L_ Wijde Wereld) Waalwijkse en Langstraaise Courant Een halve eeuw leerplicht Houdt Minister Mansholt rW Belasting-moeilijkheden. de paarden in toom? UIT DE De Belgische Koningskwestie. 50 jaar geleden werd de Leerplichtwet met 50 tegen 49 stemmen aangenomen. Paardenwet geen succes. ELIING GROTE VQQB DE DEKENATEN NEUSDEN EN WAALWUK VRIJDAG 24 MAART 1950 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN DE ECHO \M HET ZUIDEN 72e JAARGANG No. 25 Abonnement IB cent per week 1.05 per kwartaal 2.23 franco p.p. Advertentie-prija 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. OPGERICHT 1878. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. TEL.-ADRES „ECHO". Wat ons op het ogenblik vanzelfsprekend lijkt, name lijk dat iedere Nederlander verplicht is te zorgen dat zijn kinderen naar school gaan, leek een halve eeuw geleden voor velen iets zeer vreemds. Wat had de staat zich te be moeien met de opvoeding van de kinderen? En dat de staat iemand daartoe zou kunnen dwingen, leek tal van men sen een ongeoorloofd ingrij pen in de vrijheid van de staatsburger. Bovendien, waar was al die zogenaamde ont wikkeling goed voor? Met enige verbazing lezen wij, dat de begaafde dichter Isaac da Costa (1798-1860) in al dat onderwijs voor de ge wone man niets dan kwaad zag. Hij was van mening, „dat de invloed van den boo- zen Tijdgeest zich zeker meer bijzonder (had) zamenge- drongen op het zogenaamde lager onderwijs". Da Costa moest van al die volksont wikkeling niets hebben. Het volk moest kunnen lezen om de Bijbel te kunnen ontcij feren, maar dat was dan ook voldoende. Het was verderfe lijk de jeugd teveel te leren: wat doet het er toe of iedere boerenjongen Copernicus kan nabauwen, dat de aarde om de zon draait; men zou hem evengoed het stelsel van- Ptolomaeus kunnen laten af- dreunen! Ook betreurde Da Costa zeer, dat men de goede oude schoolmeestersmethode van de stokslagen wilde vervan gen door een aanwakkeren van eergevoel en van een ze ker zelfrespect bij de leer lingen. Zo dachten ongeveer een eeuw geleden bijna alle gees telijke voormannen van ons volk. En een halve eeuw ge leden was er van deze ziens wijze nog zeer veel blijven hangen. Blik in een schoolklas anno 1848. Tegen 't einde van de vori ge eeuw was dhr. D. de Groot schoolopziener te Utrecht. Deze deskundige herinnerde zich nog de schooltoestanden uit zijn jeugd: „Bijna alle stadsscholen be stonden uit één lokaal en be vatten 200 a 300 kinderen en soms nog wel meer. De leer lingen zaten er opeengepakt aan lange schooltafels met smalle bank of zitting zonder rugleuning en zonder behoor lijke steun voor de voeten. De banken waren echter voor de groteren laag genoeg om geen andere steun te behoeven dan de vloer, een vloer van klin kers. Voor de schrijvers, d.i. voor de meergevorderden, die voor schrijf- en leesboek een lessenaar behoefden, heb ik nog smalle, dubbele lesse naars gekend, en bij de abé- klanten, die op het bord leer den, bankjes zonder lesse naar. Om geen plaatsruimte te verliezen, stonden de school tafels zó dicht bijeen, dat ze slechts een nauwe passage lieten voor de leerlingen, maar ook voor de meester, die nogal eens helpen moest bijv. bij de sommen. Van klassikaal rekenen had men nog geen begrip „In hoedanige atmosfeer de jeugd in die scholen zat, is niet te gissen. Er werd ge ventileerd met tuimelramen en tochtramen en daarom liet men ze des winters maar dicht bij de sobere kachel verwarming In de regel zaten alle leerlingen met het gezicht