop de candidaten wor
den gesteld.
Bij de behandeling van de P.B.
O. had de anti-revolutionair Sta
pelkamp een motie ingediend om
het wetsontwerp op de onderne
mingsraden in de P.B.O. te las
sen. Daar is toen niets van geko
men terwille van het compro
mis maar zo was er afgespro
ken deze motie komt aan de or
de bij de ondernemingsraden.
De anti-revolutionaire afge
vaardigde was ongetwijfeld een
enthousiast voorstander van dit
wetsontwerp. Van de oud-voor
zitter van de Chr. Vakbeweging
kan men ook moeilijk anders ver
wachten. Hij was van mening dat
de ondernemingsraden het werk
in de bedrijfstakken moeten be
zielen. Zijn de bedrijfschappen
eenmaal ingesteld, dan zullen de
bedrijfscommissies weer moeten
verdwijnen. Laten we dus rustig
wachten tot de bedrijfschappen
zijn opgericht, zo redeneerde hij.
Dan is de organisatie van de be
drijfstak gereed. En dan kan alles
veel soepeler verlopen. Grote
steun ondervond de heer Stapel
kamp van Mr. Beernink (C.H.)
die zich op het standpunt stelde
dat een ondernemingsraad slechts
nuttig is als de bedrijfstak er rijp
voor is. Die rijpheid blijkt pas na
de instelling van de bedrijfschap
pen. De v.v.d. was het daarmede
bij monde van de heer Korthals
vrüwel eens. Maar de heer v. d.
Born (arb.) liet een geheel ander
geluid horen. Dat betekent een
,.oo de lange baan schuiven", zo
rien hii de heer Stapelkamp toe.
want de bedrijfschappen zullen
heus wel niet zo vlug worden in
gesteld. Dat was een sterk argu
ment. Beide standpunten waren
echter niet te verzoenen. Daar
tussen in zweefde de k.v.p.-frac-
tie. Vroeger hadden de katholie
ken in geschriften er al uiting aan
gegeven, dat zij het wel met het
a.r. standpunt eens waren. Dat
ontkende de Keer Andriessen
(k.v.p.) ook geenszins. Maar men
moet niet vergeten, zo voegde hij
daar aan toe, dat het ontwerp
sindsdien belangrijk verbeterd is
geworden. De overheidsinvloed is
inderdaad na drie regeringswijzi
gingen veel geringer geworden.
De k.v.p. zat echter op de wip.
Stemde zij voor, dan werd de
motie Stapelkamp aaangenomen.
Stemde zij tegen, dan werd zij
verworpen. Met 19—50 stemmen
zag de heer Stapelkamp de hoop
op aanneming van de motie in
rook vervliegen.
De candidaatstelling.
Ongetwijfeld is de vakorgani
satie de draagster van de samen-
werking-gedachte. Aan haar strijd
is het voornamelijk te danken dat
dit wetsontwerp er is gekomen.
Vandaar dat er werd bepaald,
dat de vakorganisatie de candi
daten voor de ondernemingsraden
mocht stellen. Terwijl de niet-ae-
organiseerden alleen maar mogen
kiezen.
De heren Kikkert (c.h.) en Sta
pelkamp waVen maar matig met
deze regeling ingenomen. Zij stel
den zich op het standpunt, dat de
niet-georganiseerden nooit ge
toond hebben begrip voor samen
werking tussen werkgever en
werknemer te bezitten. Ook het
kiesrecht moet dus het monopolie
van de georganiseerden zijn. Het
felst tegen deze gedachtengang
keerde zich wel de heer Korthals
(v.v.d.), die zich op het stand
punt stelde, dat de ondernemings
raad het vertrouwen moet hebben
van heel het personeel. Ook deze
standpunten waren niet te vere
nigen en het slot van het liedje
was, dat men maar terugkeerde
tot de oorspronkelüke regeling,
die niet veel meer dan een com-
o-omis-reqeling is. Als nu ook de
Eerste Kamer dit wetsontwerp
noq goedkeurt -daar hoeft men
niet aan te twi'felen dan zul
len ook de arbeide-s om de groe
ne tafel komen. Van de stri'd-
phase is men nu te-echt oekomen
in de phase van het overleg.
