f weLke missionarissen wenken in 6e missie LEKEN-Missieactie ffl&T uit de beide Dekenaten DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 28 APRIL 1950 PONTIFICALE HOOGMIS. Wonderbare Visvangst. ..Jawel", zal een lezer zeggen, „dat versta ik. Wij moeten bladen en otteren voor de Missie. Er staat immers geschreven: „Gebed is hooidzaak, geld noodzaak ik ben aan ook lid van het Pauselijk Genootschap tot Voortplanting des Geloois en van het bint Petrus Liefde werk en mij 11 kinderen zijn bij de R. Kindsheid. Rovend ten is mijn vrouw bij de Missienaaikring, mijn oudste dochter is propagandiste van de M.I.V.A. en er gaat bij ons thuis geen Kruimeltje zilverpapier verloren, zo rigoureus sparen we alles op voor de Missie". Natuurlijk vindt deze lezer dat hij het er aardig afbrengt met zijn missie-actie, en dat is ook zo. Maar toch is dit niet anes. Toch kan een leek, de gewone man in Gods Kerk, méér doen in het missiewerk. Hij kan namelijk in het missieland zelf zijn missie-actie gaan ontplooien. Wat kan bijvoorbeeld een dokter daar niet een prachtig werk doen: medisch missiewerk. Paus Pius XI benadrukte reeds de noodzaak van medische missie, toen hij in zijn missie encycliek „Kerum Ecclesiae" van 18 Februari ly26 tot de missionarissen zei: „Gij moet tot de inlandse bevolking niet anders gaan dan Uw Goddelijke Meester deed tijdens Zijn omwanaeling op aarde. Christus nu was gewoon de zieken te genezen, alvorens hij de menigte leraarde". Steeds heb ben de missionarissen het zich dan ook tot plicht gerekend hun mensen medisch bij te staan, zo goed en zo kwaad als het ging. Op deze medische neventaak werden zij ook enigszins voorbereid. In ons land geeft sinds 1926 het Me disch Missie-comité, bestaande uit artsen, elk jaar aan ver trekkende missionarissen een cursus in tropische hygiëne en geneeskunde. Bovendien geeft het hun een gedegen handboek voor deze zaken mee. Het verdient vanzelfsprekend de voorkeur, wanneer een daartoe opgeleid arts het medisch werk overneemt van de missionaris, die bovendien aan zijn specifieke priestertaak de handen vol heeft. Sinds 1925 bestaat dan ook het Ge zelschap van Medische Missie-zusters. Het telt onder zijn leden vrouwelijke artsen, verpleegsters, vroedvrouwen en apothekeressen naast huishoudelijke en administratieve krachten. Zolang men de noodzaak van medisch missiewerk heeft beseft, is men ook van mening geweest, dat het mede en eigenlijk bij voorkeur door lekenartsen moest gebeuren. Die kunnen immers laten zien hoe een gewone katholieke leek leeft; zij kunnen een katholieke huwelijksbeleving demonstreren, iets wat meer dan het woord van de mis sionaris de jonge katholieken imponeren zal. Met deze over weging zijn we buiten het terrein van de medische missie geraakt, hier zitten we volop in de lekenmissie. De leek heeft namelijk een eigen taak in het missiewerk. Want de opdracht die Christus aan Zijn Kerk gaf, dat zij zich moest uitbreiden over alle volkeren der aarde, dat is haar zending, haar missie, geldt voor priesters en religieu zen en leken. Zij houdt in, dat de Kerk geplant moet wor den in die landen, waar zij nog niet zichtbaar bestaat. Zij moet geplant worden, „populus et clerus": zij moet een ei gen inheemse geestelijkheid krijgen en een eigen kerkvolk. Zij moet stevig verankerd geraken in de cultuur van dat land. De mensen dienen gevormd te worden tot volbloed katholieken, bij wie de geloofsovertuiging en de geloofs beleving volkomen in hun eigen leefwijze zijn ingepast. In de jongste tijd is het besef gegroeid, dat de leek zijn eigen taak heeft in het dienstwerk van de Kerk. De Katholieke Actie, met zoveel nadruk door de laatste Pausen aanbevo len en bevorderd, is het orgaan voor het eigen apostolaat Uw gebed moet gaan lot aan de