K.V.P. Waalwijkse en Langstraatse Courant &r//?ses Jfflar/j'rfe ver/aar/ RAAD VAN SPRANG-CAPELLE HARTIGE WOORDEN over Financiën en verhoudingen. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. Schoolkinderen offeren hun stuivertje voor ..HET VIERDE PRINSENKIND" „ONAANGENAME SFEER tussen b. en w." BEROEMD MAAR ONBEKEHD Activiteit in de afdeling MAANDAG 19 FEBRUARI '51 DE ECHD m HET ZUIDEN 74e JAARGANG No. 15 OPGERICHT 1878. BureauxGROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. - SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. 66. TEL.-ADRES „ECIIO' Zondag vierde Prinses Marijke haar vierde verjaardag. En bij wijze van verjaardagsgeschenk zullen evenals verleden jaar weer tienduizenden schoolkinderen hun stuivertje uit hun spaarpot of van hun zakgeld mee naar school nemen en in een collectebus doen ..voor het vierde Prinsenkind". Dat is n.l. de naam van de Stich ting, die in het geboortejaar van Prinses Marijke in het leven werd geroepen met als doel ,,het ver- zoigen van een vacantie van door de oorlog getroffen kinderen". Er zijn in Nederland verscheidene duizenden kinderen, wier jonge leven werd overschaduwd door afschuwelijk oorlogsleed. Kinde ren, wier vader het leven liet aan het front, in de ondergrondse verzetsstrijd of in een concentra tiekamp of gevangenis. En kin deren die bij een bombardement of andere oorlogshandelingen in. valide werden. ,,Voor de nazaten van hen die vallen, zal worden gezorgd", zo heeft in de bezettingstijd de Ne derlandse regering in Londen ge zegd. Die belofte moest na de bevrijding worden ingelost. In de eerste plaats door de Overheid zelf, die de materiële zorg op zich nam voor de oorlogswedu wen en andere slachtoffers. Maar met die materiële steun, die bo vendien slechts toereikend kan zijn voor de allernoodzakelijkste levensbehoeften, alleen is die be lofte nog niet ingelost. Daarnaast hebben de oorlogsweduwen en de door de oorlog getroffen kinde ren recht op morele steun, waar uit blijkt dat er aan hen wordt gedacht door die tallozen, van wie de oorlog niet zulke grote offers vroeg. „Het vierde Prinsenkind" is een van de particuliere instellin gen, die deze morele steun wil len geven. Zij laat jaarlijks een vijfduizendtal kinderen in de zo mermaanden genieten van een gratis vacantie in prachtig gele gen vacantie-kampen, brengt daardoor levensvreugde en ge zondheid in het leven van die kinderen, terwijl ook hun Moe ders daardoor de gelegenheid krijgen eens even tot rust te ko men, omdat de zorg voor haar kinderen, die zo ontzaggelijk zwaar kan zijn als Vader er niet meer is, voor een of twee weken haar van de schouders wordt ge nomen. Sinds 1947, dat is dus gedu rende vier zomers, heeft de Stich. ting in totaal een heerlijke va cantie van een week kunnen bie den aan niet minder dan 17016 oorlogsweesjes en halfweesjes. In 1948 werden bij wijze van proef ook invalide kinderen voor 14 dagen uitgezonden naar een vacantie-oord. En die proef is zo volledig geslaagd en de erva ringen met deze kinderen waren van die aard, dat de Stichting besloot op de eenmaal ingeslagen weg voort te gaan en ieder jaar een aantal van deze lichamelijk getroffen kinderen in het uitzen dingswei k te betrekken. De organisatie van deze va- cantiekampen is een uniek voor beeld van wat samenwerking tus sen particulier initiatief en over heid vermag. De Dienst voor Maatschappelijke Zorg van het Ministerie van Binnenlandse Za ken, de Dienst Uitvoering Wer ken die een aantal DUW. kampen ieder jaar beschikbaar stelt en de Afdeling