f
weLke missionarissen
wenken in 6e missie
LEKEN-Missieactie
ffl&T
uit de beide Dekenaten
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 28 APRIL 1950
PONTIFICALE HOOGMIS.
Wonderbare Visvangst.
..Jawel", zal een lezer zeggen, „dat versta ik. Wij
moeten bladen en otteren voor de Missie. Er staat
immers geschreven: „Gebed is hooidzaak, geld noodzaak
ik ben aan ook lid van het Pauselijk Genootschap tot
Voortplanting des Geloois en van het bint Petrus Liefde
werk en mij 11 kinderen zijn bij de R. Kindsheid. Rovend ten
is mijn vrouw bij de Missienaaikring, mijn oudste dochter
is propagandiste van de M.I.V.A. en er gaat bij ons thuis
geen Kruimeltje zilverpapier verloren, zo rigoureus sparen
we alles op voor de Missie".
Natuurlijk vindt deze lezer dat hij het er aardig afbrengt
met zijn missie-actie, en dat is ook zo. Maar toch is dit
niet anes. Toch kan een leek, de gewone man in Gods
Kerk, méér doen in het missiewerk. Hij kan namelijk in
het missieland zelf zijn missie-actie gaan ontplooien. Wat
kan bijvoorbeeld een dokter daar niet een prachtig werk
doen: medisch missiewerk. Paus Pius XI benadrukte reeds
de noodzaak van medische missie, toen hij in zijn missie
encycliek „Kerum Ecclesiae" van 18 Februari ly26 tot de
missionarissen zei: „Gij moet tot de inlandse bevolking niet
anders gaan dan Uw Goddelijke Meester deed tijdens Zijn
omwanaeling op aarde. Christus nu was gewoon de zieken
te genezen, alvorens hij de menigte leraarde". Steeds heb
ben de missionarissen het zich dan ook tot plicht gerekend
hun mensen medisch bij te staan, zo goed en zo kwaad als
het ging. Op deze medische neventaak werden zij ook
enigszins voorbereid. In ons land geeft sinds 1926 het Me
disch Missie-comité, bestaande uit artsen, elk jaar aan ver
trekkende missionarissen een cursus in tropische hygiëne
en geneeskunde. Bovendien geeft het hun een gedegen
handboek voor deze zaken mee.
Het verdient vanzelfsprekend de voorkeur, wanneer een
daartoe opgeleid arts het medisch werk overneemt van de
missionaris, die bovendien aan zijn specifieke priestertaak
de handen vol heeft. Sinds 1925 bestaat dan ook het Ge
zelschap van Medische Missie-zusters. Het telt onder zijn
leden vrouwelijke artsen, verpleegsters, vroedvrouwen en
apothekeressen naast huishoudelijke en administratieve
krachten.
Zolang men de noodzaak van medisch missiewerk heeft
beseft, is men ook van mening geweest, dat het mede en
eigenlijk bij voorkeur door lekenartsen moest gebeuren.
Die kunnen immers laten zien hoe een gewone katholieke
leek leeft; zij kunnen een katholieke huwelijksbeleving
demonstreren, iets wat meer dan het woord van de mis
sionaris de jonge katholieken imponeren zal. Met deze over
weging zijn we buiten het terrein van de medische missie
geraakt, hier zitten we volop in de lekenmissie.
De leek heeft namelijk een eigen taak in het missiewerk.
Want de opdracht die Christus aan Zijn Kerk gaf, dat zij
zich moest uitbreiden over alle volkeren der aarde, dat is
haar zending, haar missie, geldt voor priesters en religieu
zen en leken. Zij houdt in, dat de Kerk geplant moet wor
den in die landen, waar zij nog niet zichtbaar bestaat. Zij
moet geplant worden, „populus et clerus": zij moet een ei
gen inheemse geestelijkheid krijgen en een eigen kerkvolk.
