Waalwijkse en Langstraatse Courant TIEN JAREN OORLOGSECONOMIE 5 MACHTELOZE HELDEN op de Grebbeberg Behangselpapier. Schade aan arbeidsproductiviteit: ACHT MILLIARD GULDEN DINSDAG KOOPDAG spaarzame huisvrouw KORTING op alle artikel e n VOLKSBELANG No. I De inleiding van de kapitein van het Gilde O. L. Vr. Schuts te Elshout DRIE DAGEN STRIJD Een mislukte tegenaanval met vermoeide man schappen, onvoldoende bewapend en zonder, enige steun. W. van der Heijden Zonen MAANDAG 8 MEI 1950. Uitgever YVaalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN DE ECHO m HEI ZUIDEN OPGERICHT 1878. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. (Van onze soc.-econ. medewerker). Van het ogenblik af, dat de eerste duitse soldaat in die beruchte nacht van 9 op 10 Mei onze bodem be trad, vertoonde het economische beeld van de Neder landse Staat een geheel gewijzigd beeld in vergelij king met de voorafgaande jaren. Mochten wij in de aanvang van de bezettingsjaren nog de illusie koes teren, dat dé overweldigers zich zouden beperken tot een zuivere militaire bezetting, voordat 1940 van ons scheidde waren wij reeds van het tegendeel overtuigd. Het solide economisch bestel, dat bijna spreekwoorde lijk was voor Nederland werd volkomen ontwricht naar een tevoren opgesteld plan van plundering en roof. Het is nuttig enige feiten te releveren uit die ver schrikkelijke oorlogsjaren om ons het hedendaagse bééld van onze economie duidelijk voor ogen te stellen. Nederland was voor de oorlog een rijke natie. Onze vorderingen op het buitenland overtroffen ver onze schulden. Slechts 72% van de invoer werd in de jaren 1937/ '38 door uitvoer gedekt. Dit was geen bezwaar ,want dank zij on ze uitstaande vorderingen werd het tekort op de handelsbalans ruimschoots gedekt. Onmiddellijk werd dit beeld door de Duitsers gewijzigd. In 1941 reeds was onze uitvoer (naar Duitsland) tot 95 van de in voer gestegen. In 1942 was de uit voer reeds aanzienlijk groter dan de import: 143 en in de vol gende jaren verdwenen onze kost bare voorraden, aangelegd om Nederland in eventuele oorlogsja ren voor de honger te behoeden, voor het overgrote deel over de oostgrens. In 1944 bedroeg de export 200 pet. van de import. Het uitvoer- saldo bedroeg 23.000.000 per maand. Bovendien vervielen al on ze inkomsten uit Indië, die in 1938 nog ruim 500.000.000 hadden be dragen en de helft bedroeg van onze overzeese handel. Onze ver arming is hiermede reeds enigs zins geïllustreerd, echter nog niet in voldoende mate aangegeven. Overbodig is het bijna te ver melden, dat het in Nederland ge organiseerde systeem der rijksbu- reaux die belast waren met de ver deling der grondstoffen, geheel onder duitse invloed kwamen te verkeren. Daarnaast werd onmid- delijk na de bezetting een zeer uitgebreid distributieapparaat op gebouwd, waarvan de restanten nu nog niet verdwenen zijn. Alles werd er op iflgesteld de buikriem bij de Nederlanders zo nauw mo gelijk aan te halen. Dit perfecte uitzuigsysteem werd gesmeerd met een vloedgolf van papiergeld, dat op zichzelf een volledige inflatié en ineenstorting van het circulatiesysteem zou heb ben teweeggebracht, ware het niet dat een straf geleid prijsvor mings- en dito beheersinstituut in het leven waren geroepen, waar door een groot gedeelte der koop kracht eenvoudig zwevend werd, dat wil zeggen: er stonden geen goederen tegenover. Ondanks de zware straf daarop gesteld, tierde in ons land de zwarte handel we lig. Een volkomen demoralisering vooral onder de jeugd was daar van het gevolg. Het „uitkammen". Alsof dit alles nog niet genoeg was, begonnen de indringers reeds in 1942 met het transporteren van Nederlandse arbeiders naar Duits land om daar hulp te bieden bij het op gang houden der duits oor logsmachine. Langzamerhand werd hun aantal opgevoerd totdat ten slotte