Volks gezondheid van het Ministerie van Sociale Zaken verlenen spontane medewerking. Via Kweekscholen en jeugdorganisa ties melden zich jaarlijks meer dan 800 leiders en leidsters, hel pers en helpsters en ook op gees telijke verzorgers, aalmoezeniers, doktoren en verpleegsters wordt nooit tevergeefs een beroep ge daan. En de ondervinding met vorige kampen heeft geleerd, dat wie zich eenmaal voor dit prach. tige werk heeft ingezet, het vol gend jaar zeker niet op het ap pèl wil ontbreken. Het Rode Kruis zorgt voor het vervoer van de invalide kinderen. Aan de voorbereiding van een vacantie voor 4500 oorlogsslacht offertjes in de a.s. zomer wordt thans reeds met man en macht gewerkt. Daarvoor is een bedrag van 125.000.— nodig. En het bestuur van de Stichting tracht op verschillende wijzen dit geld bijeen te brengen, zonder echter het publiek lastig te willen val len met collectebussen op straat of langs de deur. Met volledige instemming van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen is evenals verleden jaar weer een appèl gericht tot de Nederlandse schooljeugd, om ter gelegenheid van de verjaar dag van het vierde Prinsenkind een stuivertje te offeren. Verle den jaar werd door een half mil- lioen kinderen aan deze actie deelgenomen En bovendien richt de Stich ting zich tot kinderloze echtpa ren, bedrijven, organisaties en Verenigingen met de actie „Kla ver Vier", die eenieder in de ge legenheid stelt voor een bedrag van 25.— de vacantie van een kind te kopen. Dat zijn n.l. de kosten die zijn verbonden aan het uitzenden van een kind naar een vacantiekamp gedurende een week. De kosten voor de inva lide kinderen zijn hoger, omdat zij twee weken vacantie krijgen. Het is moeilijk te beschrijven hoe prachtig mooi dit werk van de Stichting is, en hoe de kin deren genieten en ieder jaar weer met spanning uitzien naar het volgende kamp. Een in opdracht van de Stichting vervaardigde film „Fluistering der gevallenen" geeft daarvan een ontroerend beeld. Jammer is, dat deze film niet overal in den lande tegelijk kan worden vertoond, omdat een poging om een deel er van opge nomen te krijgen in de bioscoop journaals, mislukte. Het zou goed zijn als het gehele Neder landse volk kennis kon nemen van de wijze waarop dc Stich ting het Vierde Prinsenkind de eens gegeven belofte inlost. Nu dat echter niet mogelijk is, wordt op deze wijze een beroep ge daan op het Nederlandse volk, om door financiële bijdragen het werk van de Stichting ook in 1951 weer mogelijk te maken. Het Gironummer van de Stich ting te Dordrecht is 47.78.00. erkenning als wij voor de rest aan hem voorbijgaan? Een dichter is er niet om groot te zijn, de poëzie wil niet bewonderd en vergeten worden. Zij wil genoten worden gelijk muziek of een mooi schil derij en in dit opzicht wordt ze teveel verwaarloosd. Daarom spo ren wij lederfeen met aandrang aan de voordrachtavond die de Weleerw. Heer G. Kemps a.s. Dinsdag voor de leden van de Kunstkring in Musis Sacrum houdt, te bezoeken. Op de eerste plaats voor Uzelf. Het Neder landse volk, om het maar eens zo algemeen te stellen, moet meer waardering krijgen voor de poë zie, een daadwerkelijke apprecia tie die niet blijft bij het eerbiedig noemen van een naam, maar die de mens er toe brengt poëzie tfe lezen, er naar te luisteren. Om hiervan iets te leren, daarvoor is de avond „Gezelle s gedichten in kleuren- en klankenspel" zeer ge schikt, omdat dfe mens en dichter Gezelle U zal aanspreken door middel van de Eerwaarde Heer Kemps, zoals misschien weinig Nederlandse