Gemeenteraad van Waspik Waalwijkse en Langstraatse Courant GEMEENTERAAD VAN WAALWIJK ^De zuivering van afvalwater Gemeenteraad van Vlijmen Geen andere gemeente torpederen Houd Uw Hond thuis I MAANDAG 1 MEI 1950. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN DE ECHO HET ZUIDEN OPGERICHT 1878. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. 72e JAARGANG No. 28. Abonnement .15 cent per week 1.95 per kwartaal 2.25 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO". Crediet van f1000.-~ voor advies. Het enige punt waarover enigszins uitvoerig is gedis- cussiëerd in d'e vergadering die de Raad van Waal wijk Donderdagavond hield, was het voorstel van B. en W. om een crediet van 1000 beschikbaar te stel len voor het opmaken van een advies inzake zuive ring van afvalwater in deze gemeente. Daar was nie mand in principe op tegen, maar wel werd er aange drongen op spoed. De voorzitter echter zou blij zijn als eindte 1951 de riolering in orde was. Na de opening deelde de voor zitter mee dat de heer van den Hoven bericht van verhindering had gezonden. De notulen van de vorige vergadering werden zonder op- of aanmerkingen vastgesteld en diverse ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. Met de memorie van antwoord van B. en W. op de nota van aan merkingen van Ged. Staten op de ingezonden gemeente- en bedrijfs- begrotingen voor 1950 kon de raad zich verenigen. Vervolgens werden zonder dis cussie of stemming de volgend'e voorstellen aangenomen: tot het toekennen van een jaarlijkse ver goeding van 325 aan het be stuur der R.K. Meisjesschool te Baardwijk wegens aanschaffing van schoolmeubelen; tot het be schikbaar stellen van in totaal 14.248.05 aan het bestuur der R.K. Jongensscholen voor l.o. en u.l.o. in de St. Antoniusparochie voor het aanschaffen van ver schillende benodigdheden ^inrich ting van diverse klaslokalen); tot het nader vaststellen van het voor schot op de vergoeding voor vak onderwijs in lichamelijke oefening aan de Nuts u.l.o. school voor 1950 (/(387.tot het van-to'e- passing-verklaren op het gemecn- tepersoneel van de voorgenomen 5 -uitkeringsregeling aan het rijkspersoneel over het 2de kwar taal 1950, na een verduidelijking voor de heren Brouwer en Van Wel. Het afvalwater. Betreffende dit voorstel merkte de heer Verdoorn op, dat hij met genoegen zag dat B. en W. het initiatief hadden genomen om d'e gemeente van het vuile water af te helpen door het inwinnen van een advies. Hij vroeg echter of e? een termijn gesteld was binnen welke het advies uitgebracht zou moeten zijn. In zijn antwoord gaf de voor zitter te kennen dat dit niet het eerste initiatief was, deze kwestie hield het gemeentebestuur al en kele jaren bezig. Er zou een dub bele opdracht gegeven worden, n.l. voor de riolering en voor de zuivering van het afvalwater. B. en W. streefden er naar om het afvalwater niet in de haven te laten uitlopen maar in de Bergse Maas. Daarvoor was samenwer king nodig met verschillende in stanties, de Rijkswaterstaat en de Visserij-inspectie. Als het Rijks instituut voor zuivering van af valwater gunstig adviseerde, meende de voorzitter, zouden zij het de gemeente niet lastig ma ken. De kosten van zuivering zouden de gemeente op tonnen komen te staan, fmaar het Rijksinstituut zou wel zorgen dat het zo eenvoudig mogelijk gebeurde. De kosten voor het advies wer den vroeger betaald door het rijk, door het enorm grote aantal aan vragen ging dat niet meer en moest de gemeente bijdragen De voorzitter nam aan dat h'et advies binnen drie maanden tot een half jaar uitgebracht zou zijn. Dan nog wist men pas hoe het rijk er over dacht, welke graad van zuiverheid noodzakelijk was en welke financiële maatregelen getroffen moesten worden. Hij zou blij zijn als eind 1951 de riolering in orde was. De heer Verdoorn zag nu wel dat er niet gauw een