en
INDUSTRIE
GYMNASTIEK
de JCo-ning.Cn der sporten
M
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 1 JUNI 1951
vandaag aan de dag.
A
y?
EEN PRACHTIGE HOOGSTAND
SPORT
Over hagelbuien, hardrijders,
Fanny, voetballers, Olympische
Spelen, races en nog meer van die dingen
Sport is eigenlijk een ongelofe
lijk raar ding. Zet nu eens twintig
gezonde Nederlandse jongens op
een rijtje, ga er voor staan en ver
tel hun dan eens een eloquent ver
haal over economische problemen
en onze buitenlandse politiek. De
jongens zullen een verveeld gezicht
trekken en met stijgend verlangen
uitzien naar het ogenblik waarop
ge Uw laatste woord zult zeggen.
Ze hebben er geen enkele interesse
voor.
Maar leg voor datzelfde rijtje
jongens nu eens een bal van .een
paar centimeter middellijn en ge
zult een wonder aanschouwen. De
jongelui die geen enkel belang stel
den in Uw uiteenzetting over zeer
actuele onderwerpen, zijn nu ver
anderd in razende Rolands die als
bezeten met z'n twintigen dat ron
de stukje rubber gaan bewerken.
Spoedig ontwaart ge twee partijen.
Een paar jongelui doen hun jassen
uit, die ze op een bepaalde afstand
een eind van mekaar op de grond
leggen en het hele stel probeert de
bal tussen die jassen door te schie
ten.
Dat nu noemt men voetbal.
Als we nu filosoof waren, gingen
we een heel wijsgerige beschou
wing houden over het fenomeen
„bal", dat negentig procent van het
Nederlandse volk op een mysteri
euze wijze in z'n ban houdt en
grote groepen mensen tot uitbun
dige vreugde, andere groepen tot
diepe droefheid stemt, maar voor
iedereen ontspanning brengt zoals
geen ander voorwerp ooit in staat
is geweest te doen.
We hebben nu het voetbal als
voorbeeld genomen om aan te to
nen dat de sport eigenlijk maar een
rare verschijning is in de wereld,
maar we hadden evengoed een an
dere sport kunnen nemen. Wiel
rennen bijvoorbeeld. Wij waren
enige weken geleden bij de Ronde
van Waspik. Het was bar slecht
weer, de hagel striemde op de rug
gen van de renners die op hun
lichte fietsen over het gladde weg
dek gierden. Ondanks de hagel en
de kou was er maar één renner die
opgaf. De rest reed door. En toch
was er onder die rest maar één die
de overwinning kon behalen, al die
renners op één na zouden straks
naar huis gaan zonder roem, zelfs
zonder dat hun naam in „De Echo"
zou komen. Alleen zouden ze moe
zijn en koud en een Zondagmiddag
hebben besteed om dat te bereiken.
Waren die kerels in Waspik dan
allemaal gek?
Wis en waarachtig niet.
Luister maar eens wat Pierre de
Coubertin, de geestelijke vader van
de tegenwoordige Olympische Spe
len. eens heeft gezegd:
„The important thing in the Olym
pic Games and in all games is
not winning, but taking part. The
essential thing in life is not con
quering, but fighting well".
Hetgeen wij aldus zouden willen
vertalen: Het belangrijke van de
Olympische Spelen en van alle
takken van sport is niet winnen,
maar meedoen. Het wezenlijke in
het leven is niet de verovering,
maar het schone gevecht.
Daarom zit de visser uren en
uren aan de kant van een riviertje
zonder dat hij ook maar één voorn
tje in z'n net kan doen en daarom
gooien dames en heren in een muf
fig zaaltje een zware houten bal
tegen een stuk of negen stomme
stukken hout, aan het eind van een
glad geboende plank.
De sport is een behoefte van de
mens. Hij moet z'n lichaam dwin
gen zoals hij wil. Hij wil de materie
ondergeschikt maken aan z'n geest.
Ge kunt zo de sportman verge
lijken' met de geleerde in het la
boratorium, die z'n hele leven lang
zoekt naar de splitsing van een
deeltje stof dat hij nooit heeft ge
zien en ook nooit te zien zal krij
gen.