naar dezelfde muur gekeerd; soms was dit an ders. Die muur werkmuur noemt men hem nu zag er heel wat anders uit dan te genwoordig: hij was kaal, geen wandkaart, geen plaat en geen borden zelfs, omdat men die uitsluitend op ezels gebruikte. Dat het onderwijs op zulke scholen niet veel kor beduiden, al bestond het al leen maar in lezen, schrijven en rekenen, is licht te begrij pen". Vóór 1857 ontvingen weinig onderwijzers meer dan 150.a 200.per jaar, plus een woning en de winst op de schrijf- en leerbehoef ten, die de „meester" aan de leerlingen leverde. Pas in 1857 kwam er een wet, die een minimum-jaarwedde voor de hoofdonderwijzer van ƒ400. met vrije woning en van 200.voor een hulp-onder wijzer vaststelde. Toen dacht men „anders". Het is duidelijk, dat het on derwijs op zulke scholen en met zulke slecht betaalde on derwijzers niet veel kon op leveren. Het eigenlijke volk leerde ten hoogste wat lezen, schrijven en rekenen en slechts de kleine en dunne laag der gegoede klasse moest geheel alleen de mannen der wetenschap opleveren. Dui zenden knappe koppen uit 't volk bleven verstoken van 't nodige onderwijs; niemand kan berekenen hoeveel on noemelijke schade er zo aan ons volksbestaan is toege bracht. Maar ook de meest vooruitstrevenden begrepen in die tijd nog niet de voor de hand liggende waarheid, dat èn de materiële èn de geeste lijke rijkdommen van een volk tenslotte afhangen van de mogelijkheden, die het zijn kinderen kan bieden om zijn gaven te ontwikkelen en ten bate van het gehele volk aan te wenden. Des te meer verdienen die figuren ons respect, die nu een halve eeuw geleden tegen onnoemelijk veel tegenstand in hebben gezorgd dat er een leerplichtwet werd ingevoerd. Op 30 Maart is het 50 jaar geleden dat de leerplichtwet met 50 tegen 49 stemmen werd aangenomen. Op één na was de Kamer dus voltallig; wel een bewijs dat men aan de kwestie grote principiële betekenis toekende. De ka tholieken en de anti-revolu- tionnairen stemden tegen! De katholieken met één uitzon dering, een man, die zijn ge loofsgenoten uit die dagen vóór was. Dat was Dr. H. Schaepman (18441903). „Eén mens heeft aan hon derdduizenden landgenoten 't slavenjuk van de leerplicht op de nek getast", schreef de Katholieke „Limburger Koe rier" in die dagen. En 't blad voegde er bij: „En vraagt gij wie die éne mens is, dan moe ten wij U antwoorden: Dat is Dr. Schaepman. Ja, waarach tig, hij is het!" Het is natuurlijk thans ge makkelijk de staf te breken over de volksvertegenwoor digers, die destijds in de leer plichtwet iets verderfelijks voor ons volk zagen. Zonder twijfel zal men over een hal ve eeuw meelijdend de schou ders ophalen over vele van onze huidige opvattingen, die ons thans toch zo voortreffe lijk lijken. De afgelopen dagen heeft men op het historische Haag se Binnenhof vele Tweede Kamerleden met vragende ge zichten kunnen zien rond dwalen. Zij waren verdreven uit hun oude, vertrouwde vergaderzaal en in de grote Ridderzaal voelden zij zich de eerste dagen als katten in een vreemd pak huis. Misschien komt dat, doordat de mannen vaak een „tikkeltje" verwend en con servatief zijn. Jarenlang ver gaderde men in de oude bal zaal van Willem V. Men ken de in het heus niet zo fraaie gebouw iedere deur en iedere gang. Maar nu moeten zij dwalen door onderaardse ge welven, via kronkelende trappen, eeuwenoude deuren, tochtige portieken en donke re nissen. Neen, onze volks vertegenwoordigers zijn daar nog niet aan gewend. Zij ma ken nog maar al te gretig