Zij moet stevig verankerd geraken in de cultuur van dat
land. De mensen dienen gevormd te worden tot volbloed
katholieken, bij wie de geloofsovertuiging en de geloofs
beleving volkomen in hun eigen leefwijze zijn ingepast. In
de jongste tijd is het besef gegroeid, dat de leek zijn eigen
taak heeft in het dienstwerk van de Kerk. De Katholieke
Actie, met zoveel nadruk door de laatste Pausen aanbevo
len en bevorderd, is het orgaan voor het eigen apostolaat
Uw gebed moet gaan lot aan de grenzen der aarde.
Uw offer moet een wereldwijde vruchtbaarheid hebben.
Uw werk moet tot intentie hebben
„de redding" van ailen".
Uw leven mag niet beperkt blijven binnen de enge
grenzen van Uw klein bestaan, maar moet een
steentje zijn aan de Kathedraal van Gods om
spannende Wereldkerk.
van de leken in het verband van de Kerk: het hierax-chies
lekenapostolaat. Door haar zal de Kerk weer midden in de
verschillende middens van het huidige leven moeten komen
staan, levend en bezielend. In ons oude christelijke Westen
moet de Kerk weer terug in de samenleving. Ginds in de
missielanden moeten wij katholieke leken zorgen, dat zij
van het begin af aan midden in de groeiende beschaving
zal staan. Leken-missiewerk is niet anders dan een speciale
vorm van Katholieke Actie. Er is nog een heel nuchtere
en practische motivering van het leken-missiewerk: het kan
op verschillende gebieden, zoals onderwijs, nijverheid, het
werk van de missionaris overnemen, waardoor enerzijds dit
werk deskundiger behartigd wordt en anderzijds de mis
sionaris tijd en handen vrij krijgt voor zijn eigen taak.
Zo gezien is er méér dan medische missie alleen. Hier
ligt een taak voor elke katholieke leek. Naast dokters, ver
pleegsters, verplegers en vroedvrouwen, kunnen ook onder
wijzers, leraren, sociale werksters en werkers, ingenieurs,
bekwame vaklieden, journalisten en administratieve krach
ten in een missiegebied uiterst nuttig werk doen. Alleen
reeds door hun beroep goed uit te oefenen en goed katho
liek te leven, zijn zij voor de missie van grote waarde. Was
het niet in het verleden schering en inslag, dat een mis
sionaris in plaats van blij te zijn wanneer in zijn missie
gebied een Europeaan zich vestigen kwam, zich grote zor
gen ging maken alleen al omdat de gewoonlijk zeer on
christelijke leef trant van deze man, die toch in inheemse
ogen een christelijke wereld vertegen wooi'digde, de kracht
van zijn prediking danig verzwakte? En wat rezen er geen
twijfels bij al die jonge Oosterlingen, die voor studie of
om een vak te leren naar het Westen kwamen en hier niets
aantroffen van wat ze aan verwerkelijkt christendom ver
wacht hadden! Een goed voorbeeld is dus reeds van on
schatbare waarde. Het belang van degelijk katholiek onder
wijs, van een katholieke pers, van katholiek jeugdwerk is
zonder meer duidelijk. Eveneens, dat hier even zovele werk
terreinen liggen voor katholieke leken.
Zoals wij hierboven allereerst spraken over de mogelijk
heden voor een dokter in de missie, zo werd het leken-
missiewerk ook het eerst op medisch gebied verwezenlijkt.
Sinds 1922 bestaat te Würzburg in Duitsland het „Mission-
sarztliches Institut", dat medische studenten en artsen op
leidt tot missie-arts en dat in de jaren van zijn bestaan
waarvan de laatste uiteraard moeilijk zijn geweest een
vijftig missie-ai'tsen heeft geplaatst in alle missiegebieden
ter wereld.
In Frankrijk richtte in 1932 de jonge arts Louis Aujoulat.
nadat hij enkele jaren in Kameroun had gewerkt, de leken-
missiebeweging Ad Lucem op. Zij telt sindsdien haar uit
getrokken leden bij tientallen, waaronder hooglei'aren, jour
nalisten en bankbedienden.