En als ge die hooggeleerde pro
fessor nu zou vragen waarom dat
hij dat nu doet en waarom hij daar
voor z'n hele leven geeft, dan zal
hij als ie heel eerlijk is -— ant
woorden: „Voor m'n plezier". En
dat is nu precies hetzelfde geval
met die wielrenners, die in Waspik
doorreden ondanks het feit dat ze
dropen en op hun fiets zaten te bib
beren. Die kerels deden dat voor
hun plezier.
Zoals alle vergelijkingen loopt
ook deze een beetje scheef, maar
we geloven wel dat deze vergelij
king onze bedoeling voldoende il
lustreert. Net als de professor met
z'n reageerbuisjes en cyclotrons en
zo al meer gaven de renners niet
op, voor ze bereikt hadden wat ze
zich als doel hadden gesteld: On
danks alles die ronde uitrijden. En
daarom lieten ze de kou en de ha
gel barsten (ercusez du mot) en ze
ïeden de ronde uit. Ze wilden en
moesten het weer, de fiets en hun
lichaam dwingen naar hun doel en
niets kon hun daarvan afbrengen.
Meedoen wilden ze, niet winnen.
Want toen ze voor de wedstrijd in
schreven wisten ze al dat ze maar
een heel kleine kans maakten om
te winnen, maar ze wilden mee
doen, want „winning is not impor
tant, but taking 'part!
EXCESSEN.
Men hoort tegenwoordig nog al
veel praten over excessen in de
sport, van sportschandalen, profes
sionalisme, van doping en combine
in de wielersport, van veldslagen
op het voetbalveld, van „gelegali
seerde moord" in de ring, zoals een
tijdje terug een Amerikaanse pro
fessor zei enz.
En natuurlijk doet de pers er
ijverig aan mee om die excessen te
signaleren. Het zij ons journalisten
van harte gegeven. Tenslotte zijn
wij er voor om U in te lichten over
al hetgeen er zoal in de wereld ge
beurt enom onze krant vol te
krijgen. En, eerlijk is eerlijk, U
leest het graag. Maar om onze voor
lichting volmaakt te maken, ver
tellen wij U er bij dat U nou niet
alles moet geloven wat er allemaal
in de krant staat, „de Echo" uitge
zonderd natuurlijk en vooral die
verhalen over excessen in de sport
met een redelijke dosis zout te ne
men.
Het is toch een feit dat 99,9%
van de mepsen die aan sport doen,
hun spel alleen maar spelen om 't
spel, om een gezonde ontspanning
te hebben en hun lichaam een beet
je meer te leren dan lopen, fietsen
of zitten.
Onze Lieve Heer heeft aan ons
mensen het schoonste bouwwerk
van Zijn Schepping gegeven: ons
lichaam, en Hij heeft het gegeven
om onze geest er mee te vervol
maken. „Mens sana in corpore sa-
no", een gezonde geest in een ge-
als de sportieve sfeer maar zege
viert dan is dat helemaal niet zo
erg. Trouwens, die sportieve sfeer
een fraai, maar vaak misbruikte
slogan moet de heerseres zijn in
de sport. In de sport komt noodza
kelijk de een als tegenstander te
genover de ander. En daarin ligt de
kiem van een prachtige kameraad
schap, maar ook van oneenigheid
opgesloten.
Wij hebben hiervan een mooi
voorbeeld: In de laatste Cupfinale
in Engeland speelden twee spelers,
Stanley Mattheuws en Jack Mil-
burn. Matthews, waarschijnlijk
technisch de beste voetballer die
ooit op een voetbalveld verscheen,
die alle triomfen vierde welke een
voetballer maar vieren kan, behal
ve één ding: het winnen van de
CUP, die jaarlijks door de Engelse
Koning wordt uitgereikt. Matthews
kreeg dit jaar hoogst waarschijnlijk
zijn laatste kans en hij vocht er
voor. Met z'n onuitputtelijk arse
naal van trucs en switches bracht
hij de New-Castle-verdediging bij
na tot wanhoop. Maar één man was
die dag groter dan hij: Jack Mill-
burn, New-Castle's middenvoor, die
vocht voor een plaats in het Engel
se elftal. En Millburn overwon
Blackpool's grootmeester met twee
prachtige doelpunten. Maar nog
vóór z'n clubmakkers de gelegen
heid hadden om Millburn op hun
SPORT-VERAFGODING.
