£.i*uLeiy.k Radio actieve Speurstoffen Waalwijkse en Langstraatse Courant Dr. D. C. RENOOY. LANDBOUW PLUIMVEE Uit Nieuwkuijk's verleden. r - - - c VRIJDAG 26 JANUARI 1951 Uitgever WaaJwijkse 'Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. ECHO WET ZUIDEN OPGERICHT 1878. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. 74e JAARGANG No. 9 Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO". Het bezoek van Generaal Eisenhower aan ons land heeft al heel wat in beweging ge- Dracht. Het is duidelijk dat de Atlantische opperbevelhebber niet bijzonder content was over de stand van zaken bij de Nederlandse strijdkrach ten, ook al is Eisenhower zeli' zo beleefd geweest dit te ont- kénnen. De regering heeft uit die on tevredenheid de konsekwen- ties getrokken en de man, die voor de heropbouw van ons leger verantwoordelijk is, naar huis gestuurd. Het zou ons ook niet ver wonderen als er in de Ne derlandse kazernes een zucht van verlichting over dit heen gaan is geslaakt, niet 't minst bij de mannen van de lichting 1949-11, die wel het meest te lijden hebben gehad van de kwakzalverij van de opperbe velhebber. Generaal Kruis heeft waarschijnlijk niet ge weten hoe er gedacht werd en gesproken over zijn persoon lijke brief, die de militairen van 49-11 hebben ontvangen. Enige maanden geleden la zen wij in het „Brabants Nieuwsblad" dat Generaal Kruis moest ontslagen worden wegens volkomen gebrek aan mensenkennis en psycholo gisch inzicht. In de Tweede Kamer is al vaak ernstige cri- tiek geuit op het beleid van de chef-staf. Maar deze dacht er blijkbaar niet aan ontslag te nemen. Met het gevolg dat hij nu gedwongen de laan uit gaat. Generaal Kruis is enige ja- reri geleden op inspectie ge weest in Indonesië en dank zij die inspectiereis zijn er heel wat mopjes door Indone sië gegaan; één van de aar digste was wel dat „ventje Kruis op les was geweest bii meester Spoor". Het werd nog erger toen Mr. Kruis na dit bezoek een boek schreef, waarin hij beweerde dat de troepen in Indonesië toch zo blij waren dat „hun eigen commandant" bij hen was ge weest: In de tijd na de van RoyenRoem-overeenkomst. toen de Nederlandse troepen zich opmaakten voor de ont ruiming van Djokja, ging Ge neraal Kruis Nederland ver tellen dat de Nederlandse sol daat eigenlijk zo'n lastig we zen was. Gelukkig was de Generaal toen niet in Djokja. Met deze verhaaltjes willen wij maar zeggen dat het voor een bevelhebber toch ook no dig is dat zijn soldaten ver- trouwèn in hem hebben. De successen van de troepen in Indonesië zijn b.v. mede te danken aan het vertrouwen var* de militairen van hoog tot laag in het beleid van Generaal Spoor. Dat is trouwens een 'alge meen gebrek in Nederland: de vele officieren worden door hun ondergeschikten gewan trouwd. De soldaten krijgen de indruk dat hun comman danten alleen maai- boven hen gesteld zijn als een wrekende gerechtigheid. Dit is ten enen male onjuist. Nederland moet de beschikking hebben over een gevechtsklare strijdmacht waarvan elk onderdeel 'n har monisch geheel is. Het „stan- denverschil" en dergelijke werkt alleen maar remmend op een goede opbouw van ons leger. Dat wordt ook in de hand gewerkt door de dwaze salariëring van het militairen- personeel, we behoeven slechts te noemen: het grote verschil tussen het salaris van het Korps Mariniers en de dat van de landmacht. Of b.v. het instituut van de ser geant-titulair, die de dienst doet van een sergeant en maar een kwartje meer krijgt dan een korporaal. Zulke dingen wekken spanningen op, die