£.i*uLeiy.k
Radio actieve
Speurstoffen
Waalwijkse en Langstraatse Courant
Dr. D. C. RENOOY.
LANDBOUW
PLUIMVEE
Uit Nieuwkuijk's verleden.
r
-
-
-
c
VRIJDAG 26 JANUARI 1951
Uitgever
WaaJwijkse 'Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
ECHO WET ZUIDEN
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
74e JAARGANG No. 9
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TEL.-ADRES „ECHO".
Het bezoek van Generaal
Eisenhower aan ons land heeft
al heel wat in beweging ge-
Dracht. Het is duidelijk dat de
Atlantische opperbevelhebber
niet bijzonder content was
over de stand van zaken bij
de Nederlandse strijdkrach
ten, ook al is Eisenhower zeli'
zo beleefd geweest dit te ont-
kénnen.
De regering heeft uit die on
tevredenheid de konsekwen-
ties getrokken en de man, die
voor de heropbouw van ons
leger verantwoordelijk is,
naar huis gestuurd.
Het zou ons ook niet ver
wonderen als er in de Ne
derlandse kazernes een zucht
van verlichting over dit heen
gaan is geslaakt, niet 't minst
bij de mannen van de lichting
1949-11, die wel het meest te
lijden hebben gehad van de
kwakzalverij van de opperbe
velhebber. Generaal Kruis
heeft waarschijnlijk niet ge
weten hoe er gedacht werd en
gesproken over zijn persoon
lijke brief, die de militairen
van 49-11 hebben ontvangen.
Enige maanden geleden la
zen wij in het „Brabants
Nieuwsblad" dat Generaal
Kruis moest ontslagen worden
wegens volkomen gebrek aan
mensenkennis en psycholo
gisch inzicht. In de Tweede
Kamer is al vaak ernstige cri-
tiek geuit op het beleid van
de chef-staf. Maar deze dacht
er blijkbaar niet aan ontslag
te nemen. Met het gevolg dat
hij nu gedwongen de laan uit
gaat.
Generaal Kruis is enige ja-
reri geleden op inspectie ge
weest in Indonesië en dank
zij die inspectiereis zijn er
heel wat mopjes door Indone
sië gegaan; één van de aar
digste was wel dat „ventje
Kruis op les was geweest bii
meester Spoor". Het werd nog
erger toen Mr. Kruis na dit
bezoek een boek schreef,
waarin hij beweerde dat de
troepen in Indonesië toch zo
blij waren dat „hun eigen
commandant" bij hen was ge
weest: In de tijd na de van
RoyenRoem-overeenkomst.
toen de Nederlandse troepen
zich opmaakten voor de ont
ruiming van Djokja, ging Ge
neraal Kruis Nederland ver
tellen dat de Nederlandse sol
daat eigenlijk zo'n lastig we
zen was. Gelukkig was de
Generaal toen niet in Djokja.
Met deze verhaaltjes willen
wij maar zeggen dat het voor
een bevelhebber toch ook no
dig is dat zijn soldaten ver-
trouwèn in hem hebben. De
successen van de troepen in
Indonesië zijn b.v. mede te
danken aan het vertrouwen
var* de militairen van hoog
tot laag in het beleid van
Generaal Spoor.
Dat is trouwens een 'alge
meen gebrek in Nederland: de
vele officieren worden door
hun ondergeschikten gewan
trouwd. De soldaten krijgen
de indruk dat hun comman
danten alleen maai- boven hen
gesteld zijn als een wrekende
gerechtigheid. Dit is ten enen
male onjuist. Nederland moet
de beschikking hebben over
een gevechtsklare strijdmacht
waarvan elk onderdeel 'n har
monisch geheel is. Het „stan-
denverschil" en dergelijke
werkt alleen maar remmend
op een goede opbouw van ons
leger. Dat wordt ook in de
hand gewerkt door de dwaze
salariëring van het militairen-
personeel, we behoeven
slechts te noemen: het grote
verschil tussen het salaris van
het Korps Mariniers en de
dat van de landmacht. Of
b.v. het instituut van de ser
geant-titulair, die de dienst
doet van een sergeant en maar
een kwartje meer krijgt dan
een korporaal. Zulke dingen
wekken spanningen op, die
een verkeerde geest in ons
leger bewerkstelligen.