Het is merkwaardig dat in Nederland, dat relatief
de meeste missionarissen en één der grootste bij
dragen tot de Pauselijke Missie-genootschappen levert, eerst
uitvoerig de traditionele kat uit de boom moest worden ge
keken, voordat de leken-missiegedachte er wortel schoot.
In 1945 richtten te Utrecht enkele medische studenten de
Medische Missie Club op, die zich ten doel stelde toekom
stige missie-artsen in geestelijk en wetenschappelijk opzicht
op hun taak voor te bereiden. Twee jaar later breidde de
beweging zich uit en ging zij ook studenten van andere
faculteiten omvatten, wier concrete mogelijkheden in de
missielanden aanvankelijk minder groot schenen. Tegelijk
werden er ook afgestudeerden in betrokken, die ongetwij
feld beter de zorg voor een solide financiële basis, een
verbreiding van de gedachte en de stabiliteit van de be
weging op zich konden nemen. Zo was ontstaan de Aca
demische Leken Missie Actie, de A.L.M.A., die achtereen
volgens verschillende afdelingen kreeg, studentengroepen
te Utrecht, Amsterdam, Leiden, Wagemngen, Nijmegen en
Groningen, en een seniorgroep. In de studentengroepen
wordt een geestelijke en wetenschappelijke vorming ge
geven, onmisbaar wanneer men later onder een vreemd
volk vruchtbaar wil werken. Toch zullen niet alle A.L.M.A.-
ieden uittrekken, niet alle Almisten worden missiewerkers.
Zij die hier blijven, zullen zorgen voor dé verdere uitbouw
van de leken-missie-actie in Nederland, zij zullen de kern
worden van het thuisfront, dat hun uitgetrokken vrienden
onmogelijk zullen kunnen missen. Het zal hen geestelijk
en materieel steunen, met boeken en instrumenten, met
gebed, door correspondentie, door hun kinderen gastvrijheid
te verlenen, wanneer die wellicht voor verder onderwijs
naar Nederland zullen moeten komen.
Er is een nauw contact met de leken-missiebewegingen
in andere landen en in het eigen land met de Missieschool
voor Jonge Vrouwen, die in 1947 te Ubbergen werd ge
opend en die o.m. verpleegsters, onderwijzeressen en sociale
werksters opleidt om groepsgewijs in een missiegebied te
gaan werken.
Had reeds in 1941 Z.H. Paus Pius XII aan dr. Aujoulat, de
leider van het Franse Ad Lucem, verzekerd dat „de leken-
missie-actie aan een werkelijke behoefte van de Kerk be
antwoordde en dat zij zich noodzakelijk in de gehele chris
tenheid zou moeten ontwikkelen", in Nederland sprak reeds
in 1946 Z. Em. Johannes Kardinaal de Jong zijn voldoening
uit over het genomen initiatief, waarbij hij zijn volle steun
beloofde. Toen dan ook in 1948 de A.L.M.A. besloot meer
bekendheid aan haar actie te gaan geven, omdat het leken-
missiewerk een taak is van geheel katholiek Nederland en
de vijf Almisten die toen reeds in de Missie werkten, en
de velen die zouden volgen alleen dan zich ten volle aan
hun werk zouden kunnen wijden, wanneer zij wisten dat
al hun katholieke landgenoten hierin achter hen stonden,
schreef de kardinaal een hartelijk aanbevelingswoord. Hier
in zei hij onder meer: „Wij menen, dat de A.L.M.A. de be
langstelling en steun verdient van alle katholieken. Wij be
velen haar van harte aan in de sympathie van geheel het
katholieke volk".
Sindsdien vex-schijnt de A.L.M.A. naast de missionarissen
op de missie-tentoonstellingen, die voortaan in alle belang
rijke plaatsen van ons land wox-den gehouden. Zij stelt alle
katholieke Nederlanders in de gelegenheid, hun werkzaam
aandeel te nemen in haar actie, die speciaal de taak van
de leek in het missiewex'k verwezenlijkt, namelijk door
„Vriend van de A.L.M.A." te worden. Het thuisfront, de
onmisbare achtergrond voor het leken-missiewerk, waarvan
zoals wij boven zeiden de kern wordt gevormd door
de thuisblijvende Almisten, de A.L.M.A.-Senior, vindt in
deze Vrienden zijn voltooiing. Zij bidden voor de leken-
missie-actie, dragen de idee verder en geven zo mogelijk
financiële steun.
