Waalwijkse en Langstraatse Courant
DUEL om «nGYMNASTIEKLOKAAL
DRUNEN
Gemeenleraad Sprang-Capelle
Gemeenteraad Loonopzand.
PUROL geneest huid- en handwondjes; voorlcomt infectie
Oase in industrialisatie-woestijn
De wenselijkheid van industrie-gebouwen
RAAD VAN VLIJMEN
I
VRIJDAG 20 APRIL 1931.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
ECHO m HEI ZUIDEN
74e JAARGANG No. 32
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
BureauxGROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
In opdracht van het gemeentebestuur van Drunen
heeft het Economisch Technologisch Instituut voor
Noordbrabant te Tilburg een „Nota inzake de men
selijkheid van industriegebouwen in de gemeente Dru
nen" opgesteld. In deze nota gaat het E.T.I. er van
uit dat vestiging van industriegebouwen alleen gemo
tiveerd is in die gebieden waar zonder deze maatre
gelen de bestaande en zeer slechte sociaal-economi
sche toestand niet zou verbeterd kunnen worden. Hoe
het in dit opzicht in Drunen gesteld is, wordt in de
nota nagegaan, waaruit dan de conclusie wordt ge
trokken.
Drie factoren, tevens drie vra
gen, beïnvloeden de beantwoor
ding van de vraag die in het bo
ven gestelde ligt opgesloten.
Daar is op de eerste plaats de
vraag hoe de industriële werkge
legenheids-situatie zich heeft ont
wikkeld in de laatste decennia;
vervolgens, welke structuur in het
industriële apparaat van Drunen
is te onderkennen, dus hoe de in
dustrie is samengesteld, en ten
slotte, met welke toename der in
dustriële beroepsbevolking in de
naaste toekomst rekening is te
houden.
Door de beantwoording van
deze vragen krijgt men een in
zicht in hoeverre de inwoners
van Drunen die bij de industrie
zijn betrokken, er werkelijk hun
kost hebben kunnen verdienen, al
thans in hoeverre er werkgelegen
heid voor hen was, in welke tak
ken van industrie ze werkzaam
waren en zijn en welke plaats elk
van deze takken inneemt bij het
verstrekken van werkgelegenheid,
en ten derde of en in hoeverre er
nieuwe werkgelegenheid gescha
pen moet worden om de toename
van de industriële beroepsbevol
king op te vangen. Uit dit alles
kunnen dus belangrijke conclu
sies getrokken worden.
De Werkgelegenheids
situatie.
Het beschouwen van de werk
gelegenheidssituatie brengt drie
aspecten naar voren; de ontwik
keling van de industriële werk
gelegenheid in het recente verle
den in verband mét de toename
der industriële beroepsbevolking,
de werkloosheid in de betrokken
gemeente en het pendelverschijn
sel, dus de mate waarin inwoners
van Drunen buiten de gemeente
werkgelegenheid vinden en omge-
keerd.
Bij de beroepstelling in 1930
bleek dat in Drunen van de 1225
beroepspersonen er 584 een indus-
triëel beroep uitoefenden; bij de
volkstelling in 1947 bleken dat er
946 te zijn, wat neerkomt op een
gemiddelde jaarlijkse toename van
22 industriële beroepspersonen.
Wat de industriële werkgele
genheid betreft waren er bij de
bedrijfstelling in 1930 77 industri
ële vestigingen, waarbij 414 per
sonen betrokken waren; de volks
telling van 1947 gaf als resultaat
dat er in de woongemeente 664
industriële beroepspersonen werk
zaam waren. Vermeerderd met de
inkomende pendel 245 man duidt
dit op een industriële werkgele
genheid voor 909 personen. Hier
uit volgt dat sinds 1930 voor 495
beroepspersonen industriële werk
gelegenheid werd geschapen, d.i.
gemiddeld per jaar voor 30 ar
beidskrachten.