een verkeerde geest in ons leger bewerkstelligen. De nieuwe bevelhebber komt met de erfenis te zitten van zijn voorganger, zijn me ningsverschil met de regering, een veel te grote staf, de on tevredenheid met de Atlanti sche opperbevelhebber en het wantrouwen van het leger in de Generale Staf. Dit zijn ui termate ernstige zaken die om een oplossing vragen. Het heeft ons verwonderd dat een kolonel tot bevelheb ber is benoemd, met voorbij gaan van alle generaals, het geen geleid heeft tot de ont slag-aanvrage van luitenant- generaal Calmeijer. Het lijkt ons, op z'n zachtst gezegd, zeer merkwaardig dat men met een officier met oor logservaring heeft benoemd. j' de..!egercommandant uit Indonesië of diens chef-staf, die onderscheiden is met dé bronzen Leeuw en Ridder is in de Orde van de Ned. Leeuw, of één van de divisie- of bri gade-commandanten, waarvan enige met de hoogste militai re onderscheidingen. Ook deze benoeming is maar een duis ter geval. Het schijnt in re geringskringen nog steeds niet bekend te zijn dat een leger er tenslotte is om te vechten. Overigens schijnt de nieuwe bevelhebber goede plannen te hebben. Wij lazen tenminste dat hij de staf tot een verant woorde omvang wil terug brengen. Een zeer opmerke lijke uitlating. Blijkbaar heeft de staf van Generaal Kruis al die jaren geleefd in de hiep- hiep-hoera stemming van het Militair Gezag, natuurlijk met de „bezuiniging", die daaraan inhaerent is. Zoals wij in een vorig hoofdartikel reeds betoogden, moet de landsverdediging de voornaamste zorg zijn van de regering. Maar dan moet de regering op de eerste plaats zorgen voor een alleszins des kundige Generale Staf, die 't vertrouwen heeft van de be velhebber van de troepen van het Atlantische Pact. de re gering en het leger. Wij ho pen van harte dat de nieuwe bevelhebber en zijn nieuwe staf, want ook daarin zullen nog wel wat mutaties volgen, dit vertrouwen kan herstellen. Daarvoor zal heel wat moeten gebeuren. Een van de vele zinspreu ken welke aan Napoleon wor den toegeschreven is, dat ie dere soldaat de maarschalk staf in zijn ransel draagt. Een dergelijke democratische ge dachte klonk omstreeks 1800 velen vreemd in de oren, om dat vrijwel algemeen de op vatting werd gehuldigd dat een officierstitel alleen was weggelegd voor hen die tot de adelstand behoorden of geld genoeg hadden om deze titel te kopen. Nog lang werd ook hier de opvatting gehuldigd dat voor het verkrijgen van een hogere maatschappelijke positie een kruiwagen meer vvaard is dan talenten, ener gie en plichtsbetrachting. Dat dit tegenwoordig, uitzonderin gen daargelaten, in het alge meen niet meer opgaat, leert de dubbele promotie van de heer Dirk Cornelis Renooy, die dezer dagen benoemd is tot directeur van de Surinaam se Bank te Paramaribo en vandaag, 26 Januari 1951, aan de Vrije Universiteit te Am sterdam promoveert op een proefschrift, dat tot titel heeft: „De Nederlandse Emissie- markt van 1904 tot 1939". Nadat Dirk Renooy in 1921 de Openbare Lagere School tc Waalwijk had afgemaakt, werd hij leerling van de toen malige Handelsschool alhier. In 1926, toen Inspecteur Mr. J- H. Thiel zelf gecommit teerde bij het eindexamen Hogere Handelsschool was, slaagde hij met prachtige cij fers, t.w. voor drie vakken een 8 en voor de overige elf vak ken een 9. Hij ging daarna studeren aan de Handelshoge school te Rotterdam, waar hij in minder dan vijf jaar slaag de voor het doctoraal examen economische wetenschappen. Hij was daarna in verschil lende functies werkzaam, o.a. bij Philips te