dichters kunnen. Het is niet onze bedoeling ge weest in het bovenstaande in kort bestek een overzicht te geven van Gezelle s leven en werken, wij hebben slechts getracht aandacht te krijgen voor de poëzie in het algemeen en die van Guido Gezel le in het bijzonder, als inleiding op de a.s. Kunstkringavond. Als wij daarin geslaagd zijn en als dit blijkt, zijn wij dubbel en dwars tevreden. Misschien leert men iets kennen van het geheim der be vrijding, dat in de dichtkunst ligt. De gemeenteraadsvergadering in Sprang-Capelle begon Vrij dagavond keurig op tijd om half 8, maar om 9 uur was men pas aan de behandeling van de eigenlijke agenda toe. Men begrijpt dat er voor die tijd al heel wat woorden ge vallen waren, niet alleen tussen de voorzitter en de raad, maar ook tussen burgemeester en wethouders onderling en het was nu allemaal niet zo poeslief. Men kan het in het onderstaande verslag lezen. (Nadruk verboden). Nadat de voorzitter de verga dering ntet gebed had geopend, werden de notulen van de verga dering van 12 December 1950 zonder meer goedgekeurd en de ingekomen stukken alle voor ken nisgeving aangenomen, behalve dat wethouder Winkelman de 50 salaris die hem als wethouder wer den toebedeeld als verhoging in de gemeentekas wilde storten, welk voorbeeld wethouder Mayers volgde. Dit moest dan gebeuren in de vorm van een schenking welke schenking de raad moet aanvaarden. De gemeentefinancien. Hij kend» het geheim der bevrijding, dat in de dichtkunst ligt. Bernard Verhoeven Wie kent niet de naam Guido Gezelle en wie kent van hem niet bv. Boerke Naas, 't Kruiske, 't Schrijverke en nog enkele andere gedichtjes Inderdaad, Gezette is beroemd genoeg geworden, maar kent men hem ook Hij heeft geen vijf of zes of zeven gedichten geschreven, maar een zevental dikke bundels, die voor het merendeel gesloten boeken blijven, zoals de werken van de meeste beroemdheden. Nu ligt Gezelles roem niet in de onbekendheid van zijn werk, evenmin als de grootheid van zijn dichterschap in het aantal bundels is gelegen. Er zijn dichters wier werk meer gemeengoed is, maar die toch niet de beroemdheid heb ben bereikt, noch zullen bereiken van een Gezelle en velen die meer hfebben geschreven halen het in hun beste gedicht nog niet bij het minste wat Gezelle heeft gedicht. Bij hem hoeft de kwantiteit geen armelijke kwaliteit te camoufleren. Wij wilen maar zeggen dat in verhouding tot het vele schone dat deze priester-dichter aan Vlaanderen en Nederland heeft geschonken, de daadwerkelijke waardering toch eigenlijk beneden de maat blijft. Dit geldt overigens niet alleen voor hem. Vraag wie ge wilt wie onze grootste dichter is en hij zal U zonder aarzelen Vondel noemen. Gaat ge verder informeren wat hij van deze groot ste dichter heeft gelezen, dan zult ge in negen van de tien gevallen niet veel verder komen dan „Ccmstantijntje" en de namen Lu cifer en Gijsbreght van Aemstel, waaruit men dan wel eens de aan vangsregels van enkele reien kent. Het is werkelijk opvallend welk een grote afstand er in Nfe- derland bestaat tussen roem en kennis en dat geldt speciaal wel op het gebied der literatuur. Het schijnt dat er een zekere schroom overwonnen moet worden eer men kennis neemt van hetgeen al gemeen wordt bewonderd. Met name tegenover de poëzie bewaart men zo'n eerbiedige afstand als maar mogelijk is om het werk te vermijden en de naam van de dichter nog te kennen. Tussen deze twee grenzen beweegt zich de literatuurkennis van het groot ste deel van het Nederlandse volk en dit gebied is juist