eind zou ko men aan de vuil-watermisèrte. Toch drong hij aan op spoed. De heer Brouwer vroeg of het niet mogelijk was het havenplan en het zuiveringsplan in een te verenigen. Verder had hij uit wel ingelichte kringen gehoord dat de visserij blij zou zijn als het vuil water gereinigd zou zijn. De vis serij-inspectie zou er dus wel niet veel op tegen hebben. Hem ant woordde de voorzitter dat de ver eniging der twee plannen niet mo gelijk was, omdat ze van geheel verschillende aard waren. De heer Meijs wist niet of B. en W. georiënteerd waren op het gebied van zuiveringsinstallaties. Hij meende dat het wel interes sant zou zijn om hier en daar eens poolshoogte te nemen. De voorzitter merkt£ op dat 'er alle mogelijke systemen waren, dat hing af van de plaatselijke om standigheden, zoals de water staatkundige en geologische situ atie en de ligging. Het Rijksinsti tuut hield daar rekening mee. Up een vraag van de heer de Raat antwoordde de voorzitter dat in theorie anders dan mechanische bevloeiing wel mogelijk was, maar dat het practisch allerwaarschijn lijkst was dat een mechanische be vloeiing zou worden voorgesteld. Een ander geluid dan de overi ge heren liet de heer Van Hees- wijk horen. Hij was niet optimis tisch aangaande de mogelijkhe den. Hij meende dat de gemeente een onvervreemdbaar recht bezat om het vuile water in de Haven te spuien en als de havenplannen doorgingen, moest 'er toch een op lossing gevonden worden. Zoals het plan er nu lag was het geen zuiverings- maar een verdunnings proces: de zware delen bezonken, de lichtere bleven er in zitten en die waren juist het gevaarlijkst. Hij spoorde B. en W. aan niet overhaast te werk te gaan. De voorzitter merkte op dat de kwestie van het onvervreemdbaar recht een moeilijk punt was tus sen de Rijkswaterstaat en de ge meente en wethouder Smolders vulde hierbij aan dat de Rijkswa terstaat al voor de oorlog had ge vraagd wanneer Waalwijk zijn haven eens zou zuiveren. Door de oorlog was het uitgesteld, maar er zou op de duur toch niet aan te ontkomen zijn. Daarna sloot de voorzitter de discussie, omdat het er nog alleen maar om ging advies in te win nen en daarvoor stelde de raad het gevraagde crediet beschikbaar. Zonder discussie werden ver volgens weer aangenomen het voorstel tot het verstrekken van een kasgeldlening van 60.000 aan het bestuur der middelbare vakschool voor de leder- en schoenindustrie en tot het opne men van kasgeld in verband daar mee en het voorstel tot wijziging der begrotingen 1949 en 1950. Bij het laatste voorstel, tot rui ling van grond, merkte de heer van Wel op dat nu werd ge zegd dat van het graven van de waterloop, de gemeente de helft zou betalen en de sportvereniging de andere helft. In de vergadering van 23 Februari echter had de voorzitter gezegd dat de kosten helemaal aan de vereniging zou den komen. De voorzitter echter meende dat het altijd d'e bedoeling was geweest de kosten te delen. Maar de heer van Wel las uit de notulen voor dat de kosten voor de duiker aan de gemeente zou komen, de rest aan de vereni ging. De voorzitter gaf hem gelijk en B. en W. stelden dus nu voor om een ander standpunt in te nemen en baseerde dit op twe'e argumen ten: de sloot zou de gemeente zelf ook hinderen bij het uitvoeren van eventuele werken en boven dien vroeg de hockeyclub aan de leden hoge kosten omdat ze geen inkomsten had; de gemeente wil de nu helpen met de aanleg van terreinen. Ook de heer Van Wel wilde het de hockeyclub niet moeilijker maken dan het al was en ver klaarde zich dienovereenkomstig voor. De heer Meijs vroeg of de kos ten zo hoog waren dat ze nog op de club moesten worden verhaald. Hij gaf in overweging dat de ge meente ze, als het mogelijk was, helemaal zou dragen. De voorzit ter echter merkte op dat de be sprekingen met de hockeyclub tot dit resultaat hadden geleid en