De verkiezingen van de leden van de Provinciale Sta
ten staan voor de deur. De groslijststemmingen bin
nen K.V.P.-verband vinden 26 Februari plaats, waar
voor in de verschillende kringen een politiek advies is
uitgebracht. Deze staten-verkiezingen spreken niet tot
de verbeelding van 't kiezersvolk. Daarin zal verande
ring moeten komen, vooral nu de taak van het bestuur
van de provincie in het practische leven van alle dag
breder is geworden en de invloedsfeer groter.
Het werk van de Provin
ciale Staten beperkt zich niet
langer meer tot het behande
len van de jaarlijkse begro
ting, de vaststelling van de
keuren der waterschappen en
de toekenning van subsidies,
zoals in het verleden het kie
zen van de leden van de Eer
ste Kamer.
Het leven van alle dag leeft
en ontwikkelt zich zonder re
kening te houden met wetten
en voorschiften. De wetgever
holt nu eenmaal vaak achter
de ontwikkeling aan. Door de
grondwet van 1948 wees
niet bevreesd lezer, dat dit be
toog'te zwaarwichtig worden
zal en de Provinciale wet
van Thorbecke werd het pro
vinciaal bestuur ingeschakeld
in het organisme van 't Rijk
met tal van beperkende bepa
lingen, die men nodig achtte
om de herleving van 't „pro
vincialisme"1 en fcelfstandig-
heid der randgewesten te
voorkomen. Het rijk bouwde
'n groot machtig bestuursap
paraat op en de gemeenten
zagen de betekenis van hun
eigen gemeentelijk leven
groeien.
NIET BEVREDIGD.
Tweemaal per jaar kwamen
de staten bijeen, zij deden
trouw ieder jaar hun verant
woordelijk werk en keerden
dan huiswaarts met de groet:
tot ziens over een half jaar.
Maar de laatste jaren keren
zij niet bevredigd huiswaarts.
Er is een ontwikkeling gaande
die nieuwe eisen stelt.
De overbelasting van het
centrale staatsapparaat en de
daaruit voortvloeiende nood
zaak om het werk te verdelen
aan de ene kant en de onmo
gelijkheid voor vooral kleine
re gemeenten om bepaalde be
hoeften te verzorgen aan de
andere kant, hebben er toe
geleid dat het provinciaal be
stuur meer werd ingeschakeld
en gezien wordt als een be
stuur, waaraan bepaalde ta
ken kunnen worden overge
dragen en de uitvoering van
bepaalde rijkswetten en alge
mene maatregelen van be
stuur kan worden overgedra
gen.
Een groeiend provinciaal be
sef, een zich beter bewust
worden van de eigen aard en
eigen cultuur in de provincie
heeft mede geleid tot een gro
tere drang naar meer zelfstan
digheid .Vooral in de jaren na
de oorlog is deze ontwikkeling
snel gegaan. Op tal van gebie
den, economisch, sociaal en
cultureel heeft de Provincie
werk gevonden en wordt sa
menbundelend opgetreden.
Deze grotere, uit de zich
ontwikkelende omstandighe
den voortvloeiende werkzaam
heden en activiteiten moeten
uiteraard blijven binnen het
kader van het grote landelij
ke geheel. Een industrialisa
tieplan moet passen in de
plannen op dit stuk van zaken
van de regering. Slechts op 't
gebied van de cultuurpolitiek
heeft de Provincie vrijer spel.
Dit uitbreiden van de activi
teit van het provinciaal be
stuur en het geringe contact
van de statenleden is al eens
ter sprake gekomen tijdens 'n
vergadering der Staten en
toen heeft de Commissaris der
Koningin toegezegd informa
tieve bijeenkomsten van de
Staten te overwegen. Men
verkeert in een stadium, dat
nieuwe denkbeelden vorm en
stalte zoeken.
GROTER BELANG.
Er zijn tal van buitenwette
lijke organen ontstaan, zoals
provinciale raad voor de wel
vaart, provinciaal opbouw
orgaan en meer. Bij de ko
mende herziening van de pro
vinciale wet zal men onge
twijfeld met deze nieuwe ont
wikkelingen rekening houden
en zal men de zich wijzigende
verhoudingen wettig rugge-
steunen of zo nodig of ge
wenst onmogelijk maken.
