Waalwijkse en Langstraatse Courant
TIEN JAREN
OORLOGSECONOMIE
5
MACHTELOZE HELDEN
op de Grebbeberg
Behangselpapier.
Schade aan arbeidsproductiviteit:
ACHT MILLIARD GULDEN
DINSDAG
KOOPDAG
spaarzame huisvrouw
KORTING
op alle artikel e n
VOLKSBELANG
No. I
De inleiding van de kapitein van het
Gilde O. L. Vr. Schuts te Elshout
DRIE DAGEN STRIJD
Een mislukte tegenaanval met vermoeide man
schappen, onvoldoende bewapend en zonder,
enige steun.
W. van der Heijden Zonen
MAANDAG 8 MEI 1950.
Uitgever
YVaalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO m HEI ZUIDEN
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
(Van onze soc.-econ. medewerker).
Van het ogenblik af, dat de eerste duitse soldaat in
die beruchte nacht van 9 op 10 Mei onze bodem be
trad, vertoonde het economische beeld van de Neder
landse Staat een geheel gewijzigd beeld in vergelij
king met de voorafgaande jaren. Mochten wij in de
aanvang van de bezettingsjaren nog de illusie koes
teren, dat dé overweldigers zich zouden beperken tot
een zuivere militaire bezetting, voordat 1940 van ons
scheidde waren wij reeds van het tegendeel overtuigd.
Het solide economisch bestel, dat bijna spreekwoorde
lijk was voor Nederland werd volkomen ontwricht
naar een tevoren opgesteld plan van plundering en
roof.
Het is nuttig enige feiten te releveren uit die ver
schrikkelijke oorlogsjaren om ons het hedendaagse
bééld van onze economie duidelijk voor ogen te
stellen.
Nederland was voor de oorlog
een rijke natie. Onze vorderingen
op het buitenland overtroffen ver
onze schulden. Slechts 72% van
de invoer werd in de jaren 1937/
'38 door uitvoer gedekt. Dit was
geen bezwaar ,want dank zij on
ze uitstaande vorderingen werd
het tekort op de handelsbalans
ruimschoots gedekt.
Onmiddellijk werd dit beeld
door de Duitsers gewijzigd. In
1941 reeds was onze uitvoer (naar
Duitsland) tot 95 van de in
voer gestegen. In 1942 was de uit
voer reeds aanzienlijk groter dan
de import: 143 en in de vol
gende jaren verdwenen onze kost
bare voorraden, aangelegd om
Nederland in eventuele oorlogsja
ren voor de honger te behoeden,
voor het overgrote deel over de
oostgrens.
In 1944 bedroeg de export 200
pet. van de import. Het uitvoer-
saldo bedroeg 23.000.000 per
maand. Bovendien vervielen al on
ze inkomsten uit Indië, die in 1938
nog ruim 500.000.000 hadden be
dragen en de helft bedroeg van
onze overzeese handel. Onze ver
arming is hiermede reeds enigs
zins geïllustreerd, echter nog niet
in voldoende mate aangegeven.
Overbodig is het bijna te ver
melden, dat het in Nederland ge
organiseerde systeem der rijksbu-
reaux die belast waren met de ver
deling der grondstoffen, geheel
onder duitse invloed kwamen te
verkeren. Daarnaast werd onmid-
delijk na de bezetting een zeer
uitgebreid distributieapparaat op
gebouwd, waarvan de restanten
nu nog niet verdwenen zijn. Alles
werd er op iflgesteld de buikriem
bij de Nederlanders zo nauw mo
gelijk aan te halen.
Dit perfecte uitzuigsysteem werd
gesmeerd met een vloedgolf van
papiergeld, dat op zichzelf een
volledige inflatié en ineenstorting
van het circulatiesysteem zou heb
ben teweeggebracht, ware het
niet dat een straf geleid prijsvor
mings- en dito beheersinstituut in
het leven waren geroepen, waar
door een groot gedeelte der koop
kracht eenvoudig zwevend werd,
dat wil zeggen: er stonden geen
goederen tegenover. Ondanks de
zware straf daarop gesteld, tierde
in ons land de zwarte handel we
lig. Een volkomen demoralisering
vooral onder de jeugd was daar
van het gevolg.