Eindhoven en tot heden bij de Nederland- sche Handelmaatschappij en heeft vroeger ook enkele ar tikelen in ons blad over de Schoenindustrie geschreven. Reeds vóór 1940 heeft hij op verzoek van de Regering een Rapport samengesteld over een mogelijke tarieven-over eenkomst tussen Nederland en België, dus een voor-oor- logse Benelux-idee. Na de oorlog deed hij verschillende buitenlandse zaken-reizen, o.a. naar de Verenigde Staten. Thans is hij benoemd tot di recteur van de grootste bank in Suriname, de Surinaamsche Bank, welke tevens de emis sie-bank is voor de Surinaam se gulden. Deze maatschappe lijke promotie is hoogst eer vol, maar zal in verband met de overgang van de voorma lige kolonie Suriname naar politieke zelfstandigheid, wel veel tact en helderheid van oordeel vereisen. Namens de Langstraatse ge meenschap wensen wij Dr. D. C. Renooy van harte geluk met de dubbele promotie, welke hij niet gekregen, maar ten volle verdiend heeft. Suriname heeft een zeer ge mengde bevolking, werd vóór 1940 soms „het land der (eco nomische) mislukkingen" ge noemd, is tijdens de oorlog een hoogst belangrijk gebied geworden door de productie van bauxiet, de grondstof voor de aluminium-fabricage. Het is ook het enige overzeese rijksdeel waar Nederlands de voertaal van de gehele bevol king is. Het is daarom voor Suriname zelf én voor de in ternationale positie van Ne derland van het hoogste be lang dat een bloeiend gewest Suriname een volwaardig deel blijft van het Rijk der Neder landen. Daarvoor is ook no dig dat het kan beschikken over een gezond financiëel beheer en een waarde-vaste munt-eenheid. Moge het onze oud-leerling, Dirk Renooy, gegeven zijn nog veel daartoe te kunnen bij dragen! De Vries. De watersnood van 1880 Vervolg. De ellende die te Nieuwkuijk heerste, kop nu pas goed worden geconstateerd. Wel waren de 31e December en ook dezelfde mor gen al een groot aantal mensen, die op de Konijnenberg waren ge vlucht, door de goede zorgen van de Commissaris van de Koning en t toen zeer voortvarende gemeen tebestuur van Vlijmen naar Den Bosch overgebracht, maar toch bevonden zich daar nog meer dan honderd vijftig personen en ver over de honderd koeien en paar den, die reeds voor een groot ge deelte in noodstallen onder dak gebracht, in de rampzalige nacht van 30 December op de bosrijke hobgte een heenkomen hadden gezocht. Hartverscheurend moet de aanblik geweest zijn van die ongelukkige mensen, die voor het merendeel slechts half gekleed hun woningen waren ontvlucht en al meer dan 48 uur zonder ligging, zonder dekking, ja zelfs bijna zon der voedsel, alleen door het hout gewas van de Konijnenberg enigs zins beschut, onder de blote hemel hadden doorgebracht. We herin neren ons nog hoe we enkele ja ren geleden hier rustig lagen te genieten op de glooiing van de heuvel en we toen ingebouwde hutten ontdekten, die waarschijn lijk van deze tijd dateren. We gens disciplinaire omstandigheden waren we .echter niet in staat on ze onderzoekingen daaromtrent voort te zetten. Doch niet op de Konijnenberg alleen heerste nijpend gebrek en grenzeloze armoede. Niet op die Veilige hoogte alleen waren de ogen van de bewoners met hon gerige, bijna roofgierige blikken gevestigd op de bootjes die met hun vracht brood, spek, koffie en zout dikwijls eerst na een worste ling van een paar uur tegen het geweld van het water zo gelukkig waren de plaats van hun bestem ming te herciken. Met lof werd indertijd gespro ken over de gemeentebesturen en de commissiën. Tevens over de vele particulieren, waai