Maar inmiddels blijven de
statenleden een onvoldaan
gevoel houden. Het zal van
belang zijn, dat de dagelijkse
besturen van de provincies,
gezien hun groeiende taak van
zelfbestuur of medebewind
een zekere verantwoordings
plicht krijgen tegenover de
staten. Dit zeldzaam vergade
rende college zal beter in
staat moeten worden gesteld
om zijn controlerende taak te
vervullen.
Samenvattend mag gezegd
worden, dat de verkiezingen
van de Provinciale Statij dit
jaar van groter belang zijn
dan dit voorheen het geval
was. En was voorheen de
functie van Statenlid al een
belangrijke en verantwoorde
lijke, de huidige ontwikkeiing
stelt nog hoger eisen. Dit zal
het kiezersvolk zich goed voor
ogen moeten stellen en wan
neer deze ontwikkeling door
zet zullen in de toekomst de
Statenverkiezingen ongetwij
feld ook meer tot de verbeel
ding gaan spreken.
Br. N.
IV.
Door de gemeenteraad van
Vlijmen zijn een aantal nieuwe
straatnamen ingevoerd. Ze zijn
meestal zeer treffend gekozen,
doch sommige zijn ingevoerd ten
koste van bestaande .eeuwenoude
benamingen.
Het lijkt een onbedoeld, maar
feitelijk meewerken aan de nivel-
'erende tendenz van onze lijd, die
b.v. ook in klederdracht en ge
bruiken alle herinnering aan het
voorgeslacht tracht uit te wissen.
We moeten tegen die stroom zien
op te roeien en trachten te be
houden wat nog bestaat. Al lijkt
het prijsgeven van historische
straatnamen iemand niet zo heel
erg, toch gaat het hier over het
„verleden", waarvan prof. Com
missaris zegt„een volk dat zijn
verleden vergeet, heeft geen recht
op de toekomst", zo schreef ons
pastoor Serrarens.
Het lijkt ons daarom zeer nut
tig door te gaan met de bespre
king van deze straatnamen, wel
ke reeds eeuwenoud onder de be
volking van Vlijmen tzijn ingebur
gerd.
Het hart van Vlijmen is sinds
mensenheugenis onbetwistbaar: de
Akker. Wij zouden Het ten zeer
ste betreuren als deze oude ver
trouwde naam eerlang moest gaan
verdwiinen om plaais te maken
voor de weinig originele naam
van Grotestraat.
De plaatsen in het Land van
Heusden werden oudtijds bannen
genoemd. En zo was de ban van
Vlijmen weer onderverdeeld in 5
zogenaamde quartieren of wijken,
t.w. de Dijk, het Dorp, de Hei
straat, de Wolput en de Har-
steeg. Deze indeling, die voor de
toenmalige administratie van zeer
groot belang was, vinden wij in
de oudste bronnen die ons ten
dienste staan, telkens weer terug.
Vandaar ons voorstel om de
straat, die door het dorp liep,
thans officieel Dorpsstraat te
(blijven) noemen. Want deze
straat komt ook op de wegenleg
ger van 1878 als dorpsweg voor.
Dorpsstraat is voor Vlijmen niet
zo maar een algemene weinig zeg
gende naam, doch een herinnering
aan de oorspronkelijke structuur
van onze plaatselijke gemeen
schap.
Dat een zo algemeen ingebur
gerde naam als de Mommersteeg
nog ten dode zou zijn gedoemd,
had wel niemand van ons kunnen
vermoeden. Er is in ons geheel
wegennet geen naam, die zó ty
pisch Vlijmens is als juist de
Mommersteeg, omdat een zeer uit
gebreid door en door Vlijmens
geslacht er zijn naam aan ont
leent. Alle dragers van de naam
Mommersteeg zijn immers terug
te voeren tot één gemeenschap
pelijke stamvader, die in het be
gin van de 17e eeuw aan de
Mommersteeg heeft gewoond. Het
wil ons dan doen voorkomen dat
deze naam nimmer mag worden
prijsgegeven en daarom stellen
wij voor, de gehele weg vanaf
van der Sterren tot aan café Ach
ten officiéél Mommersteeg te blij
ven noemen. Zoals gezegd is de
ze naam thans reeds algemeen in
zwang en bovendien zou 't naast
elkaar voorkomen van Haarsteeq-
se straat en Haarsteegse weg ge
redelijk aanleidinq tot misverstand
kunnen geven. Dit is o.a. nog wel
eens het geval te Breda, waar
men naast de Ginnekenstraat nog
de Ginnekenweg kent.