Het „uitkammen".
Alsof dit alles nog niet genoeg
was, begonnen de indringers reeds
in 1942 met het transporteren van
Nederlandse arbeiders naar Duits
land om daar hulp te bieden bij
het op gang houden der duits oor
logsmachine. Langzamerhand werd
hun aantal opgevoerd totdat ten
slotte het gehele Nederlandse be
drijfsleven systematisch werd uit
gekamd. Ongeveer 500.000 Neder
landers hebben in Duitsland ge
werkt en daarnaast werden er een
groot aantal in Nederland tewerk
gesteld aan duitse vestingswerken
etc. Velen werden uit hun norma
le werkzaamheden gehaald vooral
na „Dolle Dinsdag", toen de Duit
die ons woning- en bedrijfsgebou-
wenbezit bij herhaling ondergin
gen.
Gerekend naar het prijspeil van
vandaag, moeten wij met een oor
logsschade rekenen van ruim 30
milliard gulden. Dan kwamen de
bevrijdingslegers', die, al namen
wij het er nog graag bij, ook hun
lasten op economisch gebied met
zich brachten, al is dit te ver
waarlozen bij de enorme roverij
en, die het duitse lger pleegde.
Zo stonden wij er vijf jaar ge
leden voor bij de bevrijding: als
volk uitgekleed en gedeeltelijk
verhongerd... maar vrij
De g^ldzuivering.
Het is duidelijk, dat men op
economisch gebied voor een gi
gantische taak stond, toen men
een begin maakte met het herstel.
Een der 'eerste daartoe met kracht
doorgevoerde maatregelen was de
geldzuivering. Ondanks de inci
denteel daarbij voorgekomen on
rechtvaardigheden moeten wij
constateren, dat deze sanering
noodzakelijk was en als een groot
succes kan worden beschouwd.
Het buitenland volgde met aan
dacht de operaties van minister
Lieftink en vele landen namen zijn
maatregelen gedeeltelijk of geheel
over.
Een volgende noodzakelijke stap
was de instelling van een planbu
reau, dat in grote lijnen de rich
ting zou aangeven, waarlangs
zich het herstel moest voltrekken.
Een ministerie van Wederopbouw
trok zich het lot aan van ons ge
havend huizenbezit. Aanvankelijk
werkte dit departement onder de
onvermijdelijke kinderziekten, doch
langzamerhand kwam het op vol
le toeren, zodat wij maandelijks
een groot aantal nieuwe huizen en
fabrieken zien verrijzen. Misschien
staat men op het standpunt dat
thans een grotere vrijheid op dit
terrein geboden is, doch vooral in
de aanvang was het dirigisme in
deze sector onvermijdelijk.
De kaiptaalvoorziening vertoon
de bij de gewijzigde verhoudingen
grote leemten, zodat regering, Ne
derlandse Bank en particulier de
handen in'eensloegen en een her-
stelbank in het leven riepen over
welker resultaten nog wel eens
heftig wordt gediscussieerd, maar
die toch op velerlei terrein de hel
pende hand toestak.
Dc sociale zijde.
Zo ergens dan stond men op
sociaal terrein voor een chaos,
maar ook hier zagen wij dra de
wil tot bouwen geconcretiseerd.
Belangrijk waren in dit verband de
instelling van de Stichting van de
Arbeid en hét Buitengewoon be
sluit Arbeidsverhoudingen. In die
stichting van de arbeid gingen ar
beiders en werkgevers voor het
eerst in onze geschiedenis aan de
ronde tafel zitten om de vele ar
beidsproblemen, ook die van eco
nomische aard, gelijkgerechtigd af
te doen.