over we boven reeds schreven, die hun woningen zonder aanziens des persoons voor de ongelukkigen openden en alles in het werk stel den om de nood te lenigen. Een prachtig voorbeeld voor onze da gen en onze noodtoestanden, vooral inzake huisvesting. Onder hen vonden we bijzonder vermeld Mevr. de Wed. Straver te Baby- loniënbroek, de burgemeester van Meeuwen, de herbergier Loeff te Nieuwkuijk, de heer v. d. Brand, voorganger van burgemeester v. d. Aa, de heer H. de Jong te Haarsteeg en de kasteelheren van Drunen, Onsenoort en Dussen. De eigenares van 't laatste kas teel, douarière gravin d'Ursel, zond bovendien een tjift van 500 gulden aan de commissie te Wer kendam; We vinden hier de up per-ten vermeld, doch zeker is dat allen zich één voelden in de nood en dat ze elkanders lasten zo als St. Paulus dat wil droegen. We spraken met een enkel woord over de taak die de leden der commissie op zich hadden ge nomen. Hieronder viel dan zoals we dat beschreven vonden, de verpleging en verzorging van de personen die in Heusden zelf een schuilplaats hadden gezocht. Dit aantal was zeker niet klein. We vinden de volgende getallen. Op 6 Januari, een week na de ramp, werden in de kazerne 104 mensen onder speciale zorgen van de ser geant detachementscommandant Masman verzorgd bij particulie ren niet minder dan 319. Niette genstaande deze „invasie", een toen nog onbekend woord, mocht het de commissie gelukken al de ze mensen en hun vee, dat ten ge tale van ongeveer 1C00 stuks bin nen de wallen was gestald, van het nodige, te voorzien. Dat haar taak hiermee was afgelopen, mag uit het bovenstaande niet worden opgemaakt. Verre van daar Volgens de officiële verslagen had de commissie op 6 Januari nog te voorzien in het onderhoud van bijna 5000 mensen, alste Haarsteeg 663, Hedikhuizen 283, Herpt en Berne 31, Elshout 600. Babyloniënbroek 170, Meeuwen 40, Eethen 130, Drongelen 300. Doeveren en Gansoijen 170, Gen- deren 350, Heesbeen 150, Aal burg Wijk 800 en Veen niet min der dan 700. Gelukkig zakte het water snel en was een groot percentage van de verpleegden in staat om met hun vee naar hun woningen terug te keren. In enkele gemeenten was de schade, aan de woningen toe gebracht, wel zo groot, dat in de eerste tijden aan terugkeer van de bewoners zelfs niet te denken viel. Denken we hier aan onze eigen tijd Zo vinden we van Babyloniën broek vermeld dat daar de 27e Januari nog ongeveer 150 mensen in de kerk of bij particulieren wa ren gehuisvest. Meer dan 40 hui zen waren door het water volsla gen onbewoonbaar gemaakt en circa twintig huizen zo goed als geheel vernietigd. Maar was dar te verwonderen Over het alge meen genomen, mag 't nu onze verbazing wekken dat niet nog meer woningen zijn bezweken, want alsof de waterramp alleen nog niet ontzettend genoeg had gewerkt, stak in de nacht van 7 op 8 Januari een storm op uit het Noord-Oosten, een storm waar tegen men ,,U" zei. en deze storm herschiep het snel, doch betrek kelijk kalm door de- hulpgaten wegstromend water binnen een paar uren in een woeste bruisen de zee. De witgekuifde golven beukten en rameiden tegen de zwakke woningen, rukten en scheurden de gebinten uit elkaar en brachten vooral in het binnen land veel meer schade aan dan door de doorbraak alleen zou zijn veroorzaakt. En menige boer, die dadelijk na de tijding van de ramp al z'n til bare have en z'n veldvruchten met rappe handen naar de zolder had gedragen, en meende de dans ontsprongen te zijn, moest zien dat de schuimende, kokende, brul lende watermassa