Uit het bovenstaande kan men
de niet alledaagse conclusie trek
ken dat in Drunen na 1930 de
industriële werkgelegenheid snel
ler groeide dan de plaatselijke in
dustriële beroepsbevolking, waar
door de verhouding tussen beide
praktisch gelijk werd niet alleen,
maar ook elk jaar werd ingelopen
op het werkgelegenheidstekort dat
in 1930 nog bestond. Immers, de
werkgelegenheid nam tussen 1930
en 1947 toe met plaatsen voor
jaarlijks gemiddeld 30 personen,
terwijl de industriële beroepsbe
volking met gemiddeld 22 perso
nen per jaar groeide. Niettemin
vindt een deel van de industriële
beroepsbevolking nog altijd een
bestaansbron buiten de woonge
meente.
Op 31 Juli 1949 bedroeg het
aantal werklozen in de gemeente
Drunen 6, of 0.4 van de man
nelijke beroepsbevolking (in N.
Brabant als geheel bedroeg dat
percentage 2,3 op 31 Januari
1950 was dat aantal opgelopen
tot 18 of 1.1 terwijl het op 31
Juli 1950 weer was teruggelopen
tot 12 of 0,8 (Noordbrabant
2.6%). Van deze cijfers zegt het
E.T.I. dat de werkloosheid in
Drunen zowel absoluut als rela
tief en in vergelijking met Nrd-
Brabant als uiterst minimaal is te
kwalificeren. Drunen neemt on
der de overige Noordbrabantse ge
meenten dan ook een gunstige
plaats in. In de industriële sector,
met drie werklozen in de schoen
en lederindustrie op 31 Juli 1950,
is de werkloosheid praktisch van
geen betekenis.
Het derde aspect, de pendelbe
weging. Hiervan wordt een over
zicht gegeven over de jaren 1940,
1947 en 1949, terwijl er een ver
gelijking wordt getrokken met
Waalwijk. In 1930 was 't nog zo
dat er 170 personen meer uit Dru
nen buiten de gemeente gingen
werken dan andersom. Later is
die verhouding gewijzigd en in
1947 kwamen er 32 personen
meer in Drunen werken dan er
uit gingen; in 1949 was dat over
schot zelfs al 5 keer zo groot. n.l.
159. Waalwijk had in 1930 al een
positief pendelsaldo van 19/ per
sonen, dat tot 1947 en 1949 sieeg
tot resp. 1391 en '.64!.
De inkomende pendel van Dru
nen groeide van 1947 tot 1949 van
245 tot 405, de uitgaande pendel
van 213 tot 246. Van de inko
mende arbeidersjw'eirkte ruim 42%
in de schoen- en lederindustrie
en 25 in de plaatselijke metaal
nijverheid. Van de uitgaande
stroom vonden er 211 een be
staansbron in Waalwijk, terwijl
ruim 77 van het totaal betrok
ken was bij de schoen- en leder
industrie, bijna uitsluitend in
Waalwijk. Neemt men de schoen
en lederindustrie apart, dau blijkc
daar merkwaardig genoeg uit, dat
Drunen voor wat deze betreft,
een negatief pendelsaldo heeft.
Een van de belangrijkste ge
volgtrekkingen waartoe boven
staande gegevens leiden, is dat de
industriële werkgelegenheid te
Drunen tussen 1947 en 1949 min
stens met ongeveer 50 arbeids
plaatsen per jaar is uitgebreid,
want 't positief pendelsaldo steeg
in die jaren met 127, terwijl de
groei van de werkgelegenheid
ruimschoots voldoende was om de
toename der industriële beroeps
bevolking op te vangen.
De industriële structuur.
Een belangrijk hoofdstuk is
dat over de industriële structuur
der gemeente Drunen, want voor
al daarmee houdt de wenselijkheid
van industriegebouwen verband,
zoals we- in de conclusies zullen
zien.
De voornaamste plaats wordt
ingenomen door de schoen- en le
derindustrie. In 1930 omvatte die
niet minder dan 66,2 van de
industriële bedrijvigheid en hoe
wel dit percentage in de loop der
jaren wat terugliep bedroeg het in
1949 toch nog 52,2 Dit wijst
dus op een grotere differentiatie,
ten dele veroorzaakt door de me
taalnijverheid, die in 1930 nog
maar aan 34 arbeidskrachten
werk gaf en in 1949 al aan 257,
waarmee ze zich opwerkte tot een
percentage van 23,6 van de ge-
hele industriële bedrijvigheid. Ook
in de schoen- en lederbranche zelf
viel een grotere verscheidenheid
waar te nemen.