grenzen der aarde. Uw offer moet een wereldwijde vruchtbaarheid hebben. Uw werk moet tot intentie hebben „de redding" van ailen". Uw leven mag niet beperkt blijven binnen de enge grenzen van Uw klein bestaan, maar moet een steentje zijn aan de Kathedraal van Gods om spannende Wereldkerk. van de leken in het verband van de Kerk: het hierax-chies lekenapostolaat. Door haar zal de Kerk weer midden in de verschillende middens van het huidige leven moeten komen staan, levend en bezielend. In ons oude christelijke Westen moet de Kerk weer terug in de samenleving. Ginds in de missielanden moeten wij katholieke leken zorgen, dat zij van het begin af aan midden in de groeiende beschaving zal staan. Leken-missiewerk is niet anders dan een speciale vorm van Katholieke Actie. Er is nog een heel nuchtere en practische motivering van het leken-missiewerk: het kan op verschillende gebieden, zoals onderwijs, nijverheid, het werk van de missionaris overnemen, waardoor enerzijds dit werk deskundiger behartigd wordt en anderzijds de mis sionaris tijd en handen vrij krijgt voor zijn eigen taak. Zo gezien is er méér dan medische missie alleen. Hier ligt een taak voor elke katholieke leek. Naast dokters, ver pleegsters, verplegers en vroedvrouwen, kunnen ook onder wijzers, leraren, sociale werksters en werkers, ingenieurs, bekwame vaklieden, journalisten en administratieve krach ten in een missiegebied uiterst nuttig werk doen. Alleen reeds door hun beroep goed uit te oefenen en goed katho liek te leven, zijn zij voor de missie van grote waarde. Was het niet in het verleden schering en inslag, dat een mis sionaris in plaats van blij te zijn wanneer in zijn missie gebied een Europeaan zich vestigen kwam, zich grote zor gen ging maken alleen al omdat de gewoonlijk zeer on christelijke leef trant van deze man, die toch in inheemse ogen een christelijke wereld vertegen wooi'digde, de kracht van zijn prediking danig verzwakte? En wat rezen er geen twijfels bij al die jonge Oosterlingen, die voor studie of om een vak te leren naar het Westen kwamen en hier niets aantroffen van wat ze aan verwerkelijkt christendom ver wacht hadden! Een goed voorbeeld is dus reeds van on schatbare waarde. Het belang van degelijk katholiek onder wijs, van een katholieke pers, van katholiek jeugdwerk is zonder meer duidelijk. Eveneens, dat hier even zovele werk terreinen liggen voor katholieke leken. Zoals wij hierboven allereerst spraken over de mogelijk heden voor een dokter in de missie, zo werd het leken- missiewerk ook het eerst op medisch gebied verwezenlijkt. Sinds 1922 bestaat te Würzburg in Duitsland het „Mission- sarztliches Institut", dat medische studenten en artsen op leidt tot missie-arts en dat in de jaren van zijn bestaan waarvan de laatste uiteraard moeilijk zijn geweest een vijftig missie-ai'tsen heeft geplaatst in alle missiegebieden ter wereld. In Frankrijk richtte in 1932 de jonge arts Louis Aujoulat. nadat hij enkele jaren in Kameroun had gewerkt, de leken- missiebeweging Ad Lucem op. Zij telt sindsdien haar uit getrokken leden bij tientallen, waaronder hooglei'aren, jour nalisten en bankbedienden. Het is merkwaardig dat in Nederland, dat relatief de meeste missionarissen en één der grootste bij dragen tot de Pauselijke Missie-genootschappen levert, eerst uitvoerig de traditionele kat uit de boom moest worden ge keken, voordat de leken-missiegedachte er wortel schoot. In 1945 richtten te Utrecht enkele medische studenten de Medische Missie Club op, die zich ten doel stelde toekom stige missie-artsen in geestelijk en wetenschappelijk opzicht op hun taak voor te bereiden. Twee jaar later breidde de beweging zich uit en ging zij ook studenten van andere faculteiten omvatten, wier concrete mogelijkheden in