het gehele Nederlandse be drijfsleven systematisch werd uit gekamd. Ongeveer 500.000 Neder landers hebben in Duitsland ge werkt en daarnaast werden er een groot aantal in Nederland tewerk gesteld aan duitse vestingswerken etc. Velen werden uit hun norma le werkzaamheden gehaald vooral na „Dolle Dinsdag", toen de Duit die ons woning- en bedrijfsgebou- wenbezit bij herhaling ondergin gen. Gerekend naar het prijspeil van vandaag, moeten wij met een oor logsschade rekenen van ruim 30 milliard gulden. Dan kwamen de bevrijdingslegers', die, al namen wij het er nog graag bij, ook hun lasten op economisch gebied met zich brachten, al is dit te ver waarlozen bij de enorme roverij en, die het duitse lger pleegde. Zo stonden wij er vijf jaar ge leden voor bij de bevrijding: als volk uitgekleed en gedeeltelijk verhongerd... maar vrij De g^ldzuivering. Het is duidelijk, dat men op economisch gebied voor een gi gantische taak stond, toen men een begin maakte met het herstel. Een der 'eerste daartoe met kracht doorgevoerde maatregelen was de geldzuivering. Ondanks de inci denteel daarbij voorgekomen on rechtvaardigheden moeten wij constateren, dat deze sanering noodzakelijk was en als een groot succes kan worden beschouwd. Het buitenland volgde met aan dacht de operaties van minister Lieftink en vele landen namen zijn maatregelen gedeeltelijk of geheel over. Een volgende noodzakelijke stap was de instelling van een planbu reau, dat in grote lijnen de rich ting zou aangeven, waarlangs zich het herstel moest voltrekken. Een ministerie van Wederopbouw trok zich het lot aan van ons ge havend huizenbezit. Aanvankelijk werkte dit departement onder de onvermijdelijke kinderziekten, doch langzamerhand kwam het op vol le toeren, zodat wij maandelijks een groot aantal nieuwe huizen en fabrieken zien verrijzen. Misschien staat men op het standpunt dat thans een grotere vrijheid op dit terrein geboden is, doch vooral in de aanvang was het dirigisme in deze sector onvermijdelijk. De kaiptaalvoorziening vertoon de bij de gewijzigde verhoudingen grote leemten, zodat regering, Ne derlandse Bank en particulier de handen in'eensloegen en een her- stelbank in het leven riepen over welker resultaten nog wel eens heftig wordt gediscussieerd, maar die toch op velerlei terrein de hel pende hand toestak. Dc sociale zijde. Zo ergens dan stond men op sociaal terrein voor een chaos, maar ook hier zagen wij dra de wil tot bouwen geconcretiseerd. Belangrijk waren in dit verband de instelling van de Stichting van de Arbeid en hét Buitengewoon be sluit Arbeidsverhoudingen. In die stichting van de arbeid gingen ar beiders en werkgevers voor het eerst in onze geschiedenis aan de ronde tafel zitten om de vele ar beidsproblemen, ook die van eco nomische aard, gelijkgerechtigd af te doen. Hierin is men ten volle geslaagd, dat leert ons de vergelijking met andere landen. Het genoemde be sluit over de arbeidsverhoudingen voorzag in een door de wet ge- sanctionnéerde loonregeling voor al die bij de financiëële verwar ring meer dan iets noodzakelijk was. Het is bij uitstek het gebied der sociale verzekeringen geweest waar men van de aanvang af meer heeft gestreden voor ver nieuwing dan voor herstel. Hier aan danken wij dan ook de grote ingenomenheid, waarme'e de soci ale verzekeringswetten alom in den lande zijn ontvangen, al valt op dit terrein ook nog lang niet te spreken van een afgebot.wd huis. Een zeer noodzakelijke maatre gel was de instelling van een noodvoorziening voor ouden van dagen. Al kan men ook over de vorm ervan twisten, een wettelijke regeling van dit vraagstuk bleek toch wel een der eerste noodza kelijke maatregelen. Grijze haren Het proble'em van de in- en uit voer heeft sinds de bevrijding al menig bestuurder van departement of industriëel bedrijf reeds grüze haren