Hierin is men ten volle geslaagd,
dat leert ons de vergelijking met
andere landen. Het genoemde be
sluit over de arbeidsverhoudingen
voorzag in een door de wet ge-
sanctionnéerde loonregeling voor
al die bij de financiëële verwar
ring meer dan iets noodzakelijk
was. Het is bij uitstek het gebied
der sociale verzekeringen geweest
waar men van de aanvang af
meer heeft gestreden voor ver
nieuwing dan voor herstel. Hier
aan danken wij dan ook de grote
ingenomenheid, waarme'e de soci
ale verzekeringswetten alom in
den lande zijn ontvangen, al valt
op dit terrein ook nog lang niet
te spreken van een afgebot.wd
huis.
Een zeer noodzakelijke maatre
gel was de instelling van een
noodvoorziening voor ouden van
dagen. Al kan men ook over de
vorm ervan twisten, een wettelijke
regeling van dit vraagstuk bleek
toch wel een der eerste noodza
kelijke maatregelen.
Grijze haren
Het proble'em van de in- en uit
voer heeft sinds de bevrijding al
menig bestuurder van departement
of industriëel bedrijf reeds grüze
haren bezorgd. De geweldige goe-
derenhonger in de bevrijde landen
trok onze handelsbalans volkomen
scheef in negatieve zin. Een pro
bleem waarmee wij nu nog alle
dagen kampen.
Alsof dit voor het zwaar geteis
terde Nederland niet voldoende
was, kregen wij nog moeilijkheden
met onze indische bezittingen, die
eindigden met de overdracht der
souvereiniteit. Deze indische kwes
tie heeft het herstel van onze eco
nomie vertraagd, gezien de grote
offers, die ons militaire apparaat
daarvoor vergden. De liquidatie
van onze sterke economische po
sitie in Indië betekende een alge
hele ondergang van het econo
misch sterke Nederland van voor
de oorlog. De daaruit voortvloei
ende schade is nog niet te over
zien, maar zij zal niet gering zijn.
Tien jaren van oorlogjsecono-
mie. Inderdaad, ook nu nog kun
nen wij onze aandacht niet geven
aan de vrede. Onze verplichtin
gen met betrekking tot het Atlan
tisch Pact dwingen ons tot oor
logsuitgaven van 1 milliard per
jaar. Dit kan niet nalaten een in
vloed uit te oefenen op het wel
vaartspeil van elke Nederlander
en moet wel vertragend werken
bij het zoeken naar een nieuw
economisch evenwicht. Dat even
wicht zal op een ander punt lig
gen dan voorheen. Dit in onze
gedachten vast te houden is een
eerste vereiste.
Al te veel nog zien wij om naar
het dorado, dat verwoest is. Een
nieuw Nederland is na de oorlog
ontstaan, helaas minder groot en
veel armerDaarom moeten wi)
niét meer spreken van reconstruc
tie en herstel, maar van vernieu
wing. Wij zullen een geheel nieuw
land moeten bouwen, uitgaande
van hetgeen wij nog bezitten, niet
van hetgeen wij hadden. Dan al
leen zullen wij kracht vinden om er
nog iets van te maken. Wij zijn
te diep gevallen om nog tot het
oude peil te kunnen terugkeren,
althans voorlopig.
Slagen wij er in de economische
toestand met behulp van de ons
toegereikte Marshallhulp te con
solideren en daarna zonder gaven
van Uncle Sam onze weg te ver
volgen, dan zijn de vijf jaren van
verzet tegen een onderdrukker en
een ander vijftal jaren van herstel
der slagen een nuttige leerschool
geweest om een basis te leggen
voor een nieuw economisch bestel
in ons land. Dat bestel zal min
der groots zijn dan in het verle
den, nochtans zijn wij nog krach
tig genoeg en is onze ligging in
de wereld dermate gunstig, dat wij
een waardige rol kunnen spelen in
de moderne economische constel
latie van dit aardrijk.
Een tegenaanval.