de missielanden aanvankelijk minder groot schenen. Tegelijk werden er ook afgestudeerden in betrokken, die ongetwij feld beter de zorg voor een solide financiële basis, een verbreiding van de gedachte en de stabiliteit van de be weging op zich konden nemen. Zo was ontstaan de Aca demische Leken Missie Actie, de A.L.M.A., die achtereen volgens verschillende afdelingen kreeg, studentengroepen te Utrecht, Amsterdam, Leiden, Wagemngen, Nijmegen en Groningen, en een seniorgroep. In de studentengroepen wordt een geestelijke en wetenschappelijke vorming ge geven, onmisbaar wanneer men later onder een vreemd volk vruchtbaar wil werken. Toch zullen niet alle A.L.M.A.- ieden uittrekken, niet alle Almisten worden missiewerkers. Zij die hier blijven, zullen zorgen voor dé verdere uitbouw van de leken-missie-actie in Nederland, zij zullen de kern worden van het thuisfront, dat hun uitgetrokken vrienden onmogelijk zullen kunnen missen. Het zal hen geestelijk en materieel steunen, met boeken en instrumenten, met gebed, door correspondentie, door hun kinderen gastvrijheid te verlenen, wanneer die wellicht voor verder onderwijs naar Nederland zullen moeten komen. Er is een nauw contact met de leken-missiebewegingen in andere landen en in het eigen land met de Missieschool voor Jonge Vrouwen, die in 1947 te Ubbergen werd ge opend en die o.m. verpleegsters, onderwijzeressen en sociale werksters opleidt om groepsgewijs in een missiegebied te gaan werken. Had reeds in 1941 Z.H. Paus Pius XII aan dr. Aujoulat, de leider van het Franse Ad Lucem, verzekerd dat „de leken- missie-actie aan een werkelijke behoefte van de Kerk be antwoordde en dat zij zich noodzakelijk in de gehele chris tenheid zou moeten ontwikkelen", in Nederland sprak reeds in 1946 Z. Em. Johannes Kardinaal de Jong zijn voldoening uit over het genomen initiatief, waarbij hij zijn volle steun beloofde. Toen dan ook in 1948 de A.L.M.A. besloot meer bekendheid aan haar actie te gaan geven, omdat het leken- missiewerk een taak is van geheel katholiek Nederland en de vijf Almisten die toen reeds in de Missie werkten, en de velen die zouden volgen alleen dan zich ten volle aan hun werk zouden kunnen wijden, wanneer zij wisten dat al hun katholieke landgenoten hierin achter hen stonden, schreef de kardinaal een hartelijk aanbevelingswoord. Hier in zei hij onder meer: „Wij menen, dat de A.L.M.A. de be langstelling en steun verdient van alle katholieken. Wij be velen haar van harte aan in de sympathie van geheel het katholieke volk". Sindsdien vex-schijnt de A.L.M.A. naast de missionarissen op de missie-tentoonstellingen, die voortaan in alle belang rijke plaatsen van ons land wox-den gehouden. Zij stelt alle katholieke Nederlanders in de gelegenheid, hun werkzaam aandeel te nemen in haar actie, die speciaal de taak van de leek in het missiewex'k verwezenlijkt, namelijk door „Vriend van de A.L.M.A." te worden. Het thuisfront, de onmisbare achtergrond voor het leken-missiewerk, waarvan zoals wij boven zeiden de kern wordt gevormd door de thuisblijvende Almisten, de A.L.M.A.-Senior, vindt in deze Vrienden zijn voltooiing. Zij bidden voor de leken- missie-actie, dragen de idee verder en geven zo mogelijk financiële steun. Momenteel telt de A.L.M.A. een 140 leden met ongeveer 2000 Vrienden. De laatsten worden enkele malen per jaar door een speciaal voor hen bestemd tijdschrift „De A.L.M.A.