zich op z'n huisje stortte en dit langzamer hand te pletter sloeg. We schreven daar over hulp gaten, die door het polderbestuur van Oud Land van Heusden en Altena spoedig, na de doorbraak werden geopend. Het kan zijn nut hebben hier iets over uit te wei den. Hulpgaten worden onder scheiden in buiten- en binnenhulp- gaten. De eerste lossen recht streeks op de grote rivieren (in ons geval dcor *t Oude Maasje en de Bakkerskil), de laatste die nen uitsluitend om 't water van de hoger gelegen op de lager ge legen polders te doen overstromen. Zo hebben wij er in het Land van Heusden en Altena 16, verschillend van grootte, enkele zijn nauwelijks 30 meter wijd en zij worden alleen bij een door braak in een hoger gelegen ge deelte van de polder geopend. Om ze gemakkelijker en dadelijk bedrijfszekerder te doen zijn, wer den de hulpgaten in dc klcidijken voor 't grootste gedeelte met zand gevuld. Om aan de lager gelegen landen zo min mogelijk schade te veroorzaken, werden ze daarbij aangebracht op plaatsen waar de grond dc minste waarde had voor de boer. Alleen al tussen Dussen en Werkendam iigncn er niet min der dan 6. Reeds in de v roege morgen van 30 December wilde 't dijkbestuur van 't Oud Land van Heusden en Altena de hulpgaten onder de ge meente Oudheusden en Drongelen laten openen, om op die manier het water te lozen. De dijkgraaf van deze streek, dc heer A. van Tienhoven, die we beschreven '•onden als grijs, doch energiek en wakker (wat we van collega J. v. Helvoirt niet altijd konden schrijven), deze heer telegrafeer de in dien zin dan ook naar dc burgemeester van Werkendam. Het telegram werd om 1 uur en 27 minuten te Heusden aangeno men en luidde als volgt„Zend dadelijk op twee boerenwagens naar Drongelen 25 mannen met een hoofdman flinke onder- baas aan 't adres van J. Mo lenaar te Drongelen tot opening van de hulpgaten aldaar". Wordt vervolgd. AMBONESE KWESTIE. Vonnis tegen de Staat bekrachtigd. Het Gerechtshof te 's-Gra- venhage heeft het vonnis in het kort geding Ambonese mi litairen contra staat der Ne derlanden bekrachtigd, met dien verstande, dat het Ge rechtshof daarenboven aan de Staat der Nederlanden de de mobilisatie en afvloeiing ter plaatse, dus op Java, heeft verboden. Vervolg. Kunstmatigeradioactieve stoffen. Het is daarom een geluk dat men tegenwoordig kunstmatige radioactieve stoffen kent, die niet de beide, bovengenoemde nadelen var. de natuurlijke radioactieve stoffen hebben. Zulke stoffen maakt men volgens totaal andere methoden dan die der scheikun de. Eigenlijk is er van een „ma ker.' van scheikundige stoffen geen sprake, want bij de Jabrica- ge van b.v. phosphor goat men uit van een grondstof of van een erts, dat het element phosphor reeds als een van zijn bouwstenen bevat. De iieie fabricage van phosphorverbindingen en van zui ver phosphor komt daaram hier op neer, dat men de allerkleinste bouwstenen, de atomen, op een andere wijze groepeert en tenslot te isoleert. Het maken van kunstmatige ra dioactieve stoffen daarentegen is van veel ingrijpender aard. Daar bij verandert men de bouwstenen zelf: van zinkatomen maakt men b.v. koperatomen. Zulk soort om zettingen voltrekken zich echter niet in een reageerbuisje. Integen deel, daarvoor zijn geweldige na tuurkundige machines nodig, die men cyclotrons noemt, of wel enorme fabrieksinstallaties, zoals de uraanzuil. In Europa worden kunstmatige radioactieve stoffen dan ook alleen maar gemaakt en geleverd door de uraanzuil van bet atoomcentrum te Harwell in Engeland, door het Philips syn