ver ge noeg van de kern verwijderd om de poëzie niet meer dan een naam te doen zijn. Wij geloven niet dat de Kunst kring zich inbeeldt deze kloof met één stap te kunnen overbruggen. Deze hoop zou immers ijdel zijn. Het is in ieder geval lofwaardig, en noodzakelijk wil zij haar taak volledig vervullen, dat de Kunst kring althans een poging doet om door middel van de poëzie poëet en publiek dichter bij elkaar te brengen. En is Guido Gezelle daartoe niet een buitengewoon geschikte keuze? Niet dat men mag denken hem zonder moeite te kunnen genieten. Nog nooit heeft iemand zonder inspanning toegang gekregen tot een kunst werk en daarop maakt Gezelle geen uitzondering. Eén van de gevolgen van de weinige bekendheid met de vol ledige dichter Gezelle is, dat men hem afmeet naar verzen als Boer ke Naas, ongetwijfeld buitenge woon geestig, 't Kruiske, zeer vroom en treffend, en dergelijke. Gezelle was geen snob, die alleen al bij de titel een hele verklaring nodig heeft. Hij noemde zijn bun dels „Dicht-oefeningen", „Kerk hofblommen", „Gedichten, Gezan gen, Gebeden", „Liederen, Eer dichten et Reliqua", „Tijdkrans" en „Rijmsnoer". Maar hij kende hfet geheim der bevrijding dat in de dichtkunst gelegen was, zoals Bernard Verhoeven zegt in zijn mooie boekje „Guido Gezelle, Va der van het nieuwe Vlaanderen", uitgegeven bij de eeuwherden king van zijn geboorte in 1930. „Tussen zijn leven en gehalte en vorm van Gezelles werk bestaat een zuivert, gave eenheid' zegt prof. dr. Frank Baur in zijn in leiding op Gezele's dichtwerken. Gezelle streefde eenvoud na, maar het was verre van hem om voor liedjeszanger door te gaan en in zijn prospectus op „Dichtoefenin gen" schrijft hij dan ook: „Be- trouwe dat eenvoudigheid en ge mak wel kunnen samenstaan met edele dfeftigheid, waar die ver- eischt wordt: en ben geenszins van meeninge dat eigen vlaamsch dich ten noodzakelijk tot liedjeszange- rije vervallen moet". Eenvoud sluit niet in dat men overal en door iedereen wordt begrepen; nog minder heeft het te maken met oppervlakkigheid. In tegendeel, zij die zich in volle eenvoud openstellen, kunnen vaak het diepst doordringen tot de kern van de zaak. In zulke gesteltenis heeft Gezelle de mysteries van God en de natuur bezongen. God en de natur zijn voor hem de twee grote bronnen van inspiratie ge weest, samen met zijn Vlaanderen dat hl) hartstochtelijk lief had. Deze onderwerpen heeft hij uit- gepuurd met zijn onuitputtelijk dichterlijk arsenaal, zodat hij als religieus en als natuurdichter nau welijks zijn weerga vindt. Gema niëreerdheid was hém vreemd, om dat de poëzie voor hem een le vensnoodzakelijkheid was. Het Kwam bij hem allemaal uit het diepste van zijn mens-zijn .zijn priesterschap en het was door- troken van zijn dichterschap. Men moet ondertussen niet me nen dat Guido Gezelle een mens was zonder problemen, alsof hij afgetrokken leefde van de wereld waarin hij was geplaatst, of dat zijn poëzie een ononderbroken stroom was die hem geen moei lijkheden opleverde. O, het is waar, hij dichtte: Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft, 't lijzigste gefluister ook een taal en teeken heeft. tegenover de Maar daar staat verzuchting Ten halven afgewrocht, ontvangen, niet geboren; gevonden algeheel, noch algeheel verloren, zo ligt er menig rijm onvast in mij, en beidt den aangenamen tijd van volle uitspreekbaarheid. En de vele onvoltooide gedich ten die hij heeft nagelaten, zijn er om te bewijzen dat Gezelle worstelde zowel met de geest als met de materie. Ook mfet zijn omgeving