Toch meent het E.T .1. dat er
nog niet gesproken kan worden
van een evenwichtige samenstel
ling van het Drunense industriële
apparaat: de leder- en metaalnij
verheid nemen nog een té over
heersende positie in, zodat het ge
boden blijft eventuele verruiming
van de industriële werkgelegen-
heid in andere sectoren te zoeken.
Toekomstige ontwikkeling.
Met welke groei van de indus
triële beroepsbevolking in de ge
meente Drunen zal in de toekomst
rekening moeten worden gehou
den? De prognose die het E.T.I.
in dit opzicht maakt, is uitsluitend
gebaseerd op de veroudering van
de mannelijke jeugd, omdat vesti
ging en vertrek elkaar in het ver
leden praktisch hebben opgehe
ven.
In Mei 1947 omvatte de man
nelijke beroepsbevolking 1590
personen. Tengevolge van sterfte
en veroudering is in de loop van
15 jaar, dus tot 1962, een vermin
dering van dit aantal te verwach
ten tot 1230. Van de mannelijke
jeugd zullen er in diezelfde tijds
spanne ongeveer 970 de beroeps-
geschikte leeftijd bereiken, zodat
de Drunense beroepsbevolking tot
1962 zal toenemen tot plra. 2200
personen. Als we aannemen dat
de arbeidsplaatsen die tengevolge
van veroudering en afsterving
open vallen, in sociaal-economisch
opzicht voor hervulling in aan
merking komen, dan zal er in de
periode van 1947 tot 1962 voor
ongeveer 600 personen aanvullen
de werkgelegenheid geschapen
moeten worden.
De opname van deze 600 ar
beidskrachten zal voor het over
grote deel wel neerkomen op de
Industrie. Rekent men daarvan af
net aantal dat in een andere sec
tor zijn kost kan verdienen en 't
aantal dat tussen 1947 en 1950 al
emplooi heelt gevonden, dan blij
ven er nog plm. 400 over, of ge
middeld 3035 personen in de
komende 12 jaar, voor wie nieuwe
werkgelegenheid gevonden moet
worden. Welnu, we hebben ge
zien dat de werkgelegenheid in
Drunen de laatste jaren met plm.
50 arbeidsplaatsen per jaar is uit
gebreid, tegen plm. 30 personen
jaarlijks van 1930 tot 1947. Dit
mag het vertrouwen wekken dat
het scheppen van aanvullende in
dustriële werkgelegenheid in de
naaste toekomst voor plm. 35 man
per jaar, geen bijzondere moeilijk
heden zal opleveren.
Industrialisatie geslaagd.
In het laatste hoofdstuk van de
Nota vat het E.T.I. de bevindin
gen waartoe het in de eerste
drie hoofdstukken is gekomen, sa
men en trekt daaruit zijn conclu
sies.
Op de eerste plaats wordt ge
concludeerd dat de industrialisa
tie in Drunen zowel in de periode
1939 tot 1947 alsook in het recen
te verleden, 1947 tot 1949, tot op
zeer grote hoogte geslaagd mag
worden genoemd.
„Er is dan ook naar het ons
voorkomt nog geen directe re
den in het huidige tijdsbestek,
nu het industrialisatiestreven
meer dan ooit in het middel
punt der belangstelling staat en
in de gemeente Drunen blijkens
de feiten de werkgelegenheid in
de laatste jaren sterk is uitge
breid, te grijpen naar het bij
zondere industrie stimulerings
middel, dat het industiregebouw
toch is. Tot op heden is de in
dustrialisatie in deze gemeente
ook zonder deze stimulans ge
lukt."