ge bruik van het oude Kamerge bouw, met het gevolg, dat 'n stemming pas kan plaatsvin den twee minuten nadat de bel is gegaan. Deze stem mingsbel is n.l. in beide ge bouwen te horen. Dolende mensen blijken lang van stof te zijn. Er is in de afgelopen week veel en lang gepraat. Nu de slepende Indonesische kwestie voorbij is, wordt ge lukkig de wetgevende arbeid weer interessanter. Men voelt, dat niet ten koste van alles het Kabinet bij elkaar gehou den behoeft te worden. En zo kan het gebeuren dat de oude Rooms-Rode coalitie in twee- en uiteenvalt. Dramatisch is dat zeker niet. Minister Drees en zijn mannen zitten stevig te paard. Er is in de binnen landse politiek op het ogen blik geen vuiltje aan de lucht. Dat betekent niet dat de pa den der Ministers over rozen gaan. Lieftinck en Mansholt hebben dit verleden week al ondervonden. De paardenwet. De Minister van Landbouw. Visserij en Voedselvoorziening kwam met een paardenwet op de proppen. Een technische en moeilijke materie, welke de stedeling maar weinig zal interesseren. Gelukkig, dat er vele landbouw- en veeteelt deskundigen in de Tweede Kamer zitten. Zo niet, dan zouden de andere afgevaar digden met deze wet stellig geen raad geweten hebben. Thans is het wetsontwerp ter nadere bestudering van de vaste Landbouwcommissie uit de Kamer verhuisd. Dat kan wel eens betekenen dat men dit wetsontwerp nimmer zal terugzien, of het moet zeer ingrijpend veranderd worden. Minister Mansholt wil een betere paardenstapel. En daarom diende hij een wets ontwerp in, waarin een krui singsverbod werd opgenomen met uitzondering van een aantal types en waarin werd vastgesteld, dat alle merriën een keuring moeten ondergaan, waaruit zal moe ten blijken of zij voor de fok bestemd kunnen worden. De bezwaren tegen dit wets ontwerp waren bijna niet te tellen. Zowel de heer v. d. Weyden (K.V.P.) als de he ren v. d. Heuvel (A.R.den Hartogh (V.V.D.) en Stokvis (Comm.) moesten er niets van hebben. Hun argumenten wa ren bijna alle dezelfde. Zij kwamen hierop neer, dat het kruisingsverbod in feite een Duitse maatregel is, dat de verplichte merriënkeuring een onduldbare aanslag op de vrij heid is en dat een landelijke verordening niet noodzakelijk is. In Friesland heeft men iets dergelijks geregeld bij pro vinciale verordening. Uiter aard is dit maar een keuze uit de velerlei bezwaren. Bovendien vond men deze paardenwet niets voor de wet gever. Laten we liever wach ten, zo redeneerden de tegen standers, tot in het raam van de P.B.O. het Landbouwschap tot stand is gekomen. Dan kunnen de desbetreffende or ganisaties deze zaak zelf on der de loupe gaan nemen. De P. v. d. A. en de C.H.U. von den elkaar ditmaal. Zowel de heer Vondeling (Arb.) als de heer de Ruiter (C.H.U.) voel den veel voor dit ontwerp. Zij vonden het Overheidsin grijpen helemaal niet zo groot. Waar nog bij kwam, dat voor hen het argument van de verbetering van de paardenstapel doorslaggevend was. Vooral de heer de Ruiter liet over de kwaliteit van on ze paarden sombere klanken horen. Minister Mansholt zeide zich te voelen als een zwoegend paard en een koppige voer man. Zijn verdediging was voor de Tweede Kamerleden niet bijzonder vleiend. De wetenschappelijke deskundi gen sloeg hij in ieder geval veel hoger aan dan de „boe- ren"-afgevaardigden in de Kamer. Hij begreep wel, dat hij zonder concessies te doen dit wetsontwerp nooit aange nomen zou krijgen. Daarom wilde hij de geregistreerde paarden wel van de keuring vrijstellen. Dat was echter