- Post" op de hoogte gehouden van de gang van zaken in het leken-missiewerk. Dertien Almisten zijn in de Missie aan het werk als arts, als landbouwconsulent, als ambte naar, als administrateur of wat niet minder belangrijk is als echtgenote van één dezer functionarissen. Hoe zij daar werken, hoe zij van hun werk gaan houden, waarvan de noodzakelijkheid hun daar nog duidelijker is geworden, blijkt uit wat dokter Srxiits schreef, een Almist uit Utrecht, die nu ruim een jaar missie-arts is te Sambas, West-Borneo: „Het is werkelijk heel hard nodig dat er hier artsen komen. Je kunt hier veel meer leren dan in welk ziekenhuis in Nederland ook: daar mag je kijken, hier moet je het zelf doen. En wat het belangrijkste is, je werkt in de Grote Wijngaard. Als je met de mensen hier omgaat, voel je je werkelijk een stukje Una Sancta. Je beleeft je Christendom veel helderder en logischer dan in de sleur van het dage lijkse Nederlandse leven". De geduldige lezer van al deze regels zal de A.L.M.A. nader kunnen leren kennen op de grote Missie-Tentoon stelling die van 29 April tot 7 Mei in onze stad gaat ge houden worden. Zonder twijfel zullen die van de Deke naten van Heusden en Waalwijk beseffen dat dit werk de uitdrukking is van hun eigen taak. En even zeker zullen zij in grote getale dit besef omzetten in de daad: Zij zullen Vrienden van de A.L.M.A. worden. ED. VAN ROOIJ. ZH2 Zondag 30 April zal Z. H. E. Mgr. W. Mutsaerts in de St. Janskerk een Pontificale Hoogmis celebreren met als intentie: het welslagen van de Missieweek en van het Missiewerk. ALLE plaatsen zijn vrij en voor iedereen beschikbaar a 10 ct. Deze Hoogmis begint om HALF ELF. Men wordt ver zocht bijtijds in de kerk aanwezig te zijn voor de plechtige intocht van de Bisschop. Het zangkoor zingt de vierstemmige Mis van Ph. Loots en de wisselende gezangen van het Beschermfeest van St. Joseph. De Schola Cantorum van het Missiehuis te Kaatsheuvel zingt vóór de Hoogmis de Terts, zoals gebruikelijk is bij een Pontificale Hoogmis. Onder de Pontificale Hoogmis wox'den de antwoorden door geheel het volk meegezongen. Ook het CREDO wordt ge zamenlijk gezongen. Het Zangkoor begint en de gelovigen zingen afwisselend met het koor het Credo. Na de Hoogmis verlaat niemand de kerk, voordat de Bis schop zijn uittocht heeft gehouden. Pater ANDREAS ZIJLMANS. In 1900 tezamen met Mgr. Hamer, bij de Boxeropstand gemarteld. De volgende namen kunnen enkele pai'ochies met trots vervullen, omdat zij vele van hun beste zonen en dochters afstonden aan het Missiewerk. Andere parochies kunnen zich ernstig afvragen, hoe het komt dat uit hun midden zo weinig missionarissen zijn voortgekomen en of het niet tijd wordt de missie-gedachte in de huisgezinnen levendiger te maken. Er is toch wel geen enkel middel zó effectief om de Mis sie te helpen, als zelf er naar toe te gaan of eigen kinderen af te staan voor de directe strijd aan het voorste missie front. Misschien dat onze berichtgevers zich hier en daar ver gisten, maar over het algemeen zal de stand wel zijn, zoals wij die hier nu laten volgen. Allereerst plaatsen we hier een foto van de missionaris martelaar Andreas Zijlmans, die in 1900 tesamen met Mgr. Hamer uit Nijmegen voor zijn geloof in Mongolië de mar teldood is gestorven. Aan het proces van de zaligverklaring dezer groep geloofshelden wordt nog gewerkt. Aan de parochie St. Jan te Waalwijk dus de eer een missionaris-martelaar te bezitten. Maar dan moeten we er meteen bij zeggen, dat juist deze parochie op de dag van vandaag weinig missionarissen rijk is. Een missionaris, waarvan de vader met het gezin wel niet meer in Waalwijk woont, maar die toch geboortig is Missie-actie is de hoogste actie, Missie-ideaal is het hoogste ideaal. uit de parochie St. Jan, is Pater H. M. A. BIJLHOUT, van de Orde der Carmelieten, die naar de missie van Oost-Java (standplaats Malang) vertrok in 1931. Hij was zielzorger over een uitgestrekt gebied rondom Malang, was in de stad jeugdleider en oprichter van de verkennerij, is later be noemd tot divisie-aalmoezenier en in 1948 tot plaatsvervan gend Hoofd-Leger-aalmoezenier van de K.N.I.L. en werd bevorderd tot Luitenant-Kolonel van het K.N.I.L.