heeft hij geworsteld. Hij is in conflict geweest met zijn oversten en met zijn confraters, hij is lange tijd niet begrepen, noch in zijn poëzie, noch in zijn strijd voor Vlaanderen en de Vlaamse talen in het bijzon der, die zo nauw met zijn kunst verbonden was. Eerst op 't eind van zijn leven heeft hij als zo- vélen de erkenning gevonden waarop hij recht had. En nog na zijn dood heeft men getracht zijn grootheid te kleineren, maar het was tevergeefs. Te overtuigend had Gezelle bewezen een dichter te zijn van het formaat dat we In ons taalgebied zo schaars aan treffen. Zijn grootheid kan niet meer aangetast worden. Doch wat hebben wij aan die Alvorens met de behandeling van het vierde punt van de agen da te beginnen, deelde de voorz. mee dat wethouder Winkelman 1 over alle voorstellen waarin uit gaven werden gevraagd, 't woord wenste te voeren. Dit verwonder de de voorzitter in zoverre dat wethouder Winkelman de agenda Dinsdags mee had goedgekeurd, terwijl hij Donderdag plotsfejing had gezegd dat hij de uitgaven te hoog vond. Hierop kreeg wethouder Win kelman het woord. Hij vond het zeer nuttig de raad in te lichten over de financiële toestand van de gemeente. Bij de begroting was gezegd dat dfe financiering van langlopende investeringen uit kas geld-leningen gevaarlijk was, en de heer Winkelman was het met deze opvatting van de heer De Bas eens. Vervolgens gaf hij een over zicht over dfe wereldsituatie die een overgang van vredeseconomie naar oorlogseconomie ten gevolge heeft, wat ook voor ons land weer inhoudt dat de bedragen voor vferschillende objecten enorm veel hoger worden. De credietinstellin- gen krijgen tekort aan geld en dit tekort wreekt zich het eerst op de kleine gemeenten. Langlopende investeringen moeten daardoor met kortlopende leningen gefinan cierd worden. Nu wijde de gemeente een noodmaatregel nemen, aldus dhr. Winkelman: door verhoging van het rekening-courant crediet bij de Bank van Nederlandse Ge meenten de vlottende schulden dekken. Dit rekening-courant cre diet zou dan tot 1 Juli 6 ton be dragen. Op korte termijn moesten daarvan 2J^ ton en andferhalf ton terugbetaald worden en een ton raakte op aan kasgeldleningen. V/i ton waren nodig om lopende leningen af te lossen en dan kwam er nog iets aan te kort. De heer Winkelman vroeg zich af of er hulp kon worden ver leend aan de gemeente, b.v. door langlopende leningen. Mfet hulp van het rijk moest men voorzich tig zijn, want die zou niet ver leend worden zonder sterke res tricties en dat vond hij niet zo 1 aangenaam voor de zelfstandig heid van de gemeente. Daarom was hij er voor geen enkele nieuwe investering te doen en te trachten een langlopende lening aan te trekken. De heer De Bas vond het niet juist op korte termijn zo'n grote lening aan te gaan, maar hij betrok er andere gemeenten in. Mofest de gemeente nu alles achterwege laten? Hij was het er niet mee eens als er geen enkele woning meer gebouwd zou worden. Dan zou hij liever de konsekwenties van feventuele rijkshulp aanvaar den. En de heer Winkelman vroeg hij of deze op die gedachte was gekomen na de laatste vergade ring van B. en W., hetgeen deze bevestigde. De heer Vos was geschrokken. Hij vond dat de hefer Winkelman de situatie van de gemeente don ker schilderde, maar men kon bij na dagelijks lezen dat de toestand niet rooskleurig was. Toch keur den andere gemeenten projecten van 4 ton goed en op deze agen da stonden maar een paar dui zend gulden. Waarom was dhr. Winkelman dan zo pessimistisch? Ook de heer Vos was voor ver