Momenteel telt de A.L.M.A. een 140 leden met ongeveer
2000 Vrienden. De laatsten worden enkele malen per jaar
door een speciaal voor hen bestemd tijdschrift „De A.L.M.A.-
Post" op de hoogte gehouden van de gang van zaken in
het leken-missiewerk. Dertien Almisten zijn in de Missie
aan het werk als arts, als landbouwconsulent, als ambte
naar, als administrateur of wat niet minder belangrijk is
als echtgenote van één dezer functionarissen. Hoe zij
daar werken, hoe zij van hun werk gaan houden, waarvan
de noodzakelijkheid hun daar nog duidelijker is geworden,
blijkt uit wat dokter Srxiits schreef, een Almist uit Utrecht,
die nu ruim een jaar missie-arts is te Sambas, West-Borneo:
„Het is werkelijk heel hard nodig dat er hier artsen komen.
Je kunt hier veel meer leren dan in welk ziekenhuis in
Nederland ook: daar mag je kijken, hier moet je het zelf
doen. En wat het belangrijkste is, je werkt in de Grote
Wijngaard. Als je met de mensen hier omgaat, voel je je
werkelijk een stukje Una Sancta. Je beleeft je Christendom
veel helderder en logischer dan in de sleur van het dage
lijkse Nederlandse leven".
De geduldige lezer van al deze regels zal de A.L.M.A.
nader kunnen leren kennen op de grote Missie-Tentoon
stelling die van 29 April tot 7 Mei in onze stad gaat ge
houden worden. Zonder twijfel zullen die van de Deke
naten van Heusden en Waalwijk beseffen dat dit werk de
uitdrukking is van hun eigen taak. En even zeker zullen
zij in grote getale dit besef omzetten in de daad: Zij zullen
Vrienden van de A.L.M.A. worden.
ED. VAN ROOIJ.
ZH2
Zondag 30 April zal Z. H. E. Mgr. W. Mutsaerts in de
St. Janskerk een Pontificale Hoogmis celebreren met als
intentie: het welslagen van de Missieweek en van het
Missiewerk.
ALLE plaatsen zijn vrij en voor iedereen beschikbaar
a 10 ct.
Deze Hoogmis begint om HALF ELF. Men wordt ver
zocht bijtijds in de kerk aanwezig te zijn voor de plechtige
intocht van de Bisschop.
Het zangkoor zingt de vierstemmige Mis van Ph. Loots
en de wisselende gezangen van het Beschermfeest van St.
Joseph.
De Schola Cantorum van het Missiehuis te Kaatsheuvel
zingt vóór de Hoogmis de Terts, zoals gebruikelijk is bij
een Pontificale Hoogmis.
Onder de Pontificale Hoogmis wox'den de antwoorden door
geheel het volk meegezongen. Ook het CREDO wordt ge
zamenlijk gezongen. Het Zangkoor begint en de gelovigen
zingen afwisselend met het koor het Credo.
Na de Hoogmis verlaat niemand de kerk, voordat de Bis
schop zijn uittocht heeft gehouden.
Pater ANDREAS ZIJLMANS.
In 1900 tezamen met Mgr. Hamer, bij de Boxeropstand
gemarteld.
De volgende namen kunnen enkele pai'ochies met trots
vervullen, omdat zij vele van hun beste zonen en dochters
afstonden aan het Missiewerk.
Andere parochies kunnen zich ernstig afvragen, hoe het
komt dat uit hun midden zo weinig missionarissen zijn
voortgekomen en of het niet tijd wordt de missie-gedachte
in de huisgezinnen levendiger te maken.