-leger. WAALWIJK. Parochie St. Jan. Zuster GERTRUDA de Bree, Gezelschap van J.M.J., vertrok naar Tomohon, Celebes, in 1927. Broeder STEPHANUS de Greeff, S.C.J., is werkzaam in Piustokatu, Helsinki, Suomi (Fin land). Pater Concordius van BA VEL, Franciscanen, vertrok in 1932 naar Brazilië. God geve aan de parochie St. Jan in de toekomst meer missie roepingen. WASPIK. Father Joh. GIJSMANS, van de St. Josephcongregatie van Mill Hill. Is thans rustend: was van 1910 tot 1931 werkzaam in de missie van Nellore (Brits Indië). Father Leo v. SON van dezelf de Congregatie is sinds 1937 werkzaam in Brits Kamerun (Af rika). Sr. XAVERINI (Elis. Gijs mans) J.M.J.; is vanaf Jan, 1904 als missiezuster werkzaam in Guntur-Nellore (Br.-Indië). Zuster SERVANDA (Joanna Boogmans) van de Zusters van Liefde werkt sinds 1922 onder de melaatsen van Suriname. Zuster LUCIA, Catherine Ver- schure, ongeschoeide Carmelites; vertrok in 1949 als slotzuster naar Karaskasen - Tomohon (Celebes) waar zij 24 Februari van dit jaar haar plechtige Professie aflegde. KAATSHEUVEL. Sr. BAPTISTA (E. v. d. Wiel) White Sisters: werkzaam in de Missie Kigoma, Taaganika (Af rika). Is daar werkzaam vanaf 1931. Sr. MAXIMILIENNE (A. v. d. Hoven) is vanaf 1927 werk zaam in Niakalaka Mua Nyassa- land (Afrika). Sr. ANCILLIE MARIE (D. de Vries) White Sisters werkt in de huishoudschool tc Karema, Tanganika Ferr vanaf 1929. Zuster INVIOLATA (Pols), Zusters van Liefde is onderwij zeres aan de Muloschool te Wil lemstad op Curagao vanaf 1935. Sr. RODRIGUEZ (Rombouts) werkt in de ziekenverpleging tc Sambas Kilimantan Barel op Oost-Borneo sinds 1950. Pater Leo v. d. LINDEN,Wit te Paters sinds 1939 in Maison Carrée. Alqiers (Afrika). Pater VERSTER. Witte Pa ters, sinds 1946 werkzaam in Ny- ambabakwa Mwanza Tanq Ferr (Af'ika) Pater B. v. d. LINDEN. Witte Paters, sinds 1946 in Yljaje Ki- qoma Ferr Tana. (Afrika). Pater C. v. d. WEE. Witte Paters, sinds 1946 in Kaqunnuli B E A Tanq Ferr Mwanza (Af rika). Broeder GERARDUS BAL VERS, Broeders van Liefde, werkt aan de school van Poer- wokerto, Midden-Java vertrok 1950. Pater L. ROESTENBERG, Pa ters van het H. Sacrament, ver trok in 1937 naar Fortaleza (Ce- ora) Brazilië. Pater Jos. v. BEEK, Missiona rissen van de H. Familie, is regi onaal overste van Java. Stand plaats R.K. Pastorie. Semaranq (Java). Kaatsheuvel spant van alle plaatsen in de beide dekenaten wel de kroon. HEUSDEN. Pater Harry v. HOFTEN, Witte Paters. Is nu werkzaam te Kalabwe Mporokoso, Noord-Rho- desia (Afrika). Is in 1947 ver trokken en heeft in die korte tijd als een echte pionier gewerkt op verschillende staties hee.ft met eigen geld en arbeidskracht een kerk gebouwd. Frère ANTONIN (Jac. v. d. Staak), broeder bij de Witte Pa ters kent geen enkele taal goed, maar verstaat ledereen en spreekt alle talen. Voor de eerste keer vertrok hij naar de missie in 1936, naar Midden-Afrika, Belgisch Congo. Daar bouwde hij kerken en scholen en huizen voor de zus ters en de paters. In 1948 vertrok hij Voor de tweede keer, nu naar Katana Costermansville Kivoe (Belg. Congo). ELSHOUT. Soeur GONZALES (Adriana Klijn) Zusters Franciscanessen Roosendaal. Vertrok in 1895 naar de missie van Suriname-Parama- ribo. Was enige jaren werkzaam in het onderwijs, werd toen aan gesteld als directrice v. d. Vlecht- school, waarvan zij de leiding had tot 1946. In 1945 vierde zij haar gouden professiefeest. Nog steeds is zij een goede kracht voor het lichte missiewerk. Pater HERMAN JOSEPH van Huiten, Capucijn, vertrok voor de eerste keer naar de missie in 1938, werkzaam in de Missie van West-Borneo voor de tweede keer vertrokken in 1949. Stand plaats Sanggan (Kapuas Borneo). WelEerw. Heer HENRICUS RICHARDUS VAN ENGELEN van de Orde der Norbertijnen te Heeswijk. Vertrok als missionaris in 1935 naar de Missie van Jub- belpore (Br.