sobering, maar dan met matfe. De heer Oerlemans vroeg wel ke rente de Bank van Nederland se Gemeenten - vroeg en welke condities er gesteld waren als de lening niet tijdig was afgelost. Voor welk bedrag kon ten lang lopende lening gesloten worden en welke onderpanden waren daarvoor vereist? Tenslotte vond hij het vreemd dat de Bank van Ned. Gemeenten kon voorschrij ven wat de gemeente met 't geld kon doen. Dfe heer Genuït bekende dat hij geen financiëel expert was. Maar hij waarschuwde er voor dat het niet moest gaan zoals in het ver leden, dat de zuinigheid de wijs heid zou bedriegen. Uitgaven ten bate van de bevolking mofesten niet achterwege gelaten worden en hij drong er bij B. en W. op aan te trachten een langlopende lening af te sluiten. Gods oordeel. De heer Ros deed het goed te horen dat land en volk zo in de misèrfe zaten. Hij meende dat de raad wist dat hij in deze een prin- cipiëel standpunt innam. De we reld ging een vreselijke tijd tege moet. Hij was een voorstander van versobering. De een zocht hulp bij de regering, de ander bij de Bank van Nfed. Gemeenten, weer anderen in schulden. Maar er werd te weinig aan gedacht: waar komen de oordelen vandaan waar mee Sprang-Capelle wordt ge tuchtigd? Er werd vergeten dat er een God in de hemel woont die alles leidt. De heer Ros achtte 't noodzakelijk dat Nederland, van het Vorstenhuis tot de laagste ambtenaar, naar de wetten van de Vader ging leven. Gods wetten worden schandelijk overtreden, zei hij, zodat we hier terecht zijn ge komen. Maar zolang God toestaat dat we een gemeentebestuur hfeb ben, zijn we verplicht de gemeen te zolang mogelijk op peil te hou den en daarom vond hij dat de bedragen die op de agenda ston den, toegestaan moesten worden. Zuinigheid en wijsheid. De voorzitter onderschreef dfe woorden van de heer De Bas. Al le gemeenten verkeerden in de zelfde situatie. Er was nu een maal een krappe geldmarkt en daarom had de Bank van Neder landse Gfemeenten geholpen. De toestand was niet te wijten aan de gemeente Sprang-Capelle. De waarschuwing van de heer Genuït, dat de zuinigheid de wijs heid niet moest bedriegen, achtte de voorz. bijzonder op zijn plaats. Als de raad dfe heer Winkelman volgde, zou de gemeente weer op alles achteraan komen. Het was zijn ervaring dat de gemeenten die zuinig zijn geweest altijd de dupe zijn geweest, ook nu met de uitkering ingevolge de financiële vferhoudingen tussen rijk en ge meente. Na de oorlog was het in Sprang-Capelle iets beter gegaan, maar nog waren alle noodzakelij ke werken niet uitgevoerd. Als Sprang-Capelle het niet deed, zouden anderen voorgaan en de voorz. vertrouwde dat er best een regeling zou komen. Donderdagavond hielden be langstellende leden van de K. V-P. een bijeenkomst in het café van de Gildenbond, op tvelke bijeenkomst de heer Grasz uit Den Haag zeer wijze woorden sprak over de ma nier waarop een afdeling ge activeerd kan worden. Mis schien zal men benieuwd zijn hoe dat dan wel mogelijk is, want het lijkt niet gemakke lijk, in aanmerking genomen datgene wat er tot nog toe aan activiteit is tentoongespreid. De heer Grasz was er overi gens geenszins op uit de in druk te geven dat de active ring van een afdeling gemak kelijk zou zijn. Hij wond er geen doekjes om en moest dus beginnen met te constateren dat er te weinig positieve be langstelling is voor de poli- tieik en dat die al maar be schouwd wordt als „vuilig heid". Daarom moet de be langstelling voor de politiek op de eerste plaats meer posi tief gericht worden, terwijl men moet aantonen