bezorgd. De geweldige goe- derenhonger in de bevrijde landen trok onze handelsbalans volkomen scheef in negatieve zin. Een pro bleem waarmee wij nu nog alle dagen kampen. Alsof dit voor het zwaar geteis terde Nederland niet voldoende was, kregen wij nog moeilijkheden met onze indische bezittingen, die eindigden met de overdracht der souvereiniteit. Deze indische kwes tie heeft het herstel van onze eco nomie vertraagd, gezien de grote offers, die ons militaire apparaat daarvoor vergden. De liquidatie van onze sterke economische po sitie in Indië betekende een alge hele ondergang van het econo misch sterke Nederland van voor de oorlog. De daaruit voortvloei ende schade is nog niet te over zien, maar zij zal niet gering zijn. Tien jaren van oorlogjsecono- mie. Inderdaad, ook nu nog kun nen wij onze aandacht niet geven aan de vrede. Onze verplichtin gen met betrekking tot het Atlan tisch Pact dwingen ons tot oor logsuitgaven van 1 milliard per jaar. Dit kan niet nalaten een in vloed uit te oefenen op het wel vaartspeil van elke Nederlander en moet wel vertragend werken bij het zoeken naar een nieuw economisch evenwicht. Dat even wicht zal op een ander punt lig gen dan voorheen. Dit in onze gedachten vast te houden is een eerste vereiste. Al te veel nog zien wij om naar het dorado, dat verwoest is. Een nieuw Nederland is na de oorlog ontstaan, helaas minder groot en veel armerDaarom moeten wi) niét meer spreken van reconstruc tie en herstel, maar van vernieu wing. Wij zullen een geheel nieuw land moeten bouwen, uitgaande van hetgeen wij nog bezitten, niet van hetgeen wij hadden. Dan al leen zullen wij kracht vinden om er nog iets van te maken. Wij zijn te diep gevallen om nog tot het oude peil te kunnen terugkeren, althans voorlopig. Slagen wij er in de economische toestand met behulp van de ons toegereikte Marshallhulp te con solideren en daarna zonder gaven van Uncle Sam onze weg te ver volgen, dan zijn de vijf jaren van verzet tegen een onderdrukker en een ander vijftal jaren van herstel der slagen een nuttige leerschool geweest om een basis te leggen voor een nieuw economisch bestel in ons land. Dat bestel zal min der groots zijn dan in het verle den, nochtans zijn wij nog krach tig genoeg en is onze ligging in de wereld dermate gunstig, dat wij een waardige rol kunnen spelen in de moderne economische constel latie van dit aardrijk. Een tegenaanval. De hogere staven beraamden na deze slechte berichten een tegen aanval. Het vierde bataljon-infan- terie werd aangevoerd uit de MaasWaalstelling en had heel de weg te voet afgelegd. Het was een oude lichting, die onvoldoen de bewapend was en op dat tijd stip niet geschikt voor de aanval. Door verschillende oorzaken werd de tegenaanval in de morgenuren verlaat. De artillerie was hierover niet ingelicht en opende het vuur enige uren te vroeg. De zwaar vermoeide troepen vielen aan, niet meer gesteund door kanon vuur, in geheel onbekend terrein. Zij stonden tegen een overmach tige vijand, die wel gesteund werd door geschut en daarbij nog d'e j hulp had van duikbommenwer pers. Slechts enkele onderdelen van het Nederlandse leger wisten de 1 hun opgedragen punten te bezet- ten, maar vonden zich toen van hulp verstoken en geheel afgesne den van de overige etrijdmacht. De tegenaanval was geheel mis lukt. In de grootste wanorde trok ken de volkomen gedemoraliseer de troepen terug, talrijke doden en gewonden achterlatend. Op de middag van 13 Mei gaf de commandant van het veldleger bevel om terug te trekken op de Vesting Holland. Het drama op de Grebbeberg was ten einde... De moed van de soldaten had niet ge baat. De defaitistische propagan da, het verraad, de verwarde be richtgeving, de slecht onderhou den vestingen, de onvoldoende en DENK ER OM1 voor de bij r op textielgebied. verouderde bewapening en nog