men tevreden was. De heer Brouwer zag het gras door de vorige sprekers voor zijn voeten weggemaaid en verklaarde zich met het voorstel accoord. Zonder hoofdelijke stemming werd het daarna aangenomen. De voorzitter sloot toen de ver gadering met gebed. De Burgemeester leidde weer de vergadering. Voor het eerst sinds lang lag de voorzittershamer weer in de vertrouwde hand van burgemeester Van Hout Vrijdagavond; weer hield hij zijn gloedvolle be togen om de raad te overtuigen, en zo lukte het hem een principiëel besluit uit te lokken: Vlijmen zal niet meewerken aan d'e liquidatie van de gemeente Enge len, m.a.w. de raad nam een afwijzend standpunt in met betrekking tot een mogelijke annexatie van Bok hoven. De burgemeester liep bij zijn te rugkeer hard van stapel; hij ver zuimde haast de vaststelling der notulen aan de orde te stellen, maar de heer Van de Meeren- donk wilde nog een punt vroe ger beginnen, al stond het niet op de gaenda. Als oudste zitting heb bend raadslid wenste hij de bur gemeester geluk met zijn herstel en uitte zijn blijdschap dat hij op zijn post was teruggekeerd. Hij sprak de wens uit dat de burge meester nooit meer last zou heb ben van een dergelijke ziekte. De burgemeester dankte voor deze woorden. Ook hij was blij hersteld te zijn. Hij dankte voor de herhaalde blijken van belang stelling tijdens zijn ziekte en voor de wijze waarop ieder voor zich de belangen van de gemeente had behartigd, vooral de wethouders, met name wethouder van Bokho ven en de secretaris. Daarna kon hij overgaan tot het vaststellen van de notulen, wat gebeurde na een enkele aanmer king van de heren Van den Houdt en Van de Meerendonk. Er was een verzoek binnenge komen van de toneelvereniging om subsidie. B. en W. stelden voor dit verzoek te verdagen tot de fi nanciële toestand van de gemeen te zich gunstiger zou ontwikkelen. De heer Van de Meerendonk (die later zelf constateerde dat hij op zijn praatstoel zat) vroeg wan neer di'e situatie bekend zou wor den. Hij meende dat er nog geen enkele subsidie was toegekend. De voorzitter antwoordde dat de oude subsidies waren goedgekeurd, maar de nieuwe moesten wachten op de begroting 1951. Naar aanleiding van een ver zoek van de meisjesschool om een bijdrage in het aanschaffen van benodigdheden stelden B. en W. voor om te wachten tot er teen nieuw lokaal zou gebouwd wor den. De raad ging hiermee ac coord. Verder was er een verzoek van de jongensschool om vergoeding voor de huur van een leslokaal in het Fraterhuis. B. en W. achtten echter geen termen aanwezig om op het besluit in de begrotingen 1949 en 190 terug te komen, waar in de vergoeding was vastgesteld op 150 per jaar. De heer Van de Meerendonk constateerde dat er 800 gevraagd was, 300 voor huur en dan 500 voor kosten, hij begreep dat niet. Ook de voorzitter vond het bevreemdend. Kort geleden was er in het bedrag van 150 toegestemd, daar moest men nu bij blijven. De raad was het hier mee eens. Vervolgens waren er drie ver zoeken van de Jongensschool in Haarsteeg om bijdragen voor de inrichting van een leslokaal, voor restauratie en voor herstel van oorlogsschade. B. en W. stelden voor, voor de twee laatste eerst het advies in te winnen van de inspecteur; voor de inrichting van een nieuw leslokaal een bijdrage toe te kennen, dat was logisch. De heer Van Oyen was in de te herstellen scholen eens een kijk je gaan nemen en hij vond het geen overbodige luxe dat daaraan iéts zou gebeuren, het zag er ha veloos uit. De voorzitter antwoordde dat B. en W. op de hoogte waren en dat het de bedoeling was te res taureren, maar ze wilden eerst het advies inwinnen van de inspec teur. De heer Van de Meerendonk had gehoord dat er ook nog oor logsschade was. Was die destijds opgegeven De voorzitter ant woordde dat hiervoor 1327 te rugkwam en dat er niet meer te verwachten was. Verder