dat ze mooi is en goed. Immers, po litiek is de zorg voor het tij delijke zó dat we het eeuwige niet verliezen. En al wordt er dan wel eens of vaak „vuile" politiek bedreven, dat wil niet zeggen dat ze op zichzelf niet goed is. Daarna komt de vraag aan de orde Waarom de K.V.P. Hierbij komen drie punten naar voren. Om dit te begrij pen moet men inzicht hebben in het beginsel van de partij, terwijl men het wezenlijke van het partijprogram dient te weten en dat is, dat de K.V.P. de gezinspartij is, daar komt haar hele politiek op neer. En tenslootte moeten de volksvertegenwoordigers het vertrouwen krijgen waarop ze recht hebben en dit vertrou wen is totaal zoek, voorname lijk omdat ieder met zijn per soonlijke grieven aan komt, wanneer er iets niet naar zijn zin is uitgevoerd. Daarbij ver geet men echter een hele hoop factoren, waarop wij hier niet verder kunnen ingaan. Een ander punt is de voor lichting, onmisbaar voor een bloeiend partij leven. De voor lichting in de pers hoeft voor die van geen enkele andere partij onder te doen, maar kranten worden niet gelezen (wat niet wegneemt dat wij dit schrijven met de bedoeling dat het wel gelezen zal wor den) en vergaderingen wor den niet bezocht. Misschien is dit te betreuren, een wonder is het niet. Toch heeft ieder een een eigen politieke me ning. Waar haalt hij die van daan Practisch uitsluitend door het gesprek. En hierdoor moet ook de K.V.P. belang stelling en inzicht wekken en meningen vormen. Voor het bereiken van dit doel gaf de heer Grasz ook 'n middel aan de werkgroepen, waarmee hij zelf een grote en goede ondervinding heeft. De ze moeten 't politiek gesprek leiden en zich door bijeen, komsten daartoe bekwamen. Dit is natuurlijk niet 't werk van een paar weken, maar in enkele maanden zijn er resul taten te bereiken. Zo zal er op de duur ook meer van onder uit gaan, wat de partij voor een goed functioneren nodig heeft. Wij hebben hier in korte trekken de voornaamste pun ten die de heer Grasz naar vo ren bracht, weergegeven. Hij lichtte die toe met uitweidin gen en voorbeelden en 't slot van de avond was, dat er spij kers met koppen werden ge slagen. De aanwezige leden sloten zich aaneen tot 'n werk groep, die zal beginnen met 't eerst noodzakelijkezichzelf ontwikkelen. Men zal daartoe maandelijks bijeenkomen en dan een bepaald onderwerp bespreken. Hieruit blijkt dat de spreekbeurt van de heer Grasz haar eerste vruchten al heeft afgeworpen. Zou 'tniet mogelijk zijn om op den duur wat meer positieve belangstel ling voor politiek en partij te kweken De tijd zal 't leren. Een goede persoonlijke be langstelling zal in ieder geval ongetwijfeld de activiteit van het geheel stimuleren. De heer dfe Bas had op de kon sekwenties gewezen. Er waren dit jaar dertig woningen toegewezen en die zouden dan niet gebouwd kunnen worden. De voorz. gunde graag de verantwoordelijkheid hiervoor aan de heren Winkelman en Mayers, die het daarin wel eens zouden zijn. Maar of de heer Winkelman dan in het vervolg maar spreekuur wilde houden om de mensen die naar een woning snakken tevreden te stellen. Op Dinsdagmorgen, vervolgde de voorzitter, was er nog niets bekend geweest en hadden B. en W. de agenda nog „broederlijk" klaar gemaakt, maar binnen twee dagen was de storm opgestoken. Hij verwonderde zich daarover, maar er zou wel een reden voor zijn en hij zou niet schromen die te zeggen. Per 1 Mei a.s. wordt het bijkans prac-historische spoor tje van Zwolle naar Emmen v.v. vervangen door een ja gende Diessel Aldus „de Tijd" in een