talloze oorzaken meer vormden de bittere achtergrond van hun strijd. Er zit een les in voor de toe- koirfst. Nederland moet waken, dat een dergelijke onachtzaamheid en bekrompenheid geen kans meer krijgt om nogmaals het leven van talrijke wensen te bedreigen. Het Noordatlantisch Pact en de wa penhulp uit Amerika kunnen veel voorkomen, maar niet alles Wij zullen degelijk acht motten slaan op de reeds geuite waar schuwingen dat onze vestingen weer verwaarloosd zijn. Een com missie van parlementsleden heeft de minister van defensie hiervan op de hoogte gesteld. Spoedig in grijpen kan een herhaling van het geen bij de strijd in de Grebbe- linie bleek, voorkomen. Dr. H. M. (Van een onzer verslaggevers). Het is nu tien jaar geleden, dat de germaanse hor den over onze oostelijke grenzen trokken en alle gedane beloften ten spijt onze neutraliteit schon- ^en* Wij allen kunnen ons die morgen ,van die gedenk waardige tiende Mei nog zo goed herinneren: de dagen van spanning en onzekerheid, die er op volg den en ten laatste de verpletterende mededeling van de capitulatie, na het verschrikkelijke bombardement van Rotterdam. Wanneer wij de feiten beschouwen, het verloop van de gevechtsacties zien en weten hoe erbarmelijk slecht het met de verdediging en bewapening gesteld was, dan maakt een warm gévoel van bewondering zich van ons meester: bewondering voor hen, die ondanks dit toch gedaan hebben wat hun plicht was en hun bijna hopeloze taak goed trachtten te volbrengen. Eén van de plaatsenwaar verbitterd gevochten werd, is de Grebbeberg, een onderdeel van de Grebbelinie. Daar werd een strijd gestreden, die een nadere be schouwing waard is. hebben het leeuwenaandeel gehad in de volgende strijd tegen de duitse troepen. Onderdelen van t achttiende duitse leger hadden na door de IJssellinie gestoten te zijn in de late namiddag Wa- geningen bezet. Spoedig hierna viel het SS-Standarte „Der Füh- rer" de voorposten der Nederlan ders aan. Slecht geoefend als zij waren moésten deze spoedig het voor hun sterkte veel te grote terrein ontruimen. De soldaten, die niet aan oorlog gewend waren, trok ken ordeloos terug en verwekten in de achterliggende onderdelen wanorde. De vijand daarentegen dring vrij onverwacht op en wist uitstekend gebruik te maken van de voordelen, die het terrein hem bood. In de nacht kon men enigszins bijkomen en zich op de hoogte stellen van d'e door de Duitsers gemaakte vorderingen. In alle Waalwijk. Tel. 443 sers alle remmen Onnoemelijke schade werd toege bracht aan dé arbeidsproductivi teit. In geld gemeten schat men deze op ongeveer 8 milliard gul den I Wij noemden nog niet het weg voeren der Joden, waarmee te vens' een hoeveelheid huisraad, sieraden e.d. in rovershanden overging. Daarnaast werden nog grote verliezen geleden op dé bui tenlandse investering (2,5 mil liard). Onze goudvoorraad werd gestolen. Al met al kan men con stateren, dat de Duitsers bij hun vertrek in 1945 dit land groten deels geplunderd achterlieten. Bij hun heengaan werd die schade nogmaals vergroot door inunda ties, vernietigingen van haven werken en bruggen, om nog maar te zwijgen van de aderlatingen, De Grebbelinie, zoals die voor de laatste wereldoorlog was, liep van de voormalige Zuiderzee tot aan de Rijn, aansluitend op de lieten "vallen, j Betuwe, de Maas-, Waal- en Pe'el- Raamstelling. Zij bestond uit een liniedijk en veldwerken van aar de en hout, die nog juist voor het uitbreken van de oorlog gedeelte lijk versterkt waren door twee soorten kazematten, de z.g. „ste kelvarkens", opgetrokken uit ge wapend beton en de kazematten met gietstalen koepels, die het meest effectief bleken. Verder was de linie verstevigd door tank grachten, prikkeldraadversperrin gen, inundaties en mijnenvelden. Reeds in 1794 werd d'e toen ver vallen linie opgehoogd en verbe