-Indië). Tweede ver trek in 1949, om daar te werken als rector van de St. Aloysius- High School. DRUNEN. Pater GODHARD BOOM van de orde der Franciscanenver trok in 1935 naar Jequitinkonka in Brazilië. Mère MARIE FRANCOISE BOOM, Congr. der Ursulinen. Is directrice van de H.B.S. der Ur sulinen in Djakarta (Java). Ver trok in 1925. Pater WILBERTUS DE WIT. Capucijn, sinds 1935 werkzaam in Borneo. NIEUWKUIJK. Pater VAN MIERLO, Witte Paters. Vertrok naar de Missie in 1930; is thans werkzaam als pastoor in Ussanda P. O. Lohum- bo Tanganyka (Afrika). Broeder J. VAN EGGELEN Witte Paters is reeds 27 jaar werkzaam in Belgisch Congo. WAALWIJK. Parochx'e St. Antonius. Pater Gerardus v. d. GELD, Misisonarissen van de H. Fami lie, voor het eerst naar de Missie vertrokken in 1921. Standplaats Pernambuco (Brazilië). Zuster PHILOTEA BERENS, Dochters van O. L. Vr. van het H. Hart. Is werkzaam op Java. WAALWIJK. gp m ,-r i Parochie O. L. Vr. Onb. Ontv. Father J. A. M. VAN HAA- REN van de St. Joseph Congre gatie Mill Hill. Vertrok voor het eerst naar de Missie in 1937; voor de tweede keer in 1950. Missiegebied Jesselton, Br. Bor neo. Pater LAUR. v. d. SANDEN, Mission, v. d. H. Familie: vertrok in 1946 naar Buenos Aires (Ar gentinië). Pater BERNARD ZURIG. Witte Paters. Vertrok in 1948 naar Afrika, was een jaar werk zaam in de directe missiearbeid. wed toen aangesteld als leraar aan het Groot-Seminarie „St. An- tonis" Kacebere, Fort Manning, Nyassaland (Br. Oost-Afrika) Zuster MARIA CORNELI- THA Verstijnen vertrok in 1932 naar het missiegebied van Celebes. is werkzaam in het St. Waltherusgestichtin Tomohon. Zuster TARCISIA Mahieu, Missiezusters van de H. Familie; vertrok als overste van de eerste groep Missiezusters van deze jonge congregatie, in 1948 naar Borneo is daar werkzaam in de ziekenverpleging te Balikpanan. Zuster MARIA ADRIETO Leijtens, J.M.J. vertrok in 1922 naar het St. Waltherusgesticht in Tomohon, Celebes. BAARDWIJK. Parochie St. Clemens. Frater ROGOBERTHUS Maas Fraters van Tilburg vertrok in 1948 voor de derde maal naar de missie van Curasao. Pater H. FIGEE. Priesters van het H. Hart, vertrok in 1947 naar Casella Tenó, Chili. LOONOPZAND. Broeder JUSTINIANUS, F. H. J. de Kort, van de Broeders van Dongen vertrok naar de Missie op Java in 1932, waar hij thans als onderwijzer werkzaam is. Frater ENSEBIUS, Jan Jansen; vertrok naar de Missie van Suri name in 1913. Pater Arinus VAN DEUTE- KOM, van de Mission, van de H. Familie vertrok naar de Mis sie van Indonesië in 1945 is thans werkzaam op de Oostkust van Borneo in de stad Samarinda. Father H. v. d. STEEN, van de St. Joseph-congregatie van Mill Hill vertrok naar de Missie van Uganda (Br. Oost-Afrika) in 1937. Zuster LUBERTIA, Wilhel- mina Snoeren vertrok naar de Missie in Suriname in 1922, waar ze thans nog werkzaam is in het melaatsenkamp te Paramaribo. Zuster EUDOXIA, Joanna Kuijpers; vertrok in 1909 naar Curasaois dus meer dan veer tig jaren in de missie ERESA LUUT aan deze pionierster Broeder PERPETUUS M., A, E. Dankers vertrok naar dc Missie van Java in 1926 voor de tweede maal vertrokken in 1948, en is nu werkzaam op Curagao in het Gouvernements Opvoe dingsgesticht aldaar. Niets is de christennaam meer waardig: niets rijker aan verdiensten; niets voortreffelijker en schoner aan deugd dan door gebed, aalmoes en arbeid er aan mee te werken, dat het licht van het Evangelie doorstrale tot ver verwijderde volken; dat het Kruis van Christus zijn heilige exi allerweldadigste heerschappij uitbreidde en de Kerk door nieuwe aanwinsten wordt vergroot. (Kardinaal Pacelli).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 2