chro-cyclotron in het Instituut voor Kernphysisch Onderzoek te Amsterdam en door de uraanzuil in Frankrijk, Wat hun scheikundige eigen schappen betreft, verschillen deze kunstmatige radioactieve elemen ten in niets van hun nict-radio- actieve naamgenoten. Daarom kan men van radioactieve phos phor even goed ohospborverbin- dinyen en dus ook kunstmest na ken als van gewone ohosplior. Zulke radioactieve kunstmest wordt even goed en in gelijke mate door de wortels der planten opgenomen als de gewone kunst mest. Zij verstoort in geen enkel opzicht de biologische en chemi sche huishouding in de plan: en daarom is zij uitermate geschikt om als speurstof tc worcien ge bruikt. Met behulp van instrumenten, die de radioactieve straling aan tonen, kan men nu meten hae lang het duurt voor de radionc tieve phosphor door dc wortels van de plant uit de bodem is op genomen, in hoevee! tijd zij van de wortel tot aan de top van de plant \s vervoerd enz. En wat men daarbij voor dc radioactieve phosphor vindt, geldt evenzeer voor de gewone phosphor. Ook bij andere stoffen en bij andere processen mag men zijn conclusie omtrent de aanwezig heid en de hoeveelheid van de kunstmatige radioactieve stof op de daarmee overeenkomende ge wone stof overdragen. En zo is net mogelijk met radioactieve speurstoffen sneller en met groter nauwkeurigheid analyses te ver richten dan met behulp van dc gewone chemische methoden. Men verwacht dan ook dat er voor de raidoactieve speurstoffen zeer ve le toepassingsmogelijkheden op 't gebied van chemische eu biologi sche onderzoekingen in dc indus trie, dc landbouw, de veeteelt en in de geneeskunde qev-indm zul len worden. Thans reeds worden door het Philips cyclotron in het Instituut voor Kernphysisch Onderzoek te Amsterdam verschillende kunst matige radioactieve stoffen gele verd. Radioactief natrium wordt gemaakt ten behoeve van het on derzoek van hartfunctics en van bloedsomloopproblemen, radioac tieve phosphor voor het genezen van bepaalde bloedziekten, radio actieve jodium om te onderzoeken in hoeverre hiermee blijvend rhy- roidkanker genezen kan worden, radioactief goud voor het behan delen van gezwellen, enz. Het ge bruik van deze en andere uraan zuil- of cyclotronproducten is echter nog beperkt, omdat nog slechts weinig wetenschappelijke onderzoekers de kernphysische methoden voldoende kennen om met vrucht van haar mogelijkhe den gebruik te kunnen maken. Deviezenschaarste, veevoeding en bemesting. Zoals wij maar al te goed weten is Nederland arm aan buitenlandse deviezen, waar door aankopen in het buiten land zeer moeilijk of in het geheel niet mogelijk zijn. Dit geldt ook in sterke mate voor ons krachtvoer, waarvan in de vooroorlogse jaren enorme hoeveelheden werden inge voerd. Thans is dit niet meer mogelijk omdat de betalings middelen (deviezen) hiervoor erg krap zijn. Het gevolg hiervan is dat de Nederlandse veehouder het meeste veevoeder op eigen bedrijf zal moeten winnen. Hij zal zijn cultuurgronden der halve op een zo hoog mogelijk productiepeil moeten brengen en één van de voornaamste hulpmiddelen hiertoe is wel een oordeelkundige bemes ting op hoogwaardig veevoe der te verkrijgen. Nu spelen in de veevoeding de mineralen een zeer belang rijke rol, hetgeen wel in de allereerste plaats geldt voor fosforzuur en kalk. Deze zijn namelijk onmisbaar voor het dierlijk lichaam, omdat ze no dig zijn voor de opbouw en in standhouding van het geraam te (de as hiervan bestaat voor meer dan 90% uit fosforzuur en kalk). Vooral jonge, nog in groei