De hogere staven beraamden na
deze slechte berichten een tegen
aanval. Het vierde bataljon-infan-
terie werd aangevoerd uit de
MaasWaalstelling en had heel
de weg te voet afgelegd. Het was
een oude lichting, die onvoldoen
de bewapend was en op dat tijd
stip niet geschikt voor de aanval.
Door verschillende oorzaken werd
de tegenaanval in de morgenuren
verlaat. De artillerie was hierover
niet ingelicht en opende het vuur
enige uren te vroeg. De zwaar
vermoeide troepen vielen aan,
niet meer gesteund door kanon
vuur, in geheel onbekend terrein.
Zij stonden tegen een overmach
tige vijand, die wel gesteund werd
door geschut en daarbij nog d'e j
hulp had van duikbommenwer
pers.
Slechts enkele onderdelen van
het Nederlandse leger wisten de 1
hun opgedragen punten te bezet-
ten, maar vonden zich toen van
hulp verstoken en geheel afgesne
den van de overige etrijdmacht.
De tegenaanval was geheel mis
lukt. In de grootste wanorde trok
ken de volkomen gedemoraliseer
de troepen terug, talrijke doden en
gewonden achterlatend.
Op de middag van 13 Mei gaf
de commandant van het veldleger
bevel om terug te trekken op de
Vesting Holland. Het drama op de
Grebbeberg was ten einde... De
moed van de soldaten had niet ge
baat. De defaitistische propagan
da, het verraad, de verwarde be
richtgeving, de slecht onderhou
den vestingen, de onvoldoende en
DENK ER OM1
voor de
bij
r op textielgebied.
verouderde bewapening en nog
talloze oorzaken meer vormden
de bittere achtergrond van hun
strijd.
Er zit een les in voor de toe-
koirfst. Nederland moet waken, dat
een dergelijke onachtzaamheid en
bekrompenheid geen kans meer
krijgt om nogmaals het leven van
talrijke wensen te bedreigen. Het
Noordatlantisch Pact en de wa
penhulp uit Amerika kunnen veel
voorkomen, maar niet alles
Wij zullen degelijk acht motten
slaan op de reeds geuite waar
schuwingen dat onze vestingen
weer verwaarloosd zijn. Een com
missie van parlementsleden heeft
de minister van defensie hiervan
op de hoogte gesteld. Spoedig in
grijpen kan een herhaling van het
geen bij de strijd in de Grebbe-
linie bleek, voorkomen.
Dr. H. M.
(Van een onzer verslaggevers).
Het is nu tien jaar geleden, dat de germaanse hor
den over onze oostelijke grenzen trokken en alle
gedane beloften ten spijt onze neutraliteit schon-
^en*
Wij allen kunnen ons die morgen ,van die gedenk
waardige tiende Mei nog zo goed herinneren: de
dagen van spanning en onzekerheid, die er op volg
den en ten laatste de verpletterende mededeling van
de capitulatie, na het verschrikkelijke bombardement
van Rotterdam.
Wanneer wij de feiten beschouwen, het verloop van
de gevechtsacties zien en weten hoe erbarmelijk slecht
het met de verdediging en bewapening gesteld was,
dan maakt een warm gévoel van bewondering zich
van ons meester: bewondering voor hen, die ondanks
dit toch gedaan hebben wat hun plicht was en hun
bijna hopeloze taak goed trachtten te volbrengen.
Eén van de plaatsenwaar verbitterd gevochten werd,
is de Grebbeberg, een onderdeel van de Grebbelinie.
Daar werd een strijd gestreden, die een nadere be
schouwing waard is.
hebben het leeuwenaandeel gehad
in de volgende strijd tegen de
duitse troepen. Onderdelen van t
achttiende duitse leger hadden
na door de IJssellinie gestoten te
zijn in de late namiddag Wa-
geningen bezet. Spoedig hierna
viel het SS-Standarte „Der Füh-
rer" de voorposten der Nederlan
ders aan.