Eén argument blijft er over dat
zou kunnen pleiten voor het
stichten van industriegebouwen,
namelijk de betrekkelijke eenzijdig
heid in de plaatselijke industriële
structuur. Tot de doorbreking
hiervan zou het industriegebouw
een zeer geëigend en ook verant
woord hulpmiddel kunnen zijn,
wordt in de Nota gezegd. Voor
Naargeestige gedachten, tobbe
rijen en angstgevoel worden
verdreven door
MiJNHARDT'S ZENUWTABLETTEN
Versterken het zelfvertrouwen en
«temmen U weer moedig en rustig.
hulp van dc gemeente zouden dan
in aanmerking komen bedrijven
die voornamelijk mannelijke ar
beidskrachten tewerkstellen en
waarvan de ondernemers bewezen
hebben over de nodige capacitei
ten te beschikken, echter de mid
delen tot investering in grond en
gebouwen missen. In het algemeen
zouden slechts aan die bedrijven
huisvestingsfaciliteiten verleend
moeten worden, die niet behoren
tot de schoen- en lederbranche of
wier afzet in hoge mate hiervan
afhankelijk is en aan bedrijven
wier vraag naar mannelijke ar
beidskrachten door het plaatselijk
aanwezige aanbod kan worden
bevredigd.
Aangezien de huidige arbeids
markt in de gemeente Drunen nog
een vrij gespannen beeld vertoont
en de groei van de plaatselijke in
dustriële beroepsbevolking slechts
beperkte proporties zal aannemen,
menen de samenstellers van de
Nota echter, dat het beoogde ef
fect van de stichting van indus
triegebouwen, n.l. doorbreking van
de eenzijdige structuur d?r plaat
selijke industrie, gering zal zijn.
vroeg de voorzitter.
„Ja", zeiden de vroede vade
ren.
Het voorstel van de heer van
Son kwam hierna maar niet meer
in stemming.
Toen was men eindelijk aan de
agenda toe en die werd in een
voor Vlijmen recordtempo afge
werkt.
Beschikbaarstellen crediet voos
openbare lagere school.
Accoord.
Vergoeding reiskosten van de
zoon van de heer B. van Bladel.
Goedgevonden.
Wijziging van de instructie van
de gemeenteontvanger.
Goedgekeurd.
Vaststelling van een regeling
betreffende het geldelijk behfeer en
de boekhouding van de ontvanger
en een aanvulling van het regle
ment van het Burgerlijk armbe
stuur over dezelfde zaken.
Aangenomen.
Begrotingswijziging 1950.
De raad vond het goed.
Nieuwé verordening tot heffing
van vergunnings- en verlofrecht.
De gemeenteraad is een instituut dat de grootste ver
rassingen in zich bergt. De raadsvergadering van
Maandagavond in Vlijmen kenmerkte zich door het
feit dat men heel lang heeft gediscussierd over een
voorstel dat niet op de agenda stond en over de voor
stellen van de agenda blijkbaar geen enkel woord
hoefde te zeggen.
De openbare vergadering van
7 uur begon om 8 uur in verband
met een geheime bespreking met
de inspecteur van het onderwijs
over de bouw van een gymnas
tieklokaal. Voor welk uitstel de
voorzitter zich overigens hoffelijk
tegenover de pers verontschuldig
de.
De notulen van de vorige ver
gadering werden ongewijzigd
vastgesteld.
De reeks ingekomen stukken
werden alle voor kennisgeving
aangenomen tot men kwam aan
een verzoek van een schoolbestuur
voor de bouw van een zés-klas-
sige lagere school annex gymnas
tieklokaal.
Over deze kwestie had men te
voren uitvoerig van gedachten ge
wisseld met de heer Taks, in
specteur van het onderwijs. Hét
bleek evenwel dat verscheidene
leden door deze bespreking niet
waren overtuigd.
Wel dat de bouw noodzakelijk
was, maar de afgevaardigden van
Nieuwkuijk en Haarsteeg waren
het niet eens met de plaats van
dit lokaal, dat ze meer centraal
gebouwd wilden zien.
De heer van Son wenste eerst
overleg met de andere schoolbe
sturen van de gemeente.
De heer v. d. Meerendonk zei
dat er nu al een overleg van 2
uur was geweest en dat het hem
het beste voorkwam te besluiten
tot de bouw van de school te be
sluiten en het verzoek aan de mi
nister voor de bouw van het gym
nastieklokaal te steunen.
De heer van Oye voelde meer
voor de suggestie van de heer v.