De nieuwe bevelhebber
komt met de erfenis te zitten
van zijn voorganger, zijn me
ningsverschil met de regering,
een veel te grote staf, de on
tevredenheid met de Atlanti
sche opperbevelhebber en het
wantrouwen van het leger in
de Generale Staf. Dit zijn ui
termate ernstige zaken die om
een oplossing vragen.
Het heeft ons verwonderd
dat een kolonel tot bevelheb
ber is benoemd, met voorbij
gaan van alle generaals, het
geen geleid heeft tot de ont
slag-aanvrage van luitenant-
generaal Calmeijer.
Het lijkt ons, op z'n zachtst
gezegd, zeer merkwaardig dat
men met een officier met oor
logservaring heeft benoemd.
j' de..!egercommandant uit
Indonesië of diens chef-staf,
die onderscheiden is met dé
bronzen Leeuw en Ridder is in
de Orde van de Ned. Leeuw, of
één van de divisie- of bri
gade-commandanten, waarvan
enige met de hoogste militai
re onderscheidingen. Ook deze
benoeming is maar een duis
ter geval. Het schijnt in re
geringskringen nog steeds niet
bekend te zijn dat een leger
er tenslotte is om te vechten.
Overigens schijnt de nieuwe
bevelhebber goede plannen te
hebben. Wij lazen tenminste
dat hij de staf tot een verant
woorde omvang wil terug
brengen. Een zeer opmerke
lijke uitlating. Blijkbaar heeft
de staf van Generaal Kruis al
die jaren geleefd in de hiep-
hiep-hoera stemming van het
Militair Gezag, natuurlijk met
de „bezuiniging", die daaraan
inhaerent is.
Zoals wij in een vorig
hoofdartikel reeds betoogden,
moet de landsverdediging de
voornaamste zorg zijn van de
regering. Maar dan moet de
regering op de eerste plaats
zorgen voor een alleszins des
kundige Generale Staf, die 't
vertrouwen heeft van de be
velhebber van de troepen van
het Atlantische Pact. de re
gering en het leger. Wij ho
pen van harte dat de nieuwe
bevelhebber en zijn nieuwe
staf, want ook daarin zullen
nog wel wat mutaties volgen,
dit vertrouwen kan herstellen.
Daarvoor zal heel wat moeten
gebeuren.
Een van de vele zinspreu
ken welke aan Napoleon wor
den toegeschreven is, dat ie
dere soldaat de maarschalk
staf in zijn ransel draagt. Een
dergelijke democratische ge
dachte klonk omstreeks 1800
velen vreemd in de oren, om
dat vrijwel algemeen de op
vatting werd gehuldigd dat
een officierstitel alleen was
weggelegd voor hen die tot de
adelstand behoorden of geld
genoeg hadden om deze titel
te kopen. Nog lang werd ook
hier de opvatting gehuldigd
dat voor het verkrijgen van
een hogere maatschappelijke
positie een kruiwagen meer
vvaard is dan talenten, ener
gie en plichtsbetrachting. Dat
dit tegenwoordig, uitzonderin
gen daargelaten, in het alge
meen niet meer opgaat, leert
de dubbele promotie van de
heer Dirk Cornelis Renooy,
die dezer dagen benoemd is
tot directeur van de Surinaam
se Bank te Paramaribo en
vandaag, 26 Januari 1951, aan
de Vrije Universiteit te Am
sterdam promoveert op een
proefschrift, dat tot titel heeft:
„De Nederlandse Emissie-
markt van 1904 tot 1939".
Nadat Dirk Renooy in 1921
de Openbare Lagere School tc
Waalwijk had afgemaakt,
werd hij leerling van de toen
malige Handelsschool alhier.
In 1926, toen Inspecteur Mr.
J- H. Thiel zelf gecommit
teerde bij het eindexamen
Hogere Handelsschool was,
slaagde hij met prachtige cij
fers, t.w. voor drie vakken een
8 en voor de overige elf vak
ken een 9. Hij ging daarna
studeren aan de Handelshoge
school te Rotterdam, waar hij
in minder dan vijf jaar slaag
de voor het doctoraal examen
economische wetenschappen.