zijn enige tegemoetkoming. Voorzitter Kortenhorst zag wel, dat dit wetsontwerp er nooit door zou komen. Het verdween dan ook naar de vaste commissie. Dan kan men er zich nog eens over bera den. De Dividendstop. Minister Lieftinck kreeg al eveneens de wind van voren. Hij had een wetsontwerp te verdedigen inzake de bepei-- king van het dividend. De di videndstop blijft bestaan. Al leen wilde de bewindsman 'n verfijnde methode gaan toe passen. Zes procent van het gestorte aandelen-kapitaal en twee procent van het zuiver vermogen zullen de vennoot schappen aan dividend mogen uitkeren. Deze verfijning kan voor sommigen een verbete ring betekenen. Zij, die tegen de dividendstop zijn, de KVP, A.R., C.H., V.V.D. en de heer Welter (K.N.P.) wilden dit wetsontwerp natuurlijk liever dan de oude regeling. Dat is zonneklaar. Hun tegenstand ging echter tegen de dividend stop. Minister Lieftinck wil de zijn wet eind 1952 doen aflopen. Tot zo lang zou de stop dan gehandhaafd moeten worden. Na die datum valt dan opnieuw over afschaffing te praten. Want voor een blij vende dividendstop voelt zelfs de Minister niets. Zijn partij genoot Hofstra (Arb.) dacht er anders over. Deze deskun dige afgevaardigde diende dan ook een amendement in om de vervaltermijn uit het wetsontwerp te lichten. Een dividendstop kan pas opge heven worden als de economi sche omstandigheden daar rijp voor zijn. Niet alleen een ar beider, maar ook een aandeel houder moet vei-soberen, zo zeide hij. Daarentegen had de heer Ritmeester (V.V.D.) 'n amen dement ingediend om de wet aan het einde van dit jaar te doen aflopen. Minister Lief tinck had natuurlijk geen be zwaar tegen het amendement Hofstra. De Kamer moet zelf maar kiezen, welke regeling zij wenst. Het amendement Ritmeester zal hem zeker minder goed bevallen. Dat zal wel „onaanvaardbaar" ver klaard worden. Hoe deze kwestie afloopt, blijft voorlo pig nog een vraagteken. Het was al vrij laat geworden en daar verschillende Kamerle den de reis naar huis al wa ren begonnen, heeft men de stemming over de amende menten en het wetsontwerp uitgesteld tot 28 Maart a.s. Dat was noodzakelijk, omdat Minister Lieftinck inmiddels naar Indonesië is vex-trokken. Overziet men de ontwikkeling der gebeurtenissen in België sinds de volksraadpleging, nu bijna 14 dagen geleden, dan wordt men niet erg hoopvol gestamd. Integendeel, leek het aanvankelijk dat de socialis ten tenminste niet zo'n starre houding van verzet tegen 's konihgs terugkeer zouden handhaven, de af gelopen week heeft geleerd dat er eerder een ten dens naar de andere kant is. Voor de zuiver parle mentaire zijde van het geval zou dat niet zo'n on overkomelijke moeilijkheid zijn als de liberalen zich niet zo halfslachtig gedroegen. Zo zit België wel in een buitengewoon moeilijk par ket. Moeilijkheden, waarvoor op de eerste plaats de C.V.P. een oplossing moet zoeken. En het lijkt wel of ze met het verstrijken van de tijd groei en. Bovendien zit men met de officiële uitslag van de volks raadpleging. Daardoor is het 'n feit gebleken dat de meer derheid van 't Belgische volk Koning Leopold terug wil. Wel niet zo groot als voor een spoedige en bevredigende op lossing nuttig en wenselijk zou zijn geweest, maar bete kent dit dat de meerderheid zich nu aan de zin van een fanatieke minderheid moet onderwerpen? Dit is ons nog nooit als democratisch voor gehouden. Niettemin geven de socialisten de indruk dat zij daarin de oplossing van de crisis zoeken Toch heeft ko ning Leopold