Son. Nieuwkuijk en Haarsteeg
gaan hiermee niet vooruit, zei hij
en hij kon er zich niet mee ver
enigen dat er nu onmiddellijk over
zo n grote uitgave van 65000.-
beslist moest worden.
Dhr. Wijkmans Er zijn m. i.
momenteel geen mogelijkheden
voor Nieuwkuijk en Haarsteeg om
een gymnastieklokaal te krijgen.
Ze moeten deze zaak nu niet in
de soep draaien omdat er voor
hun nu geen mogelijkheden zijn.
De heer van Son: Ons voorstel
is om het lokaal centraal te plaat
sen. Wij moeten er allemaal aan
meebetalen.
Er ontspon zich een levendige
discussie ovér de plaats van het
lokaal. De meeste leden waren 't
met de zienswijze van de heer v.
d. Meerendonk eens, die vond dat
men een gymnastieklokaal zo
dicht mogelijk bij de school moet
houden. Het was z.i. ondoenlijk
om de kinderen van de drie kerk
dorpen minstens een half uur te
laten lopen om wat gymnastiék te
gaan doen. De heer v. d. Ven
merkte op dat er dan ook teveel
Ontheffing van een aanslag op
het schoolgeldkohier.
Goed, zei de raad.
Van toepassing verklaring van
de jongste loonsverhoging op het
gemeente-personeel.
Okay.
Er werd nog een punt aan de
agenda toegevoegd. Graaf d'Oul-
tremont had verzocht om zijn
kasteel aan te sluiten op de wa
terleiding. B. en W. vonden dit
prachtig, want dan konden ook de
12 boerderijen over het Hof van
water worden voorzien en men
kon meteen een brandkraan leg
gen. De geméente hoefde hiervoor
slechts 1040 bij te dragen.
En ook dat vond de raad goed.
Bij de rondvraag vroegen ver
scheidene leden aandacht voor ga
ten en dergelijke in de wegen in
en oin de gemeente. B. en W. zou
er naar laten kijken.
De héér v. d. Ven informeerde
naar een winkelpand. Hij had ge
hoord dat de fa. van Hilst uit
Waalwijk hiervoor privilege ge
noot vóór een oorlogsgetroffene
van de gemeente. Het bleek dat
280 voor de vernieuwing der
lichtinstallatie. Wij stellen voor
om dit bedrag toe te staan.
6. Voorstel tot aankoop van
grond van A. Tak.
Prae-advies
A. Tak, Oranjeboomstraat 187
te Breda, is bereid aan deze ge
meente te verkopen zijn perceel,
kadastraal bekend sectie B num
mer 5537, gelegen aan de Mgr.
Völkerstraat alhier, voor de prijs
van 500.-—. Het prijzenbureau
voor onroerende goederen heeft
verklaard tegen deze prijs geen
bezwaar te zullen maken.
In verband met de woningbouw
zal dit perceel in de toekomst no
dig zijn en daarom stellen wij U
voor tot aankoop er van te be
sluiten.
7. Voorstel tot aankoop van
grond van J. Hamers.
Prae-advies
J. Hamers, Hoofdstraat 63 al
hier, is bereid aan de gemeente
te verkopen zijn perceel, kadas
traal bekend sectie B nummer
777, groot —.71.40 ha., voor de
tijd van het overig lesrooster werd
afgenomen, wat de heer Van Oye
niet zo erg vond, want hij be
weerde dat de gymnastieklessen
niet bij het rooster hoorden.
De voorzitter: Mijne heren, er
is nu wel ruimschoots voldoende
over deze zaak gesproken. Ik geef
U in overweging ons voorstel te
aanvaarden. U machtigt ons daar
mee om voor deze zaak een zo
goed mogelijke oplossing te berei
ken. Wanneer we dit voorstel
niet aannemen, gaan we een heel
eind terug.
Maar de heer van Oye kon er
nog niet toe besluiten zijn stem
aan het voorstel te géven. Hij wil
de eerst terdege overweging en
bleef er dan ook bij eerst met de
andere schoolbesturen overleg te
plegen.