Slecht geoefend als zij waren
moésten deze spoedig het voor
hun sterkte veel te grote terrein
ontruimen. De soldaten, die niet
aan oorlog gewend waren, trok
ken ordeloos terug en verwekten
in de achterliggende onderdelen
wanorde. De vijand daarentegen
dring vrij onverwacht op en wist
uitstekend gebruik te maken van
de voordelen, die het terrein hem
bood.
In de nacht kon men enigszins
bijkomen en zich op de hoogte
stellen van d'e door de Duitsers
gemaakte vorderingen. In alle
Waalwijk.
Tel. 443
sers alle remmen
Onnoemelijke schade werd toege
bracht aan dé arbeidsproductivi
teit. In geld gemeten schat men
deze op ongeveer 8 milliard gul
den I
Wij noemden nog niet het weg
voeren der Joden, waarmee te
vens' een hoeveelheid huisraad,
sieraden e.d. in rovershanden
overging. Daarnaast werden nog
grote verliezen geleden op dé bui
tenlandse investering (2,5 mil
liard). Onze goudvoorraad werd
gestolen. Al met al kan men con
stateren, dat de Duitsers bij hun
vertrek in 1945 dit land groten
deels geplunderd achterlieten. Bij
hun heengaan werd die schade
nogmaals vergroot door inunda
ties, vernietigingen van haven
werken en bruggen, om nog maar
te zwijgen van de aderlatingen,
De Grebbelinie, zoals die voor
de laatste wereldoorlog was, liep
van de voormalige Zuiderzee tot
aan de Rijn, aansluitend op de
lieten "vallen, j Betuwe, de Maas-, Waal- en Pe'el-
Raamstelling. Zij bestond uit een
liniedijk en veldwerken van aar
de en hout, die nog juist voor het
uitbreken van de oorlog gedeelte
lijk versterkt waren door twee
soorten kazematten, de z.g. „ste
kelvarkens", opgetrokken uit ge
wapend beton en de kazematten
met gietstalen koepels, die het
meest effectief bleken. Verder was
de linie verstevigd door tank
grachten, prikkeldraadversperrin
gen, inundaties en mijnenvelden.
Reeds in 1794 werd d'e toen ver
vallen linie opgehoogd en verbe
terd. Men oordeelde het toen
eveneens nuttig d egrote liniedijk
aan te leggen, welk werk in 1799
haar beslag kreeg. Nadien werd
zij weer verwaarloosd en zo af en
toe ging men er toe over het een
en ander weer te herstellen.
Een dégelijk onderhouden reeks
vestingwerken is er nooit ge
weest. Daardoor is het wellicht
voor een deel dan ook te verkla
ren, dat het grebbefront zo spoe
dig in elkaar viel. Zo was b.v. de
inundatie volstrekt niet afdoende.
Een gemaal dat de hoogte van het
water op peil moest houden, was
er niet en door de lage waterstand
stonden vele plaatsen droog. De
graafwerken waren niet gehe'el uit
gevoerd: de hopen uitgegraven
grond belemmerden het zicht en
boden de vijand een goede dek
king.
Voor verruiming van het
schootsveld mochten geen objecten
afgebroken worden, wanneer dit
grote kosten met zich meebracht.
Zuinigheid voor alles
De eerste aanval.
Op 11 Mei lagen in deze stel
lingen de manschappen van 8 R.I.
(achtste regiment infanterie). Zij
vroegte van de twaalfde Mei wer
den de operaties voortgezet. De
Duitsers rukten op over de onvol
ledig vernielde grebbesluis en
langs de enige holle weg, die niet
versperd was en ook niet door
vuurwapens bestreken werd. Hun
aanval werd gesteund door hevig
artillerievuur en door duikbom
menwerpers. Van Nederlandse zij
de kon men dit vuur niét voldoen
de beantwoorden en er was geen
materiaal om de lekken in de ver
dediging te stoppen. Machteloos
schoten onze soldaten met hun
karabijn op de laagvliegende zwa
re bommenwerpers.