niet alleen op de uitspraak van zijn volk willen afgaan, maar zich on derworpen aan de uitspraak van het parlement. Daarop is men blijven steken. Want eer de regering het parlement bij een kon roepen, zijn de libe ralen vorige week Zaterdag uit het kabinet getreden, wat meteen het einde van het ka tholiek-liberale ministerie- Eyskens betekende. De socia listen organiseerden stakin gen, die officiëel niet van hen uitgingen, maar die ze maar al te graag steunden, oude tegenstellingen werden weer in al hun scherpte levendig, zodat de koningskwestie mede ontaardt in een strijd tussen Walen en Vlamingen en tus sen anti-clericalen en cleri- calen. Alles bijeen een zeer onverkwikkelijke toestand in een land dat zichzelf en de democratie respecteert. En dan de liberalen. Die noemen hun houding „vrij". Ze kruipen echter steeds meer in het linkse schuitje. Maar hun innerlijke verdeeldheid zelf verhindert hen hun hou ding juist te bepalen. De in formateur Eyskens heeft al dagen lopen informeren zon der noemenswaardig resultaat te bereiken. De socialisten zullen uiteraard niet meewer ken, een louter C.V.P.-kabinet zou niet sterk staan en men moet zich dus afvragen: wat doen de liberalen? Eyskens vraagt dat blijkbaar ook, zon der een bevredigend antwoord te krijgen. Of zal men weer zijn toe vlucht moeten nemen tot het volk in de vorm van nieuwe verkiezingen? Het volk kan dan zijn antwoord geven op de houding der diverse par tijen in deze strijd. Mogelijk dat daar de parlementaire op lossing in zit, maar of er de sfeer door gezuiverd zal wor den is een andere vraag. Sta kingen zijn dikwijls een ge liefkoosd middel om partij- dwang uit te oefenen! Zal de koning, eenmaal weer optredend, er in slagen de tegenstellingen tussen de twee delen van zijn volk te overbruggen en de scherpe kanten die weer uitsteken bij te schaven? Het sentiment is dikwijls sterker dan de rede, maar is het niet juist de ko ning die de twee volken bindt? Voor 's lands welvaart. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend om de goedkeuring te verkrijgen voor het aandeel dat het rijk zal nemen in de uitbreiding van de Koninklijke Nederl. Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden tot een bedrag van 9 millioen gulden, in een naamloze vennootschap die een breed-bandwalserij en 'n blikfabriek zal oprichten en exploiteren tot een bedrag ft van 65 millioen, terwijl de staat dan nog aan deze N.V. een bedrag van 48 millioen kan bijdragen voor bepaalde garanties. Deze bijdragen wil het Rijk doen, omdat het totaal van 188 millioen gulden 't vermogen van de Hoogovens te boven gaat en het plan past in de industrialisatie-politiek, ver ruiming van werkgelegenheid meebrengt en gunstig kan werken op de betalingsbalans. Om deze en nog meer rede nen wil de regering de risi co's die er aan vastzitten aan vaarden. Adenauer's Unie. Kanselier Adenauer van West-Duitsland meent 't wel serieus met zijn Frans-Duitse Unie en het kabinet staat ach ter hem. In een officiëel in terview met een Amerikaan se verslaggever heeft Aden auer uiteengezet hoe hij zich de Unie denkt. Ze zou moe ten beginnen met een econo mische unie en wel op korte termijn, waarvoor dan een economisch parlement inge steld zou moeten worden uit gekozen leden van de parle menten van beide landen. De gezamenlijke regeringen zou den dan een lichaam kunnen vormen ter uitvoering van de besluiten. Langzamerhand zou dan het apparaat uitgebouwd moeten worden. Adenauer ziet de Fran- Duitse Unie zelfs als de