Toen de bewoners van Onsen-
oort vernamen dat het de bedoe
ling was de gehele provinciale
weg ten zuiden van de spoorlijn
voortaan Nieuwkuljkse straat te
noemen, hebben zij daartegen on
middellijk protest aanoetekend.
De naar voren gebrachte bezwa
ren zijn inderdaad steekhoudend.
De heerlijkheid Onsenoort strekt
zich vanouds uit vanaf de polder
sloot ten oosten van de portiers
woning bij de voormalige inrij-
laan tot aan de poldersloot ten
westen van de voormalige woning
van wijlen burgemeester van den
Broek. Daarom stellen we voor
het betrokken wegvak in het ver
volg Onsenoortse straat te noe
men, waartoe wij de volgende ar
gumenten zouden willen aanvoe
ren
a. De geschiedkundige beteke
nis van Onsenoort, welke heer
lijkheid, blijkens een recent onder
zoek, pl.m. 1356 zou ziin gesticht
door heer Jan van den Plassche
Ridder, bastaard uit het hertoge
lijke huis van Brabant,-
b. de volkomen uiteenlopende
geschiedenis van beide plaatsen.
Tijdens de Republiek behoorde
Nieuwkuijk tot de Meierij van
's-Hertogenbosch en bijgevolg tot
Brabant. Onsenoort daarentegen
tot het Land van Heusden en
mitsdien tot Holland. Eerst bij
keizerlijk decreet van 14 Mei
1810 werden beide plaatsen tot
een burgerlijke gemeente samen
gevoegd
c. het eenstemmig gevoelen der
bewoners, die daarin steeds zijn
voorgegaan door wijlen burge
meester van den Broek;
d. het feit dat de bewoners van
de zogenaamde Vlijmense kant
(D nummers) nimmer deel van
Nieuwkuijk hebben uitgemaakt,
wel daarentegen van de heerlijk
heid Onsenoort.
Hiermede hebben we dan we
derom enige van de oudste stra
ten behandeld en in een volgende
bijdrage komen we nog op meer
dere andere terug.
Het was Donderdagavond feest in café „Kees
de Ruijter". Hoe kon het anders, daar na de hul
diging door de Waalwijkse gemeenschap van
Woensdag, nu vooraanstaande figuren van de
Nederlandse Biljartbond aanwezig waren om hun
waardering uit te drukken voor de jonge Waal-
wijker die op zo'n fraaie wijze het Europees
kampioenschap in St. Etienne behaalde O
verschenen de burgemeester, die weer zijn beste
beentje voorzette voor Waalwijk, vertegenwoor
digers van het bestuur van Waalwijks Belang en
andere gasten.
Er heerste om een uur of
acht al een flinke drukte. De
twee biljarttafels stonden vol
bloemen, er zaten genodigden
en andere gasten en nog
steeds kwamen er meer bij.
Toen tenslotte de burgemees
ter en het bestuur van de Ne
derlandse Biljartbond, met de
voorzitter, jhr. dr. Mollerus,
gearriveerd waren, sprak de
voorzitter van het district de
Langstraat, de heer van Wan-
rooij een woord van welkom
tot de bondsbestuuvsleden,
vooral jhr. Mollerus, de bur
gemeester, de vertegenwoor
digers van Waalwijks Belang
en de vertegenwoordigers van
diverse sportverenigingen.
Daarna sprak de voorzitter
van de Nederlandse Biljart
bond, jhr. dr. Mollerus. We
kunnen helaas hier zijn
speech niet weergeven zoals
hij hem hield, want hij zat
vol puntigheden en geestighe
den die hier niet tot hun recht
zouden komen. Jhr. Mollerus
begon in ieder geval met te
verklaren dat hij niet tot de
volgende ochtend zou praten,
maar dat hij hoogstens een
kwartiertje leuterde.
Hij dankte eerst de burge
meester, zijn rechterbuurman.
Waar ook door de overheid
belangstelling werd getoond
voor de sport was de N.B.B.
representant van de dank
baarheid. De voorzitter had er
spijt van dat hij niet twee
avonden in Waalwijk had
kunnen zijn. Maar hij vond
dat de hulde uitermate voor
treffelijk was geweest en
dankte de burgemeester daar
voor als superkoryphee van 't
gemeentebestuur.