vroeg de heer van de Meerendonk of de aanschaffing der eerste inrichting door de schoolbesturen gebeurde en zo ja, dan drong hij er op aan de hand in de pap t'e houden, om de uiter ste zuinigheid te betrachten met de financiën van de gemeente. De voorzitter zei dat 't school bestuur een lijst overlegde met prijsopgave, de inspecteur gaf er dan zijn visie over, daar kon het gemeentebestuur niet tussenko men. Toch was de heer Van de Meerendonk nog bang dat er mis bruik van gemaakt kon worden en dat achtte hij niet gewenst in ver band met de financiële toestand. Men moest er voor zorgen de kosten zo laag mogelijk te houden. De voorzitter was bereid de in specteur te vragen toezicht te houden en het schoolbestuur aan te sporen de uiterste zuinigheid te betrachten. Daarop ging de raad met hei voorstel accoord, en de overige stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Daarmee was de raad aan d'e eigenlijke agendapunten toegeko men, die men in ons vorig num mer kan vinden. De punten twee en drie gingen zonder meer onder de hamer door, punt drie nadat de voorzitter de heer Van de Meerendonk had gerustgesteld dat de gemeente het stukje grond niet meer nodig zou hebben voor d'e riolering. Bij punt vier vroeg de heer Spanjers een toelichting over de besmettelijke-ziektegeldenverorde- ning, die de voorzitter hem gaf. De gemeente betaalde opname in een inrichting voor besmettelijke ziek te, maar verhaalde dit naar draag kracht van de betrokkenen. Daar na werd de nieuwe verordening vastgesteld. Betreffende punt 5 stelden B. en W. voor rente en aflossing te garanderen. De heer Wijkmans vroeg of h'et rijk geld zou ver schaffen, waarop de voorzitter antwoordde dat het niet zeker was of het geld van het rijk dan wel van een particulier zou ko men en op de volgende vraag van de heer Wijkmans antwoordde hij dat het niet veel verschil maakte of de gemeente het geld zelf le verde. Daarna werd h'et drieledige voorstel aangenomen. Bij punt zes lichtte de voorzit ter toe dat er in Augustus 1949 gelden beschikbaar waren gesteld voor de bouw van een leslokaal. De heer Van de Meerendonk vroeg of men ze niet eerst zou laten bouwen, hij vond het school bestuur verbazend voorbarig. Ook de voorzitter achtte het verdikkes vlug. De raad kon wel in begin sel besluiten een credi'et beschik baar te stellen en dan met het be drag nog een paar maanden wach ten. De tekening was nu om en nabij klaar. De heer Van de Meerendonk vroeg of de inrichting bedoeld was voor v.g.l.o., omdat er zes tien naaimachines werden ge vraagd. De voorzitter echter meende dat nuttige handwerken mochten domineren bij de vrouwe lijke jeugd. De heer Van Oyen spoorde de raad aan de zaak niet op d'e lan ge baan te schuiven. De voorzit ter verzekerde dat er hard aan werd gewerkt. Maar het was niet allemaal in 2 a 3 maanden ge beurd. De regeringsbureaux wa ren overstelpt met werk en men moest dus geduld hebben. De heer Spanjers achtte Haar steeg toch wel een bijzonder ge val. Hij had nog geen enkele ver gadering meegemaakt waarin niet over d'e Haarsteegse scholen was gesproken (iets dergelijks zaten wij op dat moment ook te overwe gen), hij achtte het toch wel ur gent. De voorzitter betoogde dat de Jongensschool bijna aan de kant was, maar de gemeente had onder de oorlog veel geleden en dat was allemaal niet zo maar ineens her steld. Er was toch al hard ge werkt. Daarna verklaarde de raad zich in beginsel accoord met het voor stel, terwijl het bedrag te gelegte- ner tijd aan de orde zou komen. Een principiëel besluit. Vervolgens stelden B. en W. voor de door Gedeputeerde Sta ten dezer provincie voorgestelde grenswijziging ten Noord-Oosten van de gemeente niet te aanvaar den, omdat zij tot de conclusie waren gekomen dat de grenswij ziging niet nodig was voor de gte- meente. Het bevreemdde de heer Van de Meerendonk