zijnde dieren hebben een gro te behoefte aan mineralen. Dit geldt niet alleen voor fosfor zuur en kalk, maar ook voor andere zoals magnesium, ko per, mangaan, ijzer enz. Zijn deze bouwstoffen voor het li chaam niet of in onvoldoende mate aanwezig, dan ontstaan tekorten, die schadelijke ge breken veroorzaken en deze kunnen later niet meer wor den weggewerkt. Een bekend gebreksver schijnsel dat optreedt bij een tekort aan fosforzur en kalk in de beenderen, is rachitus of Engelse ziekte bij jonge die ren, terwijl bij volwassen die ren dan beenderenverweking of beenbreekziekte naar vo ren komt. Veehouders bedenkt dat een goede fosfaattoestand van de grond noodzakelijk is om de productie van hoogwaardig veevoeder te waarborgen, ter wijl een juiste kalktoestand niet alleen nodig is voor een zo goed mogelijke bodem structuur, maar tevens wordt hiermede gezorgd dat het ge was de beschikking kan krij gen over de voor het dierlijk lichaam onmisbare kalk. Wanneer we deze voor het vee onmisbare mineralen via bemesting van onze akkers in het groenvoeder willen bren gen, dan dienen we gebruik te maken van de ons ter be schikking staande fosforzuur- en kalkmeststoffen. Zonder tekort te doen aan enige an dere kunstmeststof, denken we hier vooral aan de fosfaat- en kalkmeststof Thomasslak- kenmeel. Deze veelzijdig wer kende meststof bevat namelijk niet alleen gemiddeld 17% fosforzuur, maar bezit tevens een belangrijk gehalte (ge middeld 50%) aan kalk. An dere voor het vee belangrijke bestanddelen, zoals magne sium en verschillende sporen elementen, die eveneens in Thomasslakkenmeel voorko men, laten we hierbij dan nog buiten beschouwing. We kun nen natuurlyk ook gebruik maken van een andere fosfor- meststof, maar dan dienen we nog extra met kalk te bemes ten. Windkering. Raadzaam is aan de Noord kant b.v. tegen het vlechtwerk (buitenkant) een rietmat te bevestigen om de Noorden wind te keren. Nog beter is een levende haag zien te krij gen, die ontsiert de omgeving niet en is niet aan slijtage on derhevig. Deze plant blijft 's winters groen, schiet vlug op en vormt spoedig een dich te haag. Men plant op 15 cm. onderlinge afstand, ook onge veer 15 cm. buiten 't vlecht werk. De eerste tijd kunnen rietmatten dienen n.l. tot de tijd dat de groene haag dicht genoeg is, al is het maar ge deeltelijk in de nabijheid van het hok. Vocht en koude zijn twee doodsvijanden van de kippen. Men merkt het al met de kui kens. Bij koud en regenach tig weer groeien ze niet, ze worden triestig en sterven tenslotte een langzame doch zekere dood. Nu zijn de vol wassen hoenders wel wat be ter bestand tegen vocht en koude, maar hun lichaam lydt er toch onder en zo gauw een kip iets mankeert, al is het nog zo weinig, gaat de eier- productie direct verminderen. Kippenvriend. De eerste steen. Op 27 December 1950 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe missiekerk te Salati- ga, waarvoor de lezers van „De Echo van het Zuiden" zo edelmoedig hebben bijgedra gen. Monseigneur Soegijapranata was nog maar pas uit Europa terug toen we hem de invita tie konden aanbieden de eer ste steen te komen leggen voor de eerste kerk, die ge durende zijn reeds meer dan tienjarig bestuur in het Vica riaat Semarang gebouwd wordt. Om negen uur 's mor gens kreeg het werkvolk voor een uurtje vrijaf. Ze vleiden zich rustig neer in en om de bouwkeet. En temidden van vele uitgenodigden, vooral katholieken, trad Monseigneur met de Missie-Overste P. G. de Quay en ondergetekenden als assistenten naar voren om eerst bij