rfe- portage over de Industrialisa tie van Emmen. Gelukkige stervelingen daar in Emmen. In de Langstraat doekt men het prae-historisch lijntje liever op. Donderdagmorgen had de voor zitter toevallig nog een overzicht gekregen van dfe positie der schul den van alle Nederlandse gemeen ten. Hij was het met wethouder Winkelman eens dat er moeilijk aan geld was te komen, maar ob jectief bezien moest hij ontkennen dat de gemeente schuldenmaker zou zijn. De vaste schuld bedroeg op 1 Januari 289.000, en de vlot tende schuld nu ƒ488.000, dat was nog lang geen millioen (waarop de heer Winkelman zeer verschrikt keek). Er waren bo vendien 100 woningen mee ge bouwd. Bij de behandeling van de be groting 1951 was er een rfeserve van 3512, die door verschillen de wijzigingen sindsdien gewijzigd was in een tekort van 5425. De gemeente kon echter vragen om verhoging van de bijzondere uit kering van ƒ18.000 van het rijk. Als er 9000 bijgevraagd werden, zou er weer een reserve zijn van ongeveer 3500. Er zouden nog wel een aantal uitgaven bijkomen, maar de Bank van Nederlandsfe Gemeenten zou de gemeente niet laten staan. De gemeente Loon op Zand had juist niet veel min der dan 1 millioen gevoteerd. Sprang-Capelle wai duj wel erg sober. Aan de heer Oerlemans zei de voorzitter dat dfe Bank van Ned. Gemeenten een rente vroeg van inderdaad erg hoog. Het was nooit de gewoonte van ge meenten geweest om te verpan den. maar misschien was het mo gelijk met woningen. „Terreur in B. en W." Hierna was de voorzitter aan wat hij de werkelijke situatie noemde het betrof weer de post reiskosten. De situatie in B. en W. schil derde hij als volgtBij de laat ste begrotingsbehandeling was er niet gesproken over de post reis kosten van 1080. Hierop va ren van Ged. Staten geen aan merkingen gekomen. Op de re kening van 1948 hadden Ged. Staten de algemene opmerking gemaakt dat het gewenst was dat de gemeentebesturen zoveel mo gelijk gebruik maakten van de openbare middelen van vervoer. De burgemeester had hierop ge vraagd wat daar de bedoeling van was en had als antwoord gekregen dat het geenszins gold voor gemeenten als Sprang-Ca pelle als daar gebruik gemaakt moest worden van busjes die oin de 2 of 4 uur reden.. Welnu, de geraamde post voor 1951 was aan de lage kant en er was geen bezwaar tegen gemaakt door de raad of Ged. Staten. Door de wethouders moest er echter wel aanmerking gemaakt worden en dit had ernstige discussies tenge volge gehad in B. en W. en het was de voorzitter als het ware verboden met een auto te gaan als hij een vergadering had. Daar had hij feestelijk voor bedankt. De burgemeester kreeg de in druk dat hij onder curatele stond van de heren Winkelman en Mayers. Hij vond het ontzettend kleinzielig dat hij wel per auto naar Tilburg mocht, maar niet naar Den Haag en nu wachtte hij er nog slechts op of hij zijn boterham nog in een pakje zou moeten meenemen. Hij wenste er zich echter niets van aan te trek ken en zou gewoon niet meer gaan. Bovendien verklaarde de voorzitter dat hij niet tegen bus rijden kon. Nu wilde hij weten hoe de raad er over dacht, want hij liep het gevaar de kosten niet gede clareerd te krijgen omdat wet houder Winkelman het mandaat niet zou tekenen. De voorzitter noemde de toestand in B. en W. onhoudbaar en hij haalde er ver schillende voorbeelden van aan. Er waren kosten besteed aan de belJcnwagcn en de commandant had hem laten opknappen zonder het te vragen. Ze konden echter onder de gewone kosten gerekend

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 5