Hij was daarna in verschil
lende functies werkzaam, o.a.
bij Philips te Eindhoven en
tot heden bij de Nederland-
sche Handelmaatschappij en
heeft vroeger ook enkele ar
tikelen in ons blad over de
Schoenindustrie geschreven.
Reeds vóór 1940 heeft hij op
verzoek van de Regering een
Rapport samengesteld over
een mogelijke tarieven-over
eenkomst tussen Nederland
en België, dus een voor-oor-
logse Benelux-idee. Na de
oorlog deed hij verschillende
buitenlandse zaken-reizen, o.a.
naar de Verenigde Staten.
Thans is hij benoemd tot di
recteur van de grootste bank
in Suriname, de Surinaamsche
Bank, welke tevens de emis
sie-bank is voor de Surinaam
se gulden. Deze maatschappe
lijke promotie is hoogst eer
vol, maar zal in verband met
de overgang van de voorma
lige kolonie Suriname naar
politieke zelfstandigheid, wel
veel tact en helderheid van
oordeel vereisen.
Namens de Langstraatse ge
meenschap wensen wij Dr. D.
C. Renooy van harte geluk
met de dubbele promotie,
welke hij niet gekregen, maar
ten volle verdiend heeft.
Suriname heeft een zeer ge
mengde bevolking, werd vóór
1940 soms „het land der (eco
nomische) mislukkingen" ge
noemd, is tijdens de oorlog
een hoogst belangrijk gebied
geworden door de productie
van bauxiet, de grondstof voor
de aluminium-fabricage. Het
is ook het enige overzeese
rijksdeel waar Nederlands de
voertaal van de gehele bevol
king is. Het is daarom voor
Suriname zelf én voor de in
ternationale positie van Ne
derland van het hoogste be
lang dat een bloeiend gewest
Suriname een volwaardig deel
blijft van het Rijk der Neder
landen. Daarvoor is ook no
dig dat het kan beschikken
over een gezond financiëel
beheer en een waarde-vaste
munt-eenheid.
Moge het onze oud-leerling,
Dirk Renooy, gegeven zijn nog
veel daartoe te kunnen bij
dragen!
De Vries.
De watersnood van 1880
Vervolg.
De ellende die te Nieuwkuijk
heerste, kop nu pas goed worden
geconstateerd. Wel waren de 31e
December en ook dezelfde mor
gen al een groot aantal mensen,
die op de Konijnenberg waren ge
vlucht, door de goede zorgen van
de Commissaris van de Koning en
t toen zeer voortvarende gemeen
tebestuur van Vlijmen naar Den
Bosch overgebracht, maar toch
bevonden zich daar nog meer dan
honderd vijftig personen en ver
over de honderd koeien en paar
den, die reeds voor een groot ge
deelte in noodstallen onder dak
gebracht, in de rampzalige nacht
van 30 December op de bosrijke
hobgte een heenkomen hadden
gezocht. Hartverscheurend moet
de aanblik geweest zijn van die
ongelukkige mensen, die voor het
merendeel slechts half gekleed hun
woningen waren ontvlucht en al
meer dan 48 uur zonder ligging,
zonder dekking, ja zelfs bijna zon
der voedsel, alleen door het hout
gewas van de Konijnenberg enigs
zins beschut, onder de blote hemel
hadden doorgebracht. We herin
neren ons nog hoe we enkele ja
ren geleden hier rustig lagen te
genieten op de glooiing van de
heuvel en we toen ingebouwde
hutten ontdekten, die waarschijn
lijk van deze tijd dateren. We
gens disciplinaire omstandigheden
waren we .echter niet in staat on
ze onderzoekingen daaromtrent
voort te zetten.
Doch niet op de Konijnenberg
alleen heerste nijpend gebrek en
grenzeloze armoede. Niet op die
Veilige hoogte alleen waren de
ogen van de bewoners met hon
gerige, bijna roofgierige blikken
gevestigd op de bootjes die met
hun vracht brood, spek, koffie en
zout dikwijls eerst na een worste
ling van een paar uur tegen het
geweld van het water zo gelukkig
waren de plaats van hun bestem
ming te herciken.