wel dat B. en W. adviseerden de grenswijziging niet te aanvaarden. Wat zou er dan gebeuren. Den Bosch nam Enge len, Bokhoven zou geen aparte gemeente blijven en dat het bij Den Bosch zou komen was niet in het plan begrepen, al zouden ze dan pas aa nde Maas liggen. Kwam het zover dan zat er een gevaar in voor Vlijmen dat Den Bosch er bij gelegenheid een stuk van de gemeente bij zou nemen. De heer Van der Ven vroeg zich af of de raad er zich tegen kon verzetten, of hij daardoor niet tegen het algemeen belang han delde. Hij wilde er wel mee ac coord gaan. In aansluiting hierop wilde de hteer Wijkmans weten welke motieven B. en W. er toe geleid hadden een afwijzend ad vies uit te brengen. Hierop zette de voorzitter het standpunt van B. en W. in den brede uiteen. Zij hadden zich op principiële basis geplaatst, uit het oogpunt van de belangen der ge meente die ze te dienen hadden. Het zou bij niemand opkomen dat de belangen van dte gemeente Vlij men de torpedering van Engelen rechtvaardigen. Deed een stadge- meente dit dan waren er nog geen gronden aanwezig om mee te hel pen de gemeente Engelen te ver delen.. Bokhoven dat meer agra risch was, zou dan bij Vlijmen komen. Als dat bij Ged. Staten opkwam, was het dan nodig dat Vlijmen er aan mee hielp? Ze wisten niet wat ze met Bokhoven moesten doen, maar Vlijmen wil de zich niet laten gebruiken als een orgaan om anderen uit ben impasse te helpen. Het zou dan Bokhoven moeten nemen omdat Den Bosch expansie zocht. Vlij men hoefde geen uitbreiding, in welke richting ook, zeker niet in die richting. Om een gemeente te torpederen moesten er zware mo tieven aanwezig zijn. B. en W. vonden dat het om het principe ging en dat het van daaruit niet. verantwoord was. Met deze uiteenzetting had dte voorzitter de heer Wijkmans al gewonnen, hij meende nu ook dat de gemeente als trekpaard werd gebruikt. De heer Spanjers keek een an dere richting uit en dacht aan uit breiding in de agrarische sector in die richting, maar de voorzitter vroeg of daarvoor Bokhoven ge torpedeerd moest worden. Er la gen trouwens maar 50 ha., wat er overigens niet toe deed, al lagen 'er 5000. De heer Van der Ven meende dat Bokhoven toch getorpedeerd zou worden en vroeg zich af wat de gevolgen van een afwijzing zouden zijn. Dat kon de voorzitter niet zeggen, maar annexatie was niet logisch, dat was er met de haren bijgesleept. De heer Van de Meerendonk was blij met de uitvoerige moti vering. Hij was ook van mening dat het zo nitet moest, maar het zou er toch van komen al moest het niet van B. en W. uitgaan. Toch zag hij nog het gevaar dat Den Bosch dan Bokhoven zou nemen en later een gedeelte van de Vlijmense polder. De voorzit ter meende dat ze dat toch zou den nemen als1 ez het later nodig hadden. De heer Dekkers was het hier mee eens. Het zou nog tot daar aan toe zijn als dte Bokhovenaren het zelf wilden, nu moest men het maar laten zitten. Diensvolgens werd overeen komstig het voorstel van B. en W. besloten. Bij punt 8 zette de heer Van de Meerendonk zijn houding in de vorige vergadering uiteen, toen het voorstel ook aan de orde was geweest en verworpen werd. Hij was toen niet volledig op de hoog te gewe'est en had daarom volgens zijn gezond verstand geredeneerd: waarom 12000 uitgeven voor een oud gebouw, terwijl er voor hetzelfde bedrag bijna een nieuw lokaal plus spreekkamer gebouwd kon worden. Hij had de situatie nu nader bekeken en was het met het schoolbestuur eens. Wel vroeg hij zich af of de gemeente voor een gebouw van 4000 nu 12000 moest geven. Als h'et kon had hij het graag een beetje om laag. Verder had hij met genoe gen vernomen dat de gemeente er pas toe zou oevrgaan als de nieu we kleuterschool gebouwd was. Hij kon zich met het voorstel ver enigen. De heer Van Son was het niet helemaal met de heer Van dte Meerendonk eens. Die 12000 was