Jhr. Mollerus had Kees de
Ruijter vanaf 1933 gekend als
biljarter. Toen Kees 16 jaar
oud was had de voorz. gecor
respondeerd met zijn moeder
of de ionge biljarter niet in
de N.B.B. kon opgenomen
worden. Dat was toen onmo
gelijk, maar jhr. Mollerus had
gezegd, als je 16 was en je
hield vol, dan werd je ook 18.
Kees de Ruijter had diverse
fazen die ieder biljarter moet
doorlopen, overgeslagen, hij
had niet eens eerst een na
tionaal kampioenschap ge
haald. Maar de meest doorge
fourneerde stommeling op het
tournooi te St. Etienne, was
een Eelg geweest, die had ge
zegd Wacht maar eens,
ventje Bovendien had Kees
knoflook gegeten wat daar
na was gebeurd bleef buiten
beschouwing, maar hij had
een nieuwe lauwer toege
voegd aan de kroon van de
N.B.B.
Als superintendent van de
N.B.B. liet jhr. Mollerus ech
ter ook een waarschuwend
Woord horen Wees voorzich
tig. Kees begon nog maar, hij
moest zich niet laten mislei
den of opzwepen, maar de
eenvoudige jongen uit Waal
wijk blijven Keesje. Maar
het kwam ook niét elk sei
zoen voor dat een Nederlan
der ongeslagen kampioen
werd, terwijl hij nog pas bij
na 25 was en groten moest
verslaan als Van Hassel, van
de Pol en anderen. De jeugd
ging vooraan, aan de jeugd
was de toekomst en voor de
ouderen was eens de tijd ge
komen.
Jhr. Mollerus was blij dat
Kees de Ruijter de titel mee
naar Nederland had gebracht.
Op de vergadering van de
EUFAB zou de samenstelling
van de agenda aan de orde
komen. Voor het 40-jarig be
staan van de N.B.B. was een
punt van bespreking of er niet
een wereldkampioenschap of
een Europees kampioenschap
moest worden gespeeld cadre
47/2. Jhr. Mollerus zou er
voor ijveren of dit niet in Ne
derland gespeeld zou kunnen
worden. Hij nam aan dat hij
een slordig kansje zou ma
ken. Lukte het niet, dan be
loofde hij dat hij een landen-
wedstrijd tussen Nederland,
België en Frankrijk zou vra
gen. Hij bracht nogmaals
dank aan Kees de Ruijter, dat
hij in St. Etienne deze presta
tie had verricht voor de
N.B.B., die zijn macht ont
leende aan het geweldig con
glomeraat dat hij bijeen kon
brengen.
Ook had Jhr. Mollerus een
cadeau meegebracht, een klei
nood. Bij de overhandiging
herhaalde hij te hopen dat
Kees de Ruijter dezelfde een
voudige jongen zou blijven.
Hij had bewondering voor de
mensen waarvan Kees een van
de grootste was en de voorz.
noemde daarbij de grote kam
pioenen van vroeger. Hij
hoopte dat Nederland nog ve
le jaren van zijn eenvoud en
prestaties zou mogen genieten
en dat als hij nog eens naar
het buitenland werd gezon
den, hij op dezelfde manier
het rood-wit-blauw zou ver
dedigen als hij nu gedaan had.
„Een fantastische
gedachte".
De burgemeester wilde hier
op enkele woorden spreken
tot jhr. Mollerus. In de afge
lopen dagen had hij begrepen
wat de biljartspport betekent.
Wel had hij altijd grote be
wondering gehad voor de
prestaties die er verricht wer
den.
De burgemeester vond het
prettig dat jhr. Mollerus naar
Waalwijk gekomen was. En
hij vond dat hij een onver
standig burgemeester zou zijn
als hij niet trachtte er munt
uit te slaan. Waalwijk kon
nog meer dan zolen en aar
dige schoenen maken. En om
te bewijzen hoeveel een Waal
wij ker van zijn gemeente
houdt, vertelde de burgemees
ter een grapje. Voor zijn in
stallatie had hij eens aan
iemand gevraagd of een Waal
wij ker van zijn gemeente hield
en het antwoord was geweest
dat als Amsterdam niet de
hoofdstad van het land was
geworden, het zeker Waalwijk
zou geweest zijn
Ook hijzelf had nu iets van
dit chauvinisme. Daarom
kwam hij nu met een ver
zoek. Toen de vorige winnaar
in het cadre 47/2 kampioen
was geworden, werd het vol
gende kampioenschap in zijn
woonplaats gespeeld. Was zo
iets nu ook niet mogelijk De
burgemeester vond, als je
niets vroeg kreeg je niets. En
daarom vroeg hij of er niet
een aardig kampioenschap in
Waalwijk kon worden ge
speeld. Waalwijk had zijn
voordelen het karakter was
anders dan in het Noorden.