Met lof werd indertijd gespro
ken over de gemeentebesturen en
de commissiën. Tevens over de
vele particulieren, waai over we
boven reeds schreven, die hun
woningen zonder aanziens des
persoons voor de ongelukkigen
openden en alles in het werk stel
den om de nood te lenigen. Een
prachtig voorbeeld voor onze da
gen en onze noodtoestanden,
vooral inzake huisvesting. Onder
hen vonden we bijzonder vermeld
Mevr. de Wed. Straver te Baby-
loniënbroek, de burgemeester van
Meeuwen, de herbergier Loeff te
Nieuwkuijk, de heer v. d. Brand,
voorganger van burgemeester v.
d. Aa, de heer H. de Jong te
Haarsteeg en de kasteelheren van
Drunen, Onsenoort en Dussen.
De eigenares van 't laatste kas
teel, douarière gravin d'Ursel,
zond bovendien een tjift van 500
gulden aan de commissie te Wer
kendam; We vinden hier de up
per-ten vermeld, doch zeker is dat
allen zich één voelden in de nood
en dat ze elkanders lasten zo
als St. Paulus dat wil droegen.
We spraken met een enkel
woord over de taak die de leden
der commissie op zich hadden ge
nomen. Hieronder viel dan zoals
we dat beschreven vonden, de
verpleging en verzorging van de
personen die in Heusden zelf een
schuilplaats hadden gezocht. Dit
aantal was zeker niet klein. We
vinden de volgende getallen. Op
6 Januari, een week na de ramp,
werden in de kazerne 104 mensen
onder speciale zorgen van de ser
geant detachementscommandant
Masman verzorgd bij particulie
ren niet minder dan 319. Niette
genstaande deze „invasie", een
toen nog onbekend woord, mocht
het de commissie gelukken al de
ze mensen en hun vee, dat ten ge
tale van ongeveer 1C00 stuks bin
nen de wallen was gestald, van
het nodige, te voorzien. Dat haar
taak hiermee was afgelopen, mag
uit het bovenstaande niet worden
opgemaakt. Verre van daar
Volgens de officiële verslagen
had de commissie op 6 Januari
nog te voorzien in het onderhoud
van bijna 5000 mensen, alste
Haarsteeg 663, Hedikhuizen 283,
Herpt en Berne 31, Elshout 600.
Babyloniënbroek 170, Meeuwen
40, Eethen 130, Drongelen 300.
Doeveren en Gansoijen 170, Gen-
deren 350, Heesbeen 150, Aal
burg Wijk 800 en Veen niet min
der dan 700.
Gelukkig zakte het water snel
en was een groot percentage van
de verpleegden in staat om met
hun vee naar hun woningen terug
te keren. In enkele gemeenten was
de schade, aan de woningen toe
gebracht, wel zo groot, dat in de
eerste tijden aan terugkeer van de
bewoners zelfs niet te denken viel.
Denken we hier aan onze eigen
tijd
Zo vinden we van Babyloniën
broek vermeld dat daar de 27e
Januari nog ongeveer 150 mensen
in de kerk of bij particulieren wa
ren gehuisvest. Meer dan 40 hui
zen waren door het water volsla
gen onbewoonbaar gemaakt en
circa twintig huizen zo goed als
geheel vernietigd. Maar was dar
te verwonderen Over het alge
meen genomen, mag 't nu onze
verbazing wekken dat niet nog
meer woningen zijn bezweken,
want alsof de waterramp alleen
nog niet ontzettend genoeg had
gewerkt, stak in de nacht van 7
op 8 Januari een storm op uit het
Noord-Oosten, een storm waar
tegen men ,,U" zei. en deze storm
herschiep het snel, doch betrek
kelijk kalm door de- hulpgaten
wegstromend water binnen een
paar uren in een woeste bruisen
de zee. De witgekuifde golven
beukten en rameiden tegen de
zwakke woningen, rukten en
scheurden de gebinten uit elkaar
en brachten vooral in het binnen
land veel meer schade aan dan
door de doorbraak alleen zou zijn
veroorzaakt.
En menige boer, die dadelijk na
de tijding van de ramp al z'n til
bare have en z'n veldvruchten
met rappe handen naar de zolder
had gedragen, en meende de dans
ontsprongen te zijn, moest zien
dat de schuimende, kokende, brul
lende watermassa zich op z'n
huisje stortte en dit langzamer
hand te pletter sloeg.