Er is toch wel geen enkel middel zó effectief om de Mis
sie te helpen, als zelf er naar toe te gaan of eigen kinderen
af te staan voor de directe strijd aan het voorste missie
front.
Misschien dat onze berichtgevers zich hier en daar ver
gisten, maar over het algemeen zal de stand wel zijn, zoals
wij die hier nu laten volgen.
Allereerst plaatsen we hier een foto van de missionaris
martelaar Andreas Zijlmans, die in 1900 tesamen met Mgr.
Hamer uit Nijmegen voor zijn geloof in Mongolië de mar
teldood is gestorven. Aan het proces van de zaligverklaring
dezer groep geloofshelden wordt nog gewerkt.
Aan de parochie St. Jan te Waalwijk dus de eer een
missionaris-martelaar te bezitten.
Maar dan moeten we er meteen bij zeggen, dat juist deze
parochie op de dag van vandaag weinig missionarissen rijk
is. Een missionaris, waarvan de vader met het gezin wel
niet meer in Waalwijk woont, maar die toch geboortig is
Missie-actie is de hoogste actie,
Missie-ideaal is het hoogste ideaal.
uit de parochie St. Jan, is Pater H. M. A. BIJLHOUT, van
de Orde der Carmelieten, die naar de missie van Oost-Java
(standplaats Malang) vertrok in 1931. Hij was zielzorger
over een uitgestrekt gebied rondom Malang, was in de stad
jeugdleider en oprichter van de verkennerij, is later be
noemd tot divisie-aalmoezenier en in 1948 tot plaatsvervan
gend Hoofd-Leger-aalmoezenier van de K.N.I.L. en werd
bevorderd tot Luitenant-Kolonel van het K.N.I.L.-leger.
WAALWIJK.
Parochie St. Jan.
Zuster GERTRUDA de Bree,
Gezelschap van J.M.J., vertrok
naar Tomohon, Celebes, in 1927.
Broeder STEPHANUS de
Greeff, S.C.J., is werkzaam in
Piustokatu, Helsinki, Suomi (Fin
land).
Pater Concordius van BA VEL,
Franciscanen, vertrok in 1932
naar Brazilië.
God geve aan de parochie St.
Jan in de toekomst meer missie
roepingen.
WASPIK.
Father Joh. GIJSMANS, van
de St. Josephcongregatie van Mill
Hill. Is thans rustend: was van
1910 tot 1931 werkzaam in de
missie van Nellore (Brits Indië).
Father Leo v. SON van dezelf
de Congregatie is sinds 1937
werkzaam in Brits Kamerun (Af
rika).
Sr. XAVERINI (Elis. Gijs
mans) J.M.J.; is vanaf Jan, 1904
als missiezuster werkzaam in
Guntur-Nellore (Br.-Indië).
Zuster SERVANDA (Joanna
Boogmans) van de Zusters van
Liefde werkt sinds 1922 onder
de melaatsen van Suriname.
Zuster LUCIA, Catherine Ver-
schure, ongeschoeide Carmelites;
vertrok in 1949 als slotzuster naar
Karaskasen - Tomohon (Celebes)
waar zij 24 Februari van dit jaar
haar plechtige Professie aflegde.
KAATSHEUVEL.
Sr. BAPTISTA (E. v. d. Wiel)
White Sisters: werkzaam in de
Missie Kigoma, Taaganika (Af
rika). Is daar werkzaam vanaf
1931.
Sr. MAXIMILIENNE (A. v.
d. Hoven) is vanaf 1927 werk
zaam in Niakalaka Mua Nyassa-
land (Afrika).
Sr. ANCILLIE MARIE (D. de
Vries) White Sisters werkt in
de huishoudschool tc Karema,
Tanganika Ferr vanaf 1929.
Zuster INVIOLATA (Pols),
Zusters van Liefde is onderwij
zeres aan de Muloschool te Wil
lemstad op Curagao vanaf 1935.
Sr. RODRIGUEZ (Rombouts)
werkt in de ziekenverpleging tc
Sambas Kilimantan Barel op
Oost-Borneo sinds 1950.