terd. Men oordeelde het toen eveneens nuttig d egrote liniedijk aan te leggen, welk werk in 1799 haar beslag kreeg. Nadien werd zij weer verwaarloosd en zo af en toe ging men er toe over het een en ander weer te herstellen. Een dégelijk onderhouden reeks vestingwerken is er nooit ge weest. Daardoor is het wellicht voor een deel dan ook te verkla ren, dat het grebbefront zo spoe dig in elkaar viel. Zo was b.v. de inundatie volstrekt niet afdoende. Een gemaal dat de hoogte van het water op peil moest houden, was er niet en door de lage waterstand stonden vele plaatsen droog. De graafwerken waren niet gehe'el uit gevoerd: de hopen uitgegraven grond belemmerden het zicht en boden de vijand een goede dek king. Voor verruiming van het schootsveld mochten geen objecten afgebroken worden, wanneer dit grote kosten met zich meebracht. Zuinigheid voor alles De eerste aanval. Op 11 Mei lagen in deze stel lingen de manschappen van 8 R.I. (achtste regiment infanterie). Zij vroegte van de twaalfde Mei wer den de operaties voortgezet. De Duitsers rukten op over de onvol ledig vernielde grebbesluis en langs de enige holle weg, die niet versperd was en ook niet door vuurwapens bestreken werd. Hun aanval werd gesteund door hevig artillerievuur en door duikbom menwerpers. Van Nederlandse zij de kon men dit vuur niét voldoen de beantwoorden en er was geen materiaal om de lekken in de ver dediging te stoppen. Machteloos schoten onze soldaten met hun karabijn op de laagvliegende zwa re bommenwerpers. In der haast werd door de le gerleiding een stoplijn gecreëëerd, die liep vanaf de Rijn tot Horst, maar hij werd door de Duitsers spoedig doorbroken bij de kunst weg GrebbeRhenen. Ook deze weg was op de plaats van door braak niét versperd en de Duit sers trokken, slechts op enkele plaatsen gehinderd, in noordelijke richting. In ons vorig nummer hebben we uitvoerig de her-installatie van de O.L.Vr. Schuts weergegeven. We hebben toen het verhandelde beschreven, de aanwezigen ver meld en ook het voornaamste van 't gesprokene. 't Is voor onze leden, maar ook voor alle Langstraatse Gilden wel van belang terug te komen op de inleiding uitgesproken door de ka pitein, d'e heer A. Veltman. Hij zei dan na z'n welkomst woord o.m. Voor de belangstelling welke U allen voor de folklore toont en in feite thans voor onze Schutse zijn wij U zeer dankbaar. Uwe belang- steling voor deze oude Brabantse gebruiken zegt ons iets meer. Het spoort ons meer en meer aan, om deze steeds intensiever en correcter te beoefenen. U zult zich misschien allen af vragen, hoe men zo plotseling op het idee gekomen is, om deze schutse folklorisch op te bouwen. Laat ik U dan thans een over zicht geven van onze geschiede nis en indeling. Na dé wereldoorlog werd het ledental van onze Schutse aan merkelijk uitgebreid en wel van 15 op 35 leden. In vergaderingen werd menigmaal de vraag gesteld: Wat is onze Schutse, wat zou ze vroeger zijn geweest, wanneer en hoe is ze ontstaan, heeft ze ooit een ander doel gehad dan alleen het schieten op de vogelboom en het deelnemen aan schietwedstrij den? Om op al die vragen een be vredigend antwoord te krijgen, werd d'e hulp ingeroepen van de heer v. d. Mortel, voorzitter van de Kring Maasland, welke op 5 Januari 1949 alhier een lezing hield over de folklore, over ont staan en traditionele gebruiken van de Gilden in Brabant. Bij deze zeer interessante le zing werd vernomen dat een schutse, en voornamelijk de „Lie ve Vrouwe Schutse ouder zijn dan de Gilden. In de 'eerste ledenvergadering, die hier traditioneel steeds plaats heeft op de eerste Zondag der maand na de Hoogmis, welke na deze lezing werd gehouden, bleek het enthousiasme voor de belang stelling van de folklore zo groot te zijn, dat er direct plannen werden opgesteld. Men was niét meer tevreden met het vogelschie