We schreven daar over hulp
gaten, die door het polderbestuur
van Oud Land van Heusden en
Altena spoedig, na de doorbraak
werden geopend. Het kan zijn nut
hebben hier iets over uit te wei
den. Hulpgaten worden onder
scheiden in buiten- en binnenhulp-
gaten. De eerste lossen recht
streeks op de grote rivieren (in
ons geval dcor *t Oude Maasje
en de Bakkerskil), de laatste die
nen uitsluitend om 't water van
de hoger gelegen op de lager ge
legen polders te doen overstromen.
Zo hebben wij er in het Land
van Heusden en Altena 16,
verschillend van grootte, enkele
zijn nauwelijks 30 meter wijd en
zij worden alleen bij een door
braak in een hoger gelegen ge
deelte van de polder geopend.
Om ze gemakkelijker en dadelijk
bedrijfszekerder te doen zijn, wer
den de hulpgaten in dc klcidijken
voor 't grootste gedeelte met zand
gevuld. Om aan de lager gelegen
landen zo min mogelijk schade te
veroorzaken, werden ze daarbij
aangebracht op plaatsen waar de
grond dc minste waarde had voor
de boer. Alleen al tussen Dussen
en Werkendam iigncn er niet min
der dan 6.
Reeds in de v roege morgen van
30 December wilde 't dijkbestuur
van 't Oud Land van Heusden en
Altena de hulpgaten onder de ge
meente Oudheusden en Drongelen
laten openen, om op die manier
het water te lozen. De dijkgraaf
van deze streek, dc heer A. van
Tienhoven, die we beschreven
'•onden als grijs, doch energiek en
wakker (wat we van collega J.
v. Helvoirt niet altijd konden
schrijven), deze heer telegrafeer
de in dien zin dan ook naar dc
burgemeester van Werkendam.
Het telegram werd om 1 uur en
27 minuten te Heusden aangeno
men en luidde als volgt„Zend
dadelijk op twee boerenwagens
naar Drongelen 25 mannen met
een hoofdman flinke onder-
baas aan 't adres van J. Mo
lenaar te Drongelen tot opening
van de hulpgaten aldaar".
Wordt vervolgd.
AMBONESE
KWESTIE.
Vonnis tegen de Staat
bekrachtigd.
Het Gerechtshof te 's-Gra-
venhage heeft het vonnis in
het kort geding Ambonese mi
litairen contra staat der Ne
derlanden bekrachtigd, met
dien verstande, dat het Ge
rechtshof daarenboven aan de
Staat der Nederlanden de de
mobilisatie en afvloeiing ter
plaatse, dus op Java, heeft
verboden.
Vervolg.
Kunstmatigeradioactieve stoffen.
Het is daarom een geluk dat
men tegenwoordig kunstmatige
radioactieve stoffen kent, die niet
de beide, bovengenoemde nadelen
var. de natuurlijke radioactieve
stoffen hebben. Zulke stoffen
maakt men volgens totaal andere
methoden dan die der scheikun
de. Eigenlijk is er van een „ma
ker.' van scheikundige stoffen
geen sprake, want bij de Jabrica-
ge van b.v. phosphor goat men
uit van een grondstof of van een
erts, dat het element phosphor
reeds als een van zijn bouwstenen
bevat. De iieie fabricage van
phosphorverbindingen en van zui
ver phosphor komt daaram hier
op neer, dat men de allerkleinste
bouwstenen, de atomen, op een
andere wijze groepeert en tenslot
te isoleert.
Het maken van kunstmatige ra
dioactieve stoffen daarentegen is
van veel ingrijpender aard. Daar
bij verandert men de bouwstenen
zelf: van zinkatomen maakt men
b.v. koperatomen. Zulk soort om
zettingen voltrekken zich echter
niet in een reageerbuisje. Integen
deel, daarvoor zijn geweldige na
tuurkundige machines nodig, die
men cyclotrons noemt, of wel
enorme fabrieksinstallaties, zoals
de uraanzuil. In Europa worden
kunstmatige radioactieve stoffen
dan ook alleen maar gemaakt en
geleverd door de uraanzuil van
bet atoomcentrum te Harwell in
Engeland, door het Philips syn
chro-cyclotron in het Instituut
voor Kernphysisch Onderzoek te
Amsterdam en door de uraanzuil
in Frankrijk,
Wat hun scheikundige eigen
schappen betreft, verschillen deze
kunstmatige radioactieve elemen
ten in niets van hun nict-radio-
actieve naamgenoten. Daarom
kan men van radioactieve phos
phor even goed ohospborverbin-
dinyen en dus ook kunstmest na
ken als van gewone ohosplior.