Nu we het toch over excessen
hebben zullen wij er maar meteen
een bij de kop vatten: het bedrijf
dat met een erg lelijk woord sport-
verafgoding heet en waar men
meestal mee bedoelt een overdre
ven verering voor z'n favorieten en
voor de lui met klinkende titels op
hun naam.
Nu is het logisch dat iemand die
op een of ander gebied uitblinkt,
gehuldigd wordt, maar inderdaad
het komt voor dat men een sport-
figuur op een belachelijke manier
gaat vereren en dat is natuurlijk
grote onzin. Gelukkig hebben onze
sportlui daarvan zelf weinig last
c.q., ze trekken er zich niks van aan.
Bovendien, ook uitblinkers in de
sport zijn doodgewone mensen die
het door hun gave en training ver
der hebben gebracht dan de mees
te sportbeoefenaars.
Wij hebben eens gegeten met
Fanny Blankers. Dit met nog een
stel verslaggevers ter gelegenheid
van een athletiekdemonstratie. Wij
moeten U eerlijk zeggen het
klinkt misschien gek maar me
vrouw Blankers is een gewone
vrouw, ze praat gewoon, ja ze eet
zelfs gewoon.
Ook bij de waardering voor z'n
favoriet moet men de grenzen we
ten. Natuurlijk, de mens die een
j»
-Jt-ÊT -
if r-.
DE OPRICHTERS DER W.G.V.
die de gyinnastieksport in Waalwijk introduceerde in 1896.
Zittend: J. v. Schuppen. Eerste rij vl.n.r.: W. v. d. Heijden, H. Keijzer, A.
Princen en Antoon Gerris. Tweede rij: P. Gloudemans, Ger. Zuurhout, J. van
Riet en Adr. Pulles. Derde rij: G. Pulles, Ger. Brekelmans, W. Timmermans
en Th. Kolsteren.
zond lichaam is een oud, maar waar
adagium. De sport, de oefening van
ons lichaam is een middel om het
leven dat wij van God hebben ge
kregen, ook inderdaad goed te le
ven, maar het is geen levensdoel.
Nagenoeg alle mensen houden,
bewust of onbewust, vast aan dat
prachtige Olympische ideaal: „Niet
winnen, maar meedoen!"
En dan zijn de z.g. excessen ook
maar .sporadisch te signaleren. Ac-
coord ais U zegt: „Maar daar komen
toch heel wat dingen voor op het
voetbalveld, op het groene laken en
in alle takken van sport die niet
door de beugel kunnen". Dat is in
derdaad zo, we hebben ze nog niet
zo lang geleden in onze omgeving
kunnen zien. Maar och, de schep
selen die aan de sport meedoen zijn
mensen met al de gebreken en te
kortkomingen aan die nazaten van
Adam en Eva verbonden. Wij zijn
nu eenmaal niet volmaakt en dus
de sport ook niet. En stel nu eens
dat er nooit iets verkeerds in de
sport gebeurde, dan was geloof ik
de sport lang niet zo gezellig meer.
Bovendien zou dat ernstige sociale
gevolgen hebben, want de kastelein
zou het niet zo druk meer hebben
en wij zouden grote moeite hebben
om de krant vol te krijgen. Laat er
maar eens een keer ruzie zijn, mits
de partijen na afloop hun fout toe
geven en elkaar de hand drukken.
Er kan wel eens ruzie zijn, maar
schouders naar de kleedkamer te
dragen, had Matthews z'n rivaal
reeds de hand gedrukt: „Congratu
lations, Jacky, the best map won,
tot over een paar weken tegen Ar
gentinië".
Geloof maar dat die felicitatie
Millburn meer waard was als al de
lof die hij later nog te horen kreeg.
Nu zijn de Engelsen voor een
deel althans beroepsvoetballers
en dus in zekere zin arbeiders ge
worden, maar dat is een omstan
digheid waar de voetballers zelf
feitelijk niets aan kunnen doen. In
ieder geval heeft Matthews er blijk
van gegeven z'n echte voetbalhart
ondanks dat professionalisme
nog op de goede plaats te hebben.