het kruis de toekom stige plaats van het altaar te zegenen. Daarna werd met de gewone liturgische plechtig heden de eerste steen gelegd. Toen strompelde Monseigneur met de wijwaterkwast in de hand over al de oneffenheden van het bouwterrein om over al de fundamenten in te zege nen. Er was grote belangstelling toen Monseigneur na de plech tigheid in de voorgalerij van de Pastorie aan katholieken en niet-katholieken een uitleg gaf van wat hij zo juist ver richt had. En verder heerste er grote vreifgde onder alle missionarissen uit de omge ving, die voor die morgen te Salatiga bijeen waren en meer nog onder de katholieken van Salatiga, ook toen ze daarna Monseigneur vergezelden om in de grote zaal van de Zus ters een uiteenzetting aan te horen van Monseigneur's reis naar Rome in het Heilig Jaar. Ja, zo geleidelijk aan waren de laatste „ongelovige Tho massen" bekeerd. Zovelen hebben lang gedacht: Hoi durft de Pastoor in deze on zekere tijd met zo'n kerk te beginnen? Dat is immers on mogelijk. En je kunt als Pas toor ook niet alles vertellen, voordat de zaken beslist zijn. Ik had vroeger de leus gelan ceerd: „Katholieken van Sa latiga, bouwt uw eigen kerk!" En ik voegde daarbij: de tij den zijn voorbij dat we mach tige steun uit Nederland kun nen krijgen voor dergelijke missiewerken. Ik hoef nu zelfs nog geen woord terug te nemen van mijn oproep, want hoewel de betrekkelijk kleine gemeente van onze katholieken hier na tuurlijk niet in staat was in de tijd van 15 maanden het hele bedrag bijeen te verza melen, werd de oproep zo buiten alle verwachting door hen gehonoreerd, dat 't Mis- siebestuur besloot ons voor 't ontbrekende bij te springen. Is ook niet de inzameling in Waalwijk te danken aan ka tholieken van Salatiga, ik be doel onze jongens, die zo lang tot onze gemeente hebben be hoord en van wie het initia tief is uitgegaan. Ja, zo werd de „Langstraat" (of horen de Waalwijkers daar niet meer bij?) het verlengstuk van Sa latiga. Er lagen op 27 December duizenden en duizenden ste nen te wachten, vol ongeduld te wachten op die eerste steen. Het ging daarna met een vaartje. We zijn nu, half Ja nuari, al op 2 Vi meter hoog te. Goed maar dat de zware regens van de west-moesson dat ongeduld enigszins brei delen, dan kunnen die onder ste lagen wat vast komen te liggen. Dezer dagen worden de onderste balken van de kap al opgezet. De hele muur ech ter wordt zes meter hoog. De lengte is 28 meter, de breedte van binnen 12.40 meter en dan één grote ruimte zonder pilaren. Later, als er weer een fondsje gevormd is, hopen we het definitieve priesterkoor te bouwen, waardoor de kerk nog 4% meter langer zal wor den. L. van Rijckevorsel S.J. K.N.V.B. VÓÓR ALLES AMATEURISME In het bestuur van de K.N. V.B., dat onder leiding van de voorzitter, de heer K. J. J. Lotsy, in een voltallige ver gadering bijeen kwam, heeft een uitvoerige gedachtenwis- seling plaats gehad naar aan leiding van de veelvuldige pu blicaties en radio-praatjes dei- laatste maanden over de kwestie amateurisme-profes- sionalisme. Daarbij is gebleken dat de leden van het bestuur van de K.N.V.B. zonder uitzondering het volledige amateurisme wensen te handhaven. e, t >k 1 ng j 27 H. ed s ÏS- .vlj i P- <te en elc lo- tot 3 op st_ 11 ïan 1 net rop J ber ing de- ssie J. an- nd- iar„ r >i elde tl djf, om- roe c den, r 3 in V Voer lede t- ibte- 3 /ast- .11 gere l< aagt en O /ijs. .1 ;cho- >1. ichot r ook T e laard i: .i. de 3 3eke» ii 30UW heeft •ediet stel- van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 5