Zulke radioactieve kunstmest
wordt even goed en in gelijke
mate door de wortels der planten
opgenomen als de gewone kunst
mest. Zij verstoort in geen enkel
opzicht de biologische en chemi
sche huishouding in de plan: en
daarom is zij uitermate geschikt
om als speurstof tc worcien ge
bruikt.
Met behulp van instrumenten,
die de radioactieve straling aan
tonen, kan men nu meten hae
lang het duurt voor de radionc
tieve phosphor door dc wortels
van de plant uit de bodem is op
genomen, in hoevee! tijd zij van
de wortel tot aan de top van de
plant \s vervoerd enz. En wat
men daarbij voor dc radioactieve
phosphor vindt, geldt evenzeer
voor de gewone phosphor.
Ook bij andere stoffen en bij
andere processen mag men zijn
conclusie omtrent de aanwezig
heid en de hoeveelheid van de
kunstmatige radioactieve stof op
de daarmee overeenkomende ge
wone stof overdragen. En zo is
net mogelijk met radioactieve
speurstoffen sneller en met groter
nauwkeurigheid analyses te ver
richten dan met behulp van dc
gewone chemische methoden. Men
verwacht dan ook dat er voor de
raidoactieve speurstoffen zeer ve
le toepassingsmogelijkheden op 't
gebied van chemische eu biologi
sche onderzoekingen in dc indus
trie, dc landbouw, de veeteelt en
in de geneeskunde qev-indm zul
len worden.
Thans reeds worden door het
Philips cyclotron in het Instituut
voor Kernphysisch Onderzoek te
Amsterdam verschillende kunst
matige radioactieve stoffen gele
verd. Radioactief natrium wordt
gemaakt ten behoeve van het on
derzoek van hartfunctics en van
bloedsomloopproblemen, radioac
tieve phosphor voor het genezen
van bepaalde bloedziekten, radio
actieve jodium om te onderzoeken
in hoeverre hiermee blijvend rhy-
roidkanker genezen kan worden,
radioactief goud voor het behan
delen van gezwellen, enz. Het ge
bruik van deze en andere uraan
zuil- of cyclotronproducten is
echter nog beperkt, omdat nog
slechts weinig wetenschappelijke
onderzoekers de kernphysische
methoden voldoende kennen om
met vrucht van haar mogelijkhe
den gebruik te kunnen maken.
Deviezenschaarste, veevoeding
en bemesting.
Zoals wij maar al te goed
weten is Nederland arm aan
buitenlandse deviezen, waar
door aankopen in het buiten
land zeer moeilijk of in het
geheel niet mogelijk zijn. Dit
geldt ook in sterke mate voor
ons krachtvoer, waarvan in de
vooroorlogse jaren enorme
hoeveelheden werden inge
voerd. Thans is dit niet meer
mogelijk omdat de betalings
middelen (deviezen) hiervoor
erg krap zijn.
Het gevolg hiervan is dat
de Nederlandse veehouder het
meeste veevoeder op eigen
bedrijf zal moeten winnen. Hij
zal zijn cultuurgronden der
halve op een zo hoog mogelijk
productiepeil moeten brengen
en één van de voornaamste
hulpmiddelen hiertoe is wel
een oordeelkundige bemes
ting op hoogwaardig veevoe
der te verkrijgen.
Nu spelen in de veevoeding
de mineralen een zeer belang
rijke rol, hetgeen wel in de
allereerste plaats geldt voor
fosforzuur en kalk. Deze zijn
namelijk onmisbaar voor het
dierlijk lichaam, omdat ze no
dig zijn voor de opbouw en in
standhouding van het geraam
te (de as hiervan bestaat voor
meer dan 90% uit fosforzuur
en kalk).
Vooral jonge, nog in groei
zijnde dieren hebben een gro
te behoefte aan mineralen. Dit
geldt niet alleen voor fosfor
zuur en kalk, maar ook voor
andere zoals magnesium, ko
per, mangaan, ijzer enz. Zijn
deze bouwstoffen voor het li
chaam niet of in onvoldoende
mate aanwezig, dan ontstaan
tekorten, die schadelijke ge
breken veroorzaken en deze
kunnen later niet meer wor
den weggewerkt.