In der haast werd door de le
gerleiding een stoplijn gecreëëerd,
die liep vanaf de Rijn tot Horst,
maar hij werd door de Duitsers
spoedig doorbroken bij de kunst
weg GrebbeRhenen. Ook deze
weg was op de plaats van door
braak niét versperd en de Duit
sers trokken, slechts op enkele
plaatsen gehinderd, in noordelijke
richting.
In ons vorig nummer hebben
we uitvoerig de her-installatie van
de O.L.Vr. Schuts weergegeven.
We hebben toen het verhandelde
beschreven, de aanwezigen ver
meld en ook het voornaamste van
't gesprokene.
't Is voor onze leden, maar ook
voor alle Langstraatse Gilden wel
van belang terug te komen op de
inleiding uitgesproken door de ka
pitein, d'e heer A. Veltman.
Hij zei dan na z'n welkomst
woord o.m.
Voor de belangstelling welke U
allen voor de folklore toont en in
feite thans voor onze Schutse zijn
wij U zeer dankbaar. Uwe belang-
steling voor deze oude Brabantse
gebruiken zegt ons iets meer.
Het spoort ons meer en meer
aan, om deze steeds intensiever en
correcter te beoefenen.
U zult zich misschien allen af
vragen, hoe men zo plotseling op
het idee gekomen is, om deze
schutse folklorisch op te bouwen.
Laat ik U dan thans een over
zicht geven van onze geschiede
nis en indeling.
Na dé wereldoorlog werd het
ledental van onze Schutse aan
merkelijk uitgebreid en wel van
15 op 35 leden. In vergaderingen
werd menigmaal de vraag gesteld:
Wat is onze Schutse, wat zou ze
vroeger zijn geweest, wanneer en
hoe is ze ontstaan, heeft ze ooit
een ander doel gehad dan alleen
het schieten op de vogelboom en
het deelnemen aan schietwedstrij
den?
Om op al die vragen een be
vredigend antwoord te krijgen,
werd d'e hulp ingeroepen van de
heer v. d. Mortel, voorzitter van
de Kring Maasland, welke op 5
Januari 1949 alhier een lezing
hield over de folklore, over ont
staan en traditionele gebruiken
van de Gilden in Brabant.
Bij deze zeer interessante le
zing werd vernomen dat een
schutse, en voornamelijk de „Lie
ve Vrouwe Schutse ouder zijn
dan de Gilden.
In de 'eerste ledenvergadering,
die hier traditioneel steeds plaats
heeft op de eerste Zondag der
maand na de Hoogmis, welke na
deze lezing werd gehouden, bleek
het enthousiasme voor de belang
stelling van de folklore zo groot
te zijn, dat er direct plannen
werden opgesteld. Men was niét
meer tevreden met het vogelschie
ten, zij eisten hun oude traditie
op en wel de traditie die er eeu
wen moest zijn geweest.
Hiervoor was allereerst nood
zakelijk om de geschiedenis van
onze schutse te leren kennen.
Van deze geschiedenis is ech
ter nog niét veel bekend.
De vogel dateert van het jaar
1789 en het oudste schild van
1811. In 1851 werd het oude re
glement (wat jammer genoeg nog
niet in ons bezit is) herzien. Het
herziene reglement van 1851 werd
door de toenmalige pastoor van
Oudheusden ondertekend. Door
verdeeldheid van de schutsbroe-
ders omstreeks 1930 is behou
dens de namen van een 9-tal schil
den vanaf 181 tot 1930 zeer
weinig bekend. Bij deze verdeeld
heid zijn wat uitrustingsstukken
alsmede de administratie mis
schien niet verloren maar tot
op heden nog niet in ons bezit.
Zeer waarschijnlijk zouden ons
die bescheiden veel over folklore
kunnen vertellen, vooral het door
de oude garde zo veelvuldig be
titelde „onleesbare boek der
schutse.