geen zoet winstje voor het schoolbestuur, want er moest nu ook een veel duurdere kleuter school gebouwd worden. De heer Van de Meerendonk vond dat daar wel wat in zat, maar de kleuterschool was een particulierte onderneming, de raadsleden zaten er voor de ge meentebelangen, speciaal voor de financiën. Vervolgens betoogde de heer Van Son dat de school toch door drie taxateurs getaxeerd was maar dat scheen de heer Van de Mee rendonk niet veel te zeggen. Vol gens hem was het gebouw nu toch geen 12000 me'er waard. De voorzitter meende dat men bezwaar kon maken tegen de schatting, maar dan viel ze mis schien lager, misschien hoger uit. De heer Van de Meerendonk maakte zich geen illusies dat de gemeente er goedkoper aan zou komen. Wat er teveel aan zat moest dan maar als subsidie voor het kleuteronderwijs beschouwd worden. De voorzitter opperde nog de mogelijkheid om te vragen of het niet wat minder kon, maar dat de overheid van dte zorg over het kleuteronderwijs af was, vond hij toch wel een offer waard. Waar op de raad met het voorstel ac coord ging. Uitbreidingsplan en wedcropbouwplan Uit het voorstel van punt 9 kon de heer Van de Meerendonk de indruk krijgen dat B. en W. be zig waren met het uitbreidings plan, terwijl het nog niet aangeno men was. De voorzitter legde de bedoeling van het voorstel uit, namelijk om te verhinderen dat tegen dte be langen van het uitbreidingsplan in zou worden gebouwd gaf art. 46 4de lid der Woningwet gelegen heid om B. en W. te machtigen hun beslissing te verdagen tot het uitbreidingsplan zou zijn vastge steld. De heer Van der Ven was er op tegen dat het uitbreidingsplan zo lang weg bleef dat verschillen de mensen er door gedupeerd wer den. De voorzitter wat dat hieraan dat na het raadsbesluit van 1938 om 'een uitbreidingsplan te maken de oorlog er tussen gekomen was. B. en W. hoopte in Mei nog te komen met het opbouwplan in wijziging en hoopte de volgende vergadering met eventuele resul taten te komen. De heer Van der Ven echter vond dat dit erg vaag bleef. De heer Van de Meerendonk merkte op dat het wederopbouw- plan indertijd was vastgesteld en dat h'et nu gewijzigd was. De voorzitter antwoordde dat het door geen enkele instantie wa goedgekeurd: de doorbraak naar het Zuiden was niet goed. B. en W. hoopten de volgende verga dering een oplossing gevonden te hebben. De voorzitter had goed vertrouwen. >*i- h De heer Van de Meerendonk niet meer, indertijd had de com missie het plan met de Planologi sche Dienst goedgekeurd en nu hadden ineens andere instanties 't plan afgekeurd, maar de voorzit ter bracht naar voren dat de Plan. Dienst geen bevoegde instantie was. Dan vroeg de heer Van de Meerendonk of er toch in het we- deropbouwplan gewerkt werd, waarop de voorzitter antwoordde dat d'e Zuidelijke gronden ont eigend waren, de rest niet. De heer Van der Ven bleef er bij dat de Planologische Dienst 'n adviserend lichaam zou zijn, wat de voorzitter beslist ontkende. Tenslotte merkte de heer Van de Meerendonk op dat dit de eer ste keer was dat hij hoorde dat 't Wederopbouwplan niet was goed gekeurd, en met de andere heren bleek hetzelfde het geval te zijn. En, inderdaad, beaamde de voorz., een brief van November 1949 was door zijn ziekte telkens verdaagd, hij bood er zijn verontschuldigin gen voor aan, die de raad gul aan vaardde. Al met al constateerdte de heer Van de Meerendonk gelukkig dat de raad was afgedwaald. Hij vond het voorstel van B. en W. een pracht idee, maar gevaarlijk, als het gemeentebestuur kon beslissen of iets tegen het uitbreidingsplan was. De voorzitter wees er op dat 't een kwestie was van verdagen tot het uitbreidingsplan de raad be reikt had. Als d'e raad het onder havige terrein dan een andere be stemming gaf kon de goedkeuring onthouden worden. Op een vraag van de heer Van de Meerendonk deelde de voorzitter