En dat is het geval met nagenoeg
alle sportlui, bij de één is het een
wielerhart of een biljarthart, maar
het zit op de goede plaats en er is
voldoende ruimte in, niet alleen
voor eigen roem, maar vooral voor
kameraadschap en sportiviteit, die
ook onderdeeltjes van het eerste
gebod de naastenliefde zijn.
Dat er excessen zijn is een feit
en iedere oprechte sportman zal ze
nog meer betreuren dan een out
sider, want ze kunnen voor hem
veel verpesten, maar voor mil-
lioenen op onze aarde is de sport
hét middel om zich te ontspannen
zonder bijgedachten aan roem en
overwinning.
buitengewone prestatie levert heeft
het recht op waardering en hulde
een kampioenschap of een record
krijgt hij zo maar niet in zijn
schoot geworpen.
Voor het leveren van een top
prestatie is heel wat nodig: Maan
den van intensieve training, van
concentratie, van veel ontzeggen.
Ook tijdens de wedstrijden is er
ontzaggelijk veel nodig om tot een
topprestatie te komen. Wij hebben
dat in Waalwijk kunnen zien tij
dens de Europese Biljartkampioen
schappen, met name in de partij
tussen Gabriëls en Vaq Hassel die
in 4 beurten match-nul eindigde.
Hiervoor is een ongelofelijke con
centratie en een sterke wil nodig.
En als ze die kunnen opbrengen,
goed, dan hebben ze recht op onze
hulde, die de twee biljai'tmatadoren
in Waalwijk dan ook ruim hebben
gekregen.
Maar de meesters lieten zich door
de hulde niet van de wijs brengen,
evenmin als onze grootste voetbal
ler „us Abe" het deed voor 100.000
Nederlandse guldens die hem wer
den aangeboden. Een rechtgeaard
sportman kan heel wat hebben.
De sport is een prachtige gave,
maar wij hebben die niet gekregen
om er misbruik van te maken; wij
moeten deze gave zorgvuldig be
waren en behoeden voor beroerde
invloeden die de rijkste mogelijk
heid tot ontspanning omlaag halen.
Het is een ervaringsgegeven dat
in industriële centra de sport in
tensiever en op een groter terrein
wordt beoefend dan b.v. in agrari
sche gebieden. Wanneer we hier
voor een oorzaak zoeken, dan ligt
die, dunkt ons, vrij dicht bij de
hand.
De mensen die in fabrieken en
op kantoren werken hebben meer
behoefte aan ontspanning dan de
boeren, die uit hoofde van hun be
roep veel buiten zijn en veel bui
tenwerk verrichten. Als ge de hele
dag achter een machine of bureau
hebt gezeten, dan is het logisch dat
ge 's avonds er eens helemaal uit
wilt zijn om op een sportveld ont
spanning te zoeken. Ons lichaam
heeft nu eenmaal ontspanning no
dig. De spieren die de hele dag niks
anders te doen hebben gehad dan
in een bepaalde houding te staan
of te zitten, vragen ontwikkeling.
Er zijn mensen die vaak over hun
werk gebogen staan. Wanneer zij
niet aan sport zouden doen, zouden
ze binnen vrij korte tijd een hoge
rug krijgen en daar is wel niemand
verlangend naar.
Trouwens, lichamelijke ontspan
ning is dringend noodzakelijke om
de geest verkwikking te geven. De
gedachten van een man achter een
sanklopper, een zwikmachine, zijn
eenzijdig gericht op het werk dat
hij doet en hij zou in de kortste
keren afstompen als hij niet een
bredere horizon zocht. Voor hem is
de sport noodzaak.
Bij de boer is dat in mindere ma
te het geval. Het werk op de boer
derij is, zeker op een modern be
drijf, buitengewoon veelzijdig. Bo
vendien blijft er voor de boer nu
niet zoveel vrije tijd meer over.
Niet alleen in de drukke seizoenen,
maar het hele jaar door. Dit brengt
met zich mee dat de boer ook niet
zo veel behoefte heeft aan vrije
tijdsbesteding of ontspanning.
In andere sectoren van 't maat
schappelijk leven zijn er weer an
dere invloeden die belangrijk zijn
voor de sportbeoefening in die sec
tor of streek.