Van vóór 1851 zijn de naspo
ringen nog in volle gang. Uit de
huidige stand van deze nasporin
gen kan worden afgeleid dat de
L. Vr. Schuts van Elshout is
opgericht tussen 1285 en 1316,
waarbij door ons als oprichtings
jaar het jaar 1300 is aangenomen.
Het gevolg hiervan is wat
uit onze vaan dan ook duidelijk
blijkt dat wij in dit jaar van
onze installatie tevens het 650-ja-
rig bestaan herdenken.
Reeds het vorig jaar werden
maatregelen getroffen dit jubilé
dit jaar te herdenken in de vorm
van een landjuweel ofwel een
gildedag, daar er maar één gilde-
dag per kring (er zijn 5 kringen)
per jaar wordt toegelaten en er
in onze kring nog een belangheb
bende was besliste de stemming.
Met één stem verloren we dit
feest, wat thans op 21 Mei a.s.
in Es zal worden gehouden.
Wij hopen thans het volgend
jaar deze herdenking te vieren.
Zo U uit het voorgaande wel
zult opgemerkt hebben, hebben wij
onze schuts op geheel nieuwe,
doch traditionele wijze moeten op
bouwen.
Men zoekt in beginsel naar een
systeem, om alles zo overzichtelijk
mogelijk te kunnen uitvoeren. Zo
als overal thans planning wordt
toegepast, zo ook hebben wij voor
onze schuts een plan opgésteld,
waarvan deze stok, de z.g. „Ka-
piteinstok ons planbord is ge
weest.
De planning was en is thans
nog, als volgt:
Het paardenkopje is de stand-
daardrijder, geharnast en gezeten
te paard; hij voert de standaard
of wimpel en maakt baan voor de
schutse, door zig-zags gewijs over
de weg te rijden.
Hij wordt gevolgd door de Gil-
devaan, de vaan waaraan alle
gildebroeders zich verbonden heb
ben. Alleen deze vaan kan dé
groet brengen van de schutse, aan
den Allerhoogste, een notabele en
Koning. Alleen met deze vaan ne
men alle schutsbroeders afscheid
van een overleden schutsbroeder,
door het brengen van de vastge
stelde afscheidsgroet.
Zij wordt gevolgd door vier
tamboers, die hun diepe- of mu-
ziektrom slaan, aan welks geluid
men réeds van verre kan horen
of de schutse in feeststemming of
in rouw gedompeld uittrekt.
Vervolgens volgen vier vendel-
zwaaiers, die eveneens hun feest
vreugde of rouw tot uiting bren
gen.
Hierna volgt het voornaamste
van onze schutse: „de koning
thans degene die j.l. Dinsdag met
Kerk(mis)dag, kermisdag de vo
gel heeft afgeschoten.
Hij is kenbaar aan de Konings
kroon en de zilveren vogel met
ketting. Hij heeft als pages twee
schutsbroeders, die voor hem hét
gildezilver meedragen op schilde-
vesten.
Onmiddellijk achter de koning
72e JAARGANG No. 38.
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TEL.-ADRES „ECHO".
en pages, volgt de hoofdman, ken
baar aan het zilveren hootdman-
schild en kleurrijke stok, waarop
't beeldje van Onze Lieve Vrouw
is geplaatst. Hij is met alleen het
hoold van de bchutse, maar hij is
nog meer de verantwoordelijke
persoon voor al het zilver.
Dan volgen twee oudé en jonge
dekenen. De oude dekenen dra
gen een stok blauw-wit met grote
verzilverde bal, de jonge dekenen
een gelijke stok met kleine ver
zilverde bal. Op de stok een
blauw-witte schijf waarop de beel
tenis van O. L. Vrouw. Zij dra
gen op hun bovenmouw één ron
de kogel aan goud galon.
De dekenen zijn de raadsheren
van onze schutse, zij beslissen met
de hoogwaardigheidsbekleders
over personen of zaken, in die
gevallen, waarin de gezamenlijke
vergadering het niet eens kan
worden. De uitspraak is bindend
voor allen.