Enige gemoedelijkheid, ge
paard aan zakelijkheid, schiep
een gunstige sfeer. Hij vroeg
dan ook het verzoek te be
spreken. Waalwijk zou alles
doen om de organisatie voor
elkaar te krijgen (en we kun
nen aardig organiseren, zei de
burgemeester), hij was in ge
dachte al vooruit gelopen. Het
zou in ieder geval niet zijn
zoals in St. Etienne, waar je
bij alles wat je aanraakte,
vuile vingers kreeg. In Waal
wijk zouden de spelers met
schone handen weg kunnen
gaan.
De burgemeester deed ten
slotte twee wensen voor jhr.
Mollerus ten eerste een
magnifieke viering van het
jubileum van zijn bond en
ten tweede een verlicht ver
stand om erdoor de krijgen
een wedstrijd, beslist in Waal
wijk.
Op deze rede, die natuurlijk
herhaaldelijk door de bijval
van de aanwezigen was onder
broken, moest jhr. Mollerus
antwoorden. Hoewel hij nooit
een vreemde wps geweest op
het gemeentelijk terrein, had
hij in zijn jeugdjaren een
burgemeester nooit aangezien
als een „perfect handelsman".
Maar nu vroeg hij zich toch af
of burgemeester Lambooy niet
in het bedrijfsleven thuis
hoorde en hij zei het eerlijk
U is een handig man.
Overigens gaf jhr. Mollerus
graag de verzekering dat de
„fantastische gedachte Uwer
zijds" gaarne door hem be
toogd zou worden bij de sa
menstelling van de nationale
agenda dat een of ander be
langrijk kampioenschap in
Waalwijk zou worden ge
speeld. Hij hing de gedachte
aan en zou er graag een plei
dooi voor houden.
De wens aanvaardde jhr.
Mollerus en de burgemeester
kon er van verzekerd zijn dat
hij er op terug kwam, hij gaf
er zijn hand op.
Hierna voerden nog ver
schillende sprekers het woord.
De heer André Hamers sprak
namens de arbiters. Niemand
als zij kon de prestaties van
zo nabij beoordelen, waardoor
de •waardering steeg. Dat het
kampioenschap werd behaald
in Frankrijk in een eerlijke
strijd, maakte de prestatie
nog groter. Hij wenste Kees
de Ruijter daarmee geluk.
De voorzitter van het dis
trict De Langstraat van de
N.B.B. richtte tot de biljarters
buiten de N.B.B. een aanspo
ring om zich aan te sluiten.
De heer van 't Hooft, erelid
van de N.BJB. achtte het een
voorrecht naar Waalwijk te
zijn gekomen, waar hij 7 jaar
geleden ook was geweest toen
Keesje speelde tegen Piet de
Leeuw en Jan Sweering. Hij
had toen maar een partij ge
wonnen, maar had wedstrijd
routine gekregen. Daar had hij
nu de vruchten van geplukt.
Eerst was hij bang geweest
van van de Pol, maar in Hel
mond en St. Etienne was de
brug gelijk geworden. De
heer van 't Hooft hoopte dat
Kees nog* meer internationale
successen zou oogsten voor de
N.B.B.
Namens de heer Salomons
van de Wilhelmina-biljartfa-
briek feliciteerde de heer van
't Hooft Kees ook nog en bood
hem een queue in etuit aan.
Vervolgens werd namens de
familie nog een horloge aan
geboden, waarna de voorzitter
van de biljartbond voor Waal
wijk en Omstreken, de heer
v. d. Hoven, ook nog een
woord van gelukwens sprak
en een bloemenmand aan
bood. Namens de Kaatsheu-
velse biljarters wenste de heer
van der Kaa, de voorzitter van
K.O.T., Kees geluk en sprak
de hoop uit dat hij nog een-
■HUilhkiuLLL-al.J-i-. -