Wij hebben met deze voorbeelden
getracht aan te tonen dat aan de
sport als ontspanning, als vrije tijds
besteding ook sociale facetten zit
ten, die van invloed zijn op de pres
taties en de gang van zaken in de
sport.
Men denke hier b.v. aan P.S.V.
De spelers van P.S.V. ook van de
athletiek en andere afdelingen
zouden waarschijnlijk buiten het
Philips-concern niet onder zulke
gunstige omstandigheden hun sport
kunnen beoefenen.
Dit houdt geen afkeuring van be-
drijfssport in. Integendeel!
Het is een gelukkige omstandig
heid dat de directies van grote be
drijven hun personeel de gelegen
heid geven sport te beoefenen. Daar
bewijzen ze hun personeel 'en de
sport een grote dienst mee en bo
vendien hebben ze er zelf voordeel
van, want een werknemer met een
frisse geest kan beter z'n werk
doen dan iemand die niet voldoen
de ontspanning heeft.
Wanneer er in een plaats een be
drijf ssportvereniging is, wil dat niet
zeggen dat er voor een burgerclub
om het zo maar eens te noemen
geen plaats meer is. Eindhoven
is hiervan weer het voorbeeld.
Naast de vereniging van Philips is
ér nog een goede eerste klasser:
Eindhoven, en heel wat tweede en
derde klassers. Toen de Spechten
nog eerste klas waren, had Eind
hoven zelfs drie eerste klassers.
HET RAADHUISPLEIN
waar de Sportdemonstraties zullen worden gehouden.
Ook in de andere takken van sport
bestaat er in Eindhoven een grote
veelzijdigheid, er zijn tal van ver
enigingen met verscheidene uit
blinkers.
In andere industrie-plaatsen lig
gen de verhoudingen dikwijls on
geveer hetzelfde als in Eindhoven,
dat wij als voorbeeld namen.
Hoe zijn de toestanden in de ver
houding sport-industrie in Waal
wijk, de stad van de nationale
Sportweek?
Inderdaad hebben we in Waal
wijk geen bedrijfsclubs zoals in an
dere steden waar grote, soms zelfs
wereldbedrijven gevestigd zijn. De
aard van de schoen- en lederindus
trie biedt voor een dergelijke ont
wikkeling waarschijnlijk te geringe
mogelijkheden. In de leerlooierijen
is er helemaal geen praktische mo
gelijkheid om sportverenigingen te
stichten omdat er over het alge
meen te weinig personeel in een
looierij werkt. Jn de schoenindus
trie zou het misschien wel kunnen,
maar een goede bedrijfsclub zal
toch wel moeilijk te formeren zijn.
Niet omdat we kleine fabrieken
hebben, er zijn in Waalwijk bedrij
ven van wereld-formaat, maar
vooral door het feit dat het niet al
len Waalwijkers zijn die in de
schoenfabrieken werken. Dagelijks
komen er 1500 a 1600 arbeiders van
buiten, die er natuurlijk niets voor
zouden voelen om ook 's avonds of
's Zondags nog eens naar Waalwijk
te komen om te sporten. Dat gaat
niet.
De conclusie hiervan is dus dat
er in Waalwijk geen behoorlijke
kans is voor bedrijfssport. En dat
is helemaal niet erg.
Niettemin heeft ook in Waalwijk
en in het hele schoenenland van
de Langstraat de industrie grote
invloed op de sport. De plaatsen die
het overwegend van de industrie
moeten hebben, hebben een bloeien-
der sportleven dan de overige plaat
sen.
Wij zijn er van overtuigd, zoals
wij met deze beschouwing hebben
trachten te bewijzen, dat aan de
sport een grote sociale kant zit en
dat de invloed van de industrie op
de sportbeoefening vrij groot is.
Natuurlijk zijn er nog meer aspec
ten aan de sociale zijde van de sport.
Zoals b.v. de kosten van bepaalde
takken van sport. Tennis is b.v.
voor de spelers duurder dan voet
bal, maar dat is een kwestie die
buiten het bestek van dit artikel
valt.
Het is vanzelfsprekend dat de
gymnastieksport in ons land en
overal in de wereld nooit zo po
pulair zal worden als voetbal. Voet
bal is nu eenmaal de kijksport bij
uitstek. Door het team-work, dooi
de duels van man tegen man, door
het samenspel en door de techniek
is voetbal de meest spectaculaire
sport die er bestaat. Daarom trek
ken Zondag na Zondag duizenden
naar de voetbalterreinen om het
boeiende, mannelijke spel gade te
slaan.