ten, zij eisten hun oude traditie op en wel de traditie die er eeu wen moest zijn geweest. Hiervoor was allereerst nood zakelijk om de geschiedenis van onze schutse te leren kennen. Van deze geschiedenis is ech ter nog niét veel bekend. De vogel dateert van het jaar 1789 en het oudste schild van 1811. In 1851 werd het oude re glement (wat jammer genoeg nog niet in ons bezit is) herzien. Het herziene reglement van 1851 werd door de toenmalige pastoor van Oudheusden ondertekend. Door verdeeldheid van de schutsbroe- ders omstreeks 1930 is behou dens de namen van een 9-tal schil den vanaf 181 tot 1930 zeer weinig bekend. Bij deze verdeeld heid zijn wat uitrustingsstukken alsmede de administratie mis schien niet verloren maar tot op heden nog niet in ons bezit. Zeer waarschijnlijk zouden ons die bescheiden veel over folklore kunnen vertellen, vooral het door de oude garde zo veelvuldig be titelde „onleesbare boek der schutse. Van vóór 1851 zijn de naspo ringen nog in volle gang. Uit de huidige stand van deze nasporin gen kan worden afgeleid dat de L. Vr. Schuts van Elshout is opgericht tussen 1285 en 1316, waarbij door ons als oprichtings jaar het jaar 1300 is aangenomen. Het gevolg hiervan is wat uit onze vaan dan ook duidelijk blijkt dat wij in dit jaar van onze installatie tevens het 650-ja- rig bestaan herdenken. Reeds het vorig jaar werden maatregelen getroffen dit jubilé dit jaar te herdenken in de vorm van een landjuweel ofwel een gildedag, daar er maar één gilde- dag per kring (er zijn 5 kringen) per jaar wordt toegelaten en er in onze kring nog een belangheb bende was besliste de stemming. Met één stem verloren we dit feest, wat thans op 21 Mei a.s. in Es zal worden gehouden. Wij hopen thans het volgend jaar deze herdenking te vieren. Zo U uit het voorgaande wel zult opgemerkt hebben, hebben wij onze schuts op geheel nieuwe, doch traditionele wijze moeten op bouwen. Men zoekt in beginsel naar een systeem, om alles zo overzichtelijk mogelijk te kunnen uitvoeren. Zo als overal thans planning wordt toegepast, zo ook hebben wij voor onze schuts een plan opgésteld, waarvan deze stok, de z.g. „Ka- piteinstok ons planbord is ge weest. De planning was en is thans nog, als volgt: Het paardenkopje is de stand- daardrijder, geharnast en gezeten te paard; hij voert de standaard of wimpel en maakt baan voor de schutse, door zig-zags gewijs over de weg te rijden. Hij wordt gevolgd door de Gil- devaan, de vaan waaraan alle gildebroeders zich verbonden heb ben. Alleen deze vaan kan dé groet brengen van de schutse, aan den Allerhoogste, een notabele en Koning. Alleen met deze vaan ne men alle schutsbroeders afscheid van een overleden schutsbroeder, door het brengen van de vastge stelde afscheidsgroet. Zij wordt gevolgd door vier tamboers, die hun diepe- of mu- ziektrom slaan, aan welks geluid men réeds van verre kan horen of de schutse in feeststemming of in rouw gedompeld uittrekt. Vervolgens volgen vier vendel- zwaaiers, die eveneens hun feest vreugde of rouw tot uiting bren gen. Hierna volgt het voornaamste van onze schutse: „de koning thans degene die j.l. Dinsdag met Kerk(mis)dag, kermisdag de vo gel heeft afgeschoten. Hij is kenbaar aan de Konings kroon en de zilveren vogel met ketting. Hij heeft als pages twee schutsbroeders, die voor hem hét gildezilver meedragen op schilde- vesten. Onmiddellijk achter de koning 72e JAARGANG No. 38. Abonnement 15 cent per week 1.95 per kwartaal 2.25 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO". en pages, volgt de hoofdman, ken baar aan het zilveren hootdman- schild en kleurrijke stok, waarop 't beeldje van Onze Lieve Vrouw is geplaatst. Hij is met alleen het hoold van de bchutse, maar hij is nog meer de verantwoordelijke persoon voor al het zilver. Dan volgen twee oudé en jonge dekenen. De oude