kern voor een Europese Unie van Italië tot Scandinavië. Dit acht hij de enige mogelijkheid om Rusland van een aanvals oorlog af te houden, want hij meent dat nu de verleiding voor de Sovjet-Unie om Eu ropa onder de voet te lopen, groter is dan men algemeen denkt. En zou Amerika dan vechten voor de bevrijding van ons werelddeel? Toch kan men zich voor stellen dat Frankrijk niet zo erg enthousiast is voor een zo nauwe binding aan Duitsland. Men vindt daar dat Duitsland zijn rol kan spelen in de Eu ropese Raad, maar niet door een unie met Frankrijk. Marshall-hulp omlaag? De commissie voor buiten landse zaken van het Ameri kaanse Huis van Afgevaar digden heeft besloten het be drag dat de E.C.A. voor de Marshall-hulp in 1950/'51 heeft aangevraagd, met een milliard dollar te verminde ren en hiervoor in de plaats overtollige Amerikaanse land bouwproducten tot een zelfde waarde te verstrekken. MISSIE-TENTOONSTELLING „DE TURK". DE ACHTERHOEDE VAN HET MISSIE-LEGER. Nemen we in het kort „De Grote Drie' een voor een onder de loupe. De eerste is De Voortplanting des Geloofs. Om in legertermen te sprekende V.D.G. ressor teert onder het Pauselijk Ministe- lie van Missie-bevoorrading. Door dit Genootschap worden alle Katholieken ingeschakeld in de verovering van de wereld voor Christus, onder het opper veldheerschap van de Paus. Het Genootschap onxvat 1. Alle missielanden en alle missievolken. 2. Alle mensen de enen om bekeerd te wor den, de anderen om te bekeren. 3. Geheel het Geloof, om het te doen opbloeien, waar het niet bestaat te steunen, waar het strijdt te troosten, waar het lijdt. 4. Alle rechten van Christus- Koning. 5. Het gehele Verlossingswerk. 6. De eenheid van schaapstal en herder voor de volkeren van alle rassen en talen en alle tijden. 7. De vereniging van alle men selijke krachten gebeden, offers, werken van barmhartigheid. Wat wordt van u gevraagd De offers der missionarissen Neen, men laat u rustig in eigen land en huis en gezin. Langdurige gebeden, strenge boeteplegingen, zware geldelijke offers Ook dat niet. Wat dan Een klein dagelijks gebed, een kleine jaarlijkse aal moes. Zo gezien, zouden alle katho lieken lid moeten zijn van de V.D.G. Hoe staat het met het lidmaat schap van de V.D.G. in Neder land Ternauwernood zijn 200.000 katholieken lid van het Genoot schap. En dat terwijl er toch 2 millioen katholieken zijn boven de 12 jaar. Trek hier een ruim per centage af voor de armen, de grote gezinnen etc., dan moeten er toch nog minstens 1 millioen leden zijn van de V.D.G. in Ne derland. Door uw lidmaatschap bent ook u het, die naar het bevel van Christus, preekt, doopt en on derwijst. Gij zijt het, die kerken bouwt, scholen opricht, zieken verpleegt. Paus Pius XI noemde de V. D.G.„een werk, groot onder alle werken, het meest aposto lische onder alle apostolische werken". En hij besliste„De Voort planting des Geloofs moet het eerste en voornaamste missiewerk ziin". Geen verontschuldigingen dus, geen uitvluchten, 't is God, die u in dit werk roept. PERS-COMITÉ. Harmonie-verenigingeix en de Omzetbelasting. Ergens in den lande heeft een Inspecteur der belastin een Inspecteur der belasting aan een harmonie-vereniging een aanslag Omzetbelasting opgelegd. De vereniging ging in be roep bij de hoogste instantie, de Tariefcommissie, doch zij kreeg de kous op de kop. Uit de overwegingen van de Inspecteur, welke de Tarief commissie overnam, blijkt o.a. het volgende: De vereniging had de vol gende bronnen van inkom sten: le. concerten op verzoek; 2e. gemeente-subsidie; 3e. serenades op verzoek; 4e. giften in natura bij sere nades; 5e. entrée-gelden van intro- ducé's bij concerten van donateurs; 6e. opluistering processies, op tochten en feestelijke ge beurtenissen; 7e. contributie van de leden en ere-leden; 8e. donaties en vaste bijdra gen van donateurs. De inkomsten, genoemd on der 2, 4, 7 en 8 werden niet belast voor de Omzetbelasting, al vallen de giften in natura (genoemd onder 4) er eigen lijk wel onder. De uitdeling van bier en sigaren aan de muzikanten wordt dus niet belast. (Het is niet te hopen dat men deze groep van in komsten gaat uitbreiden, want dan komt de embouchure le lijk in 't gedrang). De Inspecteur besloot met de volgende overwegingen: „dat uit al de hiex-voor ge noemde diensten, door de (vereniging) verricht, blijkt, dat zij niet slechts incidenteel optreedt, doch dat zij als or ganisatie van kapitaal en ar beid geregeld diensten ver richt ten behoeve van het maatschappelijk verkeer en aldus behoeften bevredigt; dat de omstandigheid, dat de vereniging met ideële oog merken gratis de gemeenschap muzikaal genoegen verschaft op zichzelf geen aanleiding kan zijn haar als ondernemer in de zin van het Besluit op de Omzetbelasting aan te merken, doch dat zij daar naast ook op de bovenge noemde wijze optrad; dat gezien het gehele sa menstel van alle verschillen de manieren waarop de ver eniging in het maatschappe lijk verkeer optreedt, zij te recht als ondernemer is aan gemerkt." Van Loon. Het voorstel werd gedaan door een republikeins afge vaardigde en het zou de hulp verminderen tot 1.950.000.000 dollar. De Amerikaanse rege ring heeft echter bezwaar te gen het amendement en ook in andere kringen is men er niet erg voor. Na de behan deling door de Commissie wordt de begroting voor de Marshall-hulp voorgelegd aan het Huis van Afgevaardigden. Ministers naar Indonesië. Behalve de ministers Van den Brink en Götzen, die al eerder in Indonesië waren aangekomen, zijn Dinsdag avond ook de ministers van Financiën, prof. Lieftinck en de ministers voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen, mr. Van Maarseveen naar Indone sië vertrokken om deel te ne men aan de eerste conferentie van Unie-ministers, die mor gen begint. Met hen ging ook de Hoge Commissaris van In donesië in Nederland, mr. Moh. Rum. Onrust in Italië. Vorige week is het in Italië herhaaldelijk tot botsingen gekomen tussen communistij en neo-fascisten, waarbij 30 personen gewond werden. De regering heeft daarop specia le veiligheidsmaatregelen ge nomen, de politiemacht over het hele land versterkt, bij eenkomsten van vakbonden in fabrieken verboden en de prefecten volmacht gegeven in de eerstvolgende 3 maan den openbare vergaderingen en optochten te verbieden. Daarop hebben in Noord-Ita- lië, Genua, Milaan, Bologna, Florence en Pisa, uit protest duizenden arbeiders enkele uren het werk neergelegd. De communisten speelden na tuurlijk voor raddraaiers. De politietroepen rukten uit, maar er deden zich geen in cidenten voor. Overigens ver wacht men in de komende tijd een krachtproef van de communisten om de zaak in de war te sturen. Kerkelijke leiders zweren trouw aan Praag. De hoogste niet-katholieke hoogwaardigheidsbekleders hebben ten overstaan van president Zapotcky de eel van trouw aan de Tsjecho- slowaakse staat afgelegd. On der hen bevinden zich de pa triarch van de Tsjechoslo- waakse kerk, de voorzitter

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 1