Dit zal de gymnastiek nooit be
reiken, omdat deze sport helemaal
geen kijkspel is. Het wedstrijdka
rakter ontbreekt, er z^in geen duels,
geen team-work, zoals voetbal die
kent.
Waarom hebben wij dan de gym-
i.astiek „koningin der sporten" ge
noemd?
Dat is gauw verteld.
De gymnastiek bereikt door het
karakter van de oefeningen de
meeste harmonische lichaamsont
wikkeling. Het is zonder twijfel de
beste sport die er is.
Om die harmonie te bereiken zijn
er jaren van moeizame oefeningen
nodig. Gymnastiek is opbouw van
onderaf. We zouden een vergelij
king kunnen maken met het bou
wen van een huis. Met goed mate
riaal worden eerst de fundamenten
gelegd, waarop zorgvuldig en lang
zaam de muren worden gebouwd.
Als sluitstuk komt het dak, waar
van de stevigte voor een goed deel
afhangt van de onderbouw.
Iets dergelijks is ook met gym
nastiek het geval. Geen enkele gym
nast is tot grote oefeningen aan het
rek, de brug e.d. in staat, als de on
derbouw niet uitstekend is. In de
gymnastiek moeten er evengoed
stevige fundamenten zijn van
goed materiaal om de verdere
ontwikkeling van de gymnast te
bewerkstelligen. Natuurlijk, ge
moet er aanleg voor hebben, maar
die blijkt gauw genoeg. Is er die
aanleg echter, dan is men in staat
een uitstekend gymnast te worden,
mits men zich er voor geeft en er
iets voor weet te offeren.
Om een werkelijk goede gym
nast te worden moet men dagelijks
oefenen en zich dikwijls iets ont
zeggen. Dat is te begrijpen als men
bedenkt dat bij de gymnastiekoefe
ningen elke spier z'n aandeel in de
oefening heeft. Als ge een geoefend
turner aan het werk ziet doet er
niet toe op welk werktuig dan
is elk spiervezeltje van z'n tenen
tot aan z'n kruin gespannen. Het
hele lichaam doet de oefening.
Daarom juist staat de gymnastiek
boven de andere sporten.
Naast een prachtige harmonische
lichaamsontwikkeling schenkt de
beoefening van gymnastiek zelfver
trouwen en zelfdiscipline. Er is voor
heel wat oefeningen een behoorlijk
dosis moed nodig. En dat niet al
leen bij spectaculaire oefeningen
als de reuzenzwaai en een salto-
mortale. Ook moed moet voor een
goed deel worden aangeleerd. Er zijn
weer goede fundamenten voor no
dig, inderdaad, en daar moet ver
der op gebouwd worden om van de
jonge turner een gymnast te ma
ken die met een groot zelfvertrou
wen z'n oefeningen kan doen.
We noemden hierboven de disci
pline. Dat is een eigenschap waar
mee iedere rechtgeaarde Nederlan
der moeite heeft, maar waarvan hij
soms ook frappante staaltjes te zien
kan geven. Door de gymnastiek nu
wordt de discipline op buitenge
wone wijze bevordert. Zonder een
gezonde discipline is het b.v. on
mogelijk om vrije oefeningen uit te
voeren.
Onder vrije oefeningen verstaan
we ook de rhythmische oefeningen,
één van de sympathiekste onder
delen van de gymnastiek. Het is
gymnastiek in optima forma, voor
al voor de vrouwelijke leden van
een vereniging. Ge kunt in de
rhythmische oefeningen ook een
onderdeel van de danskunst zien
en in feite is dat ook zo. Een lid
van een ballet zet z'n eerste stap
pen op het moeilijke pad van Terp
sichore door middel van rhythmi
sche oefeningen.
Daarom hebben we de gymnas
tiek „Koningin der Sporten" ge
noemd en we kunnen er blij om zijn
dat er in Waalwijk zoveel enthou
siaste turners zijn die nu, onder
auspiciën van „Ons Huis", in de
Sportweek op verscheidene plaat
sen demonstraties zullen geven.