Een bekend gebreksver
schijnsel dat optreedt bij een
tekort aan fosforzur en kalk
in de beenderen, is rachitus
of Engelse ziekte bij jonge die
ren, terwijl bij volwassen die
ren dan beenderenverweking
of beenbreekziekte naar vo
ren komt.
Veehouders bedenkt dat een
goede fosfaattoestand van de
grond noodzakelijk is om de
productie van hoogwaardig
veevoeder te waarborgen, ter
wijl een juiste kalktoestand
niet alleen nodig is voor een
zo goed mogelijke bodem
structuur, maar tevens wordt
hiermede gezorgd dat het ge
was de beschikking kan krij
gen over de voor het dierlijk
lichaam onmisbare kalk.
Wanneer we deze voor het
vee onmisbare mineralen via
bemesting van onze akkers in
het groenvoeder willen bren
gen, dan dienen we gebruik
te maken van de ons ter be
schikking staande fosforzuur-
en kalkmeststoffen. Zonder
tekort te doen aan enige an
dere kunstmeststof, denken
we hier vooral aan de fosfaat-
en kalkmeststof Thomasslak-
kenmeel. Deze veelzijdig wer
kende meststof bevat namelijk
niet alleen gemiddeld 17%
fosforzuur, maar bezit tevens
een belangrijk gehalte (ge
middeld 50%) aan kalk. An
dere voor het vee belangrijke
bestanddelen, zoals magne
sium en verschillende sporen
elementen, die eveneens in
Thomasslakkenmeel voorko
men, laten we hierbij dan nog
buiten beschouwing. We kun
nen natuurlyk ook gebruik
maken van een andere fosfor-
meststof, maar dan dienen we
nog extra met kalk te bemes
ten.
Windkering.
Raadzaam is aan de Noord
kant b.v. tegen het vlechtwerk
(buitenkant) een rietmat te
bevestigen om de Noorden
wind te keren. Nog beter is
een levende haag zien te krij
gen, die ontsiert de omgeving
niet en is niet aan slijtage on
derhevig. Deze plant blijft
's winters groen, schiet vlug
op en vormt spoedig een dich
te haag. Men plant op 15 cm.
onderlinge afstand, ook onge
veer 15 cm. buiten 't vlecht
werk. De eerste tijd kunnen
rietmatten dienen n.l. tot de
tijd dat de groene haag dicht
genoeg is, al is het maar ge
deeltelijk in de nabijheid van
het hok.
Vocht en koude zijn twee
doodsvijanden van de kippen.
Men merkt het al met de kui
kens. Bij koud en regenach
tig weer groeien ze niet, ze
worden triestig en sterven
tenslotte een langzame doch
zekere dood. Nu zijn de vol
wassen hoenders wel wat be
ter bestand tegen vocht en
koude, maar hun lichaam lydt
er toch onder en zo gauw een
kip iets mankeert, al is het
nog zo weinig, gaat de eier-
productie direct verminderen.
Kippenvriend.
De eerste steen.
Op 27 December 1950 werd
de eerste steen gelegd voor de
nieuwe missiekerk te Salati-
ga, waarvoor de lezers van
„De Echo van het Zuiden" zo
edelmoedig hebben bijgedra
gen.
Monseigneur Soegijapranata
was nog maar pas uit Europa
terug toen we hem de invita
tie konden aanbieden de eer
ste steen te komen leggen
voor de eerste kerk, die ge
durende zijn reeds meer dan
tienjarig bestuur in het Vica
riaat Semarang gebouwd
wordt. Om negen uur 's mor
gens kreeg het werkvolk voor
een uurtje vrijaf. Ze vleiden
zich rustig neer in en om de
bouwkeet. En temidden van
vele uitgenodigden, vooral
katholieken, trad Monseigneur
met de Missie-Overste P. G.
de Quay en ondergetekenden
als assistenten naar voren om
eerst bij het kruis de toekom
stige plaats van het altaar te
zegenen. Daarna werd met de
gewone liturgische plechtig
heden de eerste steen gelegd.