De heer v. d. Ven kréég het
gevoel dat de afgevaardigden van
de andere kerkdorpen het Vlijmen
niet gunden dat het een gymnas
tieklokaal kreeg. Hij verzocht in
ieder geval geen rivaliteit in de
raad te kweken. Hij wilde dit
volstrekt niet en het was trou
wens ook nooit geweest.
De heer van Son vond deze op
merking nogal beledigend. Het
ging er helemaal niet om gunnen
of misgunnen. Hij wenste overleg
voor het tot een besluit kwam.
Het ging ér ook niet over het
plan van de school in de soep te
draaien.
Wethouder van Bokhoven zette
hierna uiteen dat ook hij aanvan
kelijk tegen deze uitgaaf van
65000 was geweest, maar door
de uiteenzettingen van de inspec
teur was hij overtuigd en dienten
gevolge had hij ook zijn steun
aan het voorstel gegeven.
Dhr. v. d. Meerendonk voegde
hier nog aan toe dat er maar één
lokaal beschikbaar is in de hele
inspectie. Wij moeten dankbaar
zijn dat we dat krijgen.
Dé voorzitter brengt dan het
voorstel in stemming. En toen
verscheen een fenomeen in de
raad. Toen de heer v. d. Meeren
donk zijn ,,voor'' had laten klinken
zei de heer van Son „centraal en
ook enige andere heren stemden
„centraal". Déze stemmen werden
aanvankelijk als „tegen'' geno
teerd. Ja maar, zei de heer v. d.
Meerendonk, dit is geen stemming,
men moet voor of tegen stemmen,
maar niet „centraal".
Toen kwam de heer van Son
met een voorstel om eerst over
leg te plegen. Maar éérst kwam
het voorstel van B. en W. in
stemming. Na enig geharrewar
men had blijkbaar niet op een
stemming gerekend en men wist
de volgorde niet precies werd
het voorstel met algeméne stem
men aangenomen.
„Heeft nu iedereen gestemd?
Zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Aanbieding van de rekeningen
der gemeente, woningbedrijf en
burgerlijk armbestuur over 1949.
De heren v. d. Meerendonk,
Dekkers en van Son zullen deze
onderzoeken.
de betrokkene zelf ook niet alle
medewerking verleende.
Toen was er niets meer aan de
orde en men ging ondanks het
feit dat de heer v. d. Meerendonk
al zei dat hij nog niet gegeten had
weer in geheime vergadering.
Nieuw torenuurwerk met
verlichte wijzerplaten te
Capelle.
De raad der gemeente Sprang-
Capelle kwam Dinsdagavond in
spoedeisende vergadering bijeen,
onder voorzitterschap van Burge
meester A. Smit.
Afwezig was de heer Oerlemans.
Nadat de voorzitter de verga
dering met gebed had geopend,
kwam het enigste punt dat de
agenda bevatte aan de orde, n.l..
Voorstel betreffende het verle
nen van een crediet ad 4000.
voor vernieuwing van het uur
werk van de Capelse toren.
In het prae-advies zeggen B. en
W. o.m.
Van de firma B. Eijsbouts te
Asten is een offerte ontvangen
met betrekking tot een nieuw to
renuurwerk, mét inbegrip van
nieuwe wijzerplaten en electrische
verlichting van de tijdaanwijzing.
Voor het aanbrengen van de wij
zerplaten moet uiteraard gebruik
worden gemaakt van steigers. De
offerte houdt rekening met de om
standigheid, dat gebruik gemaakt
kan worden van de steigers, wel
ke thans aanwezig zijn voor de
restauratie van de Capelse kerk.
Het gevolg hiervan is, dat met
spoéd een beslissing dient te wor
den genomen op de gedane offer
te, welke door de aanwezigheid
van de steigers voordeilger is. B.
en W. stellen de raad mitsdien
voor over te gaan tot vernieu
wing van het torenuurwerk, het
aanbrengen van 3 wijzérplaten en
electrische verlichting van de tijd
aanwijzing en het hiervoor beno
digde crediet, geraamd op 4000,
beschikbaar te stellen.
De voorzitter deelde mede dat
het college van B. en W. voor
dezé vergadering een onderhoud
gehad heeft met de Kerkvoogdij
van de Ned. Herv. kerk te Ca
pelle, om deze te bewegen een
bijdrage in de kosten te verlenen.