dekenen dra gen een stok blauw-wit met grote verzilverde bal, de jonge dekenen een gelijke stok met kleine ver zilverde bal. Op de stok een blauw-witte schijf waarop de beel tenis van O. L. Vrouw. Zij dra gen op hun bovenmouw één ron de kogel aan goud galon. De dekenen zijn de raadsheren van onze schutse, zij beslissen met de hoogwaardigheidsbekleders over personen of zaken, in die gevallen, waarin de gezamenlijke vergadering het niet eens kan worden. De uitspraak is bindend voor allen. De Kapitein die hierop volgt behartigt de folklore, wat opstel ling en uitvoering betreft. Van daar dat hem deze stok is toebe deeld. Vergeetachtigheid is hier door natuurlijk niet uitgesloten. De Vaandrig is de rechterhand van de Kapitein: hij voert dé ad ministratie, maakt notulen van vergaderingen, int gelden en be taald liefst zo weinig mogelijk. Hij is kenbaar aan twee kogels aan goud galon op zijn boven mouw. Vermeld zij nog dat de plastrons van de hoogwaardig heidsbekleders met gouden bies zijn afgezet. Achter de vaandrig volgt dan de eigenlijke schutse. Het zijn onze broeders die zich in het strijdperk werpen, om te trachten door hunne schietvaar digheid het mooiste zilver te ver overen. Die broeders, die onze schildevesten steeds méér en meer behangen. Of we goede schutters hebben? In 1949 schoten ze op een con cours van de 24 schoten 23 maal af. Sterker nog: Van onze schutse behaalde in 1944 een gildebroeder na een zware kamp het Konings- kruis va nde Langstraatse Schut- tersbond. De lengte, welke de stok thans aangeeft, vertelt ons dat de schut se nog uitgebreid kan worden. Dit kan echter alleen geschie den zoals reglementair is vastge steld. Twee dagen per jaar is dit mo gelijk en wel: le. Met kermis wordt de schuts- trom verpacht, ook niet-gilde- broeders kunnen deze pachten. De pachter kan dan lid worden of een lid opgeven. 2e. Op de teerdag wordt, al leen onder de Gildebroeders, de gildevaan verpacht. Die ze pacht mag een familielid als gildebroe der opgeven. In beidé gevallen zullen de Hoogwaardigheidsbekleders bera den of de gepresenteerde in de toekomst een goed lid zal zijn en beslissen of hij aangenomen zal worden. Tot slot geven de onderste rin gen van de stok de aspirant- schutsbroeders aan, dat zijn dege nen met de leeftijd tussen 15 en 20 jaar. Voor het vele werk, dat over het algemeen 'een schutse met zich meebrengt, hebben we nog naast deze opstelling een schietcommis- sie, die alles regelt wat het schie ten betreft, en een archivaris met een compleet kaartsysteem, waar in alles is aangetekend, zowel wat folklore, persoonlijk memorandum, behaalde prestatie, enz. enz. Om finantiële redenen bleven nog gewenste atributen achterwe ge, doch ons hoofddoel, het her stel der folklore, is bereikt. Voor hetgeen thans bereikt is zijn wij aan vele medewerkers buiten onze schutse veel dank ver schuldigd. U en allen die ons in deze met raad en daad hebben bijgestaan, betuig ik dan vanaf deze plaats onze welgemeende dank en ik hoop dat wij hunne verwachtin gen welke zij zich van ons hadden voorgesteld niet hebben beschaamd. En gij, gildemannen: houdt, zo als in uw reglement staat geschre ven, de eer van Uw vaandél hoog en onderhoudt stipt het reglement, dan zal Brabant de eeuwen door blijven leven, sterk door geloof en noeste arbeid, en ik zal U blijven noemen, mijn trots, mijn steun enr toeverlaat Edele Brabant, Were Di. In .7Yest-Java zijn twee Ne derlanders vermoord, n.l. pas toep J- Th- Mulder een pater franciscaan, en de heer E. Agerbeek van een rubber- onderneming. In Lemmer zijn twee kin deren van vier jqar in de ha ven geraakt en verdronken. De Russen hebben mede gedeeld dat alle Duitse krijgs gevangenen zijn gerepatri eerd. Volgens de Duitse re gering ontbreken er nog 400.000.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 5