Toen strompelde Monseigneur
met de wijwaterkwast in de
hand over al de oneffenheden
van het bouwterrein om over
al de fundamenten in te zege
nen.
Er was grote belangstelling
toen Monseigneur na de plech
tigheid in de voorgalerij van
de Pastorie aan katholieken
en niet-katholieken een uitleg
gaf van wat hij zo juist ver
richt had. En verder heerste
er grote vreifgde onder alle
missionarissen uit de omge
ving, die voor die morgen te
Salatiga bijeen waren en meer
nog onder de katholieken van
Salatiga, ook toen ze daarna
Monseigneur vergezelden om
in de grote zaal van de Zus
ters een uiteenzetting aan te
horen van Monseigneur's reis
naar Rome in het Heilig Jaar.
Ja, zo geleidelijk aan waren
de laatste „ongelovige Tho
massen" bekeerd. Zovelen
hebben lang gedacht: Hoi
durft de Pastoor in deze on
zekere tijd met zo'n kerk te
beginnen? Dat is immers on
mogelijk. En je kunt als Pas
toor ook niet alles vertellen,
voordat de zaken beslist zijn.
Ik had vroeger de leus gelan
ceerd: „Katholieken van Sa
latiga, bouwt uw eigen kerk!"
En ik voegde daarbij: de tij
den zijn voorbij dat we mach
tige steun uit Nederland kun
nen krijgen voor dergelijke
missiewerken.
Ik hoef nu zelfs nog geen
woord terug te nemen van
mijn oproep, want hoewel de
betrekkelijk kleine gemeente
van onze katholieken hier na
tuurlijk niet in staat was in
de tijd van 15 maanden het
hele bedrag bijeen te verza
melen, werd de oproep zo
buiten alle verwachting door
hen gehonoreerd, dat 't Mis-
siebestuur besloot ons voor 't
ontbrekende bij te springen.
Is ook niet de inzameling in
Waalwijk te danken aan ka
tholieken van Salatiga, ik be
doel onze jongens, die zo lang
tot onze gemeente hebben be
hoord en van wie het initia
tief is uitgegaan. Ja, zo werd
de „Langstraat" (of horen de
Waalwijkers daar niet meer
bij?) het verlengstuk van Sa
latiga.
Er lagen op 27 December
duizenden en duizenden ste
nen te wachten, vol ongeduld
te wachten op die eerste steen.
Het ging daarna met een
vaartje. We zijn nu, half Ja
nuari, al op 2 Vi meter hoog
te. Goed maar dat de zware
regens van de west-moesson
dat ongeduld enigszins brei
delen, dan kunnen die onder
ste lagen wat vast komen te
liggen. Dezer dagen worden
de onderste balken van de kap
al opgezet. De hele muur ech
ter wordt zes meter hoog. De
lengte is 28 meter, de breedte
van binnen 12.40 meter en
dan één grote ruimte zonder
pilaren. Later, als er weer een
fondsje gevormd is, hopen we
het definitieve priesterkoor te
bouwen, waardoor de kerk
nog 4% meter langer zal wor
den.
L. van Rijckevorsel S.J.
K.N.V.B. VÓÓR ALLES
AMATEURISME
In het bestuur van de K.N.
V.B., dat onder leiding van de
voorzitter, de heer K. J. J.
Lotsy, in een voltallige ver
gadering bijeen kwam, heeft
een uitvoerige gedachtenwis-
seling plaats gehad naar aan
leiding van de veelvuldige pu
blicaties en radio-praatjes dei-
laatste maanden over de
kwestie amateurisme-profes-
sionalisme.
Daarbij is gebleken dat de
leden van het bestuur van de
K.N.V.B. zonder uitzondering
het volledige amateurisme
wensen te handhaven.
e, t
>k 1
ng
j
27
H.
ed
s
ÏS-
.vlj
i
P-
<te
en
elc
lo-
tot
3
op
st_
11
ïan
1
net
rop
J
ber
ing
de-
ssie
J.
an-
nd-
iar„
r
>i
elde
tl
djf,
om-
roe
c
den,
r
3 in
V
Voer
lede
t-
ibte-
3
/ast-
.11
gere
l<
aagt
en
O
/ijs.
.1
;cho-
>1.
ichot
r
ook
T
e
laard
i:
.i. de
3
3eke»
ii
30UW
heeft
•ediet
stel-
van