Naar aanleiding daarvan kan
de voorzitter mededelen dat de
Kerkvoogdij bereid is een derde
tot een maximum van 1100.
bij te dragen.
Het doet de heer de Bas bij
zonder veel genoegen dat B. en
W. met dit voorstel gekomen zijn;
ook stelt hij het op prijs dat de
Kerkvoogdij beréid is gevonden
hierin bij te dragen.
Naar aanleiding van een vraag
van de heer Vos, of het in de
bedoeling ligt te zijner tijd ook
op de Sprangse toren verlichte
tijdaanwijzing aan te brengen,
meent dhr. Genuit dat hier eerst
nog voor een twëede luidklok ge
zorgd dient te worden.
De voorzitter antwoordt dat
een en ander ook hier bij de aan
staande restauratie zou kunnen
geschieden.
Het voorstel van B. en W.
wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Fabriekshal.
Naar aanleiding van een raads
besluit tot het bouwen van een
fabriekshal, deelt de voorzitter
mede dat spreker, Weth. Winkel
man en een deputatie uit de raad
over deze aangelegenheid een
onderhoud hebben gehad met de
Commissaris der Koningin en dat
daarna nog een onderhoud heeft
plaats gehad tussen enkele leden
van Ged. Staten, de Burgemees
ter, de eigenaar van het bedrijf
waarvoor de fabriekshal bestemd
is, de griffier enz.
Wanneer uit een thans in te
stellen onderzoek de solvabiliteit
van bedoeld bédrijf blijkt, meent
de voorzitter dat het raadsbesluit
tot het bouwen van een fabrieks
hal door Ged. Staten zal worden
goedgekeurd.
Hierna sluit de voorzitter deze
korte vergadering.
Openbare vergadering van de
raad der gemeente Loonopzand,
te houden op Dinsdag 24 April
1951, des avonds om 7 uur ten
gemeentehuize te Kaatsheuvel.
Agenda
1. Vaststelling openstaande no
tulen.
2. Ingekomen stukken.
a. Van Gedeputeerde Staten,
goedkeuringen raadsbesluiten.
b. Van de commissie tot we
ring van schoolverzuim.
Verslag over het jaar 1950.
3. Vaststelling aantal opcenten
op de personele belasting.
Prae-advies
In het provinciaal blad van
Noordbrabant nr. 22 van 1951
werd medegedeeld, dat over het
belastingjaar 1951/1952 ten be
hoeve van de provincie 50 opcen
ten op de hoofdsom van de per
sonele belasting zullen worden
geheven. Dientengevolge stellen
wij voor over dat jaar het ge
meentelijk aantal opcenten te be
palen op 150. zijnde 't maximum
dat kan worden geheven.
Tevens is rekening gehouden
met de aanschrijving, opgenomen
in het provinciaal blad v. Noord
brabant nr. 18 van 1944, waarin
o.m. in overweging werd gegeven
om de geldigheidsduur der veror
dening te beperken tot één jaar.
De opbrengst der heffing wordt
geraamd op 19.000.—.
4. Verzoek van het bestuur van
de Stichting Streek V.V.V.
„Brabants-Centrum" te Oister-
wijk, om toekenning van een ge
meentelijke subsidie.
Prae-advies
Deze stichting heeft tot doel
het bevorderen van het vreemde
lingenverkeer naar en in het ge
bied, dat het territoir omvat van
verschillende gemeenten in Mid
den-Brabant, o.a. ook van Loon
opzand.
„Brabants-Centrum", waarin
ook onze gemeente is vertegen
woordigd, wendt zich tot het ge
meentebestuur met het verzoek 'n
subsidie te verlenen van 5 cent
per inwoner, teneinde daarmede
een financiële basis voor haar
werkzaamheden te scheppen.
In verband met het algemeen
belang dat door de Streek VVV
wordt gediend, stellen wij U voor
aan genoemde Stichtino de ge
vaagde subsidie over 1951, zijn
de een bedrag van 650.—, te
verlenen.