Pater Leo v. d. LINDEN,Wit
te Paters sinds 1939 in Maison
Carrée. Alqiers (Afrika).
Pater VERSTER. Witte Pa
ters, sinds 1946 werkzaam in Ny-
ambabakwa Mwanza Tanq Ferr
(Af'ika)
Pater B. v. d. LINDEN. Witte
Paters, sinds 1946 in Yljaje Ki-
qoma Ferr Tana. (Afrika).
Pater C. v. d. WEE. Witte
Paters, sinds 1946 in Kaqunnuli
B E A Tanq Ferr Mwanza (Af
rika).
Broeder GERARDUS BAL
VERS, Broeders van Liefde,
werkt aan de school van Poer-
wokerto, Midden-Java vertrok
1950.
Pater L. ROESTENBERG, Pa
ters van het H. Sacrament, ver
trok in 1937 naar Fortaleza (Ce-
ora) Brazilië.
Pater Jos. v. BEEK, Missiona
rissen van de H. Familie, is regi
onaal overste van Java. Stand
plaats R.K. Pastorie. Semaranq
(Java).
Kaatsheuvel spant van alle
plaatsen in de beide dekenaten
wel de kroon.
HEUSDEN.
Pater Harry v. HOFTEN,
Witte Paters. Is nu werkzaam te
Kalabwe Mporokoso, Noord-Rho-
desia (Afrika). Is in 1947 ver
trokken en heeft in die korte tijd
als een echte pionier gewerkt op
verschillende staties hee.ft met
eigen geld en arbeidskracht een
kerk gebouwd.
Frère ANTONIN (Jac. v. d.
Staak), broeder bij de Witte Pa
ters kent geen enkele taal goed,
maar verstaat ledereen en spreekt
alle talen. Voor de eerste keer
vertrok hij naar de missie in 1936,
naar Midden-Afrika, Belgisch
Congo. Daar bouwde hij kerken
en scholen en huizen voor de zus
ters en de paters. In 1948 vertrok
hij Voor de tweede keer, nu naar
Katana Costermansville Kivoe
(Belg. Congo).
ELSHOUT.
Soeur GONZALES (Adriana
Klijn) Zusters Franciscanessen
Roosendaal. Vertrok in 1895 naar
de missie van Suriname-Parama-
ribo. Was enige jaren werkzaam
in het onderwijs, werd toen aan
gesteld als directrice v. d. Vlecht-
school, waarvan zij de leiding
had tot 1946. In 1945 vierde zij
haar gouden professiefeest. Nog
steeds is zij een goede kracht
voor het lichte missiewerk.
Pater HERMAN JOSEPH van
Huiten, Capucijn, vertrok voor
de eerste keer naar de missie in
1938, werkzaam in de Missie van
West-Borneo voor de tweede
keer vertrokken in 1949. Stand
plaats Sanggan (Kapuas Borneo).
WelEerw. Heer HENRICUS
RICHARDUS VAN ENGELEN
van de Orde der Norbertijnen te
Heeswijk. Vertrok als missionaris
in 1935 naar de Missie van Jub-
belpore (Br.-Indië). Tweede ver
trek in 1949, om daar te werken
als rector van de St. Aloysius-
High School.
DRUNEN.
Pater GODHARD BOOM van
de orde der Franciscanenver
trok in 1935 naar Jequitinkonka
in Brazilië.
Mère MARIE FRANCOISE
BOOM, Congr. der Ursulinen. Is
directrice van de H.B.S. der Ur
sulinen in Djakarta (Java). Ver
trok in 1925.
Pater WILBERTUS DE WIT.
Capucijn, sinds 1935 werkzaam
in Borneo.
NIEUWKUIJK.
Pater VAN MIERLO, Witte
Paters. Vertrok naar de Missie
in 1930; is thans werkzaam als
pastoor in Ussanda P. O. Lohum-
bo Tanganyka (Afrika).
Broeder J. VAN EGGELEN
Witte Paters is reeds 27 jaar
werkzaam in Belgisch Congo.