De Kapitein die hierop volgt
behartigt de folklore, wat opstel
ling en uitvoering betreft. Van
daar dat hem deze stok is toebe
deeld. Vergeetachtigheid is hier
door natuurlijk niet uitgesloten.
De Vaandrig is de rechterhand
van de Kapitein: hij voert dé ad
ministratie, maakt notulen van
vergaderingen, int gelden en be
taald liefst zo weinig mogelijk.
Hij is kenbaar aan twee kogels
aan goud galon op zijn boven
mouw. Vermeld zij nog dat de
plastrons van de hoogwaardig
heidsbekleders met gouden bies
zijn afgezet.
Achter de vaandrig volgt dan
de eigenlijke schutse.
Het zijn onze broeders die zich
in het strijdperk werpen, om te
trachten door hunne schietvaar
digheid het mooiste zilver te ver
overen. Die broeders, die onze
schildevesten steeds méér en meer
behangen.
Of we goede schutters hebben?
In 1949 schoten ze op een con
cours van de 24 schoten 23 maal
af. Sterker nog: Van onze schutse
behaalde in 1944 een gildebroeder
na een zware kamp het Konings-
kruis va nde Langstraatse Schut-
tersbond.
De lengte, welke de stok thans
aangeeft, vertelt ons dat de schut
se nog uitgebreid kan worden.
Dit kan echter alleen geschie
den zoals reglementair is vastge
steld.
Twee dagen per jaar is dit mo
gelijk en wel:
le. Met kermis wordt de schuts-
trom verpacht, ook niet-gilde-
broeders kunnen deze pachten. De
pachter kan dan lid worden of
een lid opgeven.
2e. Op de teerdag wordt, al
leen onder de Gildebroeders, de
gildevaan verpacht. Die ze pacht
mag een familielid als gildebroe
der opgeven.
In beidé gevallen zullen de
Hoogwaardigheidsbekleders bera
den of de gepresenteerde in de
toekomst een goed lid zal zijn en
beslissen of hij aangenomen zal
worden.
Tot slot geven de onderste rin
gen van de stok de aspirant-
schutsbroeders aan, dat zijn dege
nen met de leeftijd tussen 15 en
20 jaar.
Voor het vele werk, dat over
het algemeen 'een schutse met zich
meebrengt, hebben we nog naast
deze opstelling een schietcommis-
sie, die alles regelt wat het schie
ten betreft, en een archivaris met
een compleet kaartsysteem, waar
in alles is aangetekend, zowel wat
folklore, persoonlijk memorandum,
behaalde prestatie, enz. enz.
Om finantiële redenen bleven
nog gewenste atributen achterwe
ge, doch ons hoofddoel, het her
stel der folklore, is bereikt.
Voor hetgeen thans bereikt is
zijn wij aan vele medewerkers
buiten onze schutse veel dank ver
schuldigd.
U en allen die ons in deze met
raad en daad hebben bijgestaan,
betuig ik dan vanaf deze plaats
onze welgemeende dank en ik
hoop dat wij hunne verwachtin
gen welke zij zich van ons
hadden voorgesteld niet hebben
beschaamd.
En gij, gildemannen: houdt, zo
als in uw reglement staat geschre
ven, de eer van Uw vaandél hoog
en onderhoudt stipt het reglement,
dan zal Brabant de eeuwen door
blijven leven, sterk door geloof en
noeste arbeid, en ik zal U blijven
noemen, mijn trots, mijn steun enr
toeverlaat
Edele Brabant, Were Di.
In .7Yest-Java zijn twee Ne
derlanders vermoord, n.l. pas
toep J- Th- Mulder een
pater franciscaan, en de heer
E. Agerbeek van een rubber-
onderneming.
In Lemmer zijn twee kin
deren van vier jqar in de ha
ven geraakt en verdronken.
De Russen hebben mede
gedeeld dat alle Duitse krijgs
gevangenen zijn gerepatri
eerd. Volgens de Duitse re
gering ontbreken er nog
400.000.