5. Verzoek van het bestuur der
R.K. Meisjesschool „St. Gerla-
chus". Gasthuisstraat 11, Loon
opzand. om mer'ewerkinci over
eenkomstig art. 72 der L.O. wet
1920 tot aanschaffing van licht-
omamenten e.d. in de nagenoeg
voltooide nieuwbouw en voor de
vernieuwing der lichtinstallatie in
het bestaande deel der school.
De aanvrage vergt een totale
uitgaaf van 657, zijnde 377
vanwege de lichtornamenten en
prijs van 856.80 1.200.- per
ha.) en een vergoeding voor be-
drijfs- en gewasschade van ƒ714
1.000.— per ha.) alzo in to
taal 1.570.80.
Deze grond is gedeeltelijk no
dig voor de bouw van het tehuis
voor ouden van dagen en valt
verder in het uitbreidingsplan met
de bestemming van weg en bouw
grond.
Wij stellen 11 voor tot boven
vermelde aankoop te besluiten,
mits prijzenbureau en rijksconsu
lent met de prijzen accoord gaan.
8. Voorstel tot verlenging van
drie kasgeldleningen.
Prae-advies
Per 12 Mei a.s. vervallen de
ten laste der gemeente gesloten
kasgeldleningen, t.w. bij
1. de „Centrale Onderlinge Be-
drijfsverzekering voor Ziekengeld
en Kinderbijslagverzekering" te
's-Gravenhage, 200.000.—
2. „Onderlinge Oorlogsschade
verzekering maatschappij'' te Den
Haag, 100.000-
3. „Renovatum" te Amsterdam
100.000.-.
Voorgesteld wordt zo mogelijk
deze leningen met 1 jaar te ver
lengen, respëctievelijk bij een an
dere instelling over te sluiten.
9. Voorstel tot het gedeeltelijk
doen herstellen en verder doen
slopen en herbouwen van wo
ningwetwoningen te Kaatsheuvel.
Prae-advies
In de vergadering van 20 De
cember 1950 besloot Uw raad tot
het z.g. ontkleden van enkele wo
ningwetwoningen te Kaatsheuvel
om de mogelijkheid te scheppen
vast te kunnen stellen hoeveel de
finitief herstel zou kosten.
Bij een nadere controle blijken
twee complexen van respectieve
lijk 50 en 20 woningen in een
dergelijke staat van verval te ver
keren, dat daaraan nog slechts
provisorische voorzieningen kun
nen worden getroffen, die in to
taal 283.000.— zouden kosten.
Deze 70 woningen kosten bij
herstel jaarlijks 26.573.72
10.559.55 37.133.27.
Gezien de toestand waarin de
woningen ten hoogste kunnen
worden gebracht en waarbij naar
alle waarschijnlijkheid de onder
houdskosten zeer hoog zullen blij
ven, acht de centrale directie van
de volkshuisvesting het doen uit
voeren van bovenbedoelde voor
zieningen aan de woningcom
plexen 2 en 3 niet verantwoord.
Wij zijn van mening dat deze
„erfenis" van het verleden in het
belang van de volkshuisvesting
dient te worden geliquideerd, het
geen slechts mogelijk is door in
grijpende maatregelen.
De in het bestek omschreven
voorzieningen aan de complexen
1, 4. 5 en 6 zullen de daarbij be
trokken woningen in een redelijke
staat brengen, terwijl de daarmee
gemoeide kosten niet abnormaal
hoog zullen zijn. De complexen
2 en 3 dienen door nieuwe wo
ningen te worden vervangen. Wij
staan hierbij de volgende metho
de voor.
De gemeente tracht een extra
toewijzing te krijgen van 50 wo
ningen, teneinde in staat te zijn
de woningen van complex 2 vrij
te maken. Daarna worden deze
woningen gesloopt en ter plaatse
met gebruikmaking van afkomen
de materialen herbouwd. Onder
tussen is er gelegenheid om, mid
dels de normale toewijzing, de
woningen van complex 3 vrij te
maken, welke dan op hun beurt
gesloopt en herbouwd zullen wor
den. Volgens een voorlopige
schatting zal het gebruiken van
afkomende materialen een bespa
ring van rond 1000.per wo
ning betekenen, zodat de bouw
kosten op rond 7.500 zijn te
ramen.