WAALWIJK.
Parochx'e St. Antonius.
Pater Gerardus v. d. GELD,
Misisonarissen van de H. Fami
lie, voor het eerst naar de Missie
vertrokken in 1921. Standplaats
Pernambuco (Brazilië).
Zuster PHILOTEA BERENS,
Dochters van O. L. Vr. van het
H. Hart. Is werkzaam op Java.
WAALWIJK.
gp m ,-r i
Parochie O. L. Vr. Onb. Ontv.
Father J. A. M. VAN HAA-
REN van de St. Joseph Congre
gatie Mill Hill. Vertrok voor het
eerst naar de Missie in 1937;
voor de tweede keer in 1950.
Missiegebied Jesselton, Br. Bor
neo.
Pater LAUR. v. d. SANDEN,
Mission, v. d. H. Familie: vertrok
in 1946 naar Buenos Aires (Ar
gentinië).
Pater BERNARD ZURIG.
Witte Paters. Vertrok in 1948
naar Afrika, was een jaar werk
zaam in de directe missiearbeid.
wed toen aangesteld als leraar
aan het Groot-Seminarie „St. An-
tonis" Kacebere, Fort Manning,
Nyassaland (Br. Oost-Afrika)
Zuster MARIA CORNELI-
THA Verstijnen vertrok in
1932 naar het missiegebied van
Celebes. is werkzaam in het St.
Waltherusgestichtin Tomohon.
Zuster TARCISIA Mahieu,
Missiezusters van de H. Familie;
vertrok als overste van de eerste
groep Missiezusters van deze
jonge congregatie, in 1948 naar
Borneo is daar werkzaam in de
ziekenverpleging te Balikpanan.
Zuster MARIA ADRIETO
Leijtens, J.M.J. vertrok in 1922
naar het St. Waltherusgesticht in
Tomohon, Celebes.
BAARDWIJK.
Parochie St. Clemens.
Frater ROGOBERTHUS Maas
Fraters van Tilburg vertrok in
1948 voor de derde maal naar de
missie van Curasao.
Pater H. FIGEE. Priesters van
het H. Hart, vertrok in 1947 naar
Casella Tenó, Chili.
LOONOPZAND.
Broeder JUSTINIANUS, F. H.
J. de Kort, van de Broeders van
Dongen vertrok naar de Missie
op Java in 1932, waar hij thans
als onderwijzer werkzaam is.
Frater ENSEBIUS, Jan Jansen;
vertrok naar de Missie van Suri
name in 1913.
Pater Arinus VAN DEUTE-
KOM, van de Mission, van de
H. Familie vertrok naar de Mis
sie van Indonesië in 1945 is
thans werkzaam op de Oostkust
van Borneo in de stad Samarinda.
Father H. v. d. STEEN, van
de St. Joseph-congregatie van
Mill Hill vertrok naar de Missie
van Uganda (Br. Oost-Afrika)
in 1937.
Zuster LUBERTIA, Wilhel-
mina Snoeren vertrok naar de
Missie in Suriname in 1922, waar
ze thans nog werkzaam is in het
melaatsenkamp te Paramaribo.
Zuster EUDOXIA, Joanna
Kuijpers; vertrok in 1909 naar
Curasaois dus meer dan veer
tig jaren in de missie ERESA
LUUT aan deze pionierster
Broeder PERPETUUS M., A,
E. Dankers vertrok naar dc
Missie van Java in 1926 voor de
tweede maal vertrokken in 1948,
en is nu werkzaam op Curagao
in het Gouvernements Opvoe
dingsgesticht aldaar.
Niets is de christennaam meer waardig: niets rijker
aan verdiensten; niets voortreffelijker en schoner aan
deugd dan door gebed, aalmoes en arbeid er aan mee
te werken, dat het licht van het Evangelie doorstrale
tot ver verwijderde volken; dat het Kruis van Christus
zijn heilige exi allerweldadigste heerschappij uitbreidde
en de Kerk door nieuwe aanwinsten wordt vergroot.
(Kardinaal Pacelli).