nog mee dat beroep op de raad mogelijk was. Hierna kreeg het voorstel de in stemming van allen. Het laatste voorstel was slechts een formaliteit, daar de Prov. weg d'e naam behield die hij al had. Aan de agenda werd nog toe gevoegd een voorstel van B. en W. om een stuk bouwgrond aan te kopen aan de Burg. Van der Venstraat, groot 42 are, waarop vijf huizeblokken van twee konden geplaatst worden, voor de prijs van 1.25 per vierkante meter. De raad ging graag met het voor stel accoord en dit bracht het ein de van de vergadering. Nieuw lid beëdigd. De voornaamste plechtigheid in de raad van Waspik had plaats toen de eigenlijke agenda was afgewerkt, maar daarvan vindt u een verslag hieronder. In ieder geval zat vandaag de gemeentebode met zijn familie eens vooraan in een gemakkelijke stoel, recht te genover de voorzitter. Bij de afwerking van de agenda zelf hield de raad zich onder anderen bezig met het schrikbarend aantal honden dat Waspik schijnt te tellen en waar niets tegen te doen is. Na de opening werd eerst het nieuw benoemde raadslid, de heer L. H. Timmers. beëdigd. Daarna heette de voorzitter hem welkom en feliciteerde hem met zijn be noeming. Hij sprak de hoop uit op een prettige samenwerking. De heer Timmers dankte voor de vriendelijke woorden. Vervolgens werden de notulen vastgesteld en de ingekomen stukken voor kennisgeving aan genomen. Maar behalve de ge wone was er een schrijven van een aantal ingezetenen dat hun tuintjes grote overlast hadden van loslopende honden. B, en W. hadden dienaangaande geen voor stel, daar alle mogelijke maatre gelen genomen waren. Er was nog maar een mogelijkheid. In de Veewet kwam namelijk een ar tikel voor waarin toegestaan werd dat honden en katten die op het erf van derden liepen, zonder meer gedood mochten worden door de eigenaar van dit erf. De voorz. raadde de be trokkenen dan ook aan dit te doen. De heer van den Broek vroeg of de gemeente de gemeentever ordening niet zo kon wijzigen dat het verplicht gesteld werd honden vast te houden, opdat de eigen dommen der ingezetenen be schermd zouden worden. De voorzitter antwoordde hem dat er een dergelijk artikel bestond, maar het kwam op de uitvoering aan. De controle in deze wa^ erg moeilijk. Doodschieten door de politie had grote bezwaren. Er zat niets anders op dan dat men van de veewet gebruik maakte. De heer Brokx vond het advies wel mooi, maar gevaarlijk. De heer Timmers was van me ning dat 80 percent van de moei lijkheden opgelost zou zijn als het vrouwelijk geslacht van de honden werd vastgehouden. Dat dacht de voorz. ook wel, maar hij vermoedde dat de politie er bezwaar tegen zou maken hier toe over te gaan. Daarmee was deze kwestie van de baan en kan het er dus voor loslopende hon den in Waspik lelijk uitzien. De eigenaars moeten dan niet lelijk kijken. Hierna werd zonder discussie de legesverordening gewijzigd, in die zin dat het bewijs van Ne derlanderschap in het vervolg voor een persoon alleen 2.50 aan gemeentelijke leges zal kos ten en een collectief bewijs 3. In punt 5 stelden B. en W. voor de verbindingsstraat tussen Julianastraat en Schoolstraat, waarvan het gedeelte tussen Ju lianastraat en Bernhardstraat is gerealiseerd, naar prinses Irene ..Irenestraat te noemen. Zonder meer ging de raad hiermee ac coord. Aansluitend hierop stelden B. en W. voor de Irenestraat te be stemmen tot openbare weg, om vervolgingen op overtredingen in deze straat rechtskracht te kun nen geven. Ook hiermete stemde de raad in. Het bestuur van de honden vereniging ,,De Trouwe Helper" had verzocht om vermindering van hondenbelasting voor vere nigingshonden. Op verschillende gronden meenden B. en W. voor te moeten stellen afwijzend te